Criticus als ontdekkingsreiziger
Boeken kort
Schoonheid in
beeld: de
zoveelste misser
Science fiction
en de religie
Wie past bij wie: bekende feiten
Niets menselijks is
de dieren vreemd...
Samenspel,
tegenspel Verslag
van een intensieve
gezinstherapie
'Slanklijn'
Gebundeld
VRIJDAG 9 FEBRUARI 1979
EXTRA
PAGINA 21
Toen in 1973 de bestrijding van
hart- en vaatziekten centraal
kwam te staan in de gezond
heidszorg besloot de Nederland
se Vegetariërsbond zijn steentje
daaraan bij te dragen. Het idee
van de telefonische recepten-lijn
werd geboren. Dit werd de
'Slanklijn', een telefoonnummer
(020-763377) dat elke dag een
nieuw recept geeft voor een ge
zonde en calorie-arme maaltijd.
Onlangs bestond de lijn vijf jaar.
Dit eerste lustrum viel samen met
de verschijning van het boekje
'Gezond en vegetarisch afslan
ken' van Lidy Nooy, waarin zij
haar beste Slanklijn recepten
heeft gebundeld.
Het boekje is zowel bedoeld voor
mensen die vleesloos door het le
ven willen gaan als voor degenen
die willen afvallen. Naast ver
antwoorde vleesloze maaltijden
staan er in het boekje recepten
die een minimum aan calorieën
bevatten.
Ook hier geldt dat de schrijfster
naar recepten heeft gezocht die
aan de eisen van volwaardig voe
ding voldoen. De lijners kunnen
ook weer twee kanten uit ze
kunnen de recepten uit het
boekje gebruiken waarmee ze ri-
goreus kunnen afvallen en ze
kunnen de recepten nemen
waarmee het wat kalmer aan
gaat. Kortom, een veelzijdig
boekje.
Frangoise Segan heeft een groot en
vast lezerspubliek in het Neder
lands taalgebied. De succesvolle
verkoop van elke nieuwe roman
staat dus al bij voorbaat vast.
Maar ook de oude titels worden
niet vergeten. Vandaar dat uitge
verij Elsevier de drie meest be
kende werken van Sagan, Bon
jour Tristesse, houdt u van
Brahms en een verre glimlach
heeft gebundeld.
De omnibus met de drie romans is
verkrijgbaar voor haast de "prijs
van één paperback: 24,50.
In de kring van beroepsmatige boekbespre
kers doet de scherpe toon en harde afwij
zing het altijd goed. Literatuurcritici in
Holland beoefenen hun vak doorgaans
met verbeten hartstocht. Daarbij is de
voorkeur vaak gering, de afkeuring
meestal groot en kan dus maar weinig de
toets der kritiek doorstaan.
Als eenvoudig boekenlezer, wel sterk geïn
teresseerd, maar eenvoudig niet in staatje
door de voortdurende stroom nieuwe uit
gaven heen te "eten", zoek je je literaire
voorproever; plaatsvervangers die goed
proeven, maar wel degelijk ruimte laten
voor de eigen smaak.
Aad Nuis is zo iemand. In de Haagse Post
baant hij zich als boekbespreker al gerui
me tijd een breed en voor velen te volgen
pad voor de vaderlandse en internationale
literatuur. Zijn opinies zijn niet star, ge
ven de lezer heldere analyses en een dui
delijk totaalbeeld van de schrijver.
Nuis zit niet vastgebakken aan onwrikbare
theorieën en voorkeuren. Zelf noemt hij
zich een "gretige alleslezer" en een
"nieuwsgierige optimist die blijft hopen
op verrassingen in de meest onwaar
schijnlijke uithoeken". Als recensent
toont hij zich een ontvankelijk ontdek
kingsreiziger.
Een selectie uit zijn literaire speurtochten
heeft Nuis verzameld in een bundel met
veertig besprekingen. Deze bundel -
"Boeken" - bevat literair/journalistiek
portretten van Nederlandstalige schrij
vers als Harry Mulish ("De Schrijver als
God"), Louis Paul Boon ("Een dwarskop
uit Aalst"Maarten 't Hart ("Een verliefde
schrijver") maar ook van buitenlandse
grootheden als Elias Canetti ("De actuali
teit van een monument"), Günter Grass
("Recept voor gematigdheid") en Solzje-
nitsyn ("Maniakken van de waarheid").
