Ufo's boven de Lage Landen... tegen arts Auteur ageert psychiater als Slank en gezond in tien dagen... De mus, een onzedelijke schooier jj jj Silrrtarillion: 4 Tolkien voor deskundigen Zwermen insecten aangezien voor „vliegende schotels" DECEMBER 1978 Na de gezellige maar onze slankheid bedreigende de cemberdagen zal menigeen weer een poging doen te vermageren. Er zijn allerlei methoden, maar vele zijn niet bijzonder aanlokkelijk. Wie echter bereid is zich eni ge inspanning te getroosten en een nieuwe schoonheids- en vermageringskuur van tien dagen wil volgen, ne me een proef met de metho de van Brigitte Bloch, duide lijk beschreven in Slank en gezond, uitg. De Driehoek, Amsterdam. Deze methode wijkt af van de gangbare doordat er een me- i is voor elke dag. En dat is, zoals dr. A. A. Hartman in het "woord vooraf' opmerkt; "minder ontmoedigend dan één dieetüjst voor alle dagen van de kuur". Bovendien zijn de dieetvoorschriften ge combineerd met een stel li chaamsoefeningen, terwijl er ook aandacht wordt besteed aan de mentale instelling, die de gezondheid en het uiterlijk ten goede komen. Dertig af beeldingen vergemakkelij ken het navolgen van de lich te gymnastiek. Aanbevolen! Nog een gezondheidsboekje: Acupressuur, van de hand van Pedro Chan, afkomstig uit een Chinees doktersgezin (uitg. La Rivière en Voorhoe ve, Zwolle). Acupressuur dient wel onderscheiden te worden van de naaldenme thode, acupunctuur. Acu pressuur gebruikt wel dezelf de punten, maar nu worden ze met de vingertoppen gemas seerd. In zijn inleiding zegt de schrij ver, dat het hier gaat om "een techniek, waarmee men een aantal veel voorkomende kwalen te lijf kan gaan," maar hij voegt er wel aan toe: "Het is heel beslist niet de bedoe ling van de auteur, dat men nu de huisdokter of de specialist maar aan de dijk zet. Acu pressuur is alleen een nuttig hulpmiddel. Bij alle kwalen van enig belang is er maar één goede remedie: "naar het spreekuur van de dokter gaan". Enkele van de kwalen in dit duidelijk geïllustreerde boekje: hoofdpijn, duizelig heid, stijve nek, kiespijn, be nauwdheid, hik, verkoud heid, wagenziekte enz. enz. Naast boeken met aanwijzingen voor lichamelijke genezing zijn er ook met wenken voor verbetering van de geestelij ke instelling, zoals Dc krach ten van het leven, door Mar tin Gray (uitg. La Rivière en Voorhoeve, Zwolle). De au teur heeft recht van spreken, want het leven heeft hem deerlijk gewond toen zijn vrouw en kinderen bij een bosbrand in Frankrijk om het leven kwamen. Hij wist deze en andere slagen te boven te komen, overtuigd als hij was en is van het krachtreservoir, dat in iedere mens aanwezig is. Vandaar de ondertitel: "op zoek naar de bronnen van on ze kracht". Vijf geheimen bepalen uw toe komst, zegt Gray: weet wat u wilt, maak u bemind; pas goed op uw levensboom (de wervelkolom); leef gezond; zoek de ware vreugde; heb zelfvertrouwen door uzelf te zijn. C. J. ROTTEVEEL Wie 'In de ban van de Ring' heeft gelezen en vol verwachting aan de Silmarillion begint heeft wel een waarschuwing nodig. De twee boeken lijken nauwelijks op elkaar. Wel komt in beide de strijd van goed tegen kwaad, uit gevochten door elfen, mensen, dwergen en orks naar voren, maar dat is dan ook wel de enige overeenkomst. Misschien is dit niet zo verwonder lijk daar de Silmarillion niet door Tolkien sr., maar door zijn zoon Christopher is geschreven of ei genlijk samengesteld. De Silma rillion is namelijk geen doorlo pend verhaal, hoewel er wel chronologisch verband in zit, maar een bundel van verhalen en mythen, een verzameling van