Prostitutie alleen voor
belastingen een beroep
DOOR
GLADHEID
MINDER
BEZOEK
AAN
BEJAARDEN
WOENSDAG 24 JANUARI 1979
door
Herman van
Amsterdam
Tips voor deze rubriek kunt U elke
morgen tot 10.00 uur aan mij kwijt, tel.
071-144941, toestel 215. U mag ook
schrijven.
Het ligt voor de hand dat
de abominabele glad
heid, waarmee we nu
geteisterd worden,
vooral voor de minder
goed ter been zijnden
onder ons een haast on
gekend struikelblok
moet zyn.
Toch lijkt dit allemaal zo'n vaart
niet te lopen, althans die in
druk krijg je na enige navraag
bij verschillende bejaarden
tehuizen in Leiden en omge
ving.
Directeur E. van Hage van het
Leidse Huis op de Waard
desgevraagd: „Ach, wanneer
het koud is, gaan onze bewo
ners toch niet zo gauw de
straat op. Die gladheid
maakt dat uiteraard hele
maal een onmogelijke zaak.
Maar ja, de enige hinder die
onze bewoners in wezen van
de gladheid ondervinden, is
dat het bezoek aanzienlijk
minder is. U weet net zo goed
als ik dat iedere bejaarde in
feite altijd op bezoek zit te
wachten. En vooral nu valt
hen dat zwaar".
In het Zoeterwoudse Huize
Emmaus is het evenmin de
gewoonte met de januari-
koude een been buiten de
deur te zetten. Ook daar pre
fereert men de warme kachel.
Hetzelfde laken een pak bij St.
Luduina in Warmond. De
heer J. Homan: „Onze bewo
ners houden het nu helemaal
voor gezien".
In verzorgingstehuis Rusten-
borch in Oegstgeest betekent
Niet veel ouderen wagen zich
nu op straat. Maar ook het be
zoek aan hun adres loopt door
de weersomstandigheden terug.
de gladheid wel degelijk een
ongemak. De gezonde wan
deling geldt daar als vaste
prik. Directeur A. Kuipers:
„De ijzel is een behoorlijk on
gemak, de wandeling wordt
nu noodgedwongen uitge
steld. Maar al met al geeft het
eigenlijk niet zo veel proble-
Lol
In het Leidse Groenhoven zit
ten de bejaarden eveneens
goeddeels de gehele dag voor
het raam te genieten van het
straatgebeuren. „Ze hebben
er nog lol in ook", zegt direc
teur L. Kurpershoek. „Onze
bewoners krijgen eveneens
veel minder bezoek. En dat
ervaren ze als een bittere pil.
Tja, we mogen hen niet verge
ten. Juist hen niet".
Ook vanavond kunnen we weer op hen rekenen. Al
stormt het windkracht tien, regent het pijpestelen,
of is het overal spiegelglad, de krantenbezorgers
blijven paraat om het dagelijkse portie nieuws bij u
in de brievenbus te deponeren.
Laten wij zelf ons liefst niet al te
vaak zien op de spekgladde
straten om geen beenbreuk of
nog erger op te lopen, de
krantenbezorger kruipt elke
middag plichtsgetrouw op de
fiets om dat informatieve
pakje papier aan ons te over
handigen.
Vooral dezer dagen kunnen we
er niet omheen dat het bezor
gingsapparaat de belangrijk
ste schakel in een krantenbe-
drijf is.
Krantenbezorger W. Ossevoort
is één van die bezorgers. Bijna
34 jaar voorziet deze 72-jarige
Leidenaar de bewoners van
de Julianastraat en omgeving
van het Leidsch Dagblad. Met
evenveel plezier fietst hij elke
dag met 177 kranten in zijn tas
naar de Julianastraat om die
exemplaren hun laatste be
stemming te geven. Enig re
kenwerk leert dat ie in al die
jaren meer dan honderdui
zend kranten in de brieven
bussen heeft laten verdwij-
Willem Ossevoort heeft dan ook
de nodige routine in zijn werk
gekregen. Zijn dagelijks kar
wei fikst hij zelfs in een klein
half uurtje. "Maar met die
gladheid krijg ik dat niet voor
elkaar", bekent hij. "Nu kost
het me een kwartiertje meer.
