Ufo's boven de
Lage Landen...
tegen
arts
Auteur ageert
psychiater als
Slank en gezond in tien dagen...
De mus, een
onzedelijke
schooier
jj
jj
Silrrtarillion: 4
Tolkien voor
deskundigen
Zwermen insecten aangezien
voor „vliegende schotels"
DECEMBER 1978
Na de gezellige maar onze
slankheid bedreigende de
cemberdagen zal menigeen
weer een poging doen te
vermageren. Er zijn allerlei
methoden, maar vele zijn
niet bijzonder aanlokkelijk.
Wie echter bereid is zich eni
ge inspanning te getroosten
en een nieuwe schoonheids-
en vermageringskuur van
tien dagen wil volgen, ne
me een proef met de metho
de van Brigitte Bloch, duide
lijk beschreven in Slank en
gezond, uitg. De Driehoek,
Amsterdam.
Deze methode wijkt af van de
gangbare doordat er een me-
i is voor elke dag. En dat is,
zoals dr. A. A. Hartman in het
"woord vooraf' opmerkt;
"minder ontmoedigend dan
één dieetüjst voor alle dagen
van de kuur". Bovendien zijn
de dieetvoorschriften ge
combineerd met een stel li
chaamsoefeningen, terwijl er
ook aandacht wordt besteed
aan de mentale instelling, die
de gezondheid en het uiterlijk
ten goede komen. Dertig af
beeldingen vergemakkelij
ken het navolgen van de lich
te gymnastiek. Aanbevolen!
Nog een gezondheidsboekje:
Acupressuur, van de hand
van Pedro Chan, afkomstig
uit een Chinees doktersgezin
(uitg. La Rivière en Voorhoe
ve, Zwolle). Acupressuur
dient wel onderscheiden te
worden van de naaldenme
thode, acupunctuur. Acu
pressuur gebruikt wel dezelf
de punten, maar nu worden ze
met de vingertoppen gemas
seerd.
In zijn inleiding zegt de schrij
ver, dat het hier gaat om "een
techniek, waarmee men een
aantal veel voorkomende
kwalen te lijf kan gaan," maar
hij voegt er wel aan toe: "Het
is heel beslist niet de bedoe
ling van de auteur, dat men nu
de huisdokter of de specialist
maar aan de dijk zet. Acu
pressuur is alleen een nuttig
hulpmiddel. Bij alle kwalen
van enig belang is er maar één
goede remedie: "naar het
spreekuur van de dokter
gaan". Enkele van de kwalen
in dit duidelijk geïllustreerde
boekje: hoofdpijn, duizelig
heid, stijve nek, kiespijn, be
nauwdheid, hik, verkoud
heid, wagenziekte enz. enz.
Naast boeken met aanwijzingen
voor lichamelijke genezing
zijn er ook met wenken voor
verbetering van de geestelij
ke instelling, zoals Dc krach
ten van het leven, door Mar
tin Gray (uitg. La Rivière en
Voorhoeve, Zwolle). De au
teur heeft recht van spreken,
want het leven heeft hem
deerlijk gewond toen zijn
vrouw en kinderen bij een
bosbrand in Frankrijk om het
leven kwamen. Hij wist deze
en andere slagen te boven te
komen, overtuigd als hij was
en is van het krachtreservoir,
dat in iedere mens aanwezig
is. Vandaar de ondertitel: "op
zoek naar de bronnen van on
ze kracht".
Vijf geheimen bepalen uw toe
komst, zegt Gray: weet wat u
wilt, maak u bemind; pas
goed op uw levensboom (de
wervelkolom); leef gezond;
zoek de ware vreugde; heb
zelfvertrouwen door uzelf te
zijn.
C. J. ROTTEVEEL
Wie 'In de ban van de Ring' heeft
gelezen en vol verwachting aan
de Silmarillion begint heeft wel
een waarschuwing nodig. De
twee boeken lijken nauwelijks op
elkaar. Wel komt in beide de
strijd van goed tegen kwaad, uit
gevochten door elfen, mensen,
dwergen en orks naar voren,
maar dat is dan ook wel de enige
overeenkomst.
Misschien is dit niet zo verwonder
lijk daar de Silmarillion niet door
Tolkien sr., maar door zijn zoon
Christopher is geschreven of ei
genlijk samengesteld. De Silma
rillion is namelijk geen doorlo
pend verhaal, hoewel er wel
chronologisch verband in zit,
maar een bundel van verhalen en
mythen, een verzameling van al
lerlei aantekeningen vanaf 1917
tot aan de dood in 1973 van Tob
kien sr.
Zelfs de Tolkien-"fanaat" zal tij
dens het lezen zijn concentratie
geen moment mogen laten ver
slappen om de namen van alle be
trokkenen goed uit elkaar te blij
ven houden. Doorgewinterde le
zers zullen saaie avonden op
kunnen vrolijken door Tolkien-
quizen te organiseren met vragen
als: noem de zeven zonen van
Feanor en was Turgon een ach
terneef van Finarfin of niet? Voor
deze mensen wordt het spel door
Tolkien nog wat aangenamer
gemaakt daar vele figuren twee,
drie of zelfs nog meer namen
hebben.
Toch kan ook de "leek" aan de Sil
marillion, zij het met wat inspan
ning. veel plezier beleven. De
wonderlijke wereld van Midden
Aarde wordt hier weer verder
verkend, vanaf haar schepping
tot aan de tijd dat In de Ban van
de Ring speelde. De Silmarillion
zou "De Bijbel" kunnen zijn,
waarmee de Hobbits (de hoofdfi
guren uit In de Ban van de Ring)
hun kinderen opvoedden.
Voor ons een mythe uit een andere
wereld. En wie van mythen houdt
zit bij Tolkien nog altijd goed.
De Silmarillion, door Tolkien. Uit
geverij Het Spectrum, Utrecht,
24,50.
ASTRID GUNS
waarin niet-medische psycho
therapeuten zeer doelzaam hun
werk kunnen, verrichten, bij
voorbeeld bij stukgelopen hu
welijken, relatieproblematiek,
functionele, seksuele stoornissen
of andere neurotische klach
ten.
Indien hij ook in deze zeer grote
groep zijn energie investeert dan
zal elke psychiater hem alleen
maar dankbaar kunnen zijn. Wat
de drijfveren zijn geweest om in
dit boek een historisch overzicht
te geven van de psychiatrie is ook
onduidelijk en eigenlijk alleen
maar te begrijpen of als bladvul
ling dan wel als een wanhopige
poging om zich af te zetten tegen
de psychiatrie als medisch spe
cialisme.
Dat het ongeneeslijk-zijn van veel
psychische ziekten een gegeven
is impliceert namelijk geenszins
dat deze patiënten geen arts no
dig hebben. Want wat zou men
ervan zeggen als andere onge
neeslijke lichamelijke zieken
door hun arts in de steek zouden
worden gelaten en zich bijvoor
beeld zouden laten behandelen
door verpleegkundigen.
Behalve zijn visie op het Oedipus
complex in het licht van de psy
cho-analyse kenmerkt dit boek
zich door (pseudo)filosofische
gedachten en is de auteur er niet
in geslaagd waar te maken wat hij
precies met de inhoud van het
boek beoogt. Zijn beschrijving
van de diverse psycho-thera-
pieën zijn dusdanig oppervlakkig
en verwarrend dat zeker een niet-
ingewijde nauwelijks in staat zal
zijn om er een keuze uit te ma
ken.
Wellicht kan Vandermeersch in de
toekