mmm Mensen vragen hier niet om Turks Fruit Ik heb nooit het idee gehad: Ik word politicus JESESSi door Sjak Jansen PIEPKLEINE CHRISTELIJKE ZOLDER-BIBLIOTHEEK IN KATWIJK NHÉ m PAGINA 4 VRIJDAG 9 FEBRUARI 1979 Elke ochtend, steevast om tien uur, ga ik de stad en regio in, op zoek naar mensen en dingen voor deze rubriek. Tips en wensen voor "Publiek", kunt u tot klok slag tien aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215. Schriftelijke reacties zijn ook zeer welkom. 3* die zelden worden gelezen en waar een dun laagje stof op zit. Daar liggen ook erg oude boe ken uit de beginjaren van het bibliotheekje. Bijvoorbeeld het boekje "Er gaat een do minee voorbij" van ds. J. H. Kuiper, waarin naast een ex- libris ook een papiertje is ge plakt dat de lezer op het hart drukt "het boek zo schoon als het u mogelijk is te houden". Andere adviezen: "Behandel de boeken alsof het uw kost baarste bezit is en geeft het nooit als speelgoed aan uw kinderen, daar zijn ze te kost baar voor". Mensenkennis "Die tijden zijn voorbij", aldus Noort (die overigens opmerkt veel van zijn vrije tijd in de bieb te steken omdat het een enorme dosis mensenkennis oplevert. "Onze lezers gaan sowieso voorzichtig met de boeken om. Hoogstzelden dat er een bladzijde wordt uitge scheurd of dat er in wordt gekrast. Oh wacht. Onder- lest is het toevallig een keer gebeurd. Een hond had er de tanden in gezet, maar de ei genares heeft het boek volle dig vergoed". Noort zegt dat streekromans toch wel het meest gelezen worden. "Dat spreekt onze leden het meeste aan". Erica Jong Boeken van moderne schrij vers, zoals Wolkers en Erica Jong, of van thans veel gele zen Leidse schrijvers als Biesheuvel, 't Hart, Hotz en Meinkema kennen ze daar niet. Zullen ze waarschijnlijk ook nooit leren kennen, want er zijn nog zo veel streekro mans die ze nog niet gelezen hebben. Streekrommantjes en zo af en toe een "deteetiefje". Dat is wat de om en nabij 150 leden van het piepkleine bibliotheekje in het dorpshuis aan de Katwijkse Kerklaan willen lezen. En pennevruch- ten van de Poolse schrijver Konsalik: die gaan er bij dit selecte gezelschap Katwijkers ook in als zoete koek. Elke vrijdagavond tussen half 7 en half 9 is het open. Dan be klimmen zo'n kleine 90 lezers de steile zoldertrap van het dorpshuis om tegen betaling van een kwartje per boek per week iets van hun gading te zoeken uit de 4000 boeken die het bibliotheekje rijk is. Nauwelijks Sedert mensenheugenis be staat het al. Ooit ontsproten uit de christelijke jongelingen vereniging, staat de biblio theek thans onder beheer van de hervormde jeugdraad. Het wordt gerund door de 32-jari- ge Katwijker L. Noort en zijn assistente Aletta Bos. Noort doet het nu al tien jaar. Met grote zorgvuldigheid houdt hij tot op de cent bij hoeveel stuivers de kas bin nenkomen en er uit gaan. "Je moet wel nauwkeurig zijn, anders red je het niet. Elk dubbeltje moet ik drie keer omdraaien voor ik het bij voorbeeld aan nieuwe boeken kan uitgeven". Achteloos illustreert hij dat door te zeggen dat het bedrag dat over het hele jaar 1978 de kas in kwam en er uit ging opliep tot 4288,50 gulden. Een bedrag dat voor de openbare bibliotheek in Katwijk bij voorbeeld, niet meer bete kent dan een habbekrats. Rendabel Hoe klein de christelijke Kerk- laan-bibliotheek en haar heb ben en houden ook mogen zijn, feit is dat zij nog altijd onafhankelijk en rendabel is. Noort, in het dagelijks leven aYnbtenaar bij de gemeente Wassenaar "Deze bieb is niet meer weg te denken uit Kat wijk. Het hoort er bij. Toeval lig zijn we vorig jaar voor het eerst in de rode cijfers beland, maar door een schenking van de hervormde kerkvoogdij zijn we er weer bovenop ge komen. Het wordt steeds moeilijker om