DE
KAfcPPEfcDOOi
ZATERDAG 10 FEBRUARI 1979
EXTRA
PAGINA 29
AMSTERDAM - Eerst heet ze gewoon mevrouw van de
Berg. Als ze een jeugdbende in Amsterdam-Noord in het
goede spoor helpt, heet ze al gauw Tante Marie. Even later
is ze de Engel van Noord. Een hoofdstedelijk huis-aan-
huis-blad zorgt daarvoor. Het blad port een aantal mid
denstanders in Oost op tante Marie voor haar goede daden
in Noord eens lekker in de watten te stoppen. Dat ver
wennen van tante Marie wordt beloond, met een eervolle
en vooral gratis vermelding in het voornamelijk op com
mercie afgestemde blad.
Met die niet eens zo slecht bedoelde
maar toch twijfelachtige titel is
Tante Marie niet zo vreselijk blij.
„Die morgen hoorde ik dat ik ver
sierd zou worden, zo noemden ze
dat bij dat blad. Daar begin ik
mooi niet aan. Dat was m'n eerste
reactie. Zoiets is helemaal niks
voor mij. Toen ik begreep, dat de
jongens van de vroegere bende
dat hadden bekokstoofd, heb ik
meegedaan. Nou, daar ging ik.
Een japon uitzoeken, een mantel,
een gouden ketting met een dia
mantje. Een etentje en ook nog
een bezoek aan de schoonheids
specialist. Vanaf die tijd heette ik
de Engel van Noord. De buren la
zen het zelfs in de Libelle. Denk
er om dat het wat kritiek heeft
opgeleverd. Jaloezie, denk ik. Ik
maakte iets mee waarvan zij mis
schien wel eens gedroomd had
den. Maar ze weten niet hoeveel
geld ik voor m'n jongens heb uit
getrokken. Ze hoeven ook niet te
weten hoeveel het me gekost
heeft".
"Lieverdjes"
Is Tante Marie nou wel zo'n Engel?
Ze gelooft van niet. Dat heeft
niets met bescheidenheid te ma
ken. Want ze trok zich pas het lot
van de plaatselijke jeugd aan toen
bleek dat een van haar zoons ook
tot de lieverdjes behoorden die
dat enorme stuk tweederangs
Amsterdam terroriseerden. Tony
heet hij.
Op een dag koelt Tony z'n woede op
een politieauto. Het blijft niet bij
het traditionele banden door
snijden. Tony stampt het liefst
die hele kolere-kar in elkaar. Een
deur bezwijkt, een ruit gaat aan
diggelen. Het duurt maar even
tjes. Genoeg voor ruim duizend
gulden schade. Vijf dagen zit To
ny vast.
Op dat moment is Tony lid van de
Anti Politie Brigade, een van de
beruchtste in Amsterdam-Noord
opererende jeugdbendes. Vooral
het Thijsseplein, in het oude deel
van Amsterdam benoorden het
IJ, maken ze onveilig. Winkeliers
treiteren, mensen pesten, bus
huisjes en telefooncellen in puin
rammen. Grootste plezier is de
politie uit haar tent te lokken.
Geweld van de zich stierlijk verve
lendejongetjes - de meesten zijn
amper vijftien jaar - leidt tot te
gengeweld. De politie grijpt
steeds vaker de kans aan om er
ook op in te rammen. Antie Poli
tie Brigade; alleen de naam van
de bende is al provocerend.
Tony, vooral door toedoen van zijn
moeder sinds kort een brave
boef, vertelt: „De politie had ge
woon de pik op ons. Op het laatst
kregen we automatisch de schuld
van alles. Er was ingebroken in
een scholengemeenschap. Ze
hadden ons daar zien voetballen.
Dus werden we opgepakt".
Tony zal dat altijd wel on
rechtvaardig blijven vinden. Het
zal niet meevallen het beeld, dat
hij van de politie heeft, te veran
deren. Te veel nare herinnerin
gen beinvloeden het. „De manie
waarop ze je op het bureau be
handelden. Met een handboei
vastketenen aan de verwarming
en dan het stoeltje onder je kont
vandaan schoppen". Onafhan
kelijk van elkaar bevestigen an
dere leden van de voormalige
gang dit onaangename voor
val.
Tony: „Het is niet omdat ze het ge
zag vertegenwoordigen of dat ze
politie zijn, maar het gaat om het
soort politie. Het lijkt of de mees
ten er alleen maar zijn om je te
pakken. Vooral die jonkies, die
kankerbakken die streepies mot
ten halen, zijn erg. Bij die was het
altijd van: hou je bek dicht anders
timmer ik 'm dicht. En je moest
het niet in je harses halen te zeg
gen dat je onschuldig was. Dan
brak de pleures uit. Er waren een
paar fijne knullen onder die agen
ten. Maar die kon je op de vingers
van èèn hand tellen".
,.We stookten 's een fikkie in een
prullenbak. Ze beginnen toch te
rossen, niet mooi meer. Pure
haat. En met de honden er op los.
Tante Marie en haar jongens
Joekels van herders, killers, aan
van die lange lijnen. Niet normaal
meer. Mooi dat het niet mag, zo'n
optreden. Maar die politie hier
maakt d'r eigen wetten. Als ze
twee jongens bij elkaar zien
staan, heet 't meteen een samen
scholing en trekken ze gelijk de
knuppel. Klachten verdwijnen in
de prullemand.
Die prullenmand lijkt het grootste
meubelstuk van het politiebu-
In de wat tierelantijnerige kamer
van zijn moeder maakt Tony snel
en soepel karatebewegingen. To
ny van de gang, de bende. Hij is
z'n streken kwijt, maar de stoere
verhalen uit z'n vagebondtijd
verteld hij nog graag en gretig.
Snel, zeer snel, praat Tony. Als kind
heeft hij een hersenbloeding ge
had. Hij lijdt aan epilepsie.
Z'n moeden „Ik dank de hemel dat
het nu zo goed gaat met m'n kind.
Het is een onzettend fijne jongen.
Als hij iemand op het verkeerde
pad ziet, sleept hij 'm naar mij toe.
Of ik maar helpen wil".
Dat is wel anders geweest. Met To
ny zelf ging het verkeerd. En wel
zonder dat z'n moeder dat aan
vankelijk in de gaten had. Ster
ker. ook zij vond de jongens die
de buurt terroriseerden, maar
vervelend tuig. Mensen die dat
ook vonden, werden door opge
klopte verhalen in sommige
kranten gesterkt in hun afkeer en
angst voor jeugd die in hun ogen
wel voor galg en rad moest op
groeien.
Tante Marie: „Ik ben op een dag in
m'n eentje naar het Thijsseplein
gegaan om te kijken wat ze daar
uitspookten. Ze waren toen au
to's aan het bekladden Ik zie ze
nog wegduiken toen ze me in de
smiezen kregen. Eddy riep: daar
komt dat klerewijf weer aan. Ze
waren geloof ik bang dat ik Tony
bij ze weg zou halen".
„Ik heb eerst met de jongens ge
praat en later met de mensen in
de buurt. Achteraf bleken het
schatten van jongens. Maar zoals
ze tekeergingen op dat plein, was
echt te gek."
Het was zo erg dat de buurt uitein
delijk knokploegen formeerde.
Met kettingen gewapende knok
ploegen. Een koekje van eigen
deeg. „Als de jongens het plein
opkwamen was de buurt al ge
spannen. Toen ik met de jongens
en de buurt had gepraat was de
spanning gebroken".
Tony: „Tonkers, een man die op het
plein woont, was een van onze
grootste vijanden. Die zat altijd
maar te mopperen en te schelden
op ons. Toen-ie in het ziekenhuis
lag hebben we hem met z'n tienen
opgezocht. Fruit en flessen drin
ken hadden we bij ons".
Tante Marie„Die mensen van het
plein staan nou helemaal achter
de jongens van de APB. Je moet
er geen kwaad woord over zeggen
anders krijg je met die mensen te
doen."
„Noord is het verdomhoekje, ach
tergesteld. Er is nog minder dan
elders in Amsterdam. En zeker
voor de jeugd. Tot voor kort
woonden hier voornamelijk ou
dere mensen. Kinderen zag je er
nauwelijks. Dat is nou wel an
ders"
Wat de jongens van de bende thuis
niet kunnen zeggen, kunnen ze
wel aan Tante Marie kwijt. Die
luistert en dat is al heel wat. Ze
hoort dan het oude liedje. Dat va
ders en moeders geen tijd hebben
voor hun kinderen, maar wel tijd
voor de televisie natuurlijk. En
dat ze op verkeerde scholen zit
ten. Of dat ze op scholen zitten
waar ze bij wijze van spreken uit
sluitend hun bek moeten hou
den. Dat ze daarom spijbelen, op
straat zwerven, waar ook eigen
lijk niks te beleven valt. Maar dat
ze toch niet naar de overkant van
het IJ gaan, omdat ze ondanks
alles aan de buurt gebakken zit
ten.
Tante Marie: „Ik ben blij dat Tony
het zo naar z'n zin heeft op de
LTS. Ze zeggen dat hij meer in z'n
mars heeft, ingenieur kan wor
den of zo. Maar een goeie loodgie
ter is ook nooit weg. Dat hij ple
zier op school heeft is me duizend
maal meer waard dan deftig doen
over m'n kind tegen de buren.
