De brutale giraffe
DE
MUIS
TAKELWAGEN
BRUSSEL - Veertig jaar lang droeg hij bruine plusfours. De laatste tien
jaar, of korter nog, draagt hij een spijkerbroek, onopvallend maar wel
bruin van kleur. Verder is hij niet veranderd. Toch is hij als reporter de
hele wereld over gereisd en heeft hij zelfs de maan bezocht. Hij schreef
nooit een woord en toch hebben, in al die jaren, zo'n 50 miljoen mensen
hem leren kennen: Kuifje.
-Op 10 januari 1929 vertrok hij voor
zijn eerste avontuur: „Kuifje in
de Sowjet-Unie". Dat werd door
22 andere gevolgd, in Kongo (de
Belgische kolonie in Afrika), in
Amerika, in het Middeneuropese
Syldayo-Bordurië, bij de Arabie
ren, bij de Picaros - 23 albums,
vertaald in 25 talen, waaronder
Catalaans, Baskisch, Iraans, IJs-
lands, Afrikaans. In totaal 55
miljoen exemplaren verkocht, als
Kuifje Abraham heeft gezien.
Met een knalfuif in het Brusselse
Hiltonhotel werd Kuifje's 50e
verjaardag dezer dagen gevierd.
Middelpunt was uiteraard de
geestelijke vader van deze „red
der der verdrukten": Hergé,
pseudoniem van Georges Remi.
Deze beminnelijke Brusselaar is
nu 71 jaar, maar ziet eruit als een
kwieke vijftiger. Hij genoot
zichtbaar van de feestelijke vro
lijkheid om hem heen, misschien
omdat het succes van Kuifje voor
hem ook een mysterie is.
Appels
„Een appelboom maakt appels
zonder te weten of ze goed zijn",
zei hij in een interview. „Degene
die de appels eet, kan zeggen of ze
goed smaken. Zo is het met mij en
Kuifje ook. Want wat is - over
succes gesproken - de overeen
komst tussen een kind in Calcut
ta en een 70-jarige mijnheer in
Brussel?". De sleutel tot het ge
De schepper van Kuifje tekent niet Hergé - pseudoniem i
Remi, 71 jaar oud nu, maar kwiek als een vijftiger.
heim moet de eenvoud van Kuif
je's wereldbeeld zijn: kinderlijk
in zijn zwart-wit-verdeling tussen
goed en kwaad, recht en on
recht.
Dat was al zo toen Kuifje in de
Sowjet-Unie was. In die eerste
strip toonde Hergé zich een ware
communistenvreter zoals de
hoofdredacteur (pater Norbert
Wallez) van het blad (Le Vingtiè
me Siècle) waarin het verhaal,
nog een beetje stuntelig gete
kend, verscheen. Hergé nu: „Het'
was een katholiek blad, en dat be
tekende in die tijd tevens fel anti
communistisch. Ik was het ook,
zoals iedereen. Het was een men
taliteit".
Kuifje en Bobby trokken na hun
Russische reis naar Kongo, de
„mooie kolonie" waar de negers
dom en de blanke paters uit
Vlaanderen paternalistisch wa
ren. Later, toen de Kongo Zaire
was geworden, werd de titel en
het verhaal aangepast: in „Kuifje
in Afrika" bleken de zwarte in
woners op wat hoger peil te staan.
Hergé heeft geen moeite met de
erkenning: „Ik was toen racis
tisch, maar alweer het was de
geest van de tijd".
Gangsters
In Amerika, waar de jonge held
vervolgens terechtkomt, betonen
de gangsters zich bedrukt door
de Belgische reporter en zijn
hond, die overigens bijna worden
verwerkt tot corned beef. Maar
ook in de Oude Wereld heerst de
gewelddadigheid, zij het van een
ander karakter: die van dictator
Muestler (samenvoeging van
Mussolini en Hitler) in het Bal-
kanland Syldavië. Het album,
waarin dat gevaar zich aan Kuifje
voordoet, „de Scepter van Otto-
kar", verscheen in 1938.
'Hergé begon zijn carrière als teke
naar als jong soldaat: voor een
blad van de Belgische padvinde
rij tekende hij „Totor, de pa
trouilleleider van de Meikevers".
Vijftig jaar Kuifje was voor Hergé vijftig jaar vrolijke dwangarbeid.
Op de tekening bekende figuren uit de Kuifjestrips, v.l.n.r. kapitein Had
dock. Kuifje, professor Trifonius Zonnebloem en Jansen en Janssen
detectives.
De trekken van Kuifje werden
hierin al zichtbaar. Maar de jonge
reporter - veertien jaar schat
Hergé zelf - ontstond pas goed -
in de simpele lijnen die tot op de
huidige dag zijn gebleven - toen
Hergé als hoofdredacteur-teke
naar van de kinderbijlage van Le
Vingtième Siècle met een strip
startte, met Tintin (Frans voor
„Kuifje") als bij-figuur.
