in aan tocht! pffo Ac V@üï)dl<§fifï)<g)s ,flP© 8fi)Vll®®dl V®(n) <sl® k <g®W®lJ,<2l<§>ln)P'7 lATERDAG 20 JANUARI 1979 EXTRA PAGINA 19 "Parlement en pers moe ten eens wat meer op de man durven spelen. Dat is gewoon slecht bij ons. Dat we er zo te genop zien om een man of vrouw die het in de ministersploeg slecht doet te laten verdwij nen. Niks crisis. Die man moet weg. Een fa lende voetballer wordt in de maandagkrant even de vernieling in geschreven, maar van een falende minister of staatssecretaris, ho maar, daar blijft ieder een van af Door Reinier v.d. Loo UTRECHT - „Al onze staatsrechtgeleerden en jullie, journalisten, zijn duidelijk te kort geschoten: niemand heeft ooit de moeite genomen om eens te onderzoeken, te meten, wat ons parlement nou aan werkelijke macht heeft ingeboet. Waar het te kort schiet. Wanneer het onder het juk van het kabinet is doorgejaagd. Of het wel steeds meer achter de maatschappelijke ontwikkelingen aanloopt. Of het de actie- en pressiegroepen niet meer kan bijhouden. Of het zich door beter geinformeerde ministers laat ringeloren en bij de neus laat nemen. Terlouw, Schakel, Van Thijn, ze hebben er de laatste tijd de mond van vol. Ik zeg: al die beweringen over uitholling van de invloed en de macht van het parlement, van het Nederlandse volk dus, berusten niet op feiten. Het is gewoon niet waar dat er nu meer door de Kamer aan de regering wordt overgelaten dan bijvoorbeeld voor de oorlog. Kijk eens naar ons budgetrecht, naar de algemene maatregelen van bestuur, die eerst door de Kamer gaan, naar juist de positieve invloed van maatschappelijke groeperingen op de democratise ring, kijk eens naar het vooroverleg dat er met de Kamer wordt gevoerd over wetsontwerpen (nota van wijzigingen) en vooral: zie eens hoeveel invloed het parlement tegenwoordig heeft op de totstandkoming van kabinetten. Niks hoor, kun je niet hardmaken, sterker nog, de invloed, de macht als je wilt, van de Kamer is juist groter geworden". Anne Vondeling, de blijmoedi ge optimist, de grote verdedi ger van „zijn" klas kamerle den, vaak betiteld als de glad- strijker van hun al dan niet vermeende schandaaltjes. Maar ook de „bedrijfsleider" van de Kamer, de goedlachse stuntfietser maar ook de en gel der wrake als hij of andere parlementariërs worden „ge pakt", in de pers bijvoor beeld. Een vurige engel als-ie man en paard noemt en De Volkskrant voor de.Raad van de Journalistiek sleurt, of het koddige Rubens-engeltje dat lang niet door iedereen ge waardeerde grappen uithaalt met de redactie van Vrij Ne derland. Goedlachs, maar fa natiek, innemend prater, maar ook hard en kri tisch. Kritisch tegenover „zijn" Ka mer. Zeker ook. Al veegt hij de meeste aanklachten tegen niet-functioneel zijn, tegen verlies aan macht, tegen ge brek aan invloed, tegen het niet meer kunnen bijsloffen van de maatschappelijke ontwikkelingen als „onbewe zen, overdreven en zelfs on juiste kritiek" van tafel. Maar toch: de meerderheid in de Tweede Kamer zit aan handen en voeten aan dit ka binet vast op basis van de formatieafspraken. Als er ook maar iemand zwaait met een zware motie krijgt-ie de wind van voren van het kabinet dat onmiddellijk met een crisis dreigt. En er zijn maar weinig parlementariërs die de ver antwoordelijkheid daarvoor op zich willen nemen. Per slot duurteen kabinetsformatie in dit land langzamerhand ten minste een half jaar. Waar blijfjedanmetje vrij heid van handelen? Het is nogal een verschil of een onafhankelijk parlement dagelijks namens zijn kiezers het doen en laten van vorst en