Barre tijd voor de Italiaanse adel PAG IN/ Z-3 LONDEN - Het Londense Theatre Royal Haymarket ligt er wat verlaten bij. De lichten aan de voorgevel en in de vitrines branden. Maar dat is alles. Van een bruisend cultureel leven is op dit uur geen sprake. De wat mismoedigd kykende man achter de kassa heeft een paar uur vóór de voorstelling geen last van over weldigende klandizie. Momenteel gaat in dit theater het stuk The Millionairessevan- Bernard Shaw, waarin naast Penelope Keith (bekend van de televisieserie Terug naar de natuur" als de wat extravagante buurvrouw Margot) Ian Ogilvy, de man die wereldberoemd is door de tv-serie „The return of the Saint", een onbeduidende rol speelt. Achter het theater loopt de Suffolk Street. Een doodlopend straatje, volgebouwd met oude huizen, die de tand des tijds maar nauwe lijks hebben kunnen doorstaan. Daartussen enkele bouwwerken, die zijn opgeknapt in een overdreven vlaag van modernisering en nu een ridicuul contrast vormen met de andere huizenHelemaal aan het einde van de straat hangt aan één van de puien een ouderwets vierkant lampje, met daarop de woorden Stage Door. Een man, die bij de ingang zit, twijfelt even of hij me wel de weg vaar de kleedkamer van lan Ogilvy zal wijzenMet gepaste eer bied praat hij over meneer Ogilvy. Uiteindelijk doet hij zijn plichten wijst me de weg. Ian Ogilvy, met parmantig snorretje, hangt schuin over een bed. Het is warm in de kleedkamer. Aan de witte muren hangt alleen een pos ter met de afbeelding van een aap. Tussen het bed en de wastafel met ouderwets ver lichte spiegel is een gordijn bevestigd. Ogilvy verzucht: „Het zijn drukke dagen. We hebben het stuk een paar maanden in de provincie gespeeld en nu gaan we er weer tegenaan in Londen. Er wordt hier veel aandacht aan ons be steed". De „Grote Bekendheid" is voor de 35-jarige Ian Ogilvy eigen lijk pas de laatste jaren geko men. Hij begon zijn carrière als zovelen, als hulpje van een toneelmeester. Maar om niet geheel onvoorbereid de sprong naar het podium te wagen, stapte hij eerst naar de Royal Academy of Dramatic Art. Na zijn studie was Og; 'lvy vooral te zien in zogenaamde low-budget produkties, die niet erg goed werd en bezocht. Hij speelde op toneel en in films, maar het medium tele visie bracht hem pas echt on dereen groot publiek. Hij was te gast in series als „De Wre kers" (in de tijd dat Emma Peel nog in de serie speelde) en pas enkele jaren geleden mocht hij zichzelf in het rijtje van bekende Engelse acteurs plaatsen, nadat hij een rol speelde in de „Familie Bella my" en (later) in „I, Clau- diqs". De rol van Simon Templar in Leslie Charteris' verhalen in „Return of the Saint" brach- ten Ian over de gehele wereld. En in de landen, waar hij niet filmde voor de afleveringen, wordt de serie wel uitgezon den, zodat ook de mensen daar wel vertrouwd zijn met zijn gezicht. Ondanks het feit dat Simon Templar van ge zicht was veranderd, bleek de serie nog een groot publiek te trekken. Ian Ogilvy samen met Anghared Rees in „The Millionairesse" in het Londense Theatre Royal Haymarket Snelle babbel Zo'n driejaar geleden werd Ian Ogilvy door producer Rob Baker gevraagd voor de rol van Simon Templar, de man met de snelle babbel, een snelle auto en altijd omringd door even snelle vrouwen. Roger Moore, die de rol van Templar vóór Ogilvy speelde, was door zijn Saint-vertol- king wereldberoemd gewor den. Maar Moore gaf er de voorkeur aan in de huid van James Bond te kruipen, nadat Sean Connerv geen brood meer zag in 007. Aan Ian Ogil vy de ondankbare taak om de Saint weer op het scherm te laten herleven. Hij deed het maar al te graag, de audities die voor de rol werden ge houden waren slechts een formaliteit (er kwamen zo'n honderd acteurs), want van tevoren stond in feite al vast dat de in het Engelse Wor thing geboren acteur Ian Ogilvy de rol zou krijgen. Vanaf mei 1977 zat Ogilvy ruim een jaar vast aan de rol van de Saint. En toen de ruim 16 miljoen gulden kostende se rie van in totaal 24 afleverin gen in Engeland werd ver toond bleken de reacties nog al koel. Het publiek was Moore nog niet vergeten. Het kon Ogilvy echter