al lerlei aantekeningen vanaf 1917 tot aan de dood in 1973 van Tob kien sr. Zelfs de Tolkien-"fanaat" zal tij dens het lezen zijn concentratie geen moment mogen laten ver slappen om de namen van alle be trokkenen goed uit elkaar te blij ven houden. Doorgewinterde le zers zullen saaie avonden op kunnen vrolijken door Tolkien- quizen te organiseren met vragen als: noem de zeven zonen van Feanor en was Turgon een ach terneef van Finarfin of niet? Voor deze mensen wordt het spel door Tolkien nog wat aangenamer gemaakt daar vele figuren twee, drie of zelfs nog meer namen hebben. Toch kan ook de "leek" aan de Sil marillion, zij het met wat inspan ning. veel plezier beleven. De wonderlijke wereld van Midden Aarde wordt hier weer verder verkend, vanaf haar schepping tot aan de tijd dat In de Ban van de Ring speelde. De Silmarillion zou "De Bijbel" kunnen zijn, waarmee de Hobbits (de hoofdfi guren uit In de Ban van de Ring) hun kinderen opvoedden. Voor ons een mythe uit een andere wereld. En wie van mythen houdt zit bij Tolkien nog altijd goed. De Silmarillion, door Tolkien. Uit geverij Het Spectrum, Utrecht, 24,50. ASTRID GUNS waarin niet-medische psycho therapeuten zeer doelzaam hun werk kunnen, verrichten, bij voorbeeld bij stukgelopen hu welijken, relatieproblematiek, functionele, seksuele stoornissen of andere neurotische klach ten. Indien hij ook in deze zeer grote groep zijn energie investeert dan zal elke psychiater hem alleen maar dankbaar kunnen zijn. Wat de drijfveren zijn geweest om in dit boek een historisch overzicht te geven van de psychiatrie is ook onduidelijk en eigenlijk alleen maar te begrijpen of als bladvul ling dan wel als een wanhopige poging om zich af te zetten tegen de psychiatrie als medisch spe cialisme. Dat het ongeneeslijk-zijn van veel psychische ziekten een gegeven is impliceert namelijk geenszins dat deze patiënten geen arts no dig hebben. Want wat zou men ervan zeggen als andere onge neeslijke lichamelijke zieken door hun arts in de steek zouden worden gelaten en zich bijvoor beeld zouden laten behandelen door verpleegkundigen. Behalve zijn visie op het Oedipus complex in het licht van de psy cho-analyse kenmerkt dit boek zich door (pseudo)filosofische gedachten en is de auteur er niet in geslaagd waar te maken wat hij precies met de inhoud van het boek beoogt. Zijn beschrijving van de diverse psycho-thera- pieën zijn dusdanig oppervlakkig en verwarrend dat zeker een niet- ingewijde nauwelijks in staat zal zijn om er een keuze uit te ma ken. Wellicht kan Vandermeersch in de toekomst eens iets publiceren over een theologisch onderwerp. Hopelijk bevindt hij zich dan op bekender ter-ein. J.H. Burgers, psychiater „Het gekke verlangen" door Pa trick Vandermeersch (uitgege ven door Dekker en Van de Vegt in Wageningen) betreft een ruim 180 pagina's tellende pocket met als thema psycho-therapie en ethiek. De auteur (32) is doctor in de filosofie. Hij promoveerde op het proefschrift Jung in gesprek met Freud over het onbewuste" Hij volgde de psycho-analyse- opleiding in België. Aan de Theologische Hogeschool te Til burg was hij verbonden als we tenschappelijke medewerker voor godsdienstpsychologie. Thans is hij docent in de ethiek aan de Katholieke Universiteit te Leuven en hij is redactiesecreta ris voor Vlaardingen van het tijd schrift T voor theologie. Het voorwoord werd verzorgd door zijn promotor prof. dr. A. Vergro te. In het hoofdstuk „Ten gelei de" deelt de schrijver mee dat het thema van zijn boek is gegroeid vanuit gedachtenwisselingen tij dens de'colleges aan de diverse