Zimbabwe wil geen gijzelaar zijn iQ eigen land Wij zullen rijkdom, symbool van onderdrukking, verwoesten" VRIJDAG 5 JANUARI 1979 van koloni/t tot ga/t- arbeider GPD-redacteurFred Sanders reisde in december gedurende vier weken door zuidelijk Afrika. Vandaag publiceren wij het eerste artikel (uit een serie van vier) van zijn hand, waarin hij zijn in drukken weergeeft. Thema is: de rol en positie van de blanke kolonisten in een zich emanciperend zwart Afrika. George Kahari, Nkomo's man in Salisbury BLANTYRE-SALIS- BURY - De wachtka mer van het internatio nale vliegveld van Ma lawi, bij de stad Blanty- re. Acht mensen zitten vier uur lang te wachten op het vliegtuig dat hen naar Johannesburg zal brengen. Alle acht af komstig uit Lusaka, hoofdstad van Zambia. Zeven blanken, onder wie één kind, één jour nalist en één zwarte Rhodesiër. Evenals de journalist is de zwarte Rhodesiër bezig via een krank zinnige omweg van Lusaka naar Salisbury te vliegen, de hoofdstad van Rhodesië. De politieke omstandigheden in zuidelijk Afrika maken dat de ze route 3200 km lang is. Recht streeks zou de afstand Lusaka- Salisbury 400 km bedra gen. Onderwerp van gesprek: de politieke toestand in zuidelijk Afrika. Het is avond, donker, de dienstverlening op het vlieg veld schiet hevig tekort, zeker gezien de draaischijffunctie die het politiek neutrale Malawi in zuidelijk Afrika heeft. Kortom: de stemming zit er al snel in onder de tijdelijk gestrande reizigers. De fles whisky van de in Kenia wonende Duitser (hij vertegenwoordigt een groot farmaceutisch concern) gaat van hand tot hand. „Zie je wel", zegt Willy van Iersel, een Nederlandse dame die al 18 jaar in Zambia woont en in Ndola, in het noorden van het land, bij de kopermijnen, een kapsalon drijft, „zie je wel dat wij geen racisten zijn. We pra ten toch heel gewoon met die zwarte. Ik vind hem aardig, hij heeft een intelligent gezicht" Eerder had ze mij uitgelegd hoe moeilijk het leven was, in Zambia, waar de zwarten wel politiek de baas zijn, maar niet in staat zijn de economie draai ende te houden. Brand Het gesprek komt op Salisbury, waar zwarte nationalisten het oliedepot in brand hebben ge schoten. „Het zal niet lang meer duren of Smith ligt op zijn knieën", zegt de zwarte Rhode siër, wiens gezicht mij vaag be kend voorkomt. „Waar hoor jij eigenlijk bij?", vraagt de blan ke Zuidafrikaan, die even tevo ren heeft uitgelegd wat een vol slagen chaos hij, werktuigkun dige in de mijnbouw, heeft aangetroffen in het Zairese Kolwezi, waar van de vele hon derden blanken in de koper- cobaltmijnen er na de recente opstand nog maar 35 over zijn. „Ik ben vertegenwoordiger van het Patriottisch Front", zegt de zwarte Rhodesiër, „van de par tij van Joshua Nkomo". Even is het stil, dan barst de woede los „Moordenaars zijn jullie. Jullie willen je land naar de donder helpen. Let maar op, jullie heb ben ons nodig, de blanken, om de zaak draaiende te hou den" De vertegenwoordiger van Nko mo legt uit dat wat hem betreft de blanke Rhodesiërs ook best in het land mogen blijven, mits ze maar niet denken dat ze hun huidige bevoorrechte positie kunnen houden. Even lijkt het erop dat de blanke Zuidafri- kaari (geen Zuidafrikaan, vindt hij zelf, Welshman, ook al woont hij al dertig jaar in Zuid- Afrika) op de vuist wil gaan, maar mede dank zij tactvol op treden van de Duitse Keniaan met de whiskyfles en van Willy van Iersel wordt de vrede her steld. Totale oorlog Voordat we in