ZATERDAG 27 JANUARI 1979 EXTRA PAGINA 25 Door Carlo Nagel UTRECHT - Op 4 augustus 1978 rinkelt in de Hojelkazer- ne in Utrecht de telefoon in het lokaal van de Vereniging van Dienstplichtige Militai ren. Een van de kersverse be stuursleden neemt de hoorn op, luistert verbaasd en richt zich dan met een grijns tot zijn medebestuurders: „Hé jongens, ik heb hier een floe- per aan de lijn die zegt dat hij de WDM heeft opgericht. Hij wil ons geloof ik gelukwen sen..." Dat klopt met de feiten. De man „aan de,lijn" is Loebas Oos terbeek uit Amsterdam, op richter en eerste voorzitter van de WDM, die er zich nog altijd zó mee verbonden voelt dat hij ieder jaar het zittende bestuur herinnert aan de op richtingsdatum. In zijn filoso^ fie bestaat er een levensgroot verband tussen de oprichting van de WDM en die van D'66 kort daarna. „Ja", zegt Loebas Oosterbeek, „uit de eerste WDM-bestu- ren kwamen veel mensen van D'66 voort. De tijd was rijp voor beide. Als ik op 4 augus tus 1966 de WDM niet had opgericht, had iemand anders het vlak daarna gedaan. Dat zelfde kun je ook van D'66 zeggen'»'. Oosterbeek maakte tot vorige maand deel uit van het hoofdbestuur van D'66. We gaan terug in de tijd. Naar 1966, als keurig opgeschoren dienstplichtigen, netjes in hun „eerste grijs" zich op vrijdagavond in overvolle militaire treinen persen. Hun soldij bedraagt 55 gulden per maand, 's Ochtends om zes uur wordt de reveille gebla zen, ook al begint de dienst pas om acht uur. Excercitie- lessen worden gevolgd door lessen in de schoolbank, waar het uit de vorige eeuw stam mende reglement op de krijgstucht uit de doeken wordt gedaan. Na een opleidingstij d van vier maanden worden de recruten overgeplaatst naar parate ka zernes, waarbij met hun woonplaats geen rekening wordt gehoudert. Dan begint het grote „balen": onder houd, schoonmaken, koper poetsen. Politieke posters zijn niet toegestaan. Er be staat een Jijst met verboden literatuur, waarop zelfs het schaakblad van de vereniging Nederland-USSR voorkomt. De commandant kan arrest of celstraf opleggen zonder dat wezenlijk beklag mogelijk is. Een soldaat van de lichting 65-1 die op zijn kazerne het blad „Provo" verkoopt, krijgt op dracht van zijn kapitein daarmee op te houden. Als hij aan dat bevel gehoor geeft, maar „Provo" wel zelf blijft lezen, krijgt hij de Militaire Inlichtingen Dienst op zijn dak. En als hij daarvan nog niet is geschrokken, schrijft de kapitein een brief aan zijn moeder met de vraag of zij hem kan verbieden „Provo" te lezen. Ja, de tijd is rijp voor een soldatenvakbond. Enthousiast In juli lopen drie soldaten van station Ede naar de Elias Beeckmankazerne. Een van hen is Oosterbeek. Hij herin nert zich: „Aan Kramer en Loendersloot ontvouwde ik het idee van een soldaten- vakbond. Ze waren enthou siast en de volgende dag be gonnen we er over in een les „voorlichting". Het begin is niet hoopvol. Kapi tein De Hartog, die van de plannen hoort, laat Ooster beek op zijn bureau komen, looft diens initiatief, maar veegt het niettemin van de ta fel. „Dit was niet te realiseren en dat was onnodig... Er bleef niets van over", vertelt Oos terbeek. „Je mócht je mis noegen over militaire dienst niet uiten. Hij haalde er zelfs de muiterij op de „Zeven Provinciën" bij. Ik ging he lemaal teleurgesteld terug naar het leslokaal, maar ser geant De Jong, een kortver- band vrij williger die daar les gaf, zei: dat was dan de eerste tegenslag, nu op naar de vol gende - en dat gaf me weer moed". In het eerste bulletin merkt de WDM tactisch op dat haar doel geenszins in strijd zal zijn met het wezen van de krijgsmacht of het behoud van de krijgstucht. Het zijn voornamelijk materiële zaken die als strijdpunten worden genoemd. Vergoeding van weekenddiensten in de vorm van verlof, wastafels bij de toiletten en het koper vervan gen of niet meer poetsen. Toch loopt er ook al een en kele principiële eis tussen door stemrecht voor alle mi litairen. Binnen de kortste tijd komt