Maar het is de laatste dagen
bijna niet om te doen. De An
na Paulownastraat bijvoor
beeld; daar kon ik gisteren
amper lopen. Het was echt
voetje voor voetje, anders
ging je er onherroepelijk on
deruit".
Accuraat
meren een accuraat bezorger
te zijn. Zelfs met dit weer.
Onder de attributen die Osse
voort dagelijks naar zijn wijk
meesjouwt, bevindt zich een
loper die op een groot aantal
huizen in zijn wyk past. Osse
voort verklaart: "Het wil nog
wel eens gebeuren dat je
wordt teruggeroepen door
een klant en dan maak je on
willekeurig een praatje. Vaak
weet ik dan niet meer bij wel
ke klant ik al een krant heb
bezorgd. Meestal bel ik in dat
geval aan om te vragen of ik ze
al gehad heb, maar soms zijn
de mensen niet thuis. Dan ge
bruik ik de loper, kijk om het
hoekje of de krant er al ligt en
ga weer verder. Dat is ook de
reden waarom ik altijd een
stuk of wat extra exemplaren
meeneem. Begrijp je"?
Vandaar dat hij zelden of nooit
een krant in de bus vergeet te
doen. "In al die jaren heb ik
geloof ik twee klachten ge
had. Ik geef gerust toe, dat ik
daarop een beetje prat ga",
aldus Willem Ossevoort die
mij toevertrouwt dat hij met
zijn krantenwijk nog wel een
poosje door zal gaan. "Ik doe
het zuiver voor de lol. Van
mijn aow kan ik uitstekend
rondkomen."
Het moet gezegd dat Willem Os
sevoort één van de luttele be
zorgers is, die de (gladde) za
ken zo gemakkelijk opvat. Ui
teraard zijn er genoeg bezor
gers die dezer dagen zogezegd
"balen als een stier" van hun
krantenwijk. "Maar gelukkig
zetten deze lieden ook stug
door. Zij laten zich zelfs met
deze barre weersomstandig
heden niet uit het veld slaan.
En dat vind ik zeer sportief',
De nu 72-jarige LD-bezorger Willem Ossevoort. Hij brengt al 34
jaar onze krant rond. en versaagt ook niet in deze ijstijden: "In al
die jaren heb ik geloof ik twee klachten gehad
zegt de heer J. Werk, hoofd
afdeling abonnementen/be
zorging van het Leidsch
Dagblad.
"Ik heb werkelijk diepe be
wondering voor die jongens
en meisjes die, ondanks alles,
het Bijltje er niet bij neergooi
en. Er zijn natuurlijk wel en
kele bezorgers geweest, die
deze week hun krantenwijk
hebben opgezegd, maar zy
hadden nauwelijks een idee
van wat het zorgdragen voor
een krantenwijk eigenlijk be
tekent. Maar gelukkig waren
dat er weinig".
Tot zijn genoegen heeft de heer
Werk de afgelopen dagen
kennis kunnen nemen van
enkele staaltjes van inventivi
teit binnen het "vak" van
krantenbezorger. Zo besloot
zaterdag een krantenbezor
ger, nadat hij tot de conclusie
was gekomen dat het bezor
gen per fiets echt geen doen
was, by een dichtbijzijnde
supermarkt een boodschap-
penkarretje te lenen en daar
mee (aanzienlijk sneller) zijn
kranten rond te brengen.
