Criticus als ontdekkingsreiziger Boeken kort Schoonheid in beeld: de zoveelste misser Science fiction en de religie Wie past bij wie: bekende feiten Niets menselijks is de dieren vreemd... Samenspel, tegenspel Verslag van een intensieve gezinstherapie 'Slanklijn' Gebundeld VRIJDAG 9 FEBRUARI 1979 EXTRA PAGINA 21 Toen in 1973 de bestrijding van hart- en vaatziekten centraal kwam te staan in de gezond heidszorg besloot de Nederland se Vegetariërsbond zijn steentje daaraan bij te dragen. Het idee van de telefonische recepten-lijn werd geboren. Dit werd de 'Slanklijn', een telefoonnummer (020-763377) dat elke dag een nieuw recept geeft voor een ge zonde en calorie-arme maaltijd. Onlangs bestond de lijn vijf jaar. Dit eerste lustrum viel samen met de verschijning van het boekje 'Gezond en vegetarisch afslan ken' van Lidy Nooy, waarin zij haar beste Slanklijn recepten heeft gebundeld. Het boekje is zowel bedoeld voor mensen die vleesloos door het le ven willen gaan als voor degenen die willen afvallen. Naast ver antwoorde vleesloze maaltijden staan er in het boekje recepten die een minimum aan calorieën bevatten. Ook hier geldt dat de schrijfster naar recepten heeft gezocht die aan de eisen van volwaardig voe ding voldoen. De lijners kunnen ook weer twee kanten uit ze kunnen de recepten uit het boekje gebruiken waarmee ze ri- goreus kunnen afvallen en ze kunnen de recepten nemen waarmee het wat kalmer aan gaat. Kortom, een veelzijdig boekje. Frangoise Segan heeft een groot en vast lezerspubliek in het Neder lands taalgebied. De succesvolle verkoop van elke nieuwe roman staat dus al bij voorbaat vast. Maar ook de oude titels worden niet vergeten. Vandaar dat uitge verij Elsevier de drie meest be kende werken van Sagan, Bon jour Tristesse, houdt u van Brahms en een verre glimlach heeft gebundeld. De omnibus met de drie romans is verkrijgbaar voor haast de "prijs van één paperback: 24,50. In de kring van beroepsmatige boekbespre kers doet de scherpe toon en harde afwij zing het altijd goed. Literatuurcritici in Holland beoefenen hun vak doorgaans met verbeten hartstocht. Daarbij is de voorkeur vaak gering, de afkeuring meestal groot en kan dus maar weinig de toets der kritiek doorstaan. Als eenvoudig boekenlezer, wel sterk geïn teresseerd, maar eenvoudig niet in staatje door de voortdurende stroom nieuwe uit gaven heen te "eten", zoek je je literaire voorproever; plaatsvervangers die goed proeven, maar wel degelijk ruimte laten voor de eigen smaak. Aad Nuis is zo iemand. In de Haagse Post baant hij zich als boekbespreker al gerui me tijd een breed en voor velen te volgen pad voor de vaderlandse en internationale literatuur. Zijn opinies zijn niet star, ge ven de lezer heldere analyses en een dui delijk totaalbeeld van de schrijver. Nuis zit niet vastgebakken aan onwrikbare theorieën en voorkeuren. Zelf noemt hij zich een "gretige alleslezer" en een "nieuwsgierige optimist die blijft hopen op verrassingen in de meest onwaar schijnlijke uithoeken". Als recensent toont hij zich een ontvankelijk ontdek kingsreiziger. Een selectie uit zijn literaire speurtochten heeft Nuis verzameld in een bundel met veertig besprekingen. Deze bundel - "Boeken" - bevat literair/journalistiek portretten van Nederlandstalige schrij vers als Harry Mulish ("De Schrijver als God"), Louis Paul Boon ("Een dwarskop uit Aalst"Maarten 't Hart ("Een verliefde schrijver") maar ook van buitenlandse grootheden als Elias Canetti ("De actuali teit van een monument"), Günter Grass ("Recept voor gematigdheid") en Solzje- nitsyn ("Maniakken