nauwelijks deren. Hij meent: ,.Ik wil niet met Moore worden vergele ken. Dat heeft helemaal geen zin. We zijn twee totaal ver schillende acteurs. De kijkers vergeleken Moore ook weer met Connery. Dat is onzin. Iedere acteur vult een rol op zijn eigen manier in. Ik doe dan ook geen enkele moeite om Moore na te doen". Toch bleef het voor de kijkers moeilijk wennen. Ogilvy: „De mensen zeiden dat de serie steeds beter werd. Daaraan kun je merken dat de kijkers alleen aan het nieuwe gezicht moesten wennen, want hier in Engeland worden de afleve ringen niet in de volgorde, waarin ze zijn opgenomen, vertoond. Maar ik denk dat men me nu wel heeft geaccep teerd. Aan de voorkant van het theater zag je een grote fo to van me hangen. Dat is al leen maar om mensen te trek ken, want in feite speel ik in het toneelstuk niet zo'n be langrijke rol. Toch komen de mensen er op af, omdat ze me kennen van de televisie". Verkoopbaar „De televisie heeft me beter verkoopbaar gemaakt. Je kan jaren in het theater staan en het publiek kent je nauwe lijks. Je speelt een keer in een populaire serie en iedereen kent je. Ik wilde na de opna mes van „Return of the Saint" weer graag terug naar het theater. De meeste mensen uit het vak dachten dat ik dat dus niet meer zou willen. De grote ster van de tv in een bij rol op het toneel. Dat kon vol gens hen niet. Dat is onzinnig. Acteren is mijn vak en het maakt me weinig uit of ik dat nu voor film, tv of in een to neelstuk doe. Ik vind toneel gewoon fijn om te doen, voor al ook omdat het wat rustiger gaat dan bij het maken van zo'n serie. „The return of the Saint" is gemaakt alsof het een bioscoopfilm moest wor den. Alles is op lokatie opge nomen en dat betekent dat er razendsnel gewerkt is. Je' staat onder grote druk. Tijd is geld en dat komt de kwaliteit niet altijd ten goede". Op het scherm is Ogilvy de Su perheld in een witte Jaguar, liefhebber van een goede ou de whisky en immer bereid tot het verrichten van atleti sche handelingen. In zijn kleedkamer van het Theatre Royal Haymarket blijkt daar nog maar bitter weinig van. Het succes heeft hem nauwe lijks aangetast. De Superheld heeft geen kapsones gekre gen en hoewel hij een enigs zins atletisch uiterlijk heeft, is daar wat zijn prestaties be treft niets meer van terug te vinden. Terwijl hij nog maar een sigaret opsteekt: ,.Ik ben helemaal niet zo atletisch, maar ik kan acteren alsof ik het ben. Op school heb ik wel eens wat aan roeien gedaan, maar daarna heb ik me nauwelijks meer met sporten bezigge houden. Tijdens de opnames blijf je wel een beetje in vorm. Dat regelt zichzelf allemaal. In Italië bijvoorbeeld hebben we gewerkt op een strand in de zinderende hitte. Ik moest gewichten in mijn handen houden. Dan blijf je wel in vorm". De stunts in „The return of the Saint" zou Ogilvy het liefst allemaal zelf doen. Gevaarlijk lijkende slippartijen met de Jaguar, een sprong uit een raam of een duik van de rot sen, hij ziet er niet tegenop. Maar de verzekering maakt het de acteur onmogelijk om een eventuele doodsmak te maken. Ian: „Ik kan helaas niet verzekerd worden voor de stunts. Een stuntman kan zich per actie laten verzeke ren, maar bij mij wil men er niet aan beginnen. En dat is ook niet geheel onbegrijpe lijk. Als een stuntman ge wond raakt en hij belandt in een ziekenhuis, dan huurt de filmmaatschappij een andere stuntman. Als mij iets over komt bij het uitvoeren van een gevaarlijke actie en ik kom in een ziekenhuis, dan is men gedwongen te stoppen met filmen. Als zo'n grap dan zeven weken gaat duren, dan kost dat kapitalen. Natuurlijk ben ik wel verzekerd, voor als er een lamp naar beneden komt of zoiets. Maar al het stuntwerk is uitgeslo ten". Dertig landen Je serie „The return of the Saint" werd nu al aan zo'n dertig landen verkocht. Al leen Amerika wil er (nog) niet aan. Ian Ogilvy: „In eerste in stantie zouden Frankrijk, Ita lië en Duitsland financieel meewerken. Later trokken deze landen zich terug, maar omdat alle scripts al geschre ven waren en dc handelingen zich afspeelden in de landen die geld zouden betalen, heeft men dat zo maar gelaten. Voor de verkoop naar Ameri