theologische scholen waar hij werkzaam was en een antwoord probeert te geven op de vraag in hoeverre psycho-therapie en in het bijzonder psycho-therapie gebaseerd op de psycho-analyse van Freud in botsing komt met de moraal. Met andere woorden, hoe de mens vanuit zijn primitieve oerdriften wil zijn, maar daarin wordt ge dwarsboomd door de maat schappelijke normen in casu zijn geweten. De auteur laat weten dat het boek zich niet in de eerste plaats richt tot ingewijden. In het eerste deel van het boek gaat hij uitgebreid in op het probleem of de psycho-therapeut wel of geen medicus moet zijn. Hij meent van niet en ageert hevig tegen de psy chiatervan wie hij het belachelijk vindt dat deze jarenlang medicij nen heeft gestudeerd en op grond daarvan in vele gevallen althans een autoritaire houding aan neemt ten aanzien van zijn pa tiënten. Misschien is dit wel de reden dat de schrijver van het boek laat weten dat zijn geschrift niet Voor inge wijden is bedoeld. Men kan zich zelfs de vraag voorstellen of hij daarmee niet angstig is voor kri tiek uit vakkringen. Maar er zal geen enkele psychiater zijn die zal stellen dat een psycho-thera peut, aangenomen dat deze goed is opgeleid en lid is van de Ver eniging voor Psycho-therapie, per se arts moet zijn. De kritiek van medici tegen niet- medische hulpverleners geldt dan ook zelden hun psychothe rapeutische activiteit, mits deze zich beperkt tot een bepaalde groep cliënten. Veel meer betreft het dat dezen de diagnoses mis sen. Veel geesteszieken behoren absoluut behandeld te worden door psychiaters. Want als deze grote groep van patiënten, of zo als men wil cliënten, in handen valt van niet-medici, zoals psy chologen, androgogen of maat schappelijk werkers, dan is dit een van de grootste kunstfouten die er op het gebied van de geestelijke hulpverlening ge maakt kan worden. De manisch-depressieve psychose, de melancholie, de schizofrenie, de somatische en de organische psychose zijn slechts enkele ziek tebeelden die uitsluitend behan deld kunnen worden door medi ci. Dat Vandermeersch deze groep onbesproken laat, vloeit voort uit zijn te gebrekkige ken nis van de psychiatrie in het al gemeen. Het is wel voelbaar dat de auteur hiertegen ageert, maar dan had hij medicijnen moeten gaan studeren in plaats van filo sofie. Hij zou nog enigszins gelijk hebben als hij in zijn boek het in dicatieterrein had afgebakend Nog maar enkele jaren geleden gonsde de wereld van ver halen over "vliegende schotels" of, juister, "ufo's", afkor ting van het Engelse "unidentified flying object", letter lijk: niet thuis te brengen vliegend voorwerp. Die rage lijkt voorbij, maar toch stromen er, over de gehele aard bol, dagelijks nog honderden meldingen binnen bij on derzoekers van dit raadselachtige verschijnsel. Ook in Nederland en Belgie werden en worden nog elke dag "ufo's" waargenomen en aan onderzoe kers doorgegeven. En dat die on derzoekers op hun beurt aller minst stil zitten, bewijst het merkwaardige feit, dat er zojuist twee boeken over dit onderwerp verschenen zijn: "Ufo's boven de Lage Landen", door Hans van Kampen (uitgeverij De Kern, Bussum, prijs 24,50) en "Ufo's, waarnemingen boven Ne derland en België, door Koert Broersma en Arie de Snoo (uitge verij Hollandia Baarn, prijs 17,50). Naar veler opvatting zijn ufo's niet anders dan onjuiste waarnemin gen van sterren, vliegtuigen (spiegeling op de huid van zo'n toestel), hete-luchtballons, vo gels en andere volstrekt natuur lijke verschijnselen in de atmo sfeer. Zeer interessant in dit ver band is een kort artikel in