Daarnaast belicht Nuis werk van mindere
auteurs (Gerrit Krol, Hans Vervoort, D. A.
Kooiman) en completeert hij de bundel
met beschouwingen over collega-critici
(Komrij, Vogelaar, Peters, Verhaar), en
historische essays (Annie Romein, Simon
Schrama).
"Boeken" is een boeiende en wisselende
collectie beschouwingen met als vast en
aantrekkelijk uitgangspunt het redelijk/
kritische oordeel van Aad Nuis. Het is te
gelijk de charme en kracht van deze re
censent dat hij literatuur levend laat voor
de lezer.
Aad Nuis, Boeken.
Uitgeverij Meulenhoff, prijs f28,50.
KEES VAN DER MALEN
Het onlangs op de boekenmarkt verschenen boek
'Schoonheid in Beeld' van uitgeverij De Haan uit Haarlem
is de zoveelste misser op het gebied van de kunstboeken
die een overzicht van de vroegste prehistorische kunstui
tingen tot de 20e eeuwse kunst trachten te geven.
Dit met veel tamtam aangeprezen
boek, 'voor iedereen die de
schoonheid niet wil vergeten',
met meer dan 400 kleurenillu
straties, een tiental specialisten
als medewerkers, een subtiele en
instructieve selectie en nog meer
van dit soort blabla, zit zo slecht
in elkaar dat je niet gelóven k^n
dat een uitgever zoiets op de
markt brengt.
Ook dit kunstboek is vertaald uit
het Duits, zoals de meeste over-
zichtsboeken, maar blijkbaar niet
nagekeken door een kunsthisto
ricus want de fouten die er in
staan zijn niet op een hand te tel
len.
Allereerst valt met het doorblade
ren van dit boek, de slechte kwa
liteit van de '400' kleurenillustra
ties op. Flets, vaal met als hoog
tepunt de Rembrandt die door
zijn onbeholpen weergave wel
haast een copie zou moeten zijn.
Het feit dat de inhoud van het
boek representatief zou zijn voor
de kunstontwikkelingen is maar
ten dele waar.
Het overzicht van kunstwerken,
gelukkig heeft men zich tot Eu
ropa beperkt, is zo summier en
selectief dat het veel vraagtekens
oproept. Waarom geen plaatje
van bijv. (in willekeurige volgor
de) Giambologna, Gaudi, Gro-
pius, Mies, Frank Lloyd Wright,
Sullivan, Uccello, Duccio, Jan
van Eyk, Meester van Flémalle,
Gabo, Carracci, om slechts een
kleine greep te doen van kunste
naars die je eenvoudigweg niet
kan missen in een overzicht.
Tevens eindigt de tekst met de
kunst uit de jaren 50 en het mo
dernste gereproduceerde kunst
werk voor schilderskunst is een
doek van Wols uit 1945, voor de
beeldhouwkunst een sculpuur
van Henry Moore uit 1938 en voor
de architektuur Ronchamp van
Le Corbusier uit 1953.
Nooit gaat zo'n overzichtsboek
verder dan de jaren vijftig en de
plaats die de Nederlandse kunst
in zo'n boek inneemt is niet meer
dan een verfspatje op de Nacht
wacht. Aangezien al dit soort
boeken vertaald zijn zal er ook
wel nooit meer aandacht worden
geschonken, aan de Nederlandse
kunstinbreng, maar blijft de
Duitse, Engelse of Italiaanse
smaak overheersen. En dat ter
wijl deze kunstboeken, ook
'Schoonheid in Beeld' alleen voor
de Nederlandstalige markt be
stemd zijn. Hoe bekaaid de Bel
gen er af komen laat zich raden.
De illustraties in 'Schoonheid in
Beeld' gaan vergezeld van een
kleine tekst, dit ter aanvulling
Eén van de
illustraties uit
"Schoonheid in
Beeld": een
Éls schilderij van de
111 F ranse meester
m Frangois
MWÊÊÈ Boucher.
van de hoofdtekst, en elk hoofd
stuk wordt afgesloten met een
verklarende woordenlijst die zo
veel onzin bevat dat men er beter
aan doet om de Van Dale te raad
plegen of een kunstlexicon. Ook
in deze uitgave ontbreekt een
zinnige bibliografie waardoor er
nog meer twijfels rijzen om het
aan te schaffen.