van de waarheid"). Daarnaast belicht Nuis werk van mindere auteurs (Gerrit Krol, Hans Vervoort, D. A. Kooiman) en completeert hij de bundel met beschouwingen over collega-critici (Komrij, Vogelaar, Peters, Verhaar), en historische essays (Annie Romein, Simon Schrama). "Boeken" is een boeiende en wisselende collectie beschouwingen met als vast en aantrekkelijk uitgangspunt het redelijk/ kritische oordeel van Aad Nuis. Het is te gelijk de charme en kracht van deze re censent dat hij literatuur levend laat voor de lezer. Aad Nuis, Boeken. Uitgeverij Meulenhoff, prijs f28,50. KEES VAN DER MALEN Het onlangs op de boekenmarkt verschenen boek 'Schoonheid in Beeld' van uitgeverij De Haan uit Haarlem is de zoveelste misser op het gebied van de kunstboeken die een overzicht van de vroegste prehistorische kunstui tingen tot de 20e eeuwse kunst trachten te geven. Dit met veel tamtam aangeprezen boek, 'voor iedereen die de schoonheid niet wil vergeten', met meer dan 400 kleurenillu straties, een tiental specialisten als medewerkers, een subtiele en instructieve selectie en nog meer van dit soort blabla, zit zo slecht in elkaar dat je niet gelóven k^n dat een uitgever zoiets op de markt brengt. Ook dit kunstboek is vertaald uit het Duits, zoals de meeste over- zichtsboeken, maar blijkbaar niet nagekeken door een kunsthisto ricus want de fouten die er in staan zijn niet op een hand te tel len. Allereerst valt met het doorblade ren van dit boek, de slechte kwa liteit van de '400' kleurenillustra ties op. Flets, vaal met als hoog tepunt de Rembrandt die door zijn onbeholpen weergave wel haast een copie zou moeten zijn. Het feit dat de inhoud van het boek representatief zou zijn voor de kunstontwikkelingen is maar ten dele waar. Het overzicht van kunstwerken, gelukkig heeft men zich tot Eu ropa beperkt, is zo summier en selectief dat het veel vraagtekens oproept. Waarom geen plaatje van bijv. (in willekeurige volgor de) Giambologna, Gaudi, Gro- pius, Mies, Frank Lloyd Wright, Sullivan, Uccello, Duccio, Jan van Eyk, Meester van Flémalle, Gabo, Carracci, om slechts een kleine greep te doen van kunste naars die je eenvoudigweg niet kan missen in een overzicht. Tevens eindigt de tekst met de kunst uit de jaren 50 en het mo dernste gereproduceerde kunst werk voor schilderskunst is een doek van Wols uit 1945, voor de beeldhouwkunst een sculpuur van Henry Moore uit 1938 en voor de architektuur Ronchamp van Le Corbusier uit 1953. Nooit gaat zo'n overzichtsboek verder dan de jaren vijftig en de plaats die de Nederlandse kunst in zo'n boek inneemt is niet meer dan een verfspatje op de Nacht wacht. Aangezien al dit soort boeken vertaald zijn zal er ook wel nooit meer aandacht worden geschonken, aan de Nederlandse kunstinbreng, maar blijft de Duitse, Engelse of Italiaanse smaak overheersen. En dat ter wijl deze kunstboeken, ook 'Schoonheid in Beeld' alleen voor de Nederlandstalige markt be stemd zijn. Hoe bekaaid de Bel gen er af komen laat zich raden. De illustraties in 'Schoonheid in Beeld' gaan vergezeld van een kleine tekst, dit ter aanvulling Eén van de illustraties uit "Schoonheid in Beeld": een Éls schilderij van de 111 F ranse meester m Frangois MWÊÊÈ Boucher. van de hoofdtekst, en elk hoofd stuk wordt afgesloten met een verklarende woordenlijst die zo veel onzin bevat dat men er beter aan doet om de Van Dale te raad plegen of een kunstlexicon. Ook in deze uitgave ontbreekt een zinnige bibliografie waardoor er nog meer twijfels rijzen om het aan te schaffen. AD§ dl® We leven in een tijd waarin één op de vier huwelijken in Wonderlijk Nederland stukloopt. De kinderen worden na de schei ding "toegewezen" en meestal blijft een der gezinsleden alleen achter. De eenzaamheid heeft meestal lang vóór het stuklopen van het hu welijk genadeloos toegeslagen. Soms hebben man en vrouw he lemaal nooit met elkaar leren pra ten. Misschien hebben zij nooit een voorbeeld gehad van een goed huwelijk. Misschien wisten zij na de eerste huwelijksjaren geen raad meer met elkaar en vormden de kinderen hun enige band. Als de huwelijksband je in een wurggreep heeft kun je naar een psychiater gaan. Hij kan wellicht iets helpen. Bijvoorbeeld ook eens met de partner praten. Een therapie opstellen voor de hulp vrager. Maar het heeft lang geduurd voor dat er psychiaters kwamen die de beruchte ligbank van Freud c.s. de deur uitdeden en er een kring van stoelen voor in de plaats zet ten. Om precies te zijn: het heeft tot in de jaren vijftig geduurd voordat de gezinstherapie zijn in trede deed. Eerst in die jaren vijftig durfden psychiaters en psychologen het aan om niet met een enkel per soon maar met een heel gezin de strijd om de toekomst aan te bin den. En het duurde toen nog vele jaren voordat men algemeen be gon te accepteren dat ook een heel gezin in therapie kan gaan. Boeiend Wat dat vergt van gezin en van the rapeut vertelt het zeer levendige en boeiende "Samenspel, tegen spel- Verslag van een intensieve gezinstherapie", het is het ver haal van twee gezinstherapeuten die gaan werken met een uit vijf personen bestaand gezin. Het verhaal is echt gebeurd en speelt zich af in de Verenigde Staten. .Het oudste meisje in het gezin, de puber Claudia, zit zwaai" in de put en heeft zelfmoordneigingen. In dividuele therapie blijkt niet te helpen, integendeel: de proble men worden alsmaar sterker en de psychiater weet zich geen raad. Uiteindelijk gaat het gezin te rade bij een gezinstherapeut en dan moet er nog een hele strijd gele verd worden voordat iedereen in het gezin van harte mee kan doen. Maar al sprekende met elkaar blijkt dat Claudia de zondebok is geworden van een huwelijk waarin de ouders met elkaar in een soort stil gevecht waren ge wikkeld. En nog later blijkt dat ook de grootouders er een rol in spelen. De beide therapeuten, de een jong en de ander over de vijftig, ver schillen sterk van het geijkte beeld dat men van psycholoog of psychiater kan hebben. Zij blij ven niet op een afstand. De schrijver van het boek, de jonge therapeut dr. Napier, laat blijken er niet onderuit te komen dat hij sterk betrokken raakt bij de strijd die wordt gevoerd om het-gezin bijeen te houden en om het leven van Claudia te redden. Niemand blijft erbij gespaard, in die zin dat door het met elkaar spreken ieder gezinslid merkt dat hij of zij verandert. Zelfs de the rapeuten komen er eerlijk voor uit dat zij zich eraan voelen groeien" Wonderlijk, want het is tenslotte hun "vak". Het is te hopen dat zo'n betrokkenheid mag blijven bestaan, ook wanneer de pio nierstijd voorbij is en de gezins therapie een algemeen gevestig de vorm van geestelijk hulpver lening is geworden. "Samenspel, tegenspel" kan op verschillende manieren gelezen worden. Hoofdstukken waarin de gesprekken met de gezinnen worden weergegeven wisselen meer beschouwende hoofdstuk ken af. Die laatste zijn vaak moeilijk leesbaar, ingewikkeld en technisch. Ze zijn niet beslist nodig. Men kan het boek zo lezen dat men in eerste instantie alleen het pure gebeuren leest en de rest eventueel voor later bewaard of helemaal laat liggen. Want het boek is niet aljeen voor studenten