kabinet contro leert of dat de regering in feite het dagelijks bestuur is van de meerderheid in dat parle ment. Vondeling: „Ik bestrijd dat de Kamer aan handen en voeten is gebonden door allerlei for matie-afspraken. De echte knelpunten zijn daar meestal uit weggelaten. Den Uyl had er destijds wel van alles in staan over de WIR, de Onder nemingsraden, de VAD, maar geregeld, echt vastgelegd was er niets. Nu is dat wéér zo, bij voorbeeld met de abortus kwestie. De kamermeerder heid heeft nog steeds de han den vrij. Over beginseluit spraken kun je nog heel wel discussiëren. Alleen met con crete feitelijke afspraken ligt dat anders. En als u beweert, dat iedere parlementariër nu in feite on der de couveuse van het ka binet zit omdat de ministers ploeg zo vlot met zijn „onaan vaardbaar" zwaait als er een motie dreigt, dan zeg ik op nieuw: kom nou eens met bewijzen, met cijfers. Ge beurt dat meer dan vroeger? Kom nou". Dominees „Kijk, wij lopen hier altijd over van de kritiek. Wij zijn nu eenmaal een land van domi nees, van moralisten, van 50 of meer kerkgenootschap pen. Iedereen weet het beter. Wij zijn geen land van politici. Kijk eens om je heen. Britten, Scandinaviërs, zelfs de Bel gen zijn heel wat pragmati scher dan wij". „Neem nou die huiver voor het veroorzaken van een crisis, waaruit u afleidt dat niemand meer echt zijn mond durft open te doen tegen de rege ring. Nog niet zo lang geleden is als ongeschreven wet aan vaard dat we, als er dan al een crisis wordt veroorzaakt, ook verkiezingen moeten gaan houden". Enige aarzeling, dan: „Wel verdraaid, ga d'r maar aan staan, nieuwe ver kiezingen. Dan moetje inder daad wel erg goede redenen hebben". Op de man „Ik zal u 'ns wat anders zeggen. Je kunt makkelijk uit die hele crisissfeer weg als dit land, als, inderdaad, ook wij parle mentariërs, maar zeker ook jullie van de pers eens wat meer op de man durfden te spelen. Da's gewoon slecht bij ons. Dat we d'r zo tegenop zien om een man of vrouw die het in de ministersploeg slecht doet te laten verdwij nen. Niks crisis. Die man moet weg". ,,'t Is toch te gek dat we voor de kernploeg van de schaatsers eerst selectiewedstrijden houden en er dan, pats, boem, één laten afvallen, terwijl zoiets bij ons hoogste team, de eredivisie van onze demo cratie, domweg niet gebeurt. Die incapabele figuur blijft gewoon zitten". „Onze politiek is daarin volko men onvolwassen. Je moet zaken niet van personen scheiden. De Nederlandse pers - nou moet ik voorzichtig zijn, anders komt er weer zo'n frontale aanval - is nog altijd ver onder de maat, waar het gaat om de beoordeling van personen. Bij een debuut van een 20-jarige artieste wórdt zo iemand toch even gekraakt, of kijk in de maandagkranten, de manier waarop een falen de voetballer even de vernie ling wordt ingeschreven, of kamerleden: het ene nep- schandaal na het andere; kri tiek op de hoogste poten - maar ministers, staatssecre tarissen? Ho maar, daar blijft iedereen van af'. De beste - Maar als het dan tóch eens ge beurt, blijft de man ijskoud op zijn stoel zitten. Neem staats secretaris Brokx met zijn mislukte circulaire, ivaar-ie niets meer van bleek te weten: „Te moe na mijn reis door China", of zoiets heette het toen. „Daar heeft u gelijk in. Ik vind het inderdaad belachelijk dat je voor zulke hoge posten niet gewoon de allerbeste mensen kunt vinden. Ik geef overi gens toe dat het niet zo erg in de aard van de Nederlander ligt om op de man te spelen. Het wordt hier al gauw ver taald met pootje haken of' rooie-kaartspel. Nee, fair, dat moet kunnen". - En toch gebeurt dat meer in de pers dan in het parlement. De kranten hebben Van Agt des tijds stevig gepakt toen de man zijn stukken in het eerste Menten-debat niet bleek te kennen. Herrie genoeg, maar d'r gebeurt niets. Ook niet in de Kamer. „Mij wordt vaak verweten dat ik de Kamer te snel de hand bo ven het hoofd houd. Zoals in de zaak met de koopsompo- lissen. Maar kijk eens naar jullie zelf bij de kranten. Na alle geroep over hele trossen schuldigen blijft er feitelijk niets over dat niet door de beugel kan. Okay, Wester terp. Die had wat beter moe ten uitkijken". Van der Stee „Ik vind het helemaal geen goeie journalistiek van zo'n Van Wijnen van Het Parool die als informatiebron een dronken minister gebruikt. Had-ie toch wel wat voorzich- tiger mee moeten zijn". „Maar jullie doen het één wel en laten het ander: iedereen op het Binnenhof weet dat die minister Van der Stee (CDA) was. Van Agt had tegen hem moeten zeggen: erken je fout, openlijk. Vervolgens heb ik als Kamervoorzitter mijn nek verder dan wie ook uitgesto ken door alle feiten nog eens op een rijtje te zetten en leg voor jullie de bal vlak voor het doel, nog dichterbij dan de penalty-stip. Als jullie hem dan niet inschieten is dat jul lie zaak. Misschien zijn jullie te netjes of zeg je: „Ach, zo'n rotterd is die Van der Stee nou ook weer niet". „Nee, zeker, 't Is geen kwaaie. Ik zeg hem wel eens als-ie weer wat zit weg te dommelen in de Kamer na een diner: „Pak nou 'ns een stuk papier en een potlood en schrijf eens wat op", maar verder is er niks op 'm aan te mer ken". Praten, praten - Zo kan democratie dus óók functioneren: de kamervoor zitter die een minister aan z'n oor trekt! „O daar kan ik je nog wel meer van vertellen. Wij hebben een typisch praat-parlement. Oe verloos. Drie, vier man her halen uitentreuren wat de vo rige al heeft gezegd. Ik begrijp best dat sommige mensen dan zeggen dat ze in de Kamer alleen maar staan te praten om gehoord en gezien te wor den. Prima wat die afgevaar digde mevrouw Muller-Van Ast (PvdA) begin november deed: mevrouw Veder-Smit de mantel uitvegen nadat ze twee uur had gepraat en bijna niets gezegd". „Weet je dat ze in de Duitse Bondsdag niet eens avond vergaderingen kennen? Al leen bij zeer hoge uitzonde ring mag daar iemand langer dan 10 minuten aan het woord blijven. En hier bij ons be staat er geen spreektijdbe perking voor een minister. Die kan, zo is dat in de Grondwet geregeld, altijd het woord krijgen. Dat kun je hem dan moeilijk weer afne- „Alleen ben ik de laatste tijd toch wel rigoureus aan het in krimpen. Ook bij ministers. Met die lampjes-toestanden die ik heb laten aanbrengen, schieten we niet zoveel op, maar ik zeg tegenwoordig makkelijker dan vroeger te gen een minister, als we tevo ren hebben afgesproken dat- ieeen uur krijgt en zijn tijd vol is: Nog vijf minuten, geef de rest maar schriftelijk. Dat is wel in strijd met de wet, maar och, niemand zegt er wat van, dus doe ik 't". Heilige koe „Soms wou ik dat ik meer macht had als voorzitter: soms zou ik die eindeloze pra ters wat graag tot stoppen willen dwingen. Maar het spreekrecht is een soort heili ge koe. En de jongste kamer leden denken dat het zo hoort en gaan er vrolijk mee door. De meesten kunnen het ge woon niet: de sterkste punten uit hun betoog halen, daar een vlotte show mee maken en de rest schriftelijk afdoen". „Ons parlement wil ook eigen lijk in alles het laatste woord hebben. Zou helemaal niet moeten. Ik vind de toene mende invloed van zulke maatschappelijke organisa ties als de