Buschauffeur du
een vliegtuig-myi
EXTRA
De L7788 verhuisde uiteindelijk naar de Duit
se vliegbasis Rechlin. Daar kwamen de mees
te buitgemaakte toestellen terecht. Rechlin
was een testcentrum waar nieuwe type vlieg
tuigen en ook boordapparatuur werd gepro
beerd. De "Leidschendamse" Wellington
heeft op Rechlin als proefkonijn dienst ge
daan, fungeerde later in wat grote Duitse ste
den als buitgemaakte bezienswaardigheid en
is tenslotte, naar men vermoedt ontmanteld
en weer tot staal (voor vliegtuigen) omge
smolten.
Hazepad
Maar terug naar die ochtend in september.
Nadat de met de schrik vrijgekomen Tsje
chen het toestel achter zich hadden gelaten en
in twee groepjes van drie het hazepad kozen
(het plan was om eerst naar Frankrijk te gaan
en van daar de oversteek naar Engeland te
maken) duurde het nog tot bij zessen, ruim
een uur na de landing dus, voordat de bezet
ters lucht kregen van de noodlanding. Veel te
laat naar hun zin. In verband hiermee voelden
ze nog een veehouder uit Leidschendam aan
de tand. Het toestel was neergeploft op maar
enkele tientallen meters van de plek waar hij
die ochtend zijn koeien had gemolken. On
mogelijk dat hij niets van die landing had ge
merkt, redeneerde men. Maar de boer zei dat
hem niets was opgevallen. Had het immers
véél te druk gehad met zijn koeien.
door
Herman van
Amsterdam
Ondanks hun voorsprong in tijd waren de zes
Tsjechen intussen nog niet ver kunnen ko
men. De vele slootjes in de polder en de dichte
grondmist zorgden voor veel oponthoud. De
groep van Arnost Zabrs was richting Wasse
naar ingeslagen. Daar belandden ze eerst bij
veehouder Willem van Veen, mochten daarna
op een adres in de Raaphorstlaan een tukje
doen in een tuinschuur en wachtten toen in
een bos tot het weer donker werd.
Van dat moment af ging het minder voortva
rend met de drie. De informatie daarover
haalde Bart Rijnhout uit de dagrapporten van
de Wassenaarse politie. Daarin wordt mel
ding gemaakt van het feit dat een bewoner
van de Stoeplaan twee mannen aan de deur
heeft gehad ("die Fransch of Engelsch spra
ken en die om hulp vroegen.
LEIDSCHENDAM - De Wassenaarse vee
houder Willen van Veen heeft zich steeds
afgevraagd wie nu precies die drie mannen
zijn geweest die op die vroege en mistige
septembermorgen van het oorlogsjaar 1940, y
wat schuchter bij hem het erf op kwamen
stappen en hem eerst in een onverstaanbaar
taaltje en later met drukke armgebaren om
kleding en voedsel vroegen. Sinds gisteren
weet hij het. Althans, een van de drie (de
twee anderen zijn' inmiddels overleden)
stapte opnieuw zijn erf op. Net als toen. Een
weerzien na 38 jaar.
Arnost Zabrs, Tsjech van geboorte maar na de
oorlog uitgeweken naar Engeland waar hij
nu eigenaar is van een klein bedryf in land
bouwmachines, voelde zich die bewuste
septembermorgen heel wat minder op zijn
gemak dan gister het geval was. Een paar
uur voordat hij op hoeve Eikenhorst de toen
20-jarige Van Veen tegen het lijf liep had de
Engelse Wellington bommenwerper,
waarin hij meevloog als tweede piloot, een
noodlanding gemaakt op een weiland in de
Duivenvoordse polder in Leidschendam.
Een landing met véél geluk want in dichte
mist en in het donker miste de laag vliegen
de kist op een haar na wat hoogspannings
kabels. De vlucht werd beëindigd op enkele
tientallen meters van een spoordyk.