ka hebben we ook rekening gehouden met het geweld. Niet al te veel dus. Men heeft daar echter nog geen beslis sing genomen. In principe wilden de makers van de serie vijf jaar doorgaan met deze opzet. Nu Amerika nog geen beslissing heeft genomen, worden die plannen ge dwarsboomd. Het is nu dan ook nog onduidelijk of er ooit nog een Simon Templar- reeks zal worden gemaakt. Voor mijzelf hoop ik het wel. Ik werk prettig bij de opna mes en de populariteit brengt wat geld in het laatje. Winkels openen en zo". Het karakter van Simon Tem plar is in de loop der jaren (in 1928 schreef Leslie Charteris al zijn eerste verhaal over de Saint) wel aan enige verande ringen onderhevig geweest. „De Saint was in het begin een dief die af en toe nog een moord pleegde ook. En hij rookte bovendien. Toen Les lie Charteris ophield met ro ken, kreeg Simon ook geen sigaret meer in de mond ge schreven. Er is veel veran derd. Een moordende dief kan je tegenwoordig niet meer aan het publiek slijten. Dat willen de mensen gewoon niet meer. Charteris heeft drie stelregels voor zijn hoofdper soon: hij mag niet gewond ra ken, omdat je dan zijn Su perman-image aantast; hij mag nooit trouwen, omdat helden nooit trouwen, en hij mag nooit meer roken, omdat Charteris daar zelf ook mee gestopt is". In tegenstelling tot James Bond is Templar nimmer in een bed te vinden in gezelschap van fraaie dames, die overigens wel iedere aflevering komen opdraven om een sexy cachet aan het geheel te geven. De goede Simon mag van de schrijver dan al niet trouwen, ook seks is uit den boze. om dat het hier om een familie programma gaat, dat in En geland op zondag vroeg in de avond wordt uitgezon den. Een duidelijk verschil dus. Ook Ian ontdekte dat op jeugdige leeftijd al. Hij zegt grinni kend: „Toen ik jong was ben ik Bond gaan lezen om de eenvoudige reden dat er in die boeken wel „dirty scenes" voorkwamen". Overeenkomsten Ondanks dit elementaire ver schil is Ian Ogilvy van mening dat er tussen Bond en Tem plar vele overeenkomsten zijn. Ook voor het publiek zal het volgens hem weinig uil maken of men nou naar de geheim agent of de gentlemen speurder zit te kijken. Hij meent: „Veel mannen zullen zichzelf zien in Bond en Tem plar. Ze worden beiden om ringd door mooie vrouwen, ze kunnen alles en hebben altijd de beschikking over veel geld. Wat wil een mens nog meer? Overigens, mijn oom in Hollywood, David Ogilvy, heeft ontdekt dat niet de de de film kijken, „Of ikzelf veel van de Saint weg heb? Ik dacht het niet. Hij lijkt denk ik meer op Leslie Charteris. Ik denk dat de hui dige Simon Templar meer weg hceft.van mij, dan ik van hem omdat ik als acteur pro beer mijn eigen stempel tc drukken op zijn karak ter". tnlië nffi- i. ROME - De adel in Italië, offi cieel genegeerd maar wel in het nieuws door een flink aandeel in de ontvoeringen en aanslagen door zowel gewone misdadigers als terroristen, maakt een barre tijd door In de periode van het "Dolce Vi ta" van de jaren zestig vulde het doen en laten van Ita liaanse blauwbloedigen de roddelkolommen in de inter nationale boulevardbladen. Fotografen die de bijnaam van "Paparazzi" kregen vanwege hun vasthoudend heid, hielden zich elke avond op voor de nachtclubs aan de Via Veneto, om edelen te kie ken die er met aankomende filmsterretjes aan de arm uit kwamen, tot machteloze woe de van hun vrouwen thuis. Maar de laatste jaren zijn de edelen op een andere manier geschotenIn november 1973 werd graaf Luigi Rossi di Montelera van een bekende vermouth-firma 119 dagen gevangen gehouden door ont voerders. De politie bevrijdde hem daarna uit een kelder onder een stal waar mest was opgeslagen. Rossi is nu lid van het Parlement en ijvert ervoor dat ontvoerders straf fen krijgen die rechtstreeks in verhouding staan tot tal dagen dat zij hun slachtof fers hebben vastgehouden. In augustus 1975 werd het ver koolde lichaam gevonden van de welgestelde landedelman graaf Gianfranco Lovati. Hij was een week tevoren ont voerd. Zijn lijk lag in de kof ferruimte van een auto die in de buurt van de stad Brescia stond geparkeerd Grondbezitter Massimaliana Grazioli, een 66-jarige Her- tog, werd in november 1975 door gewapende mannen ge grepen bij Rome Zijn familie legde een losgeld van onbe kende grootte op tafel nadat de ontvoerders het equivalent van elf en een half miljoen dollar hadden geëist.