AD§ dl®
We leven in een tijd waarin één op de vier huwelijken in Wonderlijk
Nederland stukloopt. De kinderen worden na de schei
ding "toegewezen" en meestal blijft een der gezinsleden
alleen achter.
De eenzaamheid heeft meestal lang
vóór het stuklopen van het hu
welijk genadeloos toegeslagen.
Soms hebben man en vrouw he
lemaal nooit met elkaar leren pra
ten. Misschien hebben zij nooit
een voorbeeld gehad van een
goed huwelijk. Misschien wisten
zij na de eerste huwelijksjaren
geen raad meer met elkaar en
vormden de kinderen hun enige
band.
Als de huwelijksband je in een
wurggreep heeft kun je naar een
psychiater gaan. Hij kan wellicht
iets helpen. Bijvoorbeeld ook
eens met de partner praten. Een
therapie opstellen voor de hulp
vrager.
Maar het heeft lang geduurd voor
dat er psychiaters kwamen die de
beruchte ligbank van Freud c.s.
de deur uitdeden en er een kring
van stoelen voor in de plaats zet
ten. Om precies te zijn: het heeft
tot in de jaren vijftig geduurd
voordat de gezinstherapie zijn in
trede deed.
Eerst in die jaren vijftig durfden
psychiaters en psychologen het
aan om niet met een enkel per
soon maar met een heel gezin de
strijd om de toekomst aan te bin
den. En het duurde toen nog vele
jaren voordat men algemeen be
gon te accepteren dat ook een
heel gezin in therapie kan gaan.
Boeiend
Wat dat vergt van gezin en van the
rapeut vertelt het zeer levendige
en boeiende "Samenspel, tegen
spel- Verslag van een intensieve
gezinstherapie", het is het ver
haal van twee gezinstherapeuten
die gaan werken met een uit vijf
personen bestaand gezin. Het
verhaal is echt gebeurd en speelt
zich af in de Verenigde Staten.
.Het oudste meisje in het gezin, de
puber Claudia, zit zwaai" in de put
en heeft zelfmoordneigingen. In
dividuele therapie blijkt niet te
helpen, integendeel: de proble
men worden alsmaar sterker en
de psychiater weet zich geen
raad.
Uiteindelijk gaat het gezin te rade
bij een gezinstherapeut en dan
moet er nog een hele strijd gele
verd worden voordat iedereen in
het gezin van harte mee kan doen.
Maar al sprekende met elkaar
blijkt dat Claudia de zondebok is
geworden van een huwelijk
waarin de ouders met elkaar in
een soort stil gevecht waren ge
wikkeld. En nog later blijkt dat
ook de grootouders er een rol in
spelen.
De beide therapeuten, de een jong
en de ander over de vijftig, ver
schillen sterk van het geijkte
beeld dat men van psycholoog of
psychiater kan hebben. Zij blij
ven niet op een afstand. De
schrijver van het boek, de jonge
therapeut dr. Napier, laat blijken
er niet onderuit te komen dat hij
sterk betrokken raakt bij de strijd
die wordt gevoerd om het-gezin
bijeen te houden en om het leven
van Claudia te redden.
Niemand blijft erbij gespaard, in
die zin dat door het met elkaar
spreken ieder gezinslid merkt dat
hij of zij verandert. Zelfs de the
rapeuten komen er eerlijk voor
uit dat zij zich eraan voelen
groeien"
Wonderlijk, want het is tenslotte
hun "vak". Het is te hopen dat
zo'n betrokkenheid mag blijven
bestaan, ook wanneer de pio
nierstijd voorbij is en de gezins
therapie een algemeen gevestig
de vorm van geestelijk hulpver
lening is geworden.
"Samenspel, tegenspel" kan op
verschillende manieren gelezen
worden. Hoofdstukken waarin
de gesprekken met de gezinnen
worden weergegeven wisselen
meer beschouwende hoofdstuk
ken af. Die laatste zijn vaak
moeilijk leesbaar, ingewikkeld
en technisch. Ze zijn niet beslist
nodig. Men kan het boek zo lezen
dat men in eerste instantie alleen
het pure gebeuren leest en de rest
eventueel voor later bewaard of
helemaal laat liggen.
Want het boek is niet aljeen voor
studenten of psychologen ge
schreven. Op de laatste bladzijde
staan adressen voor een ieder die
zich in de verhaalde problemen
herkent en inlichtingen of raad
wil hebben.