het hoofd boven water te houden. De boeken worden steeds duurder. En dan denk je wel eens van: Kom, we ver hogen de uitleenprijs. Maar dat zet evenmin zoden aan de dijk, want dan nemen de mensen weer minder boeken mee!" Turks Fruit "Die mensen zijn door de bank genomen niet zo jong meer", verklapt Noort. "Maar lang niet allemaal van onze kerk hoor. Tweederde van de leden is ook lid van de openbare bibliotheek, hetgeen voor mij betekent dat die mensen be wust voor deze bieb gekozen hebben. Ze vragen nimmer om boeken als Turks Fruit. Ze weten dat wij die niet hebben. Niet dat wij zwaarwegende bezwa ren zouden hebben tegen die pikante passages en dat gevloek in dat soort boeken. We hebben ze doodeenvou dig niet, omdat er geen be langstelling voor is. De beheerder van de Katwijkse christelijke zolder-bibliotheekde 32-jarige L. Noort, bezig met het wegzetten van de boeken. "Streekromans: die spreken onze leden het meest aan Op de keper beschouwd staan daar in die rekken heus wel enkele boeken waarin de ene broek na de andere wordt uit getrokken en waarin de Heer er vaak niet al te best vanaf komt. Maar welke boeken dat zijn, kan ik natuurlijk niet bijhouden. Soms krijg ik er wel 'ns één on der mijn neus geschoven, zo als onderlaatst. Toen leverde een oud vrouwtje een boek in dat volgens haar boordevol met sex stond. Ik nam dat met een korreltje zout, per slot was ze al op leeftijd. Dus ik vroeg: "Heeft u het helemaal Systeem Noort en Aletta hanteren een uitgedokterd systeem wat be treft het wegzetten van de boeken in de rekken. Van zelfsprekend staan ze op volgorde van genere en alfa bet. Maar wat meer is: de boe- ken die het meest in trek zijn, liggen het makkelijkst voor het. grijpen. Zo tref je op de onderste planken boeken aan GRONINGEN (GPD) - Een van de exclusieve beroepen in Nederland is het vak van politicus. De bijzonderheid van dat vak is overigens aan het tanen, want steeds meer men sen zijn „betaald" werkzaam in de politek. In steeds meer steden en dorpen worden politici voor een kwart, halve of hele werkweek betaald. Soms heel goed, soms wat min der Een groepje van 150 Nederlanders leeft helemaal van de politiek. Het is hun vak, waarzegen kleine 90 mille per jaar vooÉfcitbetaald krijgen. Een ervan is Ineke Lam- bers-Haquebard uit het op de grens van Groningen en Fries land gelegen Opende. Ze is een van degenen die het vak hart stochtelijk uitoefenen. Waarom dit beroep? „Nou, je kan niet zeggen: ik ga er eens even voor studeren. Je kunt ook niet in zijn algemeenheid zeggen: ik mik erop. Of: als ik be paalde dingen ga doen, dan wordt ik het wel. Om in de Tweede Ka mer te komen, kom je terecht in de selectieprocedure in je partij. Wat mij betreft is het „er in rol len" geweest." U wilde niet, toen u bijvoorbeeld twaalf jaar was, Kamerlid wor den? „Nooit het idee ik wordt politicus of zo. Ik heb ooit op mijn tiende balletdanseres willen worden. Maar dat is tamelijk snel overge gaan." In de Kamer lijkt het ook een soort van dansen. „Ja, je moet er wel op je tenen staan. Maar ik heb er toen nooit aan ge dacht. Wel had ik ook stewardess in mijn hoofd. Ik wilde wel gaan studeren en dan iets doen. Ik heb gymnasium bÜta gedaan. Daarna ben ik iets gaan doen dat met de maatschappij te maken had. Ik ben rechten gaan studeren. Men reageerde zo van: Rechten? Dat is toch voor als je niets beter weet. Ik had immers exacte vakken op het gymnasium gedaan. Ik wilde iets dat niet zo in het abstracte is. Ik heb ook gedacht aan biologie. Maar ik kreeg het gevoel dat dat te weinig met mensen te maken had. Hoe die reilen en zeilen. Tot ik mijn kandidaats rechten had gedaan, bedacht ik dat ik eigen lijk wel economie had willen doen. By rechten krijg je een for se mep