het tot een breuk tussen Ooster beek en zijn mede-oprichters Loendersloot en Kramer. „Dat waren communisten, die wilden 't liefste het hele leger omver werpen. Maar dat vond ik niet de doelstelling van de WDM. Die behoorde uit te gaan van het feit dat de krijgsmacht bestond en in dat kader iets doen aan verbete ring van de positie van dienstplichtigen", zegt Oos terbeek. Als de oprichting van de solda tenvakbond uitlekt, klimmen journalisten zelfs over het hek van de Elias Beeckmanka zerne om aan nieuws te ko men. Het verschijnen van het eerste nummer van het solda- tenweekblad „Twintig" wordt een rel door de „sub versieve" advertenties die er in staan van onder meer NVSH, PSP, „Gandalf' en „Oranjevrij staat" Succes In mei 1967 boekt de WDM haar eerste succes: de ver plichte reveille wordt van zes uur verschoven naar half ze ven. Niet tot ieders genoegen. In Ossendrecht laat kazerne commandant kolonel Schaef- fer de tweeduizend soldaten des anderen daags om kwart vóór zes wakker maken. „We zijn hier niet in het Midden- Oosten, wa^r de soldaten wel eens zullen uitmaken wat er met de commandanten moet gebeuren", geeft hij als com mentaar. Andere successen in het eerste jaar van de WDM: het koper poetsen wordt afgeschaft; soldij maakt plaats voor wed de. Voor het eerst is er sprake van een vergoeding voor ar beid. Een deel van de militai re treinen wordt van de rails gehaald. In 1968 wordt het de bestuur ders voor de eerste keer dui delijk dat de geheime dienst zich interesseert voor wat zich bij de WDM achter de schermen afspeelt. 2ij wor den benaderd met de opmer king dat PSP'ers en CPN'ers in de soldatenvakbond infil treren. Oosterbeek zegt er achteraf van: „Er is een tijd geweest dat ik het ook niet eens was met het beleid van de WDM. Toen werd er wel degelijk gïnfiltreerd door de CPN. De De viering van het 400-jarig bestaan van de 'Unie van Utrecht' omlijsten wij met het publiceren van een aantal ar tikelen, waarin het begrip 'democratie' centraal staat. Eerder schonken wij aandacht aan de 'democratie in het par lement' (dr. Vondeling) en de 'democratie in het algemeen' (mr. J. J. Vis); vandaag is het de beurt aan de 'democratie in het leger'. procent van het Nederlandse volk dat dienstplichtige sol daten een eigen vakbond mo gen hebben. Toch lijkt het er begin 1974 op of iedereen de acties van de WDM een beetje moe is geworden. Ook de sympathisanten. Een grootscheepse demonstratie in Utrecht, waarvoor op 14 fe bruari 1974 achtduizend mili tairen arriveren, en waar be halve voorzitter Paul Turken ook andré van der Louw het. woord voert, krijgt lang niet de aandacht in de media die verwacht was. In mei verliest de WDM een eerste grote krachtmeting met Vredeling, die het be roepskader alle acties voor compensatie in de kazernes laat breken. Vredeling be schuldigt de WDM er op een persconferentie van aan te sturen op stakingen, die hij in scherpe bewoordingen ver werpt „Het WDM-bestuur is hard op weg om de eigen organisatie te ondermijnen. Met stakingen is zij een ver schrikkelijk verkeerde weg ingeslagen". De WDM stelt daar tegenover „Juist door het ingrijpen van het kader zijn de protestacties zo fel geworden. De sfeer in de kazernes is verziekt. De dienstplichtigen zijn tot het uiterste getergd, vooral door dat de compensatieregeling er nog steeds niet is". Op donderdag 24 april stormen drie marechaussees het hoofdkantoor van de WDM in de Hojelkazerne in Utrecht binnen en nemen er 20.000 pamfletten in beslag, waarop Vredeling een „matennaaier" wordt genoemd. Zij weten niet dat er intussen al 20.000 van diezelfde pamfletten over de kazernes zijn ver spreid... Vrijwilligers Belangrijk is dat de WDM zich eind 1975 uitspreekt tegen de vorming van een vrijwilli gersleger in Nederland. „Met name kansarme jongeren met een lage vooropleiding ko men er voor in aanmerking. De vrijwilligheid is dus in fei te schijn". Bovendien is de WDM bang dat een vrijwilli gersleger gauw een gesloten wereldje