Nederland komt duizenden volkstuinen tekort ,Een witte, koude kerst Reintjede schrik van eendefokkers VOORHOUTSE WEERMAN HEIN VAN WIERINGEN: Konijnenveiling voor SJC RUIM 20.000 MENSEN STAAN OP EEN WACHTLIJST Tips voor deze rubriek kunt U elke morgen tot 10.00 uur aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215. U mag ook schrijven. Konijn niet om te eten maar als huisdier. Om jaarlijks wat extra's te kunnen doen voor de jeugd voetbaliers houdt het Noordwijkse SJC er een ge heel eigen traditie op na; het eén keer per jaar veilen van konijnen. Dat gebeurt dan steeds in de maand decem ber, voor veel konijnen niet zo'n erg feestelijke maand. Hoewel, in de praktijk blijkt dat steeds minder konijnen die op deze veiling worden gekocht bestemd zijn om als kerstbout te gaan fungeren. Trouwens het aantal te vei len konijnen is, sinds 21 jaar geleden de eerste onder de hamer kwamen, sterk terug gelopen. Henk Steenvoor den, bode bij de gemeente Noordwijk en vanaf het be gin betrokken bij de veilin gen zegt: "Ik herinner me dat er de eerste keer 150 werden verkocht. Dat is zoetjesaan terug gelopen tot nu 30. Be langrijkste reden is dat veel huisbazen het houden van konijnen verbieden en boven dien staat lang niet iedereen meer zo tolerant tegenover de stank die die dieren ver spreiden". Elk jaar koopt de vereniging jonge konijnen die vervol gens door leden thuis wor den vetgemest. Alle exem plaren worden voor de feest dagen bijeen gebracht op een konijnenveiling (voor dit jaar gepland op morgen avond) en bij opbod ver kocht. Omdat het aantal af neemt wordt nu ook nog een rad van avontuur georgani seerd. Steenvoorden: "Voor mensen die vroeger niet zo best bij kas zaten was het vaste prik dat ze met de feestdagen ko nijnebout met aardappelen en spruiten aten. Dat was dan het feestmaal. Tegen woordig is het zo dat dege nen die het konijn hebben vetgemest zo aan het dier zijn gaan hechten dat ze het zelf op die veiling kopen en het nog een tijdje als huis dier gaan houden". Brei- en naaischooltje wordt niet afgebroken De inwoners van Abbenes hebben hun zin. Het zogenaamde brei en naaischooltje in hun dorp hoeft niet plaats te gaan maken voor de aanleg van een weg. Het gemeentebestuur heeft haar stand punt gewijzigd. Half januari volgend jaar zou een delegatie be woners op bezoek gaan bij burgemeester Stam om hem een handtekeningenlijst te overhandigen met namen van mensen die fel gekant zijn tegen de sloop van het historische gebouwtje. Die lijst kan nu worden verscheurd. Een paar jaar lang heeft er onzekerheid bestaan over het voortbe staan van het brei- en naaischooltje dat weliswaar architecto nisch voor erg weinig waarde is maar dat wel een historische betekenis heeft voor Abbenes. Ver in de vorige eeuw werd het gebouwd in opdracht van dr. Heye, een grootgrondbezitter die zich erg heeft ingezet voor het verlichten van de sociale noden van de Haarlemmermeerbewoners. Uit eigen zak betaalde hij het naai-en breischoolje waar kinderen, van wei beide ouders op het land werken, de huishoudelijke vaardigheden werden bijge bracht. Het graf van dr. Heye ligt vlak in de buurt van het school tje. Protest De storm van protesten, nadat het gemeentelijke sloopvóornemen bekend was geworden, is in het voordeel van de verontwaardigde Abbenessers uitgevallen. Overigens het schooltje was al lang niet meer als zodanig in gebruik. Het pand wordt al sinds vijftien jaar bewoond door de familie Zaal. Het is nog niet zeker wat er nu mee gaat gebeuren. Er is wel een plannetje om het voormalige naai-en breischooltje weer netzo te gaan inrichten als vroeger en er dan een museum van te maken. De vraag is alleen hoe komt met aan het benodigde materiaal. Bekend is dat in een Fries