Provinciale brandweer funest voor Vrijwilligers
Met één presidentskandidaat toch spanning in Zambia
LISSENAAR ZET SASSENHEIM TE KUK
Geld voor corso uit
andere bron geput
PAGINA 4
VARIA
DINSDAG 12 DECEMBER 1978
Tips voor deze rubriek kunt U elke
morgen tot 10.00 uur aan mij kwijt, tel.
071-144941, toestel 215. U mag ook
schrijven.
Ruim 6 jaar geleden ontstond in Voorhout beroe
ring omtrent het gemeentelijk voornemen de 17e
eeuwse veeboerderij aan de Spoorlaan, aange
kocht van veehouder Van Leeuwen, met de grond
gelijk te maken en er woningen voor in de plaats
te zetten. De boerderij, hoe vervallen ook, moest
bewaard blijven vonden de Voorhouters, want
wat eenmaal weg is komt niet meer terug.
Dus plaatste het gemeentebestuur een advertentie.
Wie wilde kon de hoeve voor het symbolische
bedrag van één gulden aankopen maar verplicht
te zich dan wel tot volledige restauratie. Ingenieur
Bart de Groot (in Brabant had hij al eens eerder
zo'n huzarenstukje uitgehaald) nam de uitdaging
Het karwei is inmiddels geklaard. Op een beetje
voegwerk na, het plaatsen van wat afscheidings
hekken rondom en het wegwerken van wat ka
bels, zit de klus er op. Er is zes jaar vrije tijd in
gaan zitten. Voor Bart de Groot, zijn drie kinde
ren, maar ook zijn vrouw, die alleen al 40.000
handvormsteentjes heeft staan afbikken. Aan
vankelijk stopten ze er zoveel tijd in dat ze voor de
restauratie zelfs hun vacantie lieten schieten
Maar daar zijn ze later snel van afgestapt toen het
toch onbegonnen werk bleek de restauratie in
drie jaar (dat was aanvankelijk de eis van het ge
meentebestuur) te voltooien.
Het gezin De Groot nam een paar jaar terug al zijn
intrek in de hoeve, die in grote trekken overeen
komt met die er heeft gestaan. Zo stil als vroeger is
het er niet meer. Rondom is er nieuwbouw geko-
Een naam moet nog verzonnen worden. De Groot
wil begin volgend jaar voor een aantal genodig-
dén open huis houden. Er gaat ook een uitnodi
ging naar de gemeenteraadsleden, die er destijds
akkoord mee zijn gegaan dat hij de bouwval voor
een piek in handen kreeg.
De kans is vrij groot dat het ko
mende bloembollencorso, dat
dit keer in het teken staat van
het Jaar van het Kind, er in de
lente van '79 wat magertjes uit
zal zien. Oorzaak is het feit dat
het organiserende comité dit
keer slechts moeizaam de fi
nanciën rond heeft kunnen
krijgen. Er is net voldoende
geld bij elkaar geschraapt om
de kleurrijke stoet de straat
op te laten gaan. Maar daar
houdt het dan ook wel zo'n
beetje mee op.
Dat men zo krap bij kas zit heeft
te maken met het langdurig
getouwtrek rond de zoge
naamde heffingsverordening.
In het kort komt die verorde
ning er op neer dat bollen-
kwekers en - handelaren
jaarlijks een bijdrage doen in
de vakpot, een soort belasting
op de produktiewaarde. Uit
die pot putte tot vorig jaar de
bloembollenraad geld (55.000
gulden) om daar het corso
mee te subsidiëren.
de heffingsverordening hangt
momenteel echter aan een
zijden draad. Binnen het
bloembollenvak is fel tegen
die heffing geageerd en hangt
nu af van de uitspraak van het
college van beroep of de ver
ordening van kracht blijft.
'Het corsocomité heeft er niet
al te veel vertrouwen in dat de
bloembollenraad weer met
meer dan een halve ton over
de brug kan komen. Daarom
hebben we alvast geprobeerd
via andere wegen aan geld te
komen", zegt voorzitter Bon-
dan ook niet zoveel muziek
korpsen mee kunnen lopen.
Hoe het het jaar daarna moet
zien we dan wel weer".
Mochten er in de komende ja
ren grote problemen ontstaan
rond de financiering van het
bloembollencorso, dan willen
de organisatoren een beroep
gaan doen op overheidssteun.
Vorig jaar ontstond het idee om
over het probleem van de cor
so-financiering eens van ge
dachten te wisselen met de
twee andere corso-gemeen
ten Rijnsburg en Aalsmeer,
die dan ook wel oor hebben
naar overheidssteun. Die ge
sprekken filijken op niets te
zijn uitgelopen.