zal worden. In 1976 wordt eindelijk een compensatieregeling voor de weekenden ingevoerd: voor een 24-uursdienst één dag plus een tientje. Negentien zeven en zeventig is een rustig jaar, maar in februari 1978 maakt de WDM bekend „er onder Kruisinga harder te genaan te zullen gaan". Daarmee zijn we gekomen bij de huidige WDM-voorzitter Eric Kohier. „Twee actiepun ten zijn op dit moment ge lijkwaardig", stelt hij. „De wedde die voor 18- en 19-jari- gen is verlaagd, moet weer op het niveau van 20-jarigen worden gebracht en dat op zijn beurt op beroepsniveau. Het is te gek dat van de 7000 nieuwe soldaten die deze maand zijn opgekomen, jon gens van 18 jaar, 116 gulden minder verdienen dan hun leeftijdgenoten die twee maanden eerder in dienst zijn gegaan". Het tweede actiepunt betreft de inhouding voor huisvesting en voeding. Kohier „We be talen een vast bedrag voor huisvesting, dat is een kamer waarop je verplicht met tien anderen slaapt. En. voor het eten, ongeacht het aantal ke ren dat-ie ook werkelijk op de kazerne éét. In mijn geval is dat zowat nooit". Kohier vindt niet dat het in de soldatenwereld minder spec taculair toegaat dan een jaar of vijf geleden. „Er breken nóg spontane acties uit. In een kazerne in Nijmegen konden soldaten zó hun bord macaroni omdraaien zonder dat het eten er af viel. Het zat er gewoon aan vastgeplakt. Daar en ook in Vught aten de soldaten niet meer en deelde de WDM appels uit. Neem het geval van de jongens die met boomstammetjes moes ten oefenen bij gebrek aan geweren. Dat soort dingen worden door de WDM naar buiten gebracht". Loebas Oosterbeek, oprichter van de WDM- „Het bestaan van geen enkele vakbond hangt af van een spectaculai re eis, om loonsverhoging of zo. Er zijn voor de WDM nog genoeg immateriële zaken te bepleiten. Zij moet ook haaf bestaansrecht uitdragen naar de andere (NAVO-)landen, dat lijkt me voor de toekomst heel belangrijk". „En", zegt Oosterbeek, „het le ger loopt wat democratise ring betreft nog steeds ver achter bij de gewone maat schappij. De WDM heeft ge streden voor zaken die de ar beiders al voor de oorlog had den bereikt. Toch zijn er in de krijgsmacht genoeg mensen die de klok weer terug zouden willen draaien. Daarop moet de WDM waakzaam zijn. Al in mijn tijd gold, datje met de hoogste leiding van defensie minder problemen had dan juist met het middenkader. Commandanten van kleine eenheden sturen soms aan op kwalijke vormen van disci pline". Ook bij het 12,5-jarig bestaan van de WDM op 4 februari geldt nog wat Fons Burger al schreef in zijn boek „Soldaten in het geweer", bij het tienja rig bestaan: „Er bestaan heel wat meningen over de Ne derlandse dienstplichtigen en hun vakbond. De één noemt de WDM een club van linkse, ondermijnende op roerkraaiers, anderen praten over een nuttige vakbond, die het leger wat leefbaarder heeft gemaakt". WDM:Linkse oproerkraaiers of nuttige soldatenvakbond? eisen waren te hard, de acties ook". Op 24 november 1969 gaat de WDM voor de eerste keer de straat op om te demonstreren voor hogere wedde. Hoewel de legerleiding vlug een alarmoefening uitschrijft om de soldaten te verhinderen naar Den Haag te gaan, lopen er 400 militairen met span doeken waarop staat „Geen wedde? Geen soldaten". Flauwekul De WDM neemt in die eerste jaren vaak individuele acties over. Zo besluit de soldaat Henk van der Horst op een dag om zijn meerderen niet meer te groeten, omdat hij dat flauwekul vindt. In het gewo ne leven groet hij ook alleen maar mensen die hij aardig vindt of die hij kent Voor het Hoog Militair Gerechtshof wordt op 18 juni 1970 zestien maanden gevangenisstraf te gen hem geëist. Dit leidt tot de eerste „groetdag" van de WDM. Op 1 juli groeten sol daten elkaar, hun meerderen, voertuigen, regeringsgebou wen en alles wat zij verder op hun weg vinden. Op 15 maart 1971 stapt Rinus Wehrmann de poort van de commandokazerne in Bergen op Zoom binnen. Hij wordt naar de dienstkapper ge stuurd, maar weigert zijn