Dit alles is voornamelijk voedsel
voor de strip-historici, die dit jaar
ook nog de 50e veijaardag van
Tarzan kunnen vieren. Want in
die jaren '30 kwam het stripwe
zen eerst op gang, maar aarzelend
nog. Acht Kuifje-avonturen had
den in 1939 slechts in totaal 58.000
exemplaren „gehaald" - dus dik
7000 stuks van elk album gemid
deld. Pas na de oorlog werd
Kuifje de held van miljoenen.
Onder invloed van het Ameri
kaanse,stripverhaal, dat snel po
pulair werd, steeg de oplage van
de Kuifje-boeken in 1954 tot 4,5
miljoen exemplaren.
Incident
Hergé en Kuifje hadden hun eerste
diplomatieke incident toen al
lang achter zich. Een weinig be
kende anekdote vermeldt hoe
Hergé. in 1942 ongeveer. Kuifje
naar China liet vertrekken. Om
een authentieke Chinese sfeer te
scheppen, ging de tekenaar op
zoek naar iemand die het Chinese
schrift beheerste. Hij vond die in
de persoon van Lou-tsjeng
Tsjang, ooit eerste minister van
China, maar toentertijd Benedik-
tijner monnik in de abdij van Ze
venkerken in Vlaanderen.
Lou-tsjeng, die zijn opmerkelijke
carrière als diplomaatpoliticus-
geestelijke begon als ambassa
deur in Den Haag, voorzag Her-
gé's strip van fraaie Chinese ka
rakters. Zonder dat Hergé daar
van wist, werd stevig de draak
gestoken met het Japanse leger.
In Tokio werd men dit al spoedig
gewaar en het bezette Belgie
werd onder druk gezet, met ala
resultaat dat dit Kuifje-album uit
de handel werd genomen. Tot
dan was Hergé niet op de hoogte
van de aard van de bijdrage van
de diplomatieke monnik.
In China of elders, Kuifje bleef de
goede padvinder, waarvoor Her
gé nog altijd veel waardering op
brengt.' Kleine menselijke dra
ma's ontstaan niet rond Kuifje,
maar rond de andere bekende fi
guren die meer humane trekken
vertonen: de detectives Jansen
en Janssen, kapitein Haddock, de
gangster Rastapopulos. profes
sor Trifonius Zonnebloem of
zangeres („Milanese nachtegaal")
Bianca Castafiore. Hergé: „Kuifje
kan niet verder, hij kan niet an
ders, hij kan niet trouwen, zijn
universum is afwijkend".
Hergé heelt de humor in de Kuifje-
boeken vaak verstopt in het
„Brusseleirs", het Vlaams-Fran
se dialect van de hoofdstad. In
„De scepter van OttoJcar" staat
een wapenschild afgebeeld, met
daarin de spreuk „Eih bennik,
Eih blijffik" - hier ben ik, hier
blijf ik. Arabische emirs heten
Ben Kalish Ezab („Zoon Zoet
hout" in het Brussels) en Bab el
Ehr (Babbeleir - babbelaar,
Brussels voor kletsmajoor), én in
„Raketten naar de maan" staat
als afscheidsgroet „Zsalu en-
doekhaszd" - saluut en de
kost.
Brusselaar
Hergé, die in de Brusselse deelge
meente Etterbeek werd geboren,
voelt zich een echte Brusselaar.
„Ajoen", roept hij tijdens het in
terview, terwijl zijn ogen begin
nen te twinkelen bij de herinne
ring aan het kattekwaad dat hij
als jongen uithaalde. „Ajoen" (ui)
was het scheldwoord van de
Brusselse straatjongens
(„ketjes") voor politieagent. De
wereld van zijn jeugd, die voor-
goèd verdwenen is - in geen stad
is zo met beton gewoekerd als in
Brussel - heeft Hergé vastgelegd
in de strip Flupke en Kwik.
Deze twee Brusselse jongens heb
ben niets gemeen met de braaf
heid van Kuifje, maar de handige
zakenman die Hergé ook is, reali
seerde zich al spoedig na de
schepping van dit tweetal, in
1930, dat hun avonturen te regio
naal gebonden waren. Hij richtte
zich dus volledig op Kuifje. Vorig
jaar verscheen bij Casterman, de
Brusselse uitgever van Hergé's
werk sinds de jaren '30, een boek
waarin de Flupke en Kwik-ver-
halen zijn gebundeld. De oor
spronkelijke zwart-wittekenin-
gen en het sappige taaltje zijn het
waard.