of psychologen ge schreven. Op de laatste bladzijde staan adressen voor een ieder die zich in de verhaalde problemen herkent en inlichtingen of raad wil hebben. Het tweede deel van de titel: "Ver slag van een intensie've gezins therapie" geeft al aan dat het be trokken gezin met bijzonder zwa re problemen worstelde. Ik kan me voorstellen dat een gezin met minder duidelijk problemen tóch de hulp van een gezintherapeu- tisch bureau inroept. Voorkomen is beter dan genezen. FEICO HOUWELING "Samenspel, tegenspel - Verslag van een intensieve gezinsthera pie"; door: dr. A. Y. Napier en dr. C. A. Whitaker. Uitgever: Meu lenhoff Informatief te Amster dam. Prijs: f32,50. "Als 's avonds de dieren hun vel uittrokken om hun ge streepte pyama's aan te doen, dan bleef Jan, de zebra, nog rustig een kwartiertje lezen. Want hij hoefde niet. En daar hij getrouwd was en drie kinderen had, waren er vijf beesten in het bos, die 's avonds niet hoefden. Dit wekte de verbittering op van een giraffe, die elke avond vreselijk veel moeite had zijn pak over zijn lange hals uit te trekken en er dan ook telkens een uur over deed. En het erge was, dat zijn overdagse vel zoveel op een pyama leek, alleen het was gestippeld en niet gestreept, en kijk, dat telt nu juist niet. "Zo begint het fijngevoelige verhaal van Jan de Zebra. Niets menselijks is de dieren vreemd, dat is het motto van dit verhaal, dat 25 jaar geleden door Godfried Bomans werd geschreven, met zich mee zou kunnen krijgen. Samen met de verhalen "de ijdele engel" en "het luie jongetje" (dat niet wil leren) is het opnieuw uitge bracht. Ditmaal in een bundel op groot formaat. Terecht heeft uitgeverij Elsevier van de drie uiterst korte verhalen een boek gefabriceerd. De verhalen (voor jong plus oud) hebben in al die jarer niets aan sfeer ingeboet. Helme Heine zorgde voor de schitterende tekeningen die op zich de prijs van het boek (f 17,50) ten volle waard zijn. MIEP DE GRAAFF Al vaker in mijn besprekingen van science fiction-literatuur is gewezen op de grote geva rieerdheid van het sf-genre. Zó gevarieerd dat men kan spreken van een aparte let terkunde naast de "gewone"; talloze subgenres komen binnen de sf voor - té veel ei genlijk om tot heldere inde lingen te komen. Er is ruim- tevaart-sf, fantastische sf, sf die in het verleden speelt, sf die zich richt op de talrijke aspecten van de menselijke maatschappij, of op die bin nen samenlevingen van "aliens" (buitenaardse we zens, anderlingen). Zelfs "horror"- of griezellitera tuur wordt door de term sf overkoepeld - meestal te recht, zoals het geval is bij het werk van de Amerikaanse gruwelgrootmeester H.P. Lo- vecraft. Laatstgenoemde heeft zelfs een heel buitenaards godendom gecreëerd, afzichtelijke we zens als Chtulhu, op aarde ge strand, maar niettemin le vend en voorzien van buiten gewone macht (in de verhalen gewoonlijk ten kwade aan gewend). Lovecrafts sf-my- thologie is niet uniek (wèl kwalitatief): zowel vóór als na hem is veel, zeg maar "reli gieuze" science fiction ge schreven; mystieke elemen ten zijn bijvoorbeeld te vin den bij grote auteurs als Ar thur C. Clarke, Ursula Le Guin, Tolkien zelfs. Maar ook in de "religieuze sf komen allerhande stromin gen voor, zoals het "Von Da- niken-effect" (wellicht de be kendste van alle) waarbij ge speculeerd wordt dat de voorouders van de mens bui tenaardse wezens waren, ge strand op Terra; vooral pas sages uit de Bijbel worden veelvuldig gebruikt om der gelijke speculaties een "rea listisch" cachet te geven. Ook de huidige, veelal fantas tisch getinte (dus