dorpje net zo'n schooltje staat, dat wel is ingericht als toen. Daar wil men op korte termijn een kijkje gaan nemen en wat ideeën op doen. Een witte en koude kerst. Die kans is erg groot, zo meent de Voorhoutse amateur-weer- voorspeller Hein van Wierin- gen. De 83-jarige baseert zijn voorspelling onder meer op de twee volgende volksge zegden: a) Barbara-weer is kerstmis- weer (d.w.z. zoals het weer is op 4 december zo zal het ook met de kerst zijn er. het sneeuwde en vroor die dag in Nederland) en b) Als Sintekatrijn (25 novem ber) komt met hermelijn (vriesweer) dan zal het zeven weken zijn (vertaald: dan zal het de daaropvolgende zeven weken afwisselend vriezen en dooien). Van Wieringen, inwoner van het Voorhoutse bejaarden verzorgingstehuis St. Agnes, houdt zich al vanaf 1917 in tensief met de gedragingen van het weer in Nederland bezig. Hij is bijvoorbeeld in het bezit van ruim vijftig Enkhuizer Almanakken, waarin de weersvoorspellin gen voor het gehele jaar voor komen. Kloppen die niet dan maakt hij daar aantekeningen van. Zo heeft hij ruim een halve eeuw "gecorrigeerd". "Over het algemeen kloppen de voorspellingen in de Enk huizer Almanak", zegt Van Wieringen, die met name is geïnteresseerd in hoe de win ters zich gedragen. Hij maakte er uitgebreide noti ties van, toegespitst op Voor hout. Een paar voorbeelden. De winter van 1904-1905. Hij schreef daar oven "Knappe vorst. Molenaar Cees de Groot ontdekt in het sche prad van de Gele Molen aan de Elstgeesterlaan een enorm grote visotter, nog nimmer daarvoor in Voorhoutse wate ren gesignaleerd. Geen won der dat het dorp uitloopt om het dier, dat inmiddels (dood) achter de speelplaats van de gemeenteschool is neerge legd, te bewonderen. Men vermoedt dat de otter vanaf de Kaag onder het ijs door naar Voorhout is gezwom- Van Wieringen schrijft bijvoor beeld hoe in de winter '28-'29 veel nieuwsgierige Voorhou- ters naar Leiden gingen onj daar de stadhuisbrand te be kijken, beschrijft de records neeuwval in de winter '40-'41 ("er vielen zoveel vlokken dat de Voorhouters hun zondagse gang naar de kerk niet kon den maken") en de winter '62-'63 die koud was van kerstmis tot half maart en waarin ook de (voorlopig) laatste Elfstedentocht werd geschaatst. Hein van Wieringen („ik heb een geheugen als een ijzeren pot") heeft niet alleen aante kening gehouden van de win ters in Voorhout, ook zette hij Hein van Wieringen voor de vij1 veel "historische" voorvallen op papier. De ontwikkelingen in de bloembollenteelt, de gedragingen van karakteris tieke dorpelingen, gebeurte nissen uit de oorlog, onge lukken enz. Vijf grote klad bloes heeft hij er over vol gepend. Alleen een uitgever heeft hij nog niet ge vonden. "Er ziin er wel die r van de rk-kerk in Voorhout mijn verhalen willen druk ken", zegt hij, "maar dan moet ik eerst flink veel geld neertellen. Daar voel ik na tuurlijk niets voor" Zijn voorspelling voor de ko mende maanden: eerst nog een tijdje kwakkelen maar daar op aansluitend nog een pittige koude-periode. Het gebouwtje waaraan hecht. WOENSDAG 20 DECEMBER 1978 AMSTERDAM (GPD) - De belangstelling voor een volks tuin is ongekend groot. Ruim 20.000 mensen staan op een wachtlijst en de latente behoefte voor zo'n tuin is zeker bij 50.000 mensen aanwezig. De regering heeft de noodzaak van het mogelijk maken van deze vorm van vrijetijdsbesteding in gezien, en veel gemeenten voeren al een vrij goed volkstuinbeleid. Dit zijn de belangrijkste punten bij het 50-jarig bestaan vorige week vrijdag gevoerd) van het Algemeen Verbond van Volks tuinders Vereenigingen in Ne derland. Het grote gebrek aan volkstuinen heeft het verbond ertoe genoopt verenigingen op te richten voor volkstuinders zonder grond. Van deze verenigingen