Corso-bestuurslid Martens:
"Het enige wat is bereikt is
dat we het eens zijn geworden
over het uitzenden van een
paar reclamespotjes via de
radio. Het heeft naar ons idee
geen zin meer voor nog ande
re zaken rond de tafel te gaan
zitten. Daarvoor liggen de
meningen te ver uiteen. Dus
ook wat betreft die over
heidssteun".
Het bloembollencorso trekt
jaarlijks enkele honderddui
zenden kijkers. Zouden zij
entreegeld betalen dan was
het financiële probleem snel
van de baan. In het corsobe-
stuur is het heffen van en
treegelden langs het 30 km
lange traject wel eens ter
sprake geweest, maar men
kwam al snel tot de conclusie
dat zoiets geen haalbare kaart
is.
In een grote regelmaat heeft de
Europese Bibliotheek in
Zaltbommel de afgelopen ja
ren boekwerkjes op de markt
gebracht waarin aan de hand
van oude ansichten en fami
liekiekjes even een (zeer on
volledige) blik wordt gegund
in de jaren die nog niet zo
lang achter ons liggen.
Grootvaders tijd blijkt pri
ma te verkopen.
De boekjes gaan er als koek in,
gezien het feit dat de uitge
verij er in Nederland inmid
dels duizend verschillende
van verspreidde. Bijna geen
plaats, groot of klein, is er
aan ontkomen. En nu de
markt in Nederland zo'n
beetje verzadigd is, is de uit
geverij de formule gaan toe
passen op België, Duitsland
en Frankrijk en dezer dagen
is ook in Oostenrijk een be
gin gemaakt met een hoe-
weet-niet-lange reeks terug-
blik-boekjes.
Eén van de laatste die in Ne
derland nog geld moet op
brengen is die over Sassen-
heim. Lissenaar Hulkenberg
schreef er de tekst voor, na
eerst een oproep aan alle
Sassenheimers te hebben
gedaan foto's van toen in te
leveren. Vijftig inwoners
gaven daar gehoor aan. Hul
kenberg zocht de meest
sprekende plaatjes uit, luis
terde naar de verhalen die er
bij werden verteld, fatsoe-
Een typische bollenprent. De lente van 1910de tuin van Van
Leeuwen. De narcissen slaan er best bij. Op de achtergrond hel bos
Ter Leede.
neerde die en klaar was meer uit grootvaders tijd:
Kees. Alleen de prijs is niet f29,90.
kenburg, "en dat is ons ge
lukt. Er is voldoende binnen
het corso door te laten gaan,
maar er moet wel op het één
en ander worden beknibbeld.
Ik denk bijvoorbeeld aan een
paar praalwagens minder,
minder bloemen en er zullen
OLDENZAAL - Als de ministeriële plannen doorgaan en
de brandweer wordt een provinciale aangelegenheid, dan
betekent dat het einde van de aanmelding van vrijwilli
gers.
Maar zonder die vrijwilligers wordt
de brandbestrijding een niet te
betalen zaak. Daarop komt een
voudig gezegd het bezwaar neer
dat de Stichting Belangenbehar
tiging Vrijwillige Brandweer in
Nederland heeft.
Delicaat, brandweercommandant
in Oldenzaal en bestuurslid van
bovengenoemde stichting: „Als
de brandweer een bureaucrati
sche zaak gaat worden dan is de
lol er voor de vrijwilligers heel
gauw af. Dan gaan ze weg. Dat is
een psychologische kwestie. Het
is de sfeer in het korps die de
mensen trekt, ja sterker nog, die
ze bindt. In Oldenzaal bestaat het
korps uit 30 man, allemaal vrij
willigers. Er zijn vervangers ge
noeg". s
In dit verband wijst Delicaat naar
berichten uit Enschede. Daar
werd in de gepubliceerde aan
biedingsbrief bij de begroting ge
signaleerd dat er een tekort van
20 vrijwilligers is. In Enschede
heeft men een vrij grote beroeps
kern en dat ziet Delicaat als een
van de oorzaken. „Het eerst gaan
daar de beroepsmensen op pad.
nou dat is voor de vrijwilligers al
minder aantrekkelijk. Ik heb
mensen die volgens mij in het
pak slapen. Die zijn zo vlug bij
een brand dat je je afvraagt hoe
dat kan. Dat is een sport voor ze
Dat gaat er af als je beroepsmen
sen krijgt", aldus de Oldenzaalse
brandweercommandant, die
vreest dat de hele organisatie on
doelmatig wordt als de brand
weerlieden aan de hand moeten
gaan lopen van provincie
„Zo'n schaalvergroting zal ten kos
te gaan van de snelheid van wer
ken en van de betrokkenheid van
de mensen. Dat heb je ook heel
goed gezien bij bedrijfsfusies. Zo
op het eerste oog heel goed en
verstandig maar het resultaat was
soms nog slechter dan het al was,
zodat men vaak noodgedwongen
weer is overgeschakeld op klei
nere eenheden". Volgens Deli
caat kan men twee dingen doen
„Of doorgaan met de vrijwilli
gers, maar dan moet wel worden
geluisterd naar wat voor hen me
debepalend is, of stoppen met de
vrijwilligers maar dat is niet te
betalen"
Om het laatste te illustreren haalt
Delicaat het voorbeeld aan van
zijn eigen korps dat zoals gezegd
uit 30 vrijwilligers bestaat. Dat
kost de gemeente zo'n 320.000
gulden per jaar, waarvan een
vierde bestaat uit personeelslas
ten. Delicaat: "Een beroeps
brandweer kost gemiddeld zestig
mille de man, om een goede ploe
gendienst te hebben zou je veer
tig man nodig hebben. Misschien
wat minder als je uitgaat van een
provinciale aanpak, maar het
loopt toch al gauw in de miljoe
nen. Alleen wat betreft de perso
neelslasten"
Dat alles pleit er volgens Delicaat
voor dat waar het maar kan de
vrijwilligheid behouden dient te
blijven. „Wat de minister wil is
een streven dat steunt op goede
bedoelingen die moeten leiden
tot perfectionisme. Dat gebeurt
uitsluitend met verstandelijke
motieven. De emotionaliteit is er
te weinig bij betrokken. De mi
nister wil korpsen die zijn voor
bereid op het bestrijden van
rampen. Met dat doel is de vrij
willige brandweer niet opgericht.
Je kunt je ook heel moeilijk in
stellen op iets wat eens in de zo
veel jaar of misschien wel nooit
voorkomt"
,Om toch niet helemaal machte
loos te zijn bij zaken die boven
onze maakt gaan, zijn wij bij
voorbeeld een samenwerking
aangegaan met grote korpsen in
de omgeving. Er is in feite nooit
kritiek geweest op de vrijwillige
korpsen. Dat komt omdat ze al
tijd goed hebben voldaan. Waar
om zou dan nu ineens moeten
worden veranderd. En als er al
eens wat fout gaat met de brand
weer dan staan de kranten er bol
van. Dat wordt dus voldoende
gecontroleerd en die controle
moet op het laagste niveau blij
ven", aldus Delicaat.
,De burger weet niet wat hem be
dreigt met die reorganisatie van
het binnenlands bestuur. Er
wordt gewerkt aan situaties die
men niet meer kan terugdraaien
De burger moet goed oppassen
voor dit stuk centralisatie"
Kenneth Kaoenda: Amerikaans-achtige propaganda.
LOESAKA - Een presidentsver
kiezing met slechts één kandidaat
één partij en een massaal propa-
ganda-offensief waarin de officieel
niet bestaande oppositie niet wordt
gehoord. Alle factoren lijken van
daag aanwezig voor een slaapver
wekkende saaie herverkiezing van
Zambia's president dr. Kenneth
Kaoenda.
Toch heerst er wei degelijk span
ning in de Zambiaanse hoofdstad
Loesaka. Net als bij de - verder
nauwelijks vergelijkbare - verkie
zingen in Namibië van de vorige
week draait het ook in Zambia, het
vroegere Noord-Rhodesië, om de
opkomst. Een lage opkomst, zoals
de slechts 40 procent van vijf jaar
geleden (van wie bovendien een
zesde deel tegen Kaoenda stemde)
zal de positie van de veelgeplaagde
Zam biaanse president ernstig doen
verzwakken.
De sterkste politieke tegenstander
van Kaoenda, Simon Kapepwa, is
uitgeschakeld doordat in de Zam
biaanse grondwet de regel is inge
voerd dat alleen leden van de een
heidspartij UNIP presidentskan
didaat kunnen zijn. terwijl UNIP
zelf heeft bepaald dat alleen men
sen die minstens vijfjaar partijlid
zijn kandidaat kunnen worden ge
steld. Kapepwa beantwoordt niet
aan die voorwaarden.
Heel de campagne wordt beheerst
door Amerikaans-achtige propa
ganda, tv-forums waarin alle leden
in roerende eensgezindheid de voor
de tv-kijker onbekende, afwezige
oppositie het bos in sturen, hit-pa
radeachtige liederen ter verheerlij
king van president Kaoenda.
Al deze activiteit, waar de Zam-
biaan in de straat niet erg opge
wonden van schijnt te worden,
wijst er op dat Kaoenda en zijn me
dewerkers wel degelijk vrezen voor
een „nederlaag". Al zullen, zoals
een tv-spreker zondagavond zei,
nee-stemmers er goed aan doen be
ter tot hun god te bidden, alvorens
hun verwerpelijk kruisje te zetten,
„want zij zijn gelijk aan rebellen en
oproerkraaiers".
Men kan vóór Kaoenda stemmen,
men kan wegblijven en men kan
tégen hem stemmen. In dat laatste
geval moet de eenvoudige Zam-
biaan wel sterk in zijn schoenen
staan. Ten behoeve van de analfa
beten, ongeveer de helft van de be
volking, heeft men op de stembil
jetten naast Yes (voor Kaoenda) het
symbool van de adelaar gezet, naast
No staat een konijn, een algemeen
veracht dier in deze streek.
Aanvankelijk had Kaoenda's UNIP
naast No een venijnige cobra willen
afbeelden, maar dat werd toch te
hard bevonden' door de kies
raad.
In een urenlange toespraak voor
enkele honderden partij militanten
in Loesaka spoorde Kaoenda zon
dag de Zambianen aan de komende
vijfjaar harder te werken. „Wie niet
werkt, zal niet eten. Men moet wer
ken, omdat men het graag doet, niet
omdat men bang is voor anderen"
Vooral aan de landbouw zal, zo zei
Kaoenda, harder moeten worden
gewerkt.
Grootste probleem, naast de alge
mene Afrikaanse moeilijkheden
met de ontwikkeling, is voor Zam
bia uiteraard de oorlog in Rhodesië:
„Geen volk heeft zoveel als het onze
geleden voor zijn beginselen", zei
Kaoenda zondagmiddag. „De strijd
voor de onafhankelijkheid in An
gola en Mozambique (buurlanden
van Zambia - red.) heeft veel lijden
gebracht over ons volk. Nu zijn wij
in oorlog met de fascistische rebel
len van Ian Smith in Rhodesië en
met de racistische fascisten in
Zuid-Afrika, die ons van alle kan
ten aanvallen".
Zeker is dat de oorlog en de VN-
boycot tegen Rhodesië Zambia
zwaar treffen. Kaoenda heeft kort
geleden de zwaaromstreden beslis
sing moeten nemen de spoorweg
verbinding via Rhodesië te hero
penen, omdat anders hongersnood
in het land dreigde. Maar de nor
male economische relaties met de
ze historische handelspartner zijn
uiteraard verbroken, het koper kan
nog steeds niet behoorlijk het land
uit worden gebracht en, vooral,
Zambia heeft te kampen met de
nood van tienduizenden Rhodesi-
sche vluchtelingen.
Onder die vluchtelingen, die bezig
zijn een staat in de staat te worden,
bevinden zich ongeveer tiendui
zend leden van Josua Nkomo's be
vrijdingsleger. Vrij goed opgeleide
guerrilla's, van wie slechts duizend
vechten in Rhodesië zelf. De rest
wordt door Nkomo en zijn staf ach
tergehouden - om klaar te zijn voor
een burgeroorlog tegen Nkomo's
partner in het Patriottisch Front,
Robert Moegabe's ZANU, beweren
boze tongen
De situatie rond de kampen, die
worden bestuurd door Nkomo's
politieke partij ZAPU, is uiteraard
sterk verslechterd na de verwoes
tende dodelijke bombardementen
en aanvallen die Ian Smiths strijd
krachten op 19 oktober en volgende
dagen op een aantal ervan uitvoer
den. Die aanvallen, de vrees voor
herhaling en het noodgedwongen
uitblijven van een Zambiaanse te
genactie, hebben de spanningen in
het land aan de vooravond van de
verkiezingen sterk verhevigd.
Kaoenda kondigde zondag aan, dat
de komende vijf jaar een begin zal
worden gemaakt met de bewape
ning van de Zambiaanse bevolking.
„In elke stad, elk dorp, elke fabriek
zullen de mannen in staat moeten
zijn zichzelf te verdedigen, te ver
dedigen tegen aanvallen van bui
ten, in afwachting van de komst
van het Zambiaanse leger", aldus
de president. Op korte termijn zul
len aan de bevolking wapens wor
den uitgereikt, zei hij.
Intussen vrezen sommigen dat de
9000 ZAPU-militairen in het land,
2000 meer dan Kaoenda's eigen le
ger, hun wil zullen kunnen opleg
gen aan Kaoenda. In elk geval is
zowel bij de Zambiaanse soldaten
als bij de ZAPU-mensen de frustra
tie groot. Die frustratie uitte zich
begin november in wat incidenten-
groepen Zambianen en ZAPU-le-
den die „op zoek naar Rhodesische
spionnen" blanken lastig vielen,
sloegen en in enkele gevallen ern
stig afranselden.
Die incidenten trokken nogal wat
aandacht in de westerse pers - meer
bijna dan de honderden doden die
het gevolg waren van de Rhodesi
sche bombardementen.
In verband met de incidenten van
de vorige maand zei Kaoenda: „De
rechtse pers hoeft het doen voor
komen alsof het non-racialisme in
Zambia is mislukt. Ik vraag de
rechtse pers: wees fair, vertel geen
leugens. Er is een grens aan ons ge
duld".