het Amerikaanse tijdschrift "Time" van 20 november j.l. Twee weten schappelijke ambtenaren van het departement van Landbouw in Washington, de entomologen (in sectenkenners) Philip S. Calla han en R.W. Mankin, hebben nog een andere verklaring geopperd: kolossale zwermen vliegende in- sek*en van een bepaald soort, die verlicht worden door het z.g. St. Elmusvuur, dat optreedt bij ster ke luchtelektriciteit. Men beden ke dat die insectenzwermen een enorme oppervlakte beslaan, zo dat ze, ofschoon hoog in de lucht, toch van de aarde af zichtbaar blijven. Zo duiken er, nog onver wacht, nieuwe en redelijke ver klaringen .op, voor verschijnse len, die met geheimzinnigheid zijn omgeven. Onderzoek Wie overigens denken mocht, dat Van Kampen die talrijke ufo waarnemingen beschouwt als "waarschuwingen van een supe rieure, vreemde beschaving", of soortgelijke verklaringen, vergist zich. Van Kampen, verbonden aan de Stichting Mens en Weten schap (die zich bezighoudt met de verbreiding van kennis op het gebied van natuur en weten schap) cn tevens aan het Neder lands Ufologisch Studie Cen trum, heeft tal van ufo-meldin gen jarenlang persoonlijk onder zocht. Hij kwam tot de conclusie, dat die waarnemingen enkele ge vallen uitgezonderd, berusten op gebrekkige kennis van ver schijnselen aan de hemel. Zo kon de ufo-golf boven Zwolle in de cember 1972 geheel worden toe geschreven aan drie factoren: de relatief laat opkomende zon, de uitnemende zichtbaarheid van de planeten Venus en Mars en de ligging Icings een druk bevlogen vliegroute. In andere gevallen (Amersfoort mei 1973) was de zeer heldere ster Wega en de lan ge weg van het licht van deze ster door onze roerige dampkring oorzaak van een ufo-golf, of kon de schrijver vaststellen, dat een spiegeling op de huid van een vliegtuig (tot honderd kilometer ver zichtbaar!) aanleiding was voor een ufo-melding. En dan praten we nog maar niet eens over trucs met foto's, die overi gens dankzij de verfijnde onder- zoekingsmethoden snel achter haald kunnen worden. Van Kampen staat dus, op grond van zijn jarenlange speurtochten op dit terrein, uiterst kritisch tegen over de nog altijd voortdurende ufo-meldingen. Geen raad Deze foto van een "ufo" werd op 26 juli 1975 door een Nederlander is Saas-Fee, in het Zwitserse kanton Wallis vervaar diad. toen hij met twee reisaenoten een bergwandeling maakte(1300 meter hoogte)De foto een dia) werd zelfs in Amerika aan ee zeer grondig onderzoek onderworpen, waaruit geen enkel vermoeden van bedrog naar voren kwam. De enige conclusie, waartoe deze dia aanleiding geeftis. dat het hier inderdaad om een voorwerp gaat. Het voorwerp vloog opeen hoogte van 20 graden in oostelijke richting wegnadat het drietal het 's middags om drie uur plotseling achter de bomen vandaan had zien komen. Na verloop van twee minuten keerde het terug, nu in westelijke richting vliegend Argwaan Bij haar familie teruggekomen, verzweeg zij het voorval, maar maakte al spoedig zo'n afwezige indruk, dat men argwaan kreeg. Eerst dacht men, dat Janny on wel was geworden. Toen kwam met horten en stoten het beang stigende verhaal. De waarneming had ongeveer zeven minuten ge duurd. Uit niets bleek, dat dit ge val verzonnen was en bovendien had mevrouw R. geen sterke drank gebruikt... En dan is er de ufo-melding van 25 december 1976, toen twee gezin nen in twee auto's over de Rijks weg van Amersfoort naar Zwolle reden. De schrijver wijdt er twee bladzijden aan. In totaal negen personen hadden gedurende een klein half uur duidelijk zicht op een verschijnsel, waarvoor Van Kampen geen