economie. Dat vond ik harstikke leuk. Maar ik dacht: laat ik nu rechten maar afmaken. Economie kon ik later altijd nog gaan doen. Het had niks te maken met het idee politicus te wor den." Maar je verdient er je brood mee. Je kan er van leven en je doet niks anders. „Dat is allemaal waar. Maar het is niet in de zin van: ik kon deze baan krijgen. Je moet beweegre denen hebben om politiek actief te zijn. En je kunt politiek actief zijn zonder dat beroepsmatig te doen. Op een gegeven ogenblik krijg je dan onder je neus dat je dat dan ook full-time kunt doen. Al dan niet door jezelf nage streefd. Dat is een beetje een an der beeld dan dat je een brood winning zoekt, nietwaar. Ook kun je niet solliciteren op de ge- Er worden geen advertenties voor Kamerleden gezet. Ineke Lambers is pas na de studie lid geworden van D'66. Daarvoor was ze geen lid van een partij. Gedurende de studie raakte ze geïnteresseerd. „Als je die maatschappelijke gein- teresseerdheid hebt, nou ja, dan kun je in je luie stoel blijven zit ten blaten, Maar het is dan toch effectiever, leuker en boeiender om dat in het kader van de poli tiek te bekijken. Daar gebeurt het dan toch ook. Toen ben ik uitein delijk lid geworden. En eigenlijk ging het toen snel en vanzelf. Je zit in een landelijke werkgroep. Daaruit krijg je werk, leer je men sen kennen, raak je er meer bij betrokken. Je gaat afdelingsver gaderingen vaker bezoeken. Dan zegje daar ook eens wat. Dan zegt men: wil je niet in het bestuur? Dan zeg je :ja, vooruit dan". "Nee, want eerst moet die volgorde er uit rollen. Ik had geen benul dat dat zou lopen. Ik heb voor mezelf geen campagne gevoerd. Er waren wel presentatiebijeen komsten. Ben ik wel heen ge weest, maar ik ben niet op het podium achter de tafel gaan zit ten. Behalve in Groningen. De Grunningers zeiden: ach ga hier nu wel achter de tafel. Daar deed ik het dus wel. Maar ik zei wel dat men niet daariot moest afleiden dat ik stond te dringen om bo venaan die lijst te komen. Toen rqlde er toch een zevende plaats uit." Wat dacht u toen? „Nou, ik had me helemaal niet in geleefd in die situatie. Kun je na gaan hoe weinig het een beroeps keuze was. Ik dacht „Help", maar aan de andere kant vind je het na tuurlijk best leuk op zo'n plek te worden gezet. Dan moet je je gaan realiseren: wil ik het of wil ik het niet? Dan moet namelijk die lijst officieel voor de verkie zingen ingediend worden. Je kunt het niet maken datje op zo'n plek blijft staan, terwijl je in je hart - stel dat je gekozeh wordt - daar niet wilt gaan zitten. Het was toen een redelijk kleine kans, niet uitgesloten. Semi-verkiesbaar zou je kunnen kunnen zeggen. Het is goed dubben geweest. Alle consequenties bezien". „Inderdaad, je doet als Kamerlid niets anders. Vanuit het Noorden ook nog veel weg. Alles wat er aan vast zit. Op een gegeven ogenblik na lang dubben zeggen: goed, dat houwen we dan zo. Toen kwam de uitslag. Het bleken acht Ka merleden te worden. Nou, toen zat je er aan vast. Dat is toch ook heel gek. Ik was in zoverre laco niek, dat ik het gevoel had: dit is me min of meer overkomen. Het zal best anders liggen bij een vol gende keer, gesteld dat ik op de lijst zou komen. Dan krijg je de continuiteit, veel meer van „nou heb ik die baan". Maar niet zozeer denkend aan „hou ik het salaris". Dat is ook zo betrekkelijk. Je werkt je het leplazerus." „Maar er zijn natuurlijk ook minde re mensen die het anders doen. Die het veel geplander doen. Die leven ordelijk en hebben carriè re-planning. Kamerlid-zijn is ook geen beroepskeuze, het zou hoogstens carrièreplanning kun nen zijn. Het Kamerlid zijn is niet alleen een vak. Je kunt nog zo vakbekwaam zijn, maar het niet rooien. Wat is vakbekwaam? In de politiek, dat is de vraag. Je hoeft geen diploma's te hebben. Het ligt aan de manier waarop de parij selecteert. Andere kant: wat voor eigenschappen, ook zonder diploma, moetje hebben? Kennis hebben op bepaalde terreinen. Soms moet je zien dat je je in werkt. Maar je moet ook bepaalde politieke opvattingen, feeling, in zicht in besluitvorming, in be stuur hebben. Het onderscheid van het bestuur dat zit bij die be stuurders en die Tweede Kamer controleert dat, dat onderscheid is ook al lang achterhaald. Je moet bestuurlijk enige sjoege hebben van hoe alles in elkaar zit. Maar om dat nu een vak te noe men? Gedeeltelijk ja. De am bachtelijke kneepjes die zitten er in. Er zitten ook moeilijk grijpba re dingen die je ook nodig hebt, maar die je niet aan een vak kunt toeschrijven". Laten we het nog even als een be roep beschouwen. Het Kamerlid zijn levert ruim 80 mille per jaar op. Is het niet wat vreemd om, als je voor het algemeen belang bezig bent, daarvoor een hoop geld te vragen? „Nou ja, vragen. Het is een vaste regeling, dus dat krijg je vast op je bord. Dat gebeurt gewoon. Af schaffen? Nee, kijk, als je zegt, en dat is terecht, als je daar gekozen wordt dan moet je dat zo goed mogelijk kunnen doen. Ook al omdat je het echt full-time kunt doen. Geen nevenbanen. Daar zijn we ook zeer strikt in. Die hebben we niet. Dat betekent dat je een zekere tegemoetkoming, salaris moet hebben. Dat is op zich een redelijke zaak". „Dan krijg je de hoogte ervan. Een raar punt: het is een mengelmoes van mensen met verschillende achtergronden en verschillende stadia van carrière. De een is der tig en de ander vijftig jaar. De een oefende een beroep uit dat weinig opleverde en een ander zat in een dikbetaalde baan. Je kunt moei lijk voor Kamerleden met scha len gaan werken. Je wordt geacht allemaal gelijk te functioneren. Je kunt daar geen onderscheid in maken. Je moet dus ergens „middelen". Je moet het niet zo laag betalen dat mensen die wat verder zijn op de financieel- maatschappelijke ladder, het er voor laten. Dat ze zeggen: het in komensverschil wordt me te groot. Het kan echter niet zo hoog worden dat je zegt: jongens wat Hoe ziet de werkweek eruit? „Laten we op zondag beginnen. Nee, toch maar dinsdag, 's Och tends vroeg op. De avond tevoren is het tasje gepakt. Je moet altijd verzinnen of je het ene truitje nou wel in Den Haag hebt hangen of niet. Want als je koffie over je heen krijgt, moetje toch wel een verschoninkje krijgen. In een doorgaande trein van Heeren veen brieven doornemen die dan uitgetikt kunnen worden. Dui zend dingen kunnen dat werk in de trein zijn. Klusjes genoeg waarvoor je geen stapels papier om je heen hoeft te hebben. Meestal tot Zwolle een beetje wakker worden met een krant. Ik hoop dan altijd dat er koffie in de trein is". „In Den Haag begint het met frac tievergadering. Dan draait de Kamer tot en met donderdag. Dan1 is het ook volplempen die dagen. Donderdagavond meestal terug. Meestal de laatste trein. Vrijdag niet idioot vroeg op. Ietsje bijkomen. Dan de post- troep wegwerken die hier in Opende is gekomen. De rommel die uit Den Haag is meegekomen ordenen, telefoontjes afhande len. Een heleboel los goed. Kan ook zijn dat er een werkbezoek of een spreekbeurt in het Noorden achteraan zit. Overleg met men sen dat door de week niet luk- te". „Op zaterdag wordt er wel wat lan ger uitgeslapen. Een deel van de dag omklooien in huis. Prakti sche dingen. Opruimen, iets in de wasmachine gooien. Kees doet vaak boodschappen. Ondertus sen hark ik de troep weeraan. Za terdags is er dan de rest van de stapel troep die vrijdag niet is ge komen. Tijdschriften, spul wat ze één keer in de week naar hier doorzenden. Afwerken, dus niet altijd alles lezen. Gewoon kijken: wat kan weg