Het tweede deel van de titel: "Ver
slag van een intensie've gezins
therapie" geeft al aan dat het be
trokken gezin met bijzonder zwa
re problemen worstelde. Ik kan
me voorstellen dat een gezin met
minder duidelijk problemen tóch
de hulp van een gezintherapeu-
tisch bureau inroept. Voorkomen
is beter dan genezen.
FEICO HOUWELING
"Samenspel, tegenspel - Verslag
van een intensieve gezinsthera
pie"; door: dr. A. Y. Napier en dr.
C. A. Whitaker. Uitgever: Meu
lenhoff Informatief te Amster
dam. Prijs: f32,50.
"Als 's avonds de dieren hun vel uittrokken om hun ge
streepte pyama's aan te doen, dan bleef Jan, de zebra, nog
rustig een kwartiertje lezen. Want hij hoefde niet.
En daar hij getrouwd was en drie kinderen had, waren er vijf beesten in het
bos, die 's avonds niet hoefden.
Dit wekte de verbittering op van een giraffe, die elke avond vreselijk veel
moeite had zijn pak over zijn lange hals uit te trekken en er dan ook
telkens een uur over deed. En het erge was, dat zijn overdagse vel zoveel
op een pyama leek, alleen het was gestippeld en niet gestreept, en kijk,
dat telt nu juist niet. "Zo begint het fijngevoelige verhaal van Jan de
Zebra. Niets menselijks is de dieren vreemd, dat is het motto van dit
verhaal, dat 25 jaar geleden door Godfried Bomans werd geschreven,
met zich mee zou kunnen krijgen. Samen met de verhalen "de ijdele
engel" en "het luie jongetje" (dat niet wil leren) is het opnieuw uitge
bracht. Ditmaal in een bundel op groot formaat.
Terecht heeft uitgeverij Elsevier van de drie uiterst korte verhalen een
boek gefabriceerd. De verhalen (voor jong plus oud) hebben in al die
jarer niets aan sfeer ingeboet. Helme Heine zorgde voor de schitterende
tekeningen die op zich de prijs van het boek (f 17,50) ten volle waard zijn.
MIEP DE GRAAFF
Al vaker in mijn besprekingen
van science fiction-literatuur
is gewezen op de grote geva
rieerdheid van het sf-genre.
Zó gevarieerd dat men kan
spreken van een aparte let
terkunde naast de "gewone";
talloze subgenres komen
binnen de sf voor - té veel ei
genlijk om tot heldere inde
lingen te komen. Er is ruim-
tevaart-sf, fantastische sf, sf
die in het verleden speelt, sf
die zich richt op de talrijke
aspecten van de menselijke
maatschappij, of op die bin
nen samenlevingen van
"aliens" (buitenaardse we
zens, anderlingen).
Zelfs "horror"- of griezellitera
tuur wordt door de term sf
overkoepeld - meestal te
recht, zoals het geval is bij het
werk van de Amerikaanse
gruwelgrootmeester H.P. Lo-
vecraft.
Laatstgenoemde heeft zelfs een
heel buitenaards godendom
gecreëerd, afzichtelijke we
zens als Chtulhu, op aarde ge
strand, maar niettemin le
vend en voorzien van buiten
gewone macht (in de verhalen
gewoonlijk ten kwade aan
gewend). Lovecrafts sf-my-
thologie is niet uniek (wèl
kwalitatief): zowel vóór als na
hem is veel, zeg maar "reli
gieuze" science fiction ge
schreven; mystieke elemen
ten zijn bijvoorbeeld te vin
den bij grote auteurs als Ar
thur C. Clarke, Ursula Le
Guin, Tolkien zelfs.
Maar ook in de "religieuze sf
komen allerhande stromin
gen voor, zoals het "Von Da-
niken-effect" (wellicht de be
kendste van alle) waarbij ge
speculeerd wordt dat de
voorouders van de mens bui
tenaardse wezens waren, ge
strand op Terra; vooral pas
sages uit de Bijbel worden
veelvuldig gebruikt om der
gelijke speculaties een "rea
listisch" cachet te geven.
Ook de huidige, veelal fantas
tisch getinte (dus met weinig
aandacht voor wetenschap
pelijke of technologische
"science"-details) sf die Ne
derland nog steeds over
spoelt, bevatten vaak gods
dienstige of theologische
thema's en motieven.