Een paar uur voordat hij op de hoeve Eiken
horst de toen 20-jarige Van Veen tegen het lijf
liep had de Engelse Wellington bommenwer
per, waarin hij meevloog als tweede piloot,
een noodlanding gemaakt op een weiland in
de Duivenvoordse polder in Leidschendam.
Een landing met veel geluk want in dichte
mist en in het donker miste de laag vliegende
kist op een haar na wat hoogspanningskabels.
De vlucht werd beëindigd op enkele tiental
len meters van een spoordijk.
Twee groepen
Na de "lucky landing" had de zeskoppige
bemanning maar één doel voor ogen: uit han
den blijven van de Duitsers. Om hun ont
snappingskans zo groot mogelijk te maken
splitsten ze zich in twee groepen. Een daarvan
stond onder leiding van Arnost Zabrs, Deze is
nu naar Nederland gekomen op verzoek van
Bart Rijnhout, een buschauffeur uit Leid
schendam. Rijnhout houdt zich intensief be
zig met de luchtoorlog-geschiedschrijving en
heeft zich de laatste vier jaren met name ge
worpen op de lotgevallen van de in Leid
schendam neergekomen Engelse bommen-
werper en zyn Tsjechische bemanning.
Daarover heeft hij een boek geschreven. Gis-1
teren kwam het eerste exemplaar uit. De 30-
jarige buschauffeur, die zelf op nog geen hal
ve kilometer woont van de plek waar in 1940
de door Duits afweervuur getroffen L 7788
neerstreek, heeft zich bewust juist in dit
stukje oorlogsgebeuren vastgebeten. "De
Tsjechische vliegers hebben gedurende de
laatste wereldoorlog prima werk verricht.
Toch is er weinig over ze" geschreven. Eigen
lijk zijn ze een vergeten groep. Dat wil ik een
beetje goed maken met dit boek. Daarnaast
speelt nog dat in het verleden wel eens over
dit geval is geschreven maar de zaak is nooit
echt uitgezocht Zo intrigeerde my vooral de
vraag of de Wassenaarse politie inderdaad
zo'n laakbare rol heeft gespeeld in het ge
heel".
Verantwoord
Bart Rijnhout verstuurde in de afgelopen vier
jaar 1300 brieven, reisde diverse keren naar
Engeland om te praten met Tsjechische oor
logsvliegers en maakte dankbaar gebruik van
de diensten van collega-luchtoorlogspecialist
kolonel A.P. de Jong, in het dagelijks leven
hoofd van de luchtmachtvoorlichtingsdienst.
"Je zou bijna kunnen zeggen dat het een we
tenschappelijk verantwoord boek is gewor
den", zegt de buschauffeur. "Geen romanti
sche verhaaltjes, geen fantasie, maar precies
zoals het is gebeurd. De feiten heb ik gecon
troleerd en nog eens gecontroleerd".
Bij zijn naspeuringen stuitte hij ook op Wil
lem van Veen. De veehouder ("na 38 jaar wil
de hij eindelijk zijn verhaal eens kwijt") be
zorgde het vluchtende drietal die bewuste
septembermorgen een plek bij de warme
keukenkachel, wat eten en twee van hen
overall en laarzen. Nummer drie was al voor
zien. Die had op weg naar de boerderij al een
vogelverschrikker uitgekleed.
Twee bemanningsleden op hun beurt ontde
den zich van hun uniformen, vliegeijassen en
schoenen en kort daarop namen ze afscheid
van de boer. Willem van Veen wist met zijn
nieuwe garderobe wel raad. De uniformen
Reconstructie
"'verfde hij en droeg die op het land. Zo oo"k de
schoenen. De twee leren vliegjacks verstopte
hij onder de grond en haalde ze om de drie
maanden weer naar boven om ze in te vetten.
Eén is er kort na de oorlog verknipt tot ta
felkleedje maar nummer twee is nog punt
gaaf. Tweede piloot Arnost Zabrs, zijn jasje
was het, kon er zich gisteren zelf van overtui
gen.