met weinig aandacht voor wetenschap pelijke of technologische "science"-details) sf die Ne derland nog steeds over spoelt, bevatten vaak gods dienstige of theologische thema's en motieven. Voorbeeld Een goed voorbeeld is de hier wel zeer populaire schrijver Jack Vance. Uitgeverij Meu lenhoff bracht onlangs van hem de verhalenbundel "Morreion" op de markt (Meulenhoff SF nr. 136, Am sterdam '78, 12,50). De an thologie bevat 7 uitstekende verhalen waarvan er ver schillende duidelijk religieu ze aspecten vertonen, in wis selend perspectief, zoals "De Wereldbedenker" of "Al freds Ark"; het laatste is een haast komisch verhaaltje over een man die aan de hand van de Bijbel geconcludeerd heeft dat een nieuwe zondvloed nabij is. In alle haast, ondanks hoon en spot van zijn omgeving, bouwt hij een Ark: als het op een gege ven moment inderdaad be gint te stortregenen, wordt zijn bouwsel bestormd door een paniekerige meute "on gelovigen" die een plaatsje willen bemachtigen. De arme Alfred zelf wordt overboord gezet.en dan breekt de zon door. Pure "fantasy" biedt de sterk opkomende schrijfster Ta- nith Lee. Van haar hand ver scheen onlangs in vertaling de kloeke paperback "Heer der Stormen" (uitg. Gradivus SF, Den Haag 1978) dat de uit een geslacht van als Go den vereerde Koningen; meer avontuur en minder gods dienst, maar niet ten onrechte wordt de jonge Engelse au teur vergeleken met Vance. Supercomputer Een heel ander soort "god" biedt de bekende Philip K. Dick met "De Hamer van Donar" (Bruna SF nr. 90, Utrecht/Antwerpen 1978, 5,50). Hier vormt de super computer Donar 3 de "al macht", zij het niet in mystie ke of bovennatuurlijke zin; aanvankelijk heeft deze ma chine een adviserende taak om op aarde de vrede te be vorderen en in stand te hou den. Uiteraard zijn er mensen die niet geloven in de "macht van "de machine" en Donar probeert met uiterste ge welddadigheid deze tegen stribbelaars, de zgn. Hei-vor mers, te "hervormen". Geen top-sf, deze pocket, maar zo als het merendeel van het genre buitengewoon span nend. Van dezelfde uitgeverij is an dermaal een vertaling ver schenen van mijn favoriet Clifford D. Simak: "Een keur van goden" (Bruna SF 91, Utrecht/Antwerpen 1978, 6,50). De titel zegt het al: een kennelijk verband met ons religieuze thema. Nu heb ik wel beter werk van deze Ame rikaanse auteur gelezen, maar zelfs zijn mindere romans zijn beter dan het gemiddelde. Een en ander speelt zich af in de 22e eeuw, op een dunbevolkte Aarde, met onderdanige, maar theologisch onderlegde robots (wel komisch, maar met het gebruikelijke vleugje discriminatie dat in sf vrijwel steeds te bespeuren is), met een uitgedunde met ESP be gaafde mensheid, het vraag stuk waar de overige mensen gebleven zijn, en zelfs meteen heuse "mystieke Godheid", die onder de bijnaam "Het Principe" geheimzinnig aan wezig is Kloppartijen Een minstens zo goede, maar veelzijdiger auteur is Robert Silverberg, wiens "Dc weg naar het oneindige" (Gradi vus SF, Den Haag/Ridder kerk 1978) sf-kloppartijen op verschillend niveau te zien geeft. Enerzijds de van het mensdom vervreemde Mars en Venus-kolonisten, ander zijds de strijd op aarde tussen de twee belangrijkste gods diensten, waarbij een profeet, de "Stichter van de Aanbid ders van het Blauwe Vuur", een belangrijke rol speelt. Dat het Nederlandse taalgebied extra veel schrijvers bevat die een "natuurlijke" voorkeur voor religieuze onderwerpen hebben, is bekend. Ook Ne derlandstalige sf-auteurs? Ui teraard! Andermaal kan dit geconcludeerd worden, dit maal uit een zeer opmerkelij ke