Voorbeeld
Een goed voorbeeld is de hier
wel zeer populaire schrijver
Jack Vance. Uitgeverij Meu
lenhoff bracht onlangs van
hem de verhalenbundel
"Morreion" op de markt
(Meulenhoff SF nr. 136, Am
sterdam '78, 12,50). De an
thologie bevat 7 uitstekende
verhalen waarvan er ver
schillende duidelijk religieu
ze aspecten vertonen, in wis
selend perspectief, zoals "De
Wereldbedenker" of "Al
freds Ark"; het laatste is een
haast komisch verhaaltje over
een man die aan de hand van
de Bijbel geconcludeerd
heeft dat een nieuwe
zondvloed nabij is. In alle
haast, ondanks hoon en spot
van zijn omgeving, bouwt hij
een Ark: als het op een gege
ven moment inderdaad be
gint te stortregenen, wordt
zijn bouwsel bestormd door
een paniekerige meute "on
gelovigen" die een plaatsje
willen bemachtigen. De arme
Alfred zelf wordt overboord
gezet.en dan breekt de zon
door.
Pure "fantasy" biedt de sterk
opkomende schrijfster Ta-
nith Lee. Van haar hand ver
scheen onlangs in vertaling
de kloeke paperback "Heer
der Stormen" (uitg. Gradivus
SF, Den Haag 1978) dat de
uit een geslacht van als Go
den vereerde Koningen; meer
avontuur en minder gods
dienst, maar niet ten onrechte
wordt de jonge Engelse au
teur vergeleken met Vance.
Supercomputer
Een heel ander soort "god"
biedt de bekende Philip K.
Dick met "De Hamer van
Donar" (Bruna SF nr. 90,
Utrecht/Antwerpen 1978,
5,50). Hier vormt de super
computer Donar 3 de "al
macht", zij het niet in mystie
ke of bovennatuurlijke zin;
aanvankelijk heeft deze ma
chine een adviserende taak
om op aarde de vrede te be
vorderen en in stand te hou
den. Uiteraard zijn er mensen
die niet geloven in de "macht
van "de machine" en Donar
probeert met uiterste ge
welddadigheid deze tegen
stribbelaars, de zgn. Hei-vor
mers, te "hervormen". Geen
top-sf, deze pocket, maar zo
als het merendeel van het
genre buitengewoon span
nend.
Van dezelfde uitgeverij is an
dermaal een vertaling ver
schenen van mijn favoriet
Clifford D. Simak: "Een keur
van goden" (Bruna SF 91,
Utrecht/Antwerpen 1978,
6,50). De titel zegt het al: een
kennelijk verband met ons
religieuze thema. Nu heb ik
wel beter werk van deze Ame
rikaanse auteur gelezen, maar
zelfs zijn mindere romans zijn
beter dan het gemiddelde.
Een en ander speelt zich af in de
22e eeuw, op een dunbevolkte
Aarde, met onderdanige,
maar theologisch onderlegde
robots (wel komisch, maar
met het gebruikelijke vleugje
discriminatie dat in sf vrijwel
steeds te bespeuren is), met
een uitgedunde met ESP be
gaafde mensheid, het vraag
stuk waar de overige mensen
gebleven zijn, en zelfs meteen
heuse "mystieke Godheid",
die onder de bijnaam "Het
Principe" geheimzinnig aan
wezig is
Kloppartijen
Een minstens zo goede, maar
veelzijdiger auteur is Robert
Silverberg, wiens "Dc weg
naar het oneindige" (Gradi
vus SF, Den Haag/Ridder
kerk 1978) sf-kloppartijen op
verschillend niveau te zien
geeft. Enerzijds de van het
mensdom vervreemde Mars
en Venus-kolonisten, ander
zijds de strijd op aarde tussen
de twee belangrijkste gods
diensten, waarbij een profeet,
de "Stichter van de Aanbid
ders van het Blauwe Vuur",
een belangrijke rol speelt.