het toestel naar Johannesburg stappen, maak ik nog even een afspraak met de zwarte Rhodesiër; George Kahari blijkt hij te heten, we hebben elkaar twee jaar gele den gezien tijdens de Rhodesië- conferentie in Genéve. Hij is nu één van de zeer weinige leiders van Nkomo's partij, de ZAPU, die nog niet ofwel uit Rhodesië zijn gevlucht ofwel gearres teerd. We maken een afspraak: als hij niet bij aankomst in Rhodesië wordt gearresteerd en als ik niet onmiddellijk na aankomst word uitgewezen, gaan we samen een kop koffie drinken in hotel Monomatapa in Salisbury. Ondanks aanvankelijke berich ten van het tegendeel laat het Rhodesische bewind mij toe. Als ik kort na aankomst het nummer draai van George Ka hari blijkt dat hij na de landing in Salisbury is aangehouden, maar na een verhoor van enkele uren toch weer is vrijgela ten. „Wij gaan de strijd verhevigen", zegt hij met een strak gezicht. „Dat is nu eens geen retoriek, het is een besluit van het Pa triottisch Front. Wij hebben besloten dat wij de blanken in Rhodesië nu zullen gaan tref fen waar het pijn doet: in hun bezittingen. We gaan van het stadium van de guerrilla naar dat van de totale oorlog. Dat be tekent dat ook de burgerbevol king bij de oorlog is betrok ken" Krachtige taal, op de tiende ver dieping van hotel Monomata pa, terwijl beneden, in het park naast het hotel, de blanke jeugd van Salisbury zich amuseert met een soort hindernisbaan voor rolstoelen. Kahari geldt als de leider van de intellec tuele vleugel van Nkomo's ZAPU Als hoogleraar in de Afrikaanse wetenschappen (talen, cultuur, geschiedenis) heeft hij grote invloed op de zwarte studenten. Wreedheden Hij is trouwens de eerste verte genwoordiger van het Patriot tisch Front die, althans tegen over mij, ronduit toegeeft dat de meeste wreedheden, moor den op onschuldige burgers, wel degelijk worden bedreven door op hol geslagen leden van Nkomo's Zipra en Robert Mu gabe's Zanla. In de propagan daoorlog wordt de verant woordelijkheid voor die daden als een zwarte piet heen en weer geschoven tussen de le gers van het Patriottisch Front en het bewind in Salisbury. „Deze strijders leven onder grote spanning", zegt Kahari. „Als zij vermoeden dat mensen met wie zij in aanraking komen er op uit zijn om hun doeleinden in de weg te staan, dan probe ren zij die mensen te elimine ren. Ook is er soms wel gebrek aan discipline. Het is niet zoals bij een normaal leger, waarbij de soldaten elke avond terug keren naar de kazerne of naar een gemeenschappelijk kamp. Elke situatie, in een oorlog, krijgt zijn eigen antwoord" Kahari had, voordat ik hem in Blantyre tegenkwam, een reis gemaakt lang een aantal Euro pese steden, om daar de verte genwoordigers van het Patriot tisch Front op de hoogte te brengen van de laatste ontwik kelingen in het vaderland, Zimbabwe, zoals Rhodesië in de nabije toekomst zal gaan he ten. Kin omhoog De totale oorlog. De blanken tref fen waar het pijn doet, in hun bezittingen. Wie pas in Salisbu ry aankomt, wie alleen de ste den van Rhodesië-Zimbabwe bezoekt en het tussenliggende gebied per vliegtuig overbrugt, moet menen dat Kahari en de zijnen zwaar overdrijven. Het benzinedepot in Salisbury is vrijwel geheel uitgebrand, maar dat is voor de regering- Smith geen aanleiding geweest om de benzinedistributie te verscherpen. In de steden wor den nog steeds handtassen ge controleerd, bij de ingang van openbare gebouwen, maar de winkels zijn beter voorzien dan in Zambia