Net prof-wielerjaar belooft spannend te worden
Coureurs van de
eerste categorie
ZATERDAG 10 FEBRUARI 1979
Peter Heerkens
CAVALAIRE SUR MER - De prof-sectie van de
Internationale Wielrenunie maakt jaarlijks een
overzicht van de beroepsrenners die in het
voorafgaande seizoen een klassieker, grote
ronde of het nationaal kampioenschap won
nen.
Deze renners krijgen het predikaat „eerste categorie", aan
welke eer de verplichting is gekoppeld om op de dag dat er
een klassieker wordt verreden nergens anders te starten.
i bevat de lijst van de eerste-categorierenners 28
Nederland: Knetemann, Raas, Zoetemelk, Van de Velde,
Lubberding. België: Pollentier, Dierickx, De Muynck,
Peeters, Wellens, De Vlaeminck, Godefroot, Van den Hau
te, Bruyère Italië: Moser, Baronchelli, Saronni, Gavazzi.
Luxemburg: Didier. Engeland: Corley. Frankrijk: Hinault,
Laurent. West-Duitsland: Thurau, Braun, Thaler. Spanje:
Martinez-Heredia, Galdos. Zwitserland: Schmutz.
CAVALAIRE SUR MER -
De kuststrook tussen Nice
en Hyéres, een schitterend
stukje Zuid-Frankrijk, is
weer volgestopt met be
roepswielrenners. Altijd
in deze tijd van het jaar
strijken ze er per ploeg
neer voor oefentochten,
waarop ze met het kakel
bont van hun tenues en de
opzichtige volgwagens,
stevige kleurbijstand ver
lenen aan de ontluikende
Peter Post heeft met zijn
ploeg een hotel bezet in
het vlak bij Saint Tropez
liggende dorpje Cavalaire
sur Mer; Joop Zoetemelk
zit zoals altijd tegen Nice
aan, in Cagnes; Hennie
Kuiper verblijft in Seil-
lans en Bernard Hinault
huist in de buurt van Joop
Zoetemelk, in het gehucht
Cros de Cagnes.
Het beroepswielerpeloton
is zich aan het voorberei
den op een nieuw seizoen.
De Italianen doen dat in
eigen land, richting San
Remo, en van de Belgen
hebben er dit jaar verras
send veel (45, om precies te
zijn) hun trainingskamp
opgeslagen in Spanje.
Binnenkort treffen ze el
kaar in de eerste grote
koersen van het nieuwe
wielerjaar, aan welke
wedstrijden wat kleinere
rondjes in het Zuiden
voorafgaan. De traditie
van die voorbereidings-
koersen heeft in de laatste
paar jaar een belangrijke
vaste gewoonte verloren:
die van het genoeglijke
onderonsje.
Waar de groep beroeps-
renners zich vroeger in
een tamelijk ontspannen
sfeer op gang trok met
rondjes die ijverige wie-
lercomitès aan de boorden
van de Middellandse Zee
uitzetten, kregen deze
trainingsritten steeds
meer het grimmige karak
ter van een keiharde wed
strijd. De sponsorsbelan-
gen verdrongen de geza
pigheid, wat de competi
tie aanmerkelijk deed
vervroegen.
Aan het begin van het sei
zoen 1979 belooft de be
roepswielrennerij span
nende tijden. In theorie
zijn er vele punten die er
een boeiend jaar van kun
nen maken, want:
- Hennie Kuiper werd
door het Franse Peugeot
aangetrokken als kopman,
wat betekent dat hij in
plaats van medestander
tegenstander wordt van
de sterke Raleighs. De
concurrentie aan de top is
daardoor aanmerkelijk
toegenomen:
- Roger de Vlaeminck kan
dit seizoen meer zijn eigen
gang gaan doordat hij het
kopmanschap niet meer
deelt met Francesco Mo
ser. Hij vertrok, met me
deneming van twee
knechten (Bossant en De
Geest) naar GIS;
- Francesco Moser is be
vrijd van het mede-leider-
schap van Roger de Vlae
minck. Hij staat te boek
als de enige kopman van
zijn ploeg;
- Michel Pollentier brak
met Freddy Maertens ert
kreeg een nieuwe ploeg
rond zich, die hij voor een
deel opbouwde uit het
personeelsbestand van
zijn vroegere sponsor. Hij
nam de knechten Kelly,
Malfait, Dumont, Beys-
sens, Mijngheer en Ver-
schaeve mee, alsook de
verzorgers d'Hondt en
Landuyt en mecanicien
Heydens;
- Gibi Baronchelli ont
deed zich van het juk van
Guiseppe Saronni door
over te stappen naar de
formatie van Pezzi.