bundel Nederlandse en Vlaamse sf-verhalen: "Ga- nymedes 3" (Bruna SF Jaar boek nr. 94, Utrecht/Antwer- pen 1978). Voor het eerst sinds ik (en m'n verslaving duurt al jaren) science fiction lees, eindelijk een groot aan tal verhalen die zich met het betere (soms zelfs het beste!) buitenlandse sf-werk kunnen meten! Zonder meer een ver rassing: géén ware sf-liefheb- ber mag de pocket missen: samensteller Vincent van der Linden is, na de beide ook al kwaliteitsrijke voorafgaande bundels, nu wel bijzonder succesvol geweest. Binnen landse top-sf, hoe is 't moge lijk' Overigens: van -de 18 opgeno men verhalen (van o m. cory feeën als Peter Cuijpers, Paul van Herck, Eddy Bertin, Wim Burkunk, Manuel van Log- gem e.a.) zijn er zeker 6 geba seerd op (christelijk-) reli gieuze motieven God is niet dood, nee, en zeker niet in de science fiction-lite ratuur. ROB VOOREN Ahadenk je bij het zien van een boek met als titel: "Wie past bij wie". Eindelijk de kant-en klare oplossing voor al die mislukte relaties. Nu kun je te weten komen met welke part ner de meeste kans op redelijk succes te behalen valt. Hele maal mis natuurlijk. Vrij naïef om te veronderstellen dat die ideale partner uit een boek opgelepeld kan worden, maar ja, die titel... "Wie past bij wie" is een boekje dal overduidelijk inspeelt op de gedachten en twijfels van de mens anno 1979. Dat blijkt ook uit de andere titels van de boekwerken die in dezelfde se rie verschenen. "Zelfvertrou wen kun je leren" bijvoor beeld of "niet meer depres sief', "leven zonder stress" en "zo leef je gezond". tSucken Lat Lvaarschijnlijk als wamhe broodjes de winkels uitvliegen omdat ze wat de ti tel aangaat zo vreselijk sug gestief zijn voor de onzekere inens in dit jachtige tijdperk. Onze voorvaderen zouden waarschijnlijk brullen van de lach (óf hun wenkbrauwen fronsen) bij het lezen van die titels. Geen nuttige tips dus hoe je je voor eeuwig en altijd een goeie partner kunt verwer ven De auteurs, beiden als so cioloog verbonden aan de Landbouwhogeschool te Wageningen analyseren het proces van partnerkeuze en huwelijk in verleden en he den. De inhoud van "wie past bij wie" is grotendeels ge stoeld op (doorgaans als be kend te veronderstellen) feiten en wat onderzoeken over het huwelijk, deels door de sa- Zo blijkt volgens de samenstel lers uit een onderzoek van de Bond van Gescheiden Vrou wen dat één op de vijf vrou wen bijja vóór de huwelijks sluiting al de overtuiging had dat het huwelijk dat ze ging sluiten mis zou lopen Zo ie mand was er dan toch maar ingestapt in de hoop dat de liefde, als men eenmaal was getrouwd, de moeilijkheden wel zou overwinnen. "Dat die hoop niet te gauw als ge rechtvaardigd mag worden beschouwd is wel duidelijk", aldus de samenstellers ten overvloede. Verder blijkt uit het boekje dat in ongeveer de helft van de Nederlandse huwelijken sprake is van sexuele moei lijkheden. Aardige gegevens, maar ze geven hen die naar stig naar een partner zoeken of hun best doen het huwelijk in stand te houden weinig houvastevenmin als de gege vens over de verschillende ge zinstypende voorbeelden van hoe potentiële huwelijkskan didaten elkaar ontmoeten en "afwijkende patronen" als Ook in het hoofdstuk "de on derzoekers aan het woord" komt niet uit de verf hoe ander bes i te en. Misschien dat het boek ooit nog eens gebruikt kan worden als informatiebron over het huwelijk in de twin tigste eeuw. "Wie past bij wie", door Wou ter Doma en Kees de Hoog. uitgeverij Veen, prijs 13,90. MIEP DE GRAAFF

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 21