haar te laten knippen. Twee uur na zijn opkomst zit Rinus al in de cel. Hij wordt op 28 mei ver oordeeld tot twee jaar gevan genisstraf wegens weigering van een dienstbevel. Zo'n straf wordt nu in de burger maatschappij opgelegd voor een gewapende bankover val. PvdA-kamerlid Maarten Vro lijk zegt dat de haarvoor- schriften moeten worden af geschaft omdat ze een in breuk maken op de persoon lijke vrijheid van dienstplich tigen. Minister Den Toom geeft toe: op 16 juni 1971 deelt hij de opperbevelhebbers van de strijdkrachten mee dat de haardracht niet meer zal wor den beperkt, al moet de lengte in overeenstemming zijn met de veiligheidseisen. Wehr mann, die tenslotte zijn straf tot één week gevangenisstraf ziet teruggebracht, vraagt la ter een schadevergoeding en drie maanden buitengewoon verlof. Nog zo'n geruchtmakende af faire uit het begin van de jaren zeventig is die van de solaten Dona en Schul, die voor maanden naar de tuchtklasse van het militair strafkamp in Nieuwersluis worden ge stuurd omdat zij „onkrijg- stuchtelijke en opruiende" artikelen in het blad „Alarm" hebben geschreven. Feller Het is eind 1971. De WDM heeft door een fellere opstel ling en een betere organisatie bijna 33.000 leden gemobili seerd. De lijst met successen groeit, al is de lijst met eisen nog steeds veel langer. De WDM wil vrijheid van me ningsuiting zonder beperkin gen en zij wil d,at het tucht recht bij het strafrecht wordt ondergebracht. Zij wil ook een totale verandering in het huisvesting- en voedingsys teem (nog steeds een WDM- eis), afschaffing van de groet- plicht en verhoging van de wedde tot het beroepsni- In oktober 1971 zegt WDM- voorzitter Reijntjes met vooruitziende blik: „Onze vereniging heeft zich in haar pogingen de krijgsmacht te democratiseren tot nu toe van strikt legale middelen be diend. Demonstraties in de kazernes hebben we afgewe zen. Ik weet niet of dat zo zal blijven". Een grote protestmars op zater dag 18 december 1971 leidt er binnen enkele weken toe dat de tuchtklasse in Nieuwer sluis wordt afgeschaft. Maar op iedere actie volgt reac tie. De progressieve majoor Miog moet het weten dat hij op 12 april 1972 in een solda- tentribunaal in Utrecht ^zit ting neemt tegenover een lege beklaagdenbank, waarin het Zorgen Maar ook binnen de WDM zelf maakt men zich zorgen. Publiciteitsman Henk van den Boom zegt in oktober 1972 nadat het overleg door minister De Koster is opge schort „De WDM wordt door de legerleiding gezien als een verderfelijke, op ruiende organisatie in plaats van de belangenorganisatie die zij werkelijk is. Dat uit zich in een grote mate van te genwerking, zoals het tegen gaan van ledenwerving en het in beslag nemen van mate riaal". De WDM kent moei lijke tijden. Op 21 mei 1973, kort nadat de WDM de strijd om vergoe ding van weekenddiensten is begonnen, heropent minister Vredeling het overleg met de WDM. „Ik wil met een scho ne lei beginnen; nakaarten heeft geen zin", zegt hij. Het begint nog goed: op 1 au gustus 1973 schaft Vredeling de groetplicht af. Later zal hij echter in harde botsing ko men met de WDM. In die roerige dagen aan het eind van 1973 vindt bijna 70 ministerie van defensie had moeten zitten. Generaal Brackel zegt op Ko ninginnedag 1972 in Breda: „Ik spreek er schande van dat een officier in een door de WDM gehouden tribunaal de minister van defensie aan klaagt. Dat doet me denken aan „Fremdgerichten", Sil- bertannemoorden of aan de Tupamaros. Het begint met een spelletje, maar eindigt met onderlinge moord". Senator Van Riel zegt in de Eer ste Kamen „Het kabinet moet zich niet door revolutionaire groeperingen laten intimide ren, maar die groepen zelf in timideren met elk wettelijk middel. Nieuwersluis was daartoe niet eens zo onge schikt. Rondom het begrip „vrijheid van meningsuiting" wordt een listig, misdadig woordenspel bedreven door revolutionair-gezinden. Aan apen worden scheermessen gegeven".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 25