van Jan Mo daal zonderland zijn er inmiddels al Zo'n twintig in het verbond met te zamen een kleine 500(neden en er komen er volgens het verbond in snel tempo bij. Door het oprichten van verenigin gen van volkstuinders zonder grond wil men zich van de steun van de landelijke organisatie ver zekeren bij het verkrijgen van grond. Dit komt niet zozeer voor in de grote steden, zegt het ver bond, „want daar wordt men op de wachtlijst van de bestaande vereniging geplaatst. Verenigin gen zonder grond ontstaan voor namelijk in kleine landelijke ge meenten waar nog geen vereni ging is om iemand op de wacht lijst te plaatsen" Onafzienbaar „In de grote gemeenten zijn de wachtlijsten inmiddels al onaf zienbaar lang, bijvoorbeeld in Amsterdam, waar de plaatselijke bond naast ruim 5000 leden met een tuin een wachtlijst heeft van meer dan 2000 personen. In de meeste gemeenten waar al volks tuinen zijn, zou het geen enkel probleem zijn om voldoende ge gadigden te vinden als het aantal volkstuinen binnen een paar maanden zou worden verdub beld". Het totale aantal volkstuinders dat over een tuin beschikt en ver enigd is in het Algemeen Ver- bond is ruim 24.000. „Er vanuit Ontstaan gaande dat men gemiddeld over 300 vierkante meter netto tuin grond beschikt, is dat 720 ha. Inclusief de paden, sloten, open baar plantsoen en overige ruim- tevragende onderdelen zullen deze 24.000 volkstuingezinnen over naar schatting 1100 ha be schikken", aldus het ver bond. „Eerder gehouden enquÜtcs tonen aan dat de verhouding georgani seerd-ongeorganiseerd 1:2 is, zo dat er momenteel in Nederland circa 3300 ha volkstuingrond in gebruik zal zijn. Er is in de laatste 20 jaar veel eerder van inkrim ping van het areaal sprake ge weest dan van uitbreiding". Volgens het jubilerende verbond zijn de wachtlijsten vrijwel de enige indicatie voor het tekort aan volkstuinen, „maar vanzelf sprekend geen juiste weergave. Een wachtlijst geeft uitsluitend een manifeste behoefte aan. Bo vendien een sterk afgeremde omdat ten eerste veel mensen zich niet op een wachtlijst laten plaatsen als ze horen dat de wachttijd soms meerdere jaren is; ten tweede omdat veel vereni gingen een wachtlijststop heb ben en ten slotte omdat de volks- tuinderorganisatie geen propa ganda durft te maken wegens het gebrek aan grond". Het volkstuinwezen in Nederland ontstond in de vorige eeuw, niet als een vorm van recreatie, maar uit pure armoede. Liefdadige in stellingen stelden aan de armen een stuk grond beschikbaar zo dat dezen daarop hun eigen groenten en aardappelen konden verbouwen. Veelal zal dit in die tijd een extra belasting voor de huisvader zijn geweest in plaats van ontspanning. Nadat vanaf de middeleeuwen door liefdadigheidsinstellingen en rij ke particulieren stukjes grond beschikbaar waren gesteld voor het verlichten van de armoede, is pas rond de laatste eeuwwisse ling het zelfstandig georgani seerde volkstuinwezen ontstaan. De uit liefdadigheid door de eeuwen heen beschikbaar ge stelde grond lag aanvankelijk voornamelijk daar waar de grond ook volop voorhanden was, na melijk in het landelijke ge bied. Toen in de tweede helft van de vo rige eeuw de industrialisatie vooral in en bij de grote steden tot stand kwam, zag men ook daar de volkstuin van het liefdadigheids type verschijnen. Volgens het ju bilerende verbond „mag worden verondersteld dat die tuinen de voorlopers zijn geweest van de hedendaagse volkstuin". „Terwijl in de vorige eeuw de volkstuinen nog vrijwel altijd gratis beschikbaar werden ge steld om de verarmde arbeiders de mogelijkheid te bieden ten minste wat goedkope aardappe len - en soms ook groente - te kunnen kweken voor hun gezin, ontstond zo rond de eeuwwisse ling een stroming naar zelfstan