Dat het Nederlandse taalgebied
extra veel schrijvers bevat die
een "natuurlijke" voorkeur
voor religieuze onderwerpen
hebben, is bekend. Ook Ne
derlandstalige sf-auteurs? Ui
teraard! Andermaal kan dit
geconcludeerd worden, dit
maal uit een zeer opmerkelij
ke bundel Nederlandse en
Vlaamse sf-verhalen: "Ga-
nymedes 3" (Bruna SF Jaar
boek nr. 94, Utrecht/Antwer-
pen 1978). Voor het eerst
sinds ik (en m'n verslaving
duurt al jaren) science fiction
lees, eindelijk een groot aan
tal verhalen die zich met het
betere (soms zelfs het beste!)
buitenlandse sf-werk kunnen
meten! Zonder meer een ver
rassing: géén ware sf-liefheb-
ber mag de pocket missen:
samensteller Vincent van der
Linden is, na de beide ook al
kwaliteitsrijke voorafgaande
bundels, nu wel bijzonder
succesvol geweest. Binnen
landse top-sf, hoe is 't moge
lijk'
Overigens: van -de 18 opgeno
men verhalen (van o m. cory
feeën als Peter Cuijpers, Paul
van Herck, Eddy Bertin, Wim
Burkunk, Manuel van Log-
gem e.a.) zijn er zeker 6 geba
seerd op (christelijk-) reli
gieuze motieven
God is niet dood, nee, en zeker
niet in de science fiction-lite
ratuur.
ROB VOOREN
Ahadenk je bij het zien van een
boek met als titel: "Wie past
bij wie". Eindelijk de kant-en
klare oplossing voor al die
mislukte relaties. Nu kun je te
weten komen met welke part
ner de meeste kans op redelijk
succes te behalen valt. Hele
maal mis natuurlijk. Vrij
naïef om te veronderstellen
dat die ideale partner uit een
boek opgelepeld kan worden,
maar ja, die titel...
"Wie past bij wie" is een boekje
dal overduidelijk inspeelt op
de gedachten en twijfels van
de mens anno 1979. Dat blijkt
ook uit de andere titels van de
boekwerken die in dezelfde se
rie verschenen. "Zelfvertrou
wen kun je leren" bijvoor
beeld of "niet meer depres
sief', "leven zonder stress" en
"zo leef je gezond".
tSucken Lat Lvaarschijnlijk als
wamhe broodjes de winkels
uitvliegen omdat ze wat de ti
tel aangaat zo vreselijk sug
gestief zijn voor de onzekere
inens in dit jachtige tijdperk.
Onze voorvaderen zouden
waarschijnlijk brullen van de
lach (óf hun wenkbrauwen
fronsen) bij het lezen van die
titels.
Geen nuttige tips dus hoe je je
voor eeuwig en altijd een
goeie partner kunt verwer
ven De auteurs, beiden als so
cioloog verbonden aan de
Landbouwhogeschool te
Wageningen analyseren het
proces van partnerkeuze en
huwelijk in verleden en he
den. De inhoud van "wie past
bij wie" is grotendeels ge
stoeld op (doorgaans als be
kend te veronderstellen) feiten
en wat onderzoeken over het
huwelijk, deels door de sa-
Zo blijkt volgens de samenstel
lers uit een onderzoek van de
Bond van Gescheiden Vrou
wen dat één op de vijf vrou
wen bijja vóór de huwelijks
sluiting al de overtuiging had
dat het huwelijk dat ze ging
sluiten mis zou lopen Zo ie
mand was er dan toch maar
ingestapt in de hoop dat de
liefde, als men eenmaal was
getrouwd, de moeilijkheden
wel zou overwinnen. "Dat die
hoop niet te gauw als ge
rechtvaardigd mag worden
beschouwd is wel duidelijk",
aldus de samenstellers ten
overvloede.
Verder blijkt uit het boekje dat
in ongeveer de helft van de
Nederlandse huwelijken
sprake is van sexuele moei
lijkheden. Aardige gegevens,
maar ze geven hen die naar
stig naar een partner zoeken
of hun best doen het huwelijk
in stand te houden weinig
houvastevenmin als de gege
vens over de verschillende ge
zinstypende voorbeelden van
hoe potentiële huwelijkskan
didaten elkaar ontmoeten en
"afwijkende patronen" als
Ook in het hoofdstuk "de on
derzoekers aan het woord"
komt niet uit de verf hoe
ander
bes
i te
en. Misschien dat het boek
ooit nog eens gebruikt kan
worden als informatiebron
over het huwelijk in de twin
tigste eeuw.
"Wie past bij wie", door Wou
ter Doma en Kees de Hoog.
uitgeverij Veen, prijs 13,90.
MIEP DE GRAAFF