Hergé heeft zich nooit iets aange
trokken van de beschuldigingen
imperialisme, anti-
:o meer - die in
de loop van die vijftig jaar Kuifje-
avonturen aan hem werden ge
richt. Hij zegt: „Na het laatste al
bum „Kuifje en de Picaros" (dat
in een denkbeeldig Zuidameri
kaans land speelt) was het weer
raak. Eindeloos was het aantal
analyses, interpretaties. Men
zoekt het te diep. Enfin, ik heb
gedaan wat ik altijd deed: me aan
het werk gezet".
Kuifje's vader is met het klimmen
der jaren wijzer geworden. Rela-
tiverender, zegt hij zelf: „Ik voel
me thuis bij de uitspraak van
Nietzsche dat „elke overtuiging
een gevangenis is". Daarmee wil
evenwel niet gezegd zijn dat Her
gé aam gevoeligheid heeft verlo
ren. Dat blijkt uit zijn antwoord
op de vraag: welk woord schiet u
te binnen als Kuifje nu opnieuw
naar Amerika zou gaan. Hergé,
zonder de geringste aarzeling:
„Wounded Knee". (Bij deze
plaats in South Dakota werden
de laatste vrije indianen honderd
jaar geleden in de pan gehakt
door het Amerikaanse leger.)
Beeld
Jn studio Hergé aan de Brusselse
Louisa-laan, waar de schepper
van Kuifje nog dagelijks met zijn
tien medewerkers aan het werk
is, was deze weken alle aandacht
gericht op de 50e veijaardag van
Kuifje. Behalve het spetterfeest
in Hilton was de onthulling van.
een beeld van Kuifje in een Brus
selse deelgemeente voor Hergé
een hoogtepunt. Aan onder
scheidingen van meer formele
aard is hij allang gewoon. De eer
ste was een Belgische, die wordt
toegekend aan mensen met grote
verdiensten voor de Belgische
export.
Daarnaast is er de dagelijkse hulde
van tientallen brieven, meren
deels afkomstig van kinderen, uit
alle landen waar Kuifje gelezen
wordt. Veel brieven worden ge
richt aan Kuifje, Labradorstraat
12, Brussel - een adres dat in de
Belgische hoofdstad evenwel
niet bestaat. Hergé: „Maar de
PTT weet natuurlijk waar ze
moet zijn. Ook in Parijs is de PTT
op de hoogte. De Labradorstraat
is het postadres dat Kuifje opgaf
toen hij vooreen van zfjn avontu
ren vanuit België vertrok".
De bewonderaars van de kleine re
porter moeten nog twee jaar
wachten op een nieuw verhaal.
Hergé, wiens hobby's lezen en
moderne kunst zijn, zegt daar
over: „Als ik begin, weet ik waar
ik wil uitkomen. Wat er tussenin
gebeurt, komt tijdens het werk
zelf wel. Ditmaal wil ik een beetje
de spot drijven met de moderne
kunst, dus ook een beetje met
mezelf'.
Martesa van de Ven (6 jaar)
De Kempenaerstraat 91, Oegstgeest.
Karin Woppenkamp
(9 jaar)
Beethovenlaan
Lisse
Ergens in zuid-afrika ligt een
groot oerwoud. Daar wonen
erg veel dieren. Grote en klei
ne dieren. Bijvoorbeeld, ko
ning leeuw. Die de koning
van het woud is. En ga zo
maar door.
De giraffe, die geen naam had,
was erg brutaal tegen de die
ren. Hij at alle bladeren op
van de dieren die een winter
voorraad aan het maken wa-
Een muis woonde in een muize flat
O, wat had hij daar een pret
Hij vierde feest met patat
Er werd geklopt. O, HO, het was een rat
Hij wou hem opeten
De muis was helemaal bezweten
Niemand heeft hem nog gezien
Alleen ze weten ze heten Katrien
En zo ging het maar door, de
giraffe werd dikkeren dikker.
Op een dag kwamen er jagers
in het oerwoud. Opeens zagen
de jagers een dikke giraffe. De
jagers zeiden tegen elkaar
"Kijk eens, een dikke giraffe,
die kunnen wij best als
avondmaal gebruiken!"
Ooo, die arme giraffe. Hij rende
en rende. En tegeiijke tijd
werd hij dunner en dunner.
"Watt!" riepen de twee jagers
tegelijk. "Waar is die dikke gi
raffe gebleven?" Verder op
zagen ze wel een dunne giraf
fe staan. "Gek hè?" zeiden ze
tegen elkaar. Maar die dunne
giraffe die in de verte stond is
de dikke giraffe. Want door
het renne was h(j dunner ge
worden.
En nooit van zijn leven stal de
giraffe nog de bladeren van
andere dieren. En dat is maar
goed!
Karin Moene
(9 jaar)
Albatrosstraat 11
Leiderdorp
Henk de Kat
Voor kinderen van 4-12 jaar.
elke zaterdag m deze krant.
Inzendingen (met vermelding
van na
am. adres, leeftijd) naar:
Kinderrubriek
"De Klepperdoos"
Witte Singel 1
Leiden