M'n man denkt er anders over,
maar die is bij de marine ge
weest."
„Het waren natuurlijk geen lek-
kerdjes die kinderen. Ze hebben
heel wat uitgehaald. Maar op het
laatst zat de politie alleen vanwe
ge die naam, de Anti Politie Bri
gade, achter hun aan. Dat on
schuldig ergens voor gepakt
worden, moet je vooral bij Tony
niet uithalen. Want hij is recht
voor zijn raap, of het nou een po
litieagent is of de koningin. Hij
springt in de bres voor iedereen
die onrechtvaardig wordt behan
deld. Daarom ramde hij toen die
politieauto in elkaar".
Tante en haar jongens verschijnen
op de buis in Sonja's Goed
Nieuws Show. Dat heeft tot ge
volg dat de anders niet zo goed
geefse gemeente de omgeturnde
bende een oud badhuis aanbiedt.
Tante Marie kenschetst dit voor
beeld van gemeentelijk falen als
een verkiezingsstunt van wet
houder De Cloe. Ze vindt het
zoiets als een volslagen failliet
bedrijf, met veel poeha aan de
werknemers overdragen. Tante
en de jongens zijn duidelijk niet
blij met die dooie mus en daarom
worden er tien pandjes gekraakt.
Ze staan al een tijd leeg. De poli
tie doet nog een poging de voor
namelijk jonge krakers te ver
drijven, maar ze zijn hecht geor
ganiseerd en ze hebben de publi
citeit mee. De gemeente gaat
door de knieën en geeft een huur
contract. Negen pandjes dienen
ter (zeer) gedeeltelijke leniging
van de woningnood. Het tiende
wordt clubhuis van de APB.
De voormalige knokploeg krijgt de
kans er weer op los te timmeren,
nu duidelijk in opbouwende zin.
De buurt komt kijken als de jon
gens in de huisjes bezig zijn. De
mensen, die aanvankelijk schan
de spraken van het kraken, kij
ken er nu anders tegen aan. Want
wie iets maakt, vernielt niks.
Kant en klare clubhuizen zijn
waardeloos, vindt Tante Marie.
Die beuken ze in elkaar omdat de
gemeente het toch wel weer op
knapt. Van een in reglementen
geklemde georganiseerde op
vang moeten ze ook niks hebben.
Met sociale-academietaal behep
te beroepskrachten kunnen beter
maar uit hun buurt blijven.
Kemco is ae enige uit de zachte sec
tor die ze accepteren. En dat
komt vooral omdat Tante Marie
hem graag mag. Remco is van de
reclassering. En hij werkt op een
voor de reclassering ongebruike
lijke manier. Niet achteraf, maar
vooraf. Als je de jeugd helpt, lo
pen ze minder kans in de gevan
genis terecht te komen. Zorg dat
ze op goeie scholen zitten, waar ze
het naar hun zin hebben. Vang ze
op als ze van huis weglopen. Hij
wil dan ook een begeleid wonen
project opzetten in Noord. Voor
kinderen die om welke reden dan
ook voorlopig niet meer thuis bij
hun ouders willen of kunnen zijn.
Veel van die kinderen melden
zich nu bij Tante Marie. Liever bij
Tante dan bij het JAC. Bij Tante
kan je uithuilen, een nachie sla
pen. En soms opnieuw begin-
Ook in die gevallen houdt het onbe
taalde werk van de Ongeschoolde
maatschappelijke werkster Ma
rie van de Berg de jeugd van de
straat.
Dat neemt niet weg dat Remco die
dag een jongen in de Haarlemse
koepel, een van de naargeestige
huizen van bewaring in Neder
land, moet opzoeken. Die zit daar
in voorarrest op verdenking van
brandstichting in een winkel.
Mag de APB op het goede spoor
zijn, dat geldt niet voor alle ben
des in Noord. Er zijn nog heel wat
Tante Marie's nodig, zou je kun
nen zeggen. De Knokploeg Aso-
cialen en de Knokploeg Noord
zitten nog in het verzet tegen de
gevestigde machten.
Neem nou de Maranathakerk. Deze
zomer heeft dominee Van 't Slot
de sleutel van het gebouw aan
Tante Marie overgedragen. Een
knots van een gebouw. Het op
knappen ervan kost een slordige
duit. Gelukkig is ook het Konin
gin Juliana Fonds niet meer zo op
de charitatieverige toer; zelf
hulpgroepen, zoals dat heet,
staan in de warme belangstelling
van het fonds. Tien mille van het
KJF. En nog eens zes mille van de
gemeente Amsterdam (einde
lijk).