en wat kan later. Vaak begin ik een start te gevan aan een debat dat de week erop zal plaatsvinden. Lezen, dingen bij elkaar zoeken. Broeden. Soms zijn er op zaterdag werkgroep vergaderingen". „Op zondag toch vaak een deel van de dag het werk van de rustiger soort, van langere adem. Het is een halve werkdag. Maar ik zeg ook wel eens: vandaag maar eens niets. Maandag is weer een volle dag. Veel telefoontjes. Dingen regelen met Chris, de BIK- kracht, die is dan hier. (BIK is: Bijstand Individuele Kamerle den, een assistent). Kijken wat je op je brood hebt voor de fractie. Kijken welke stukken mee moe ten. Wat zou ik nodig kunnen hebben? En dan maandagavond de boel weer pakken voor Den Haag". Halverwege het gesprek zegt ze dat ze dit beroep of vak niet tot haar vijfenzestigste zou kunnen of willen doen. Geen nood, de werk tijdverkorting is op komst, denk je dan. Maar helaas. Die geldtaüet voor Tweede-Kamerleden. Ineke Lambers, tweede kamerlid i hebben om politiek actief te zijn." een weeldebaan, we willen het allemaal om de de centen gaan doen. Moeilijk om te zeggen waar je dan gaat zitten. Ik vind het zelf best een fors salaris. Ik verdien veel meer dan ik in Groningen, als milieu-ambtenaar, maar in een halve baan, verdiende. Maar als j e het omrekent - en dat is een beetje een geruststelling voor je zelf - dan blijkt datje ontzettend veel uren maakt". Hoeveel maakt u dan? „Zeventig, tachtig? Ik weet het niet. Het zal wisselen. Ik tel het ook nooit op" Ineke Lambers is sinds twee jaar kamerlid voor D'66 Bent u wel eens overspannen ge weest in de tijd dat u in de Ka mer zit? „Nee hoor. Wel eens lichamelijk moe. Maar niet overspannen. En je moet in de gaten houden dat jijzelf wel de baas blijft en nietyhet werk de baas wordt. Het is daar om niet zozeer een vak. Er zijn wel 150 maniefen om het uit te oefenen". Afgelopen jaar probeerde u in een aantal zaken duidelijkheid te krijgen, zoals bij de affaire KSH, de proefboringen voor kernafval, de aanlanding van Algerijns aardgas. Het lukte niet al te best. D'66: "Je moet beweegredenen Wat doet u dan? „Wat er uit had moeten komen, is er niet uitgekomen. Je reageert je dan wel eens af. Kijk, bij die LNG was de hele gang van zaken zo idioot. Gewoon op zich slecht, wat er ook maar uit kwam. Daar heb ik dan best wel mijn woede over. Zo van „verdorie, zo moet het in ieder geval niet". Maar als je niet incalculeert dat zoiets erbij hoort, dan krijg je inderdaad maagzweren, overspannen heid". „Maar wat is iets bereiken Op kor te termijn, nou dari is het ja of nee. Je punt wordt aangenomen of verworpen. Maar er spelen din gen mee op langere termijn. Het aanzwengelen van een discussie. De maatschappelijke weging van risico's. Ook bij de proefborin gen. Ik hoor nu uit meer hoeken meer geluiden, zo van eigenlijk moeten we dat op een andere manier doen. We kunnen een mi nister toch niet steeds maar aan het handje van de Gasunie laten lopen. Die resultaten kun je niet meteen meten in een stemming in de Kamer, maar op langere duur werken die door. Dingen die we jaren geleden riepen, over mi-, lieubeleid bijvoorbeeld, zien we nu terug in de stukken van de Kamer. Het gaat om een aanzet geven, ideèen aandragen. Dat is ook de lol van het werk". Stel dat dit kabinet valt. Na de nieuwe verkiezingen kan D'66 meeregeren. Wilt u dan staatsse cretaris of minister worden? „Daar heb ik geen beeld bij. Net zo min alsik een beeld had met die lijst voor de kamerverkiezingen. Ik ben wel niet helemaal Lotje, dus je denkt dat het best ooit eens zou kunnen gebeuren. Ik twijfel sterk of ik dat ooit zou willen hoor Ik denk dat ik liever Ka merlid blijf, maar ik vind het zo moeilijk te beoordelen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 4