- Guiseppe Saronni hoeft
het knechtenbestand niet
meer te delen met Gibi
Baronchelli, waardoor
deze Italiaanse vedette
sterker gesteund
start verschijnt;
- met Gerrie Knetemann
als wereldkampioen
voorop, heeft de equipe
van Post de vorig jaar zo
opzienbarend veroverde
positie van sterkste all
round-ploeg te verdedi
gen;
- Joop Zoetemelk heeft na
vele jaren een nieuwe
ploegleider, in de persoon
van ex-profrenner Jean-
Pierre Danguillaume, die
Louis Caput opvolgde. De
stelling dat Joop Zoete
melk opvallender resulta
ten kan boeken, met name
in de Tour de France,
wanneer een ander dan de
al te snel berustende Ca
put hem dirigeert, zal
in de praktijk getest wc
den;
- Bernard Hinault moet
met zijn prestaties een
antwoord gaan geven op
de vraag of zijn machts
vertoon in 1978 een uit
schieter was of het begin
van een nieuwe regeerpe
riode in de profwieler
sport;
- Fons de Wolf maakte in
de positie van kopman,
zijn entree als „de meest
beloftevolle jongere". De
pas 22-jarige Belg, die vo
rig jaar bij de amateurs
onder meer Parijs-Rou-
baix won, Belgisch kam
pioen werd en een in
drukwekkende finale reed
in het wereldkampioen
schap, wordt gecoacht
door de roemruchte Lom-
me Driessens;
- Freddy Maertens staat
voor de taak om zijn vorig
jaar zwaar gedeukte pres
tige op te kloppen met
klinkende uitslagen;
- Johan de Muynck, vorig
seizoen verrassend win
naar van de Ronde van
Italië, na een sterk gere
den wedstrijd, heeft een
belangrijke belofte in te
lossen;
- Didi Thurau staat voor
een herkansing. Na als
grote vedette door de Bel
gische ploeg van Jos Jans-
sens te zijn binnenge
haald, bleven zijn resulta
ten in 1978 ver beneden de
maat. Om hem van de druk
die het kopmanschap op
een renner legt te verlos
sen, heeft de ploegleiding
hem die verantwoorde
lijkheid ontnomen.
CAVALAIRE SUR MER - De
data van de belangrijkste
prof-wedstrijden in 1979 zijn
als volgt
14-19 februari: Ronde van de
Middellandse Zee;
24-28 februari: Ronde van Sar
dinië;
27 februari-4 maart Ronde van
de Levant;
3 maart Omloop van het Volk;
7-14 maart Parijs-Nice;
9-14 maart Tirreno Adriatico;
17 maart Milaan-San Remo;
26-30 maart Catalaanse Week;
1 april: Ronde van Vlaanderen;
4 april: Gent-Wevelgem;
8 april: Parijs-Roubaix;
10 april: Waalse Pijl;
14 april: Gold Race;
15-19 april: Ronde van België;
22 april: Luik-Bastenaken-
Luik;
24 april-13 mei: Ronde van
Spanje;
8-13 mei: Vierdaagse van Duin
kerken en Ronde van Ro-
mandië;
17 mei-10 juni: Ronde van Italië;
20 mei: Bordeaux-Parijs;
21-28 mei: Dauphiné Libéré;
6-10 juni: Ronde van Luxem
burg;
13-17 juni: Midi Libre;
13-22 juni: Ronde van Zwitser
land;
24 juni: nationale prof-kam
pioenschappen;
27 juni-22 juli: Tour de France;
6-11 augustus: Ronde van En
geland en Ronde van Duits
land;
14-18 augustus: Ronde van Ne
derland;
26 augustus: wereldkampioen
schap in Valkenburg;
19 september Parijs-Brussel;
30 september. Grote Herfstprijs
(vroeger Parijs-Tours);
13 oktober Ronde van Lom
bard ij e.
CAVALAIRE SUR MER - De eenvoud waarmee Jo
han van de Velde essentiële zaken met betrekking tot
zijn succes weet uit te leggen, is van even grote klasse
als wat hij op de fiets laat zien wanneer hij zijn krach
ten de vrije loop laat.
Over „winnen" bijvoorbeeld,
zegt hij. die vorig jaar in zijn
allereerste seizoen bij de be-
roepsvvielrenners drie rondes
op zijn naam schreef (Neder
land, Engeland, Romandië):
„Winnen is voor mij geen
kwestie van plannen. Dat is er
En zijn uitleg over „klimmen",
van welke specialiteit hij een
schitterende demonstralie
gaf op de Thyon 2000, waar hij
als triomfator bovenkwam:
„Nou ja. dan trap je lekker
door en dan merk je ineens
dat je midden tussen de ve
detten zit. Zo gaat dat..."
Peter Post, zijn ploegleider,
voorspelt de 22-jarige coureur
uit het Brabantse Rijsbergen
(tussen Breda en de Belgisch^"
grens) een glanzende carrière.