"Dat is de ware geest. Daar
neem ik nou mijn petje voor
af', zegt de heer Werk. Hij
merkt overigens op dat de be
zorgers tijdens de haast "Si
berische" koude, één of twee
weken geleden, een extraatje
hebben gehad als dank voor
het feit dat zij zich niet heb
ben laten kisten door het gure
Begrip
Op de vraag wat zijn t
gen zijn wat betreft het be
grip van de abonnees, ant
woordt de heer Werk dat dat
zaterdag alleszins meeviel
maar, dat het maandag min
der goed gesteld was. "Een
beetje begrip vind ik niet
meer dan rechtvaardig. De
bezorgers kunnen het ook
niet helpen dat de krant in
deze dagen vaak later in de
bus ligt. En wat je niet moet
vergeten is dat wij makke
lijk praten. Wij staan niet in
de schoenen van de bezor
gers. Daarom ben ik van me
ning dat de bezorgers best
een pluim op de hoed verdie-
Tot zover de heren Ossevoort en
Werk, wier kijk op het vak van
krantenbezorger u heeft kun
nen vernemen, dankzij (jaze
ker) die ene krantenbezorger
die zojuist de krant in de bus
deed, terwijl u bij de a
kachel zat.
AMSTERDAM (GPD)-Over het oudste beroep ter wereld,
de prostitutie, wordt al verteld in de bijbel, zoals in Gene
sis 38: ...„Tamar, de schoondochter van Juda, verleidde
haar schoonvader, nadat ze zich verkleed had als hoer...".
Daarnaast bestaan er vele wetenschappelijke publikaties
en andere verhandelingen over dit onderwerp. Zo wordt
deze maand gepubliceerd „Prostitutie: gegevens en
ideeën".
Dit is een rapport van de Mr. A. de
Graaf Stichting in Amsterdam,
waarin gegevens worden aange
reikt tot verdere studie, me
ningsvorming, beleidsbepaling
en beleidsuitvoering op het ge
bied van de prostitutie. In dit
stuk zijn verwerkt de vorig jaar
gepubliceerde ideeën van „Pros
titutie in Nederland". Dit betrof
een onderzoek onder 176 ge
meenten over de prostitutie, de
problemen en de randverschijn
selen en het beleid van de ge
meentelijke overheden.
Ook al is er een tendens om meer
aandacht te besteden aan de
prostitutie als een zaak die bij de
maatschappij hoort, of we dat nu
leuk vinden of niet, toch is de
publiekje opinie in Nederland
overwegend negatief. Tot deze
constatering komt de Mr. A. de
Graafstichting, die zich intensief
bezig houdt met onderzoek,
voorlichting en advisering op het
terrein van de prostitutie en de
daarmee samenhangende
problemen. De stichting wordt
gesubsidieerd door het ministe
rie van CRM.
In 174 van de bij na 850 Nederlandse
gemeenten komt prostitutie voor
in allerlei vormen, zoals:
sexclubs, homoclubs, bemidde
lingsbureaus, privé-adressen,
bepaalde sauna's, massage- en
relaxcentra, callgirls, straat- en
raamprostitutie, café- en hotel-
prostitutie.
Tienduizend
Het totale aantal prostituèes in Ne
derland wordt geschat op 10.000,
waarbij de vrouwelijke prostitu
tie gericht op mannen het meeste
voorkomt.
- Maar wat is nu prostitutie?
De onderzoekers, mevrouw Van
den Berg, drs. Mentink en mr.
Scholtes van de Mr. A. de Graaf
Stichting: „Er zijn vele definities.
Wij willen de omschrijving van
het begrip kort houden: prostitu
tie is seksueel contact tegen een
materiële vergoeding. Daarmee
willen we niet beweren dat elk
contact tegen een materiële ver
goeding per definitie door een
prostituée en een prostituant
(haar bezoeker) plaatsvindt. Bij
de prostitutie moet er volgens
ons sprake zijn van beroepsma
tigheid; zij moet voor een belang
rijk deel haar inkomsten uit pros
titutie halen, althans trachten te
halen".
- Geen betaalde liefde dus?