SER helemaal niet verkeerd. De Kamer raakt daar echt geen macht door kwijt. Men zou, bij alle druk te, waar elk Kamerlid terecht over klaagt, juist veel meer moeten afstoten. Decentrali- „Vooral ook by de departemen ten. Het is, zoals u zegt, toch te gek dat een gemeente te biecht moet bij Verkeer en Waterstaat om een bushalte te mogen verplaatsen. Ze zijn daar, en trouwens ook op Volkshuisvesting, zo centra listisch als de pest. D'r zou veel meer gedelegeerd moe ten worden". „Maar Terlouw, die klaagt dat het parlement geen „grip" meer heeft op de hoofdlijnen, alleen nog maar detail-werk mag doen en daarin door ge brekkige voorlichting tegen een met deskundige ambte naren omringde minister ook nog eens de boot in gaat. Dat is toch overdreven". „Ja, dat een fractievoorzitter het werkelijk te druk heeft, daar ben ik het mee eens, en dat-ie daardoor wel eens ge frustreerd raakt omdat-ie nog zo veel meer zaken had willen aansnijden, goed. Maar wat let 'm om zelf voorstellen in die richting te doen? Laat-ie bij motie voorstellen hier eens een onderzoek naar te la ten doen. Da's nooit ge beurd". „En Van Thijn, die klaagt over de matige bestaffing, te wei nig mensen om als kamerlid op terug te kunnen vallen. Heeft-ie ooit zelf een voorstel gedaan om er wat aan te ver anderen?" „Ik vind het allemaal een beetje goedkoop geklaag. D'r is niet zoveel feitelijk mis met de macht en de invloed van de Kamer. Waar ter wereld heb ben ze hoorzittingen? In de VS en hier. Een geweldig machtsmiddel. En van het vereenvoudigde enquête recht kan ook naar believen gebruik worden gemaakt. Ik geef toe, het is een hele rompslomp om zoiets op touw te zetten, maar als een speciale commissie er om vraagt omdat bepaalde per sonen niet onder ede willen getuigen, dan kan het, al tijd". Ondeskundig „Bovendien, elk kamerlid kan naar een ambtenaar lopen als- ie meer gegevens over een zaak nodig heeft. Die ambte naren zijn niet meer zo moei lijk en terughoudend als vroeger. De slechte uitzonde ringen daargelaten. Bij som mige ministeries wordt elke vraag eerst nog aan een secre taris-generaal voorgelegd. Maar een heleboel kamerle den weten de weg ook niet, zijn te ondeskundig of aarze len te vaak". „Ik zeg altijd: zorg dat je goed beslagen ten ijs komt, met fei ten, zodat een minister je niet op details kan pakken; dan val je ook niet op je ge zicht". „Sommigen denken dat als ze maar vragen, vragen en nog eens vragen stellen, dat ze dan een leeuw voorstellen. Maar het zijn lammetjes zolang hun vraagstelling geen klauwen heeft". Actiegroepen - De toenemende invloed van de zogenaamde buitenparle mentaire oppositiede actie groepen. Ze bereiken meer dan de grijze, zwijgende meerderheid en hebben vaak rechtstreekse buidingen met sommige partijen. Zit daar geen aantasting in van wat het parlement hoort te zijn: een vertegenwoordiger van het héle Nederlandse volk en niet van een kleine pressie groep? „Er bestaat daar inderdaad wel wat onevenwichtigheid. Had je trouwens vroeger ook al. Hoewel ze maar een piepklein deel van ons volk uitmaken, krijgen vissers en schippers hier altijd, per traditie, een ongelofelijk stuk aandacht. Geldt ook wel voor sommige actiegroepen. Maar als het goeie zijn, bereiken ze veel". - U ontvangt ze bijna altijd, ac tievoerders of hun handteke ningenlijsten. Een paar dui zend handtekeningen heb je zo. Geeft u ze daarmee niet te veel gewicht tegenover „uw" eigen kamerleden? „Het recht van petitie is bij de wet geregeld. Vervolgens ga ik er van uit dat een actie lan delijke betekenis moet heb