„Johan van de Velde", aldus
Peter Post, „was voor mij de
grote openbaring van het vo
rige seizoen. Er moet nog veel
geschaafd worden aan zijn
kwaliteiten, maar wanneer
dat gaat zoals ik het voorsta,
dan heeft Nederland er over
een paar jaar een geweldige
crack bij. Eentje die eén grote
ronde kan winnen. Hij is het
prototype van een winnaar:
alle onderdelen binnen z'n
bereik en een geweldig
koersinstinct. Hij slaapt niet,
hij ruikt het... En: hij luistert
goed naar wat we hem te ver
tellen hebben. Een prima
coureur, op wie ik verschrik
kelijk zuinig zal zijn bij het
Kleine Tour
Johan van de Velde maakte vo
rig seizoen via de Post-ploeg
zijn entree in de profwielren
nerij na een onopvallende
amateurcarrière, die een on
verwacht hoogtepunt kreeg
met de kleine Tour de France.
Vanuit de grote onbekend
heid -zelfs nationaal - werkte
hij zich op. dank zij twee da
gen gele trui en een tweede
plaats in het eindklassement.
„Mijn ploegleider bij de ama
teurs. Rini Wagtmans. raadde
het me af om prof te worden,
maar toen Post me een kans
bood, heb ik het toch maar
gedaan. De enige inkomsten
die ik had, kwamen uit een
krantenwijk. Het salaris dat
ik bij Peter Post zou krijgen,
maakte de beslissing voor
mezelf wat makkelijker".
Niet alleen tot verbazing van
Peter Post, maar ook die van
hemzelf, veroverde Johan
van de Velde zich snel een ui
terst degelijke plaats in het
peloton. Hij reed als piepjong
knechtje met veel bravour
zijn kopmannen in de klas
siekers naar de finale en hij
was, bijvoorbeeld, een van de
drie Nederlanders die. achter
Gerrie Knetemann het zware
wereldkampioenschap op de
Nurburgring uitreden.
„Ik heb wel veel afgezien, maar
Zoenen voor Johan van de Velde na weer een zege. Het zal in de toekomst nog wel vaker voorkomen
alles bij elkaar ging het me
toch makkelijk af. Toen ik
overstapte naar de profs,
hoopte ik erop dat ik niet te
gauw gelost zou worden en
dat ik met misschien ëen
overwinning iets kon bewij-
Acht triomfen
Het werden acht triomfen,
waarvan drie in eén ronde.
Een unieke prestatie voor een
neo-prof. Johan van de Velde:
„Ik had natuurlijk ook veel te
danken aan het werk van de
ploeg". Hoewel die inspan
ningen van het collectief in
derdaad groot waren, maak
ten de individuele optredens
van Johan van de Velde grote
indruk. Vooral in de Ronde
van Romandië, waar hij voor
het eerst in zijn wielerloop-
baan klom tot een hoogte van
2000 meter. Bij dat debuut
versloeg hij het complete pe
loton.
Johan van de Velde: „Klimmen
vind ik iets machtigs. Het
kost natuurlijk wel ver
schrikkelijk veel inspannin
gen. maar wanneer die succes
hebben, maakt dat veel goed.
Ik hou van een zwaar par
cours. Als amateur zocht ik in
België altijd de koersen uit
die over heuvelachtige wegen
gingen. In de kleine Tour
klom ik voor het eerst, en vo
rig jaar bij de profs werd dat
weer meer. Ik kon me vrij
makkelijk aanpassen, maar
dat wil niet zeggen dat het
vanzelf ging. Voor klimmen
moetje flink afzien, maar dat
is gelukkig een van mijn
sterkste kanten. Rijden op
karakter, „bijten", kan ik
goed opbrengen".
Peter Post over de klim-kwali-
teiten van Johan van de Vel
de: „Hij gaat uitstekend om
hoog, maar hij moet leren te
versnellen. Het beantwoor
den van demarrages is een
punt waar bij hem aan ge
werkt dient te worden. Ach,
alles heeft z'n tijd no
dig...".
De sterke indruk die hij vorig
jaar bij zijn debuut maakte.
legt Johan van de Velde ui
teraard verplichtingen op
voor dit seizoen. „Maar", zegt
hij, „van die verwachtingen
trek ik me niet zóveel aan dat
ik er nerveus van word. Ik zie
wel. Ik ben er helemaal op in
gesteld dat het best mogelijk
is dat, na alle gemak waarmee
het me vorig jaar afging, er nu
tegenslag komt. Deze winter
heb ik zeer serieus geleefd; ik
ben momenteel fanatiek aan
het trainen. Wat kun je nog
meer dan je best
doen...?!".
En Peter Post, die het van de
ontwikkelingen in het voor
jaar laat afhangen of hij Johan
van de Velde inzet voor de
Tour de France: „Bij een ren
ner in de groei zoals hij, moet
je niet meteen naar de uitsla
gen kijken. Het kan best zijn
dat Van de Velde aan het eind
van het jaar minder heeft ge
wonnen dan vorig seizoen, en
dat hij zich als coureur toch
belangrijk beter ontwikkel
de".