digheid, ook bij de volkstuin ders". „Zij kwamen tot de ontdekking, dat het mogelijk was een vereniging op te richten en zelf grond te hu ren en meenden dat dit wenselijk was, want dan zou men de grond kunnen gebruiken aan de hand van zelf opgestelde verenigings reglementen". De oudste nog bestaande vereni ging van volkstuinders in Ne derland heeft al geruime tijd ge leden het 60-jarig bestaan ge vierd. „Natuurlijk zijn andere verenigingen uit die beginperio de in de loop der jaren door welke omstandigheden dan ook opge heven" Goedkoop voedsel Het doel van de in die verenigingen samenwerkende volkstuinders was nog steeds het kweken van goedkoop voedsel. „Er was", zo zegt men bij de jubilerende volkstuinvereniging, „in die tijd nog grond genoeg beschikbaar en men huurde die tegen - voor onze begrippen - ongelooflijk la ge prijzen. Daardoor bleven de gekweekte produkten goed koop". In de grotere steden ontstonden al spoedig meerdere verenigingen en men ging al rap inzien dat men beter met de andere verenigingen kon gaan samenwerken dan als eikaars rivalen op te treden. De eerste plaatselijke bonden van volkstuinders werden opgericht. De oudste bestaande bond is de Bond van Volkstuinders in Am sterdam. die vorig jaar het 60-ja- rig bestaan vierde. In de 20'er jaren begon men in te zien, dat in een plaatselijke ver-' eniging weliswaar de plaatselijke belangen werden behartigd, maar dat dit op provinciaal en landelijk niveau moeilijker was. Na enige voorlopige contacten werd door een aantal plaatselijke verenigingen een landelijke or ganisatie opgericht: het Alge meen Verbond van Volkstuin ders Vereenigingen in Neder land. Dat gebeurde op 26 december 1928, op tweede kerstdag. „Men had toen nog geen mogelijkheid om op een werkdag te vergaderen. Op zondag wilde men niet verga deren om niet bij voorbaat de deelname van mensen van be paalde geloofsovertuigingen uit te sluiten". Volgens het verbond „kennelijk een gezonde gedach- tengang, want het verbond bleef de enige organisatie voor de volkstuinders en verzuiling trad nimmer op" Zodra er meer welstand in de plaats van de armoede kwam, werd er meer voor het plezier dan uit noodzaak getuinierd. Dit had tot gevolg dat naast aardappelen en groente ook siergewassen wer den gekweekt en er fruitbomen werden geplant. Ook werden - heel geleidelijk - de primitieve schuilhuisjes vervangen door steeds fraaiere tuinhuisjes. Er kwam wat meer openbaar groen op de complexen en er werd wat meer fantasie in de verkaveling gebracht. Tegelijkertijd met deze ontwikke lingen had dezelfde gang van za ken ook in vele andere landen plaats en kwamen de eerste in ternationale contacten tot stand. Men wisselde ervaringen uit en besloot - nu al weer ruim 50 jaar geleden - tot het oprichten van een internationale volkstuin- dersorganisatie, waarvan de zetel in Luxemburg is gevestigd. In de ontwikkeling van de liefda- digheidstuin tot de huidige vrije- tijdstuin zijn twee onderbrekin gen geweest tijdens de twee we reldoorlogen. Toen is weer vrij wel uitsluitend voedsel ge kweekt. Het aantal tuinen werd in die jaren ook sterk uitgebreid met „oorlogstuinen" die tegelijk met de voedselschaarste weer verdwenen. NOORDWEST-VELUWE (GPD) - Jaarlijks worden op de Noordwest-Veluwe dui zenden eenden door vossen doodgebeten. De eigenaars of eendenfokkers krijgen daar voor geen schadevergoeding. Daar wil de Nederlandse Or ganisatie van Pluimveehou ders (NOP) iets aan gaan doen. Men wil proberen om toch via bepaalde wegen de schade vergoed te krijgen. In ieder geval willen de eenden- houders de vos in de jachtwet houden, zodat Reintje kan worden gedood. Kritisch Faunabeheer staat daar lijn recht teqenover. Deze organi satie wil, volgens een jager, van de