Toch zijn ze zonder dat geld begon
nen. Zoals ze altijd zo maar be
gonnen. Met een pick-up van
Johnny, de schoonzoon van Tan
te Marie. Met een versterker van
Eric. En met het vakantiegeld
van de heer Van de Berg, die mis
schien niet helemaal in de lijn van
zijn vrouw denkt, maar als het er
op aan komt wel natuurlijk.
Het loopt als een trein. Een paar
keer per week zo'n tweehonderd
jongens en meisjes. Zo veel dat er
uit het entree en de opbrengst
van de bar kan worden geinves-
teerd. Een lichtorgel oncbr ande
re.
En dan gaat het mis. Een zwerf-
groep, als een magneet aange
trokken door het nieuwe. Andere
ontheemde jongeren uit Noord.
Slopen, vechten, sluiten.
Tante Marie: „Maar het ergste was
de politie. Met getrokken gum-
milatten kwamen ze de kerk bin
nenstormen. Ik riep: er wordt
niet geramd, opsodemieteren.
Zoiets los ik zelf op. Daarvoor
heb ik de pplitie niet nodig. Die
verpesten 't alleen maar."
„Al moet ik zeggen dat die wijka
gent hier als mens aardig is. Al
leen, 't is en blijft een agent. Hij
komt hier vaak, maar hij komt
toch vooral ook voor de namen.
Nou, die krijgt-ie niet. Want door
de jongens te pakken help je ze
niet."
Nog deze maand proberen Tante
Marie en haar jongens het weer.
Dan gaat de opgeknapte kerk
nogmaals open. Omdat het eens
zal lukken in Noord.
Tiit t/> TAJff) iXSJflsUL
-zoJllk U&JL
Marcus Roofthooft (9 jaar) Frankenburg 46, Valkenburg
In januari sneeuwt het heel erg,
er ligt voor de deur zelfs een hele berg.
We gaan met ze allen een sneeuwpop maken.
En als ik binnen ben ga ik lekker schaken.
Ik krijg dan een kop warme chocola, van mijn eigen lieve ma.
Bianca Hoppenbrouwer, (11 jaar)
Stuyvesanthof 41, Leiden.
In januari sneeuwt het
'dan lig ik in mijn bed.
Op de sloten ligt er ijs, zo dik als een muur
en er op schaatsen is heus niet duur.
In de lente gaat het ijs ontdooien
dan hoeven ze geen pekel meer te strooien.
Harald Mahadew (12 jaar)
Zijldonk 26, Leiden.
Het is januari en overal ligt sneeuw
zelfs geen ene meeuw durft eten te halen.
Ik heb nog wat gemaakt
maar dat zijn net kralen
en ik heb noten gekraakt
dat kunnen ze dan allemaal halen.
Marion van Egmond (11 jaar)
Lavendeltuin 21, Leiden.
Petra Ruis (11 jaar) Hogendorpstraat 76, Leiden
Er waren eens drie Belgen. Een
vader, een moeder en een
jongetje. Toen ze voor het
stoplicht stonden zei het jon
getje: "O, pap kijk eens wat
een mooie kleur".
Het stoplicht sprong op groen.
"O, weer zo'n mooie kleur,
nog even blijven staan".
Toen sprong het stoplicht op
oranje. "Kijk pap, weer zo'n
mooie kleur".
Het stoplicht sprong op rood.
"O, die kleur heb ik al gezien,
rij nu maar door".
Willeke van der Mey
(9 jaar)
Goudenregenplantsoen 18
Rijnsburg.
Januari is dit jaar erg koud
de mensen strooien dan ook zout
in alle dorpen en plaatsen
gingen de mensen wel even schaatsen
ze gleden wel eens uit
en vielen op hun snuit.
Monique Holswilder (11 jaar)
Willem de Zwijgerlaan 33, Leiden.
Redactie:
Astrid Guns
en
Henk de Kat
Annelies Jasper (6 jaar)
Anette Hasenoot
(11 jaar)
Paedsenakker 24
Rijnsburg
Deze winterse gedichtjes en
tekeningen zijn gemaakt door
leerlingen van klas 5 en 6 van
de Karei Doormanschool uit
Leiden
Harald Mahadew (12 jaar) Zijldonk 26, Leiden
Wilco Kapaan (11 jaar) St. Maartenstraat 14, Leiden
Wim Filemon
(10 jaar)
Antillenstraat 2, Leiden
Januari is een maand van hagel,
ij zei en sneeuw
bbbbrrr zegt de meeuw
ik wou dat de mensen me wat
eten gaven
want alles is voor de raven
bbbbrrr zegt de zeeleeuw
weg met die rót sneeuw
ik hoop dat ik wat vangen kan
maar het duurt wel erg lang