- Maar Grazioli keerde niet terug en de politie vermoedt dat hij dood is. Markies Giovanni Theodoli, 53- jarige hoofddirecteur van de Italiaanse Chevron, werd in april 1976 door terroristen in het centrum van Rome negen Een archieffot van de Zweedse filmster Anita Ekberg. die destijds een belangrijke rol vertolkte in de geruchtmakende film "La Dolce Vita". keer in de benen geschoten. De adel leerde zijn les. Hij laat zich zomin mogelijk zien. De Via Veneto is bij lange na li iet meer wat zij geweest is en de toeristen zoeken er vergeefs naar bekende gezichten. "We gaan niet meer uit." zegt Gravin Olghina di Robilant, Wier 25-ste verjaardag in 1958 een inval door de politie uitlokte en een schandaal werd. Op het feestje was een Turkse buikdanseres opge treden, wier suggestiviteit hedentendage geen enkel op- flevruuw di Robilant zei in een interview: "Door al die ont voeringen en aanslagen blij- ellijke tilel thuis. We gaan 's mid dags naar de film in plaats van 's avonds. We geven privé- diners thuis en wanneer we al uitgaan .gaan we niet meer in het lang". De Republiek ltahe schafte in 1946 met de Monar chie ook de adel af. maar de titels zijn op de visitekaartjes blijven prijken. Wel lijkt de Italiaanse adel in een identi teitscrisis te zijn terechtgeko men Hij maakt zich niet po pulairder toen wijlen de fas cistische Prins Junio Valeria Borghese in 1970 een zeer slecht voorbereide staats greeppoging ensceneerde. Gravin di Robilant zegt: "Een titel bezorgt je in bepaalde wel een goed tafeltje, maar de jaren van het Dolce Vita heb ben, geloof ik. toch meer kwaad dan goed gedaan. Mijn familie is jaren geleden haar geld kwijtgeraakt,zodat ik altijd heb moeten werken. Twintig jaar geleden was het in om als edelman te zeggen dat je een baan had. Dat was voor de grap. Nu geef je toe datje moet werken om te kun- helemaalniet gek aristocratie in dienst te nemen. Tenslotte hebben velen van ons een uit stekende opvoeding gehad." Zo'n edelman die voor zijn brood moet werken is Don Fi- lippo Napoleonc OrsiniPrins van Solofra. wiens familie de Roomskatholieke Kerk vijf pausen heeft geleverd. Orsini. nu 58, zorgde in 1958 voor de grootste opwinding door zijn romance met de later .veron gelukte Brit se filmactrice Be linda Lee. Zij verliet hem in 1961, maar toen was Orsini's huwelijk stukgelopen en had Paus Pius de Twaalfde hem ontslagen als Prins-Assistent bij de Pauselijke Troon, een ereambt dal hij deelde met het hoofd van een andere roem ruchte familie, de Prinsen Colonna. Orsini's plaats werd ingenomen door Prins Torlo- nia di Civitella Cesigeparen teerd aan het Spaanse ko ningshuis. Paus Paulus de Zesde zou later alle adellijke ereambten ten Vaticane afschaffen en de rol van de zogeheten "Zwarte Adelbeëindigen Orsini, wiens broer Raimondo egt mgsz\ ■ens de in Sora end i x-ke afdeling van de neo-faseisti- sche partij Movimento Sociale Italiano, die er bijvoorbeeld voor pleit dat terroristen en bedrijvers van ernstige mis daden de doodstraf krijgen Orsini betreurt zijn fascistische opvattingen, zijn echtschei ding en zijn oneervolle verja ging van het Pauselijk Hof niet In 1939 stelde hij zich be schikbaar voor het leger van de Nationalisten van Gene raal Franco in Spanje. In de tweede wereldoorlog vocht hij in de Italiaanse gelederen te gen de Russen en na de val van het fascistische bewind belandde hij in de gevange- "Als ik het opnieuw moest doen, zou ik het precies zo doen als ik het gedaan heb," zei hij in een interview. "En dat omvat ook mijn echtscheiding en ro mantische avontuur in 1958 De werkende edelman Orsini di Solofra zegt. misschien wat verrassend: "Ik heb altijd iets gehad tegen de manier waar op sommige edelen leven. Zij hebben soms nog steeds een middeleeuwse benadering en vinden dat zij meer geëerd be horen te worden om wat zij be lichamen dan om wat wij tot stand brengen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 23