De buschauffeur ("ik heb 99 procent van alle
feiten kunnen achterhalen") maakt in zijn
boek een vrij gedetailleerdde reconstructie
van hoe het de zes Tsjechen vóór en geduren
de de oorlogsjaren is vergaan. Bovendien
dook hij in het privé-leven van het zestal.
Voor zover het "het geval Leidschendam" be
treft is uit de briefwisseling met hen en uit
officiële documenten komen vast te staan dat
de Tsjechen, die na de Duitse bezetting hun
eigen land waren ontvlucht en uiteindelijk in
dienst waren getreden van de Engelse RAF,
na de noodlanding tevergeefs hebben gepro
beerd de bommenwerper in brand te steken.
De Duitsers hebben daar dankbaar van ge
profiteerd. Immers, de vrij nieuwe Wellington
L 7788, had slechts lichte schade opgelopen
en kon ter plaatse in een paar maanden weer
vliegklaar worden gemaakt. Om op te kunnen
stijgen werd in het weiland een verharde baan
aangelegd.
Dat de bommenwerper ter plaatse werd gere
pareerd was de Engelse luchtmachtstaf niel
ontgaan. Vanuit vliegtuigen waren daar foto's
van gemaakt. En toen de opgeknapte kist, nu
op de romp voorzien van een Duits haken
kruis, op weg ging naar Schiphol waren er
Engelse jagers in de buurt om het toestel te
beschieten. Dat gebeurde boven Voorhout.
Veel schade werd niet aangericht. De Wel
lington werd weliswaar bij Noordwijkerhout
even aan de grond gezet maar kon al weer snel
de lucht in.
Die hulp is toen niet gegeven. In plaats daar
van werd de politie gewaarschuwd, die op
haar beurt de bezetters tipte. In de Stoeplaan
en omgeving werd echter tevergeefs naar de
Tsjechen uitgekeken. Die waren inmiddels
verzeild geraakt in een parkachtige tuin rond
huize Beukenhorst aan de Rijksstraatweg,
een statige villa bewoond door een barones.
Op het terrein stond ook een paardestal.
Daarin sliepen de drie en wachtten tot de
duisternis inviel.
Villa
Vroeg in de avond besloot Zabrs in zijn eentje
op zoek te gaan naar eten. Hij klopte aan bij de
villa. Kreeg van de man die open deed te ho
ren dat hij zich beter uit de voeten kon maken
maar werd een paar tellen later door "een ech
te dame" binnen gevraagd. Kreeg er melk en
brood maar intussen ging er ook een telefoon
tje naar het politiebureau, van waaruit direct
manschappen op weg werden gestuurd.
Zabrs werd in de kraag gegrepen terwijl hij
aanstalten maakte de villa via de keuken te
verlaten.
Inmiddels hadden er zich ook een paar naar
de paardestal begeven. Politieagenten som
meerden de twee Tsjechen naar buiten te ko
men. Slechts een van de twee gaf daar gehoor
aan. De ander, Karei Kunka, schoot zichzelf in
het hoofd met een seinpistool dat hij uit het
vliegtuig had meegenomen. Nog diezelfde
dag overleed hij in het Zuidwal-ziekenhuis in
Den Haag en werd begraven op het Westduin-
kerkhof. Vlak nadat Arnost Zabrs werd gear
resteerd heeft de Wassenaarse barones hem
nog duidelijk proberen te maken waarom ze
de politie belde. Haar argument was dat de
drie in gevangenschap rustig en zonder ge-
vëar voor eigen leven het einde van de oorlog
zouden kunnen afwachten.
De tweede groep, onder leiding van eerste
piloot Karei Trojacek, kwam ook niet ver. Na
hun vlucht uit de polder (één van de drie raak
te gewond toen hij aan het prikkeldraad bleef
hangen) hielden ze zich een dag schuil in een
bos, stalen uit een tuin in de Noordheylaan
drie blauwe overalls van de waslijn en wan
delden in deze vermomming naar "een groot
huis", kasteel Duivenvoorde. Daar trof men
de kasteelheer. Deze was van de ontsnapping
van de Tsjechen op de hoogte. Hij stelde ze
voor direct weer te vertrekken en dan zou hij
zijn mond houden, maar stonden ze er op in
het kasteel te blijven dan voelde hij zich ver
plicht het politiebureau in Wassenaar te bel
len. Na rijp beraad besloten de drie om dan
maar te blijven. Het gewonde bemanningslid
kon haast niet meer lopen en men wilde hem
niet alleen achterlaten. Met een arts arriveer
den even later ook vier Duitse militairen.