of Zaïre en de tabak en het rundvlees vinden nog steeds, ondanks de VN-sanc- ties, hun weg naar de export markten. „De regen van de afgelopen week heeft voor ons, in economisch opzicht, de schade van de olie- brand al lang weer goed ge maakt". zei mij een blanke Rhodesische industrieel. De kin omhoog, „grin and bear it", zoals ze in Londen zeiden, tij dens de Blitzkrieg, dat is de houding van blank Rhodesië In de frontlijn tegen het we reldcommunisme, nog geen kwart miljoen mensen, vech tend namens de westerse we reld, die daar nog niet eens dankbaar voor is. In het park ligt de jeugd van Sa lisbury, niet met de injectie spuit in de aanslag, maar met de handen op de grond, voor een wedstrijdje „push-ups", wie kan zich het grootste aantal malen opdrukken. „Nog eens wat anders dan het Vondel park", aldus een Nederlandse Rhodesiër na een vakantiebe- zoek aan het moederland. Huurling De trein van Salisbury naar Bu- lawayo, de stad in Zuidwest- Rhodesië, waar het, nu bijna honderd jaar geleden, allemaal begon, 's Morgens om acht uur vertrokken (een uur te laat, we gens een technische storing), daardoor, en vanwege allerlei oponthoud onderweg, zijn we twee en een half uur over tijd, zodat we de laatste vijftig kilo meter tergend langzaam door de duisternis afleggen. We zitten in het barrijtuig met de hoofdconducteur („Geef mij maar een colaatje, als ons iets overkomt, wil ik niet worden aangetroffen met een drank- adem") en met John MacLach- lan, officier in het Rhodesische leger, Brits huurling. „Dacht jij dat er in april verkiezingen ge houden gaan worden, in dit land?", zegt John, roodharig, met wat onhandig weggewerk te tatouages op de armen, op zettelijk ruw en agressief op- jBBÊÈt tredend - huurlingen hebben een reputatie op tc houden. „Vergeet dat maar, die verkiezin gen. In de stad lijkt het nog heel rustig, maar buiten de steden is het overal oorlog. Met zesdui zend blanken, plus nog wat zwarte soldaten, die in het ge vecht niets waard zijn zonder blanke leiding, moeten we hier het communisme tegenhou den. Wat dacht je, de Amerika nen lukte het niet eens met 600.000 man in Vietnam" John is een heuse „mercenary Als er ooit een vredesconferen tie 'komt over Rhodesië, dan hoopt hij dat die mislukt, „want anders ben ik mijn baan kwijt" Is^hij hier dan alleen om het geld of ook uit idealisme? „Ja, ook idealisme. Ik ben er van overtuigd dat het kwaad op de wereld wordt veroorzaakt door twee dingen: communisme en jodendom". Intussen zit in onze coupé de be jaarde joodse textielhandelaar met wie ik het compartiment al sinds Salisbury deelde, op onze bagage te letten, inclusief het FN-geweer van de huurling. John vindt het jammer dat hi j zijn vriend niet aan mij heeft kunnen voorstellen. Dat is nog eens een echte „Wilde Gans", de erenaam van de huurlingen. ..Die heeft in de jaren vijftig in Vietnam gevochten, Dien Bien Phoe, in de Kongo, die heeft alles meegemaakt. Dat is een harde... Die heeft er al heel wat neergelegd". Volgens John, afkomstig uit Lancashire, na een carrière bij het Britse Rijnlcger in Minder geworven voor de strijd tegen het communisme in Rhodesië, gehuwd, één kind van drie maanden, nu met verlof voor twee maanden, vormt de strijd in Rhodesië „de laatste kans voor de westerse wereld om af te rekenen met het wereld communisme. Zijn geloofs overtuiging: volgens John wa ren de goden kosmonauten, „ik geloof in Von Daniken", zegt hij. Hij heeft er zelfs een lang, perfect