ben of als ze toch lokaal is een unieke zaak moet vertegen woordigen. Amelisweerd, de Leidsebaan-actie en dergelij ke. Ik haal er dan altijd de voor zitter van de desbetreffende kamercommissie en de grif fier bij, zodat de ontvangst ook een functioneel karakter krijgt. Vergeet bovendien niet dat ik de public rela- tionsman van de Kamer ben!" Lobby's „Goeie actiegroepen, in som mige gevallen zelfs wel lob by's te noemen, vond ik altijd jullie zelf, de media: jullie we ten zo verdomd goed met je vakkennis en in de weten schap dat anderen toch wel afhankelijk van jullie zijn, je zin te krijgen". „Zeer sterk was destijds ook de studentenactie. Maar dat lijkt voorbij. Daar zit niet meer die intelligentie van de jaren zes tig. Ze hebben ook geen doe len meer". „Vakbekwaam zijn doorgaans ook de milieugroepen. En niet te vergeten de sterke lob by van de ondernemers en de vakbeweging". „En verder? Ja, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft een behoorlijk sterke invloed bij Binnenlandse Za ken, bij Justitie was dat bij voorbeeld de Coornhert Liga en zijn dat de vrouwengroe pen - zéér sterk! - bij Land bouw het landbouwschap. Bij Financiën nota bene de staatsloterij-colporteurs en bij Buitenlandse Zaken hooguit Sietze Bosgra". „Maar voor het overige? Over drijf hun invloed toch niet. Veel acties zijn erg interes sant voor de bewustwording, maar de resultaten zijn dik wijls gering. Alleen een kleine sterke guerrilla brengt het ver. Kijk naar Nieuw Links in de PvdA". „Een bedreiging voor het par lement? Nee hoor, ook bij ons is het gevoel van het alleen vertoningsrecht aan het weg ebben'. Monopolies „Ik wil overigens nog wel een paar nieuwe actiegebieden aanstippen. Daar zouden we nog eens wat aan moeten doen. De KLM, de PTT, de Spoorwegen. Monopoliebe- drijven. Daar nipt alleen de Consumentenbond zo af en toe eens aan. Maar daar ligt een oceaan van actie voor werkgroepen, zo mogelijk op universitair niveau. Waarom betaalt iemand die van Rot terdam-Noord naar Rotter dam-Zuid belt een eenheids- tarief dat hem heel wat min der kost dan twee mensen in twee Friese dorpen die inter lokaal moeten draaien? In vind zoiets onrechtvaardig, maar kom maar eens aan de PTT. Of aan de vreemde ver schillen in tarieven bij het openbaar vervoer. Of zo'n an der taboe: wie doet er eens wat aan het verspillen van miljoenen bij de gezond heidszorg? Geen mens durft in de aanval. Je lijf en leden, de gezondheid, daar huiveren we voor, da's ongepast om daar iets tegen te doen, hoor je dan". Vertrek - En toch, terwijl u enerzijds zo blijmoedig en positief bent over ons parlement, over onze democratie en er anderzijds toch ook nog heel wat aan wilt verbeterengaat u nou plotse ling naar het Europese Par lement in Straatsburg. Een trapje hoger op de parlemen taire weg. Een vlucht? Toch niet echt tevreden met ons sys teem? „O nee, zeker geen vlucht. Ik wil om de vijf jaar wel wat anders. Ik heb er behoefte aan om op Europees niveau de samen werking en vooral de open heid te bevorderen". „En ik beloof u, ik ga daar niet voor spek en bonen zitten. Als iedere Europese parlementa riër vindt dat meneer Hafer kamp moet opstappen omdat hij een slechte commissaris buitenlandse betrekkingen is, dan vind ik ook dat die Duitser weg moet. Maar nie mand doet wat. Ik zou wél wat doen". „En als Giscard d'Estaing onre delijk dwars gaat liggen in een Europese ontwikkeling, zou ik niet te beroerd zijn in Parijs zelf een parlementaire hoorzitting te laten organise-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 19