Aandeel
De Wassenaarse politie heeft destijds een be
langrijk aandeel gehad in de aanhouding van
enkele Tsjechen. Kwam daardoor in aanmer
king voor een deel van de 500 gulden die als
beloning was uitgeloofd voor de arrestatie
van deze zes. "Het is een zaak die na zoveel
jaren nog steeds de gemoederen bezig
houdt", zegt Rijnhout. "Dat blijkt wel uit de
talloze telefoontjes die ik de afgelopen jaren
heb gekregen. Veel waren anoniem. Meestal
werd me aangeraden de zaak- te laten rusten.
Er werden ook bedreigingen geuit. Diverse
keren is me gezegd dat spitten in het verleden
nog wel eens erg vervelende gevolgen voor
mij zou kunnen hebben. Maar ik ben ook op
gebeld door politiemensen die in 1940 het
hele geval van dichtbij hebben meegemaakt.
Zij onderschrijven de feiten zoals ik ze in mijn
boek heb vermeld".
Alle vijf gearresteerde Tsjechen overleefden
de laatste wereldoorlog. Eén van hen bleef
direct in Engeland wonen, een tweede (Karei
Trojacek) vluchtte daar naar toe toen in 1948
in Tsjechoslowakije een communistische
machtsovername plaats vond. De drie overi
gen bleven in hun geboorteland. Een van hen
is vorig jaar overleden. Ook de oud-captain
van de L7788 leeft niet meer.
Rijnhout heeft de drie nog in leven zijnde
oud-bemanningsleden van de in Leidschen
dam gestrande bommenwerper al ruim een
jaar geleden uitgenodigd aanwezig te zijn bij
de presentatie van het eerste exemplaar van
"Het mysterie van de L7788". Arnost Zabrs
zegde al snel toe. De twee uit Tsjechoslowa
kije aanvankelijk ook, maar kwamen daar la
ter op terug omdat ze geen uitreisvisum kon
den krijgen, de buschaffeur heeft daarna he
mel en aarde bewogen om de autoriteiten in
Tsjechoslowakije van gedachten te doen ver
anderen. Hij kreeg daarbij ook steun van de
Nederlandse ambassadeur in Praag, Maclain
Pont.
Borgsom
Kortgeleden ging het er naar uitzien dat de
twee Tsjechen toch naar Leidschendam zou
den mogen afreizen. Dan moest wel aan een
paar voorwaarden worden voldaan. Een Ne
derlander zou er borg voor moeten staan dat
de twee na de presentatie van het boek weer
naar hun land terugkeren en bovendien
moest er een aanzienlijk geldbedrag, enkele
tienduizenden guldens, op een bankrekening
worden gezet, ook als borg. Zowel het een als
het ander werd geregeld. Maar helaas de
beide Tsjechen kwamen niet opdagen. Alle
moeite was vergeefs geweest
Bart Rijnhout, buschauffeur van beroep, in zijn vrije tijd verzamelde hij het materiaal voor het
boek "Het mysterie vaivde L 7788" (uitgegeven door Walburg Pers, Zutphen).
Een wens gaat in vervulling. De Wassenaarse veehouder Willem van Veen (rechts) ontmoet de voormalige Tsjechische piloot Arnost
Zabrs. Een weerzien na 38 jaar. In de oorlog hielp Van Veen de in Leidschendam met zijn vliegtuig gestrande bommenwerper-piloot aan
voedsel en andere kledingOm de schouders van Arnost Zabrs het leren vlieaiack van de Tsiech dat Van Veen al die ia ren bewaarde.