vos een beschermd dier maken met het gevolg dat er niet op kan worden ge jaagd. De strijd tussen beide partijen duurt voort. Onder tussen worden er wekelijks honderden eenden op de Noordwest-Veluwe door vos sen gedood. Jachtopzieners waken soms nachtenlang bij een eenden- fokbedrijf om een vos on- schadelijk te maken. Soms tevergeefs, maar onlangs schoot een jager drie Iedere oude dode vos is 25 gulden waard. Dit geld wordt uitgekeerd door het bestuur van de sectie eendenhouders van de NOP. Om voldoende premiegeld voorhanden te hebben, storten de eenden houders per jaar vrijwillig honderden guldens in de kas. Het uitkeringsbedrag kan per jaar flink oplopen. In 1974 keerde de penningmeester van de sectie 820 gulden uit voor 44 dode vossen (jonge vossen zijn vijf gulden waard); in 1975 voc 940 gulden en in 1976 honderd vossen 1700 gulden. De cijfers van vorig jaar zijn nog niet op papier gezet. Dit jaar verwacht men tachtig vossen te vangen. De stortingen in de clubkas zijn niet de enige uitgaven die de eendenhouders doen ter be strijding van de vos. De mees te eendenhouders hebben al duizenden guldens uitgege ven om een goede afrastering rond hun terrein aan te bren gen. De vossen laten zich hierdoor echter niet meer af schrikken. Een eendenfokker in Kootwijk heeft rond zijn land een drie meter hoog hek staan. Reintje is er al enkele malen overheen geklom- Brutaler Volgens de Harderwijkse jachtopziener C. H. Koppies worden de vossen steeds bru taler. Ze dringen steeds ver der op naar de bebouwde kom en zijn niet bang om een eendenkooi binnen te gaan. Hij is er een groot voorstander van het vossenbestand bin nen de perken te houden. Hij staat lijnrecht tegenover Kritisch Faunabeheer. „Die mensen vallen ons als jagers niet gefundeerd aan. Ze wil len van de vos een beschermd dier maken, maar vergeten dat de vos de eendenfokkers grote schade toebrengt. Ze kunnen dan wel zeggen dat de eendenhouders hun terrein goed moeten afrasteren, maar dat is nog geen garantie dat de vos buiten de deur blijft. Het is een slim dier, dat zelfs over hoge hekken klimt om z'n prooi te bemachtigen", ver telt Koppies. Met het binnen de perken hou den van het vossenbestand wil de heer Koppies niet zeg gen dat de vos moet worden uitgeroeid. „Integendeel", zegt hij. „De vos moet blijven. Maar er zijn er nu te veel en ze richten veel schade aan. De drie vossen, die een collega jager onlangs schoot, hadden in enkele weken tijd zo'n dui zend eenden doodgebeten. Een volwassen eend brengt 25 gulden op, dus tel maar uit hoeveel dat kost". Vossen komen volgens de heer Koppies nu voor op plaatsen waar men ze vroeger niet zag. „Vroeger kwamen vossen voornamelijk op de Midden- Veluwe voor. Daar was volop kleinwild om in leven te blij ven. Dat kleinwild werd steeds minder in aantal en de vos verplaatste zich in de richting van Harderwijk, waar de eendenfokbedrijven hem volop van voedsel voor zien. Er zijn zelfs vossen ge signaleerd in de polder. Ver moedelijk zijn die dieren het meer overgezwommen", ver telt de heer Koppies. Beschermd Voor de toename van het aantal vossen heeft de Harderwijkse jachtopziener ook een verkla ring. „In bepaalde gebieden, zoals de Hoge Veluwe, geniet de vos een beperkte be scherming. Ook op particu liere bospercelen mag niet al tijd op vossen gejaagd wor den. In die gebieden kunnen de vossen zich rustig voort planten en van daaruit trek ken ze over de hele Veluwe. Bovendien is de stroperij be teugeld en worden er door stropers minder vossen ge vangen". De verwachting van de jagers is, dat de komende tijd doorlo pend meer eenden worden doodgebeten. De vossen worden, met de wintertijd voor de deur, steeds actie-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 4