verklaring weet In tuin Het andere boek, van Broersma en De Snoo, is geschreven door "se rieuze mensen, die naast hun studie en werk (leraar) alle vrije tijd aan hun ufo-onderzoek heb ben besteed", zoals kolonel L. J Creemers, militair attaché aan de Nederlandse Ambassade in Bonn in het voorwoord vaststelt. Die inleiding tot dit boek van kolo nel Creemers houdt verband met het feit, dat hijzelf op zondag 13 juli 1975 in de tuin van zijn wo ning te Brunssum twee ufo's waarnam. Hij stond daar 's avonds om half elf met zijn vrouw, moeder, dochter en schoondochter om een overko mende satelliet waar te nemen Nadat die verdwenen was, nam mevrouw Creemers in het westen een geheel ander vliegend ver schijnsel waar. Zij waarschuwde haar familie en ook zij zagen twee lichtende ovalen uit westelijke richting komen aanvliegen om in tien seconden achter een wol kenbank in het oosten te ver dwijnen. De voorwerpen straal den zacht rose licht uit. Tevens werd een vreemd zoemend ge luid gehoord, dat niet paste in het bekende geluidenpatroon van de omgeving en omschreven werd als: raar, fluitend, zoemend en niet normaal. Volgens de kolonel vlogen de ova len op ongeveer vier kilometer hoogte (Creemers is twintig jaar als piloot in dienst geweest van de luchtmacht). Vliegtuigen kunnen het niet geweest zijn en vuurbollen, meteorieten en ko meten (hem als oud-vlieger wel bekend) evenmin. In een vraag gesprek verklaarde Creemers niet in "vliegende schotels' te geloven als men daaronder ruimtevoertuigen van andere planeten verstaat. 'Dat is mii allemaal veel te voor barig. Het staat voor mij echter vast dat er luchtverschijnselen waargenomen worden die niet of nog niet geïdentificeerd kunnen worden. Zelfs niet na onderzoek Een dergelijke waarneming heb ik immers zelf gedaan..." Overeenkomst De overeenkomst tussen deze ufo- boeken is, dat beide over be langwekkende foto's beschik ken; het verschil is, dat Van Kampen aan de hand van be paalde gevallen een nogal breed uitgesponnen commentaar geeft, terwijl Broersma en De Snoo eerst een reeks van ufo-meldin gen etaleren en pas later dieper op mogelijke verklaringen in gaan. De boeken overlappen elkaar niet men kan ze dus gerust naast el kaar lezen. Natuurlijk zijn er wel facetten, die in beide uitgaven ter sprake komen, zoals de theorie van prof. Jung. Van Kampen wijdt daar een bladzijde aan, Broersma en De Snoo een apart hoofdstukje. Laatstgenoemde auteurs doen intussen niet onder voor Van Kampen als het erom gaat een kritische opstelling te kiezen jegens de verklaringen van ufo's, die buitenaardse her komst suggereren: ook zij spre ken van "bedrog, trucage en grappen makerij Berooft dit standpunt, hoe reëe ook, ons nu niet van enige boeiende illusies? Helemaal niet' Deze kritische boekjes zijn vaak even meeslepend als de van fan tasie druipende verklarings theorieën L' C. J. ROTTEVEEL Op Schiermonnikoog Verhalen die zich afspelen op Schiermonnikoog, net zo goed als in het oude Rome. Schildkamp veegde al die verhalen op een hoop, inventari seerde per vogel of vogelgroep hoofdzakelijk de onheilspellende en geheimzinnige "karaktertrekken" en maakte daar een eigen brouwsel van dat bijzonder goed is te verteren. Het zijn heerlijke luchtige persifla ges op de talloze fladderaars die wij in ons dagelijks leven nauwelijks een blik waardig gunnen maar, die zeker hun stempel op de achter ons liggende jaren hebben gedrukt en nog steeds drukken, zo is de "overtui ging" van Schildkamp. En wie hem als auteur niet kan waarderen, zal ongetwijfeld met erg veel plezier kijken naar de talloze vogel-illustraties in het boek, die eveneens van zijn hand zijn. "Tussen hemelen aarde". Auteur: Theo Schildkamp. Uitgeverij Het Spec trum. Prijs: ƒ34,50 Herman van Amsterdam. Louis Couperus is en blijft een veelgelezen schrijver. Vandaar d at het een goed in it iat ief was van uitgeverij Veen om zijn meester werk "Eline Veere" opnieuw uit te geven. Deze fijngevoelige be schrijving van de melancholieke Eline, die in het decadente milieu van rond de eeuwwisseling in Den Haag slechts "wandelaar" is, was in 1889 het romandebuut van Couperus. Ditmaal is de klassieker in de Am- stelreeks als robuust gebonden uitgave verschenen. In een tijd dat de paperbacks soms al uit el kaar vallen voordat ze helemaal uitgelezen zijn is het een verade ming om zo'n mooi gebonden boek in handen te krijgen. Het ruim 400 pagina's tellende boek gaat gegarandeerd nog wel een paar generaties mee. En dat alle maal voor de prijs van f 19,50. MIÊP DE GRAAFF Toch zijn er enkele gevallen, waar mee ook deze onderzoeker geen raad weet, zoals de ervaring van mevrouw Janny R. uit Sint-Maar tensdijk, die op 3 augustus 1976 's avonds met haar man bij familie op bezoek was, op ongeveer 150 meter afstand van haar eigen huis. Dat huis stond aan de rand van het dorp aan de Ooste rschel- de. Omstreeks kwart over elf ver liet zij even de woning van haar familie om thuis de hond uit te laten en wat te drinken te geven. Een kwartier later keerde zij te rug naar de woning van haar fa milie, toen zij tussen twee hui zenblokken in de richting van de dijk langs de Oosterschelde een vreemd verschijnsel zag: een ros sig, sigaarvormig licht, dat boven de dijk zweefde en dat langzaam, zachtjes schommelend naderde. Toen het verschijnsel dichterbij was gekomen, zag mevrouw R. dat het een rood gloeiend "ding" was, waaronder een donkere bol zat. Deze bol schoof langs de on derzijde van de gloed heen en weer. Ze hoorde hoe de koeien in het achter de huizenrij gelegen weiland begonnen te loeien en bemerkte voorts, dat de rode gloed door de huizen zichtbaar werd. "Ik werd toen vreselijk bang", ver telde zij, "maar bleef toch kijken Ik zag het gekke ding naderen, het werd steeds groter. Het lgek wel een omgekeorde schotel met een zwart* ding eronder. Op het moment, dat het vlak achter de huizen was gekomen, kon ik mij niet meer beheersen en ben doodsbang weggerend. Ik dacht, dat het ding het op mij gemunt had" Wie nog vertederd kan opkijken naar een mus die het in de achtertuin opneemt tegen een uit de kluiten gewassen korst brood, komt wellicht tot andere gevoelens voor dit vuistgrote trippelaartje na notie te hebben genomen van wat er over het diertje staat beschreven in "Tussen hemel en aarde", een vogelboek van de hand van Theo Schild kamp. De mus, geanaliseerd op karaktertrekken, komt er niet al te best van af. Schildkamp noemt ze schooiers, opdringerig, sluw, tomeloos onzedelijk ("van 's morgens vroeg tot 's avonds laat bespringen ze elkaar") en hij voegt daar nog wat kwalijke kwalificaties aan toe. "Tussen hemel en aarde" wordt niet voor niets een andere vogelboek genoemd. De beschrijvingen die Schildkamp daarin van vogels geeft beantwoorden weinig aan het beeld zoals het gros van ons in gedachten heeft. Maar Schilkamp vergaarde zijn informatie over deze diersoort dan ook niet op een zondagmorgen-wandelingetje door de stille duinen of vanuit een loom deinende roeiboot op de plas maar verdiepte zich met name over wat in oude volksverhalen over vogels wordt gezegd. De mus: kwalijke kwalificatie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 15