„Uit onze omschrijving wordt al
duidelijk, dat wij dat in zijn al
gemeenheid onjuist vinden.
Liefde hoort niet bij prostitutie,
aan het seksuele contact gaat ju
ridisch een overeenkomst vooraf:
voor hoeveel geld wordt welke
prestatie geleverd. In dé meeste
gevallen wordt een verdere, on
derlinge band, gebaseerd op af
fectie, niet gewenst".
De laatste tijd wordt nogal wat aan
dacht besteed aan de sociale posi
tie van de prostituée en aan de
maatschappelijke aanvaard
baarheid van het beroep of van
het bedrijf als zodanig. De roep
om een vakbond voor prosti
tuèes, een cao en een op kennis
van zaken gestoeld overheids
beleid vindt langzaam maar zeker
iets meer gehoor. Er wordt niet
meer alleen maar gesproken over
een „repressief beperkend"
overheidsbeleid, zoals dat thans
het geval is en gekarakteriseerd
werd door de van regeringswege
ingestelde Adviescommissie Zc-
delijkheidswetgeving. De strek
king van dat beleid is in de eerste
plaats gericht op het voorkomen
van overlast van de prostitutie
voor „de maatschappij".
Uitdrijven
Toc h blijft het opvallend, dat wet
telijke regelingen in verschillen
de gemeenten resulteren in een
beleid dat per gemeente sterk
kan verschillen.
Zo was er in Alkmaar sprake van
een sterk uitdrijvend beleid. In
een gezamenlijke actie slaagden
wijkbewoners, de gemeente en
de politie er in om de prostitutie
in een bepaalde buurt te verdrij
ven onder het motto: „In een
woonbuurt hoort geen prostitu
tie".
Er worden uitersten geconstateerd
in ons land tussen een zuiver be
strijdend beleid en een beleid
waarbij de belangen van de pros
tituèes en die van een lokale pros
tituèes geheel samenvallen.
Door de hele geschiedenis heen is,
hoe dan ook, gebleken dat prosti
tutie niet is te bedwingen, of zelfs
uit te bannen, door strafmaatre
gelen. Er zullen altijd wel moge
lijkheden blijven tot de „stille
knip", „oneerlijke herbergen",
„ravothuizen" of „clandestiene
handel".
Het gaat dan ook om het vertrek
punt. het uitgangspunt, tot de
prostitutie en de daarmee sa
menhangende problemen. Er
wordt wat dit betreft nog dikwijls
uitgegaan van het voorkomen
van overlast van de prostitutie
voor „de samenleving".
De Mr. A. de Graaf Stichting heeft
een ander uitgangspunt. „Dat is
het streven naar verbetering van
de sociale positie van de prosti
tuée. Bij deze verbetering kan
dan tevens aandacht worden be
steed aan het voorkomen van
overlast voor derden". Er is voor
dit streven gekozen, omdat pros-
titutie^n byna alle bestaande cul
turen voorkomt en het niet is te
verwachten dat het verschijnsel
door een gericht beleid zou ver
dwijnen. Volgens de onderzoe
kers van de stichting heeft prosti
tutie dan ook een restfunctie ten
aanzien van alle seksuele ver
houdingen: er zullen altijd men
sen te vinden zijn die voor de be
vrediging van hun seksuele be
hoeften op prostituée blijven
aangewezen.
De stichting komt dan ook tot de
conclusie: „Het meest realistisch
lijkt om van het bestaan van pros
titutie uit te gaan".
Het beleid dient dan ook uit te gaan
van de integratie van de prostitu
tie in de samenleving. Op dit
moment wordt de positie van de
prostituée gekenmerkt door juri
dische rechteloosheid, persoon
lijke onvryheid en in veel geval
len economische uitbuiting. De
prostituant daarentegen (de man
die in contact komt met een pros
tituée blijft verborgen in de juri
dische en maatschappelijke ano
nimiteit, die hyzelf zo zeer na
streeft.
De Mr. A. de Graaf Stichting pleit
voor een neutrale houding tegen
over prostitutie en het voorwaar
delijk accepteren van het ver
schijnsel. Neutraal betekent in
dit verband: niet veroordelen,
maar ook niet bevorderen.
Werkloos
„Een vrouw zou dan ook het beroep
van prostituée moeten kunnen
uitoefenen en daarbij de rechts
bescherming krijgen die elke an
dere werknemer of zelfstandige
heeft. Op dit moment is de situa
tie zo, dat alleen de belasting
dienst de prostitutie als beroep
ziet, althans de inkomensten uit
prostitutie belast. De prostituée
kan zich echter niet verzekeren
tegen werkloosheid, of gemis aan
inkomsten wegens ziekte, of ar
beidsongeschiktheid. Zij is geen
verplicht verzekerde in de zin van
de Ziekenfondswet. Als zij in een
sexclub werkt, of anderszins in
een situatie van werkgever-
werknemer werkzaam is, is zij ten
opzichte van de „werkgever"
rechteloos. Ook kan zij geen rech
ten doen gelden op allerlei se
cundaire arbeidsvoorwaarden,
zoals vakantie die wordt doorbe
taald", aldus de onderzoekers
van de stichting.
Het is echter de vraag of in de prak
tijk de prostituèes zich willen la
ten manoeuvreren in de positie
van werkneemster. Afgezien nog
van het bestaan van de zelfstan
dige prostitutie en of er in het vak
behoefte bestaat aan wat al gauw
gezien kan worden als betutte
ling van de overheid, of van wel
ke organisatie dan ook.
Status
Bovendien is er natuurlijk niet al
tijd sprake van uitbuiting vaneen
prostituée. Ze kan uit vrijwillig-
Prostituee is rechteloos...
heid het vak gekozen hebben: om
het geld (hang naar luxe of uit
noodzaak); omdat ze van sex
houdt; om ermee in status te stij
gen; omdat ze niet van een ge
woon leven houdt; of omdat ze
mannen wil straffen. Een en an
der blijkt uit een onderzoek van
de Engelsman J. Sandford
Dat neemt niet weg dat het gewenst
is om te komen tot een breed op
gezet prostitutie-oeleid. Er liggen
wat dit betreft vraagstukken op
het gebied van de preventie, de
beroepsvoorlichting (wat te doen
als je eruit stapt), hetzij vrijwillig,
hetzij noodgedwongen?), de
jeugdprostitutie, de medische
begeleiding en hulpverlening
(ook op het terrein van huisves
ting, financiën en arbeidsver
houdingen).
De onderzoekers van de Mr. A. de
Graafstichting vinden ten slotte:
„Het is aan te bevelen om te stre
ven naar integratie van de prosti
tutie in onze samenleving, tegen
de achtergrond van een beleid
dat erop gericht is ongewenste
ontwikkelingen te voorkomen en
tegen te gaan. Een vergunnin
genstelsel met daaraan verbon
den een belastingplicht en een
recht op sociale zekerheid kun
nen daarvoor de basis vormen.
Deze ideeen moeten echter ver
der worden uitgewerkt op grond
van onderzoek".
„Een vergunningenstelsel voor
zowel sexinrichtingen als zelf
standig werkende prostituees
biedt voldoende mogelijkheden
de prostitutie zodanig te kanali
seren, dat er een situatie ontstaat
die voor iedereen zoveel mogelijk
acceptabel is. Wij gaan ervan uit,
dat door verbetering van de so
ciale positie van de prostituèes en
een vergunningenstelsel de cri
minaliteit rond de prostitutie zal
afnemen.
Reden hiervoor is dat de grote win
sten die op dit moment in het
prostitutiebedrijf worden be
haald door normalisering van het
bedrijf aanzienlijk worden be
perkt. Daardoor zal prostitutie
voor randfiguren minder aan
trekkelijk worden".