rijmend gedicht over geschreven. „Morgen zal ik je meenemen naar een operatiegebied, dan kun je zien hoe wij met de communis ten afrekenen. Ik kan dat hier wel organiseren", belooft hij na een hele reeks biertjes, die door een benauwde, ëénogige (an ders had hij in het leger geze ten) barman in de trein zijn ver schaft. De volgende morgen krijg ik in mijn hotel een telefoontje: he laas kan er van een trip met de „Wilde Ganzen naar een con frontatie met de „terrs" (terro risten) niets komen - geen tijd. Ik vind het niet eens erg jam mer. Schatting Maar Johns schatting van de mi litaire situatie lijkt intussen wel juist te zijn. Ruim drie kwart van het land leeft onder de staat van beleg, wat wil zeggen dat alle gezag berust bij de militaire autoriteiten. Buiten de steden lijkt het burgerlijk gezag van Ian Smith nauwelijks of niet meer te functioneren. „We zijn de oorlog niet aan het winnen", zei Smith onlangs. „Maar we kunnen het nog wel heel lang volhouden" In grote delen van het land. met name in de stamgebieden in de noordoostelijke helft van het land, voltrekt zich intussen een merkwaardige ontwikkeling, door de verschillende partijen is het conflict verschillend geïnterpreteerd. Robert Muga be's ZANU, met zijn vanuit Mozambique opererende leger, het Zanla, beweert dat zij grote delen van het land be heerst. Volgens bisschop Muzorewa ligt dat even anders. „Dit is een ontwikkeling die voortvloeit uit de overeenkomst van 3 maart (de zogenaamde „interne regeling" - F.S.). Het gaat om gebieden, dorpen, waar groe pen Zanla-strijders verblijven die willen ophouden met vech ten, maar die zich niet willen overgeven aan Ian Smith, om dat zij hem nog niet helemaal vertrouwen". „In dergelijke gebieden treedt de UANC (Muzorewa's partij - F.S.) op als bemiddelaar. Onze mensen lichten de Special Branch in (de veiligheidspoli tie). Zij doen verder dienst als tussenpersoon. De voormalige Zanla-mensen, onder leiding van hun eigen commandant, vormen dan de kern van een ei gen strijdmacht, die het be trokken dorp kan verdedigen tegen andere vrijheidsstrijders, maar ook. als het nodig is. tegen de strijdkrachten van Ian Smith". Een medewerker van Muzorewa, David Mukome, nad mij eerder verteld dat er nu 22 van derge lijke gebieden zijn, waar de zo genaamde „auxiliary forces" de orde bewaren. „Wij probe ren er steeds voor te zorgen dat de commandanten en de mees te leden van die garnizoenen afkomstig zijn uit de dorpen zelf. Dat is beter voor de disci pline, dan zullen er niet zo gauw excessen voorkomen, als men elkaar kent. In mijn eigen dorp is deze ontwikkeling nog niet doorgedrongen. Ik bid dat het snel gebeurt, dan kunnen de mensen éindelijk rustig sla pen. Nu worden ze de ene nacht uit hun bed gehaald door de vrijheidsstrijders, de andere nacht door de veiligheidstroe pen" Wapenaankopen Muzorewa doet er intussen alle moeite voor de indruk weg te nemen dat de „auxiliary for ces" een soort privé-strijd- macht zouden zijn van hemzelf of van zijn „collega" in het overgangsbewind, dominee Ndabaningi Sithole. Boven dien wil hij wel graag vastge legd zien. dat ook zijn UANC wel degelijk een bevrijdings beweging is. „Met mijn eigen handen heb ik contracten getekend voor wa penaankopen in Dar-es-Sa- laam. in Libië. Mijn mensen hebben gevochten vanuit Zambia, vanuit Mozambique Maar ze worden daar nu ver moord, omdat Kaunda nu eenmaal alleen vrijheidsstrij ders erkent die aanhanger zijn van Nkomo, en Machel (van Mozambique) alleen Mugabe wil steunen. Maar laat niemand beweren dat de bevrijdings oorlog in Zimbabwe een oorlog is van Nkomo en Mugabe. Wij doen precies wat wij volgens de Britten moesten doen: in on derhandeling met het regime van Smith een akkoord berei ken over de overdracht van de macht aan de meerderheid van de bevolking" Muzorewa is verbitterd over de kritiek die nog steeds wordt uitgestort over „zijn" interne regeling. George Kahari, de Nkomo-man, had het tijdens de eerder geciteerde discussie op het vliegveld van Blantyre ook al gezegd: „De grondwet waar over Ian Smith, Muzorewa en de andere twee „interne lei ders" het eens zijn geworden, biedt speciale waarborgen ten behoeve van de blanke burgers van het toekomstige Zimbab we, creëert dus twee soorten Zimbabweanen, en is dus on acceptabel". „Ze doen alsof wij de macht toch bij de blanken willen laten", zegt Muzorewa boos. „Alsof je kunt zeggen dat 28 parle mentsleden (het aantal dat vol gens de interne regeling de eer ste tien jaar voorbehouden blijft aan de blanken) de baas kunnen spelen over de rest van de honderd. Dat is toch on- Maar de 28 blanken kunnen wel grondwetswijzigingen tegen houden, bijvoorbeeld op het terrein van het eigendoms recht. Voor veel blanken in Rhodesië zijn die waarborgen de enige voorwaarden waarop zij in het land willen blijven. Voor het Patriottisch Front, zowel de Nkomo-vleugel als de Mugabe-vleugel, zijn zij onaan vaardbaar. Levensstijl „Wij begrijpen het best hoor, dat de blanken bang zijn", zegt Ka hari tijdens ons kopje koffie in hotel Monometapa. „Ze zullen ook best problemen krijgen als Joshua en Robert eenmaal de macht in handen hebben. Maar ze hebben het aan zichzelf te wijten. De Afrikaanse bevol king in dit land heeft het voor de Europeanen mogelijk ge maakt een levensstijl aan te nemen die ze nergens ter we reld zouden hebben kunnen krijgen". „Hoe stom ze ook zijn, de rassen- wetgeving in dit land heeft ge maakt dat ze als koningen kun nen leven. Daar zal nu een eind aan komen, en dat willen ze voorkomen. Wij willen ze niet vermoorden, wij willen gewone menselijke wezens van ze ma ken. zonder een speciale wet telijke status" "Waarmee we zijn beland bij het grote discussiethema in heel zuidelijk Afrika. Van Mozam bique tot Namibië, van Zambia en Malawi tot Kaap de Goede Hoop praat men over de vraag: wat is de rol van de blanken in een zich emanciperend Afrika? Heeft zwart Afrika de blanke kolonisten nodig, om het hui- 'dige niveau van economische ontwikkeling te kunnen vast houden, of zijn dat allemaal maar praatjes van de blanken zelf, die hun bevoorrechte posi tie willen vasthouden? Kahari, die als geen ander staat in de frontlijn van de politieke strijd tussen de „interne rege ling" en de PF-krachten, is er duidelijk oven „Ze zeggen, mensen als Muzorewa en Si thole. dat we de blanken hier nodig hebben, om de welvaart te handhaven. Welnu, het Pa triottisch Front heeft besloten die welvaart, symbool van de onderdrukking van ons volk, te verwoesten". „Wij weigeren nog langer gijze laars te zijn in ons eigen land. Wij aanvaarden een drastische achteruitgang in welvaart. Het Rhodesisch Front (de partij van Ian Smith - F.S.) moet zich rea liseren dat het ons ernst is, dat het hele land zal worden ver woest als zij blijven weigeren de macht aan ons over te dra gen". EXTRA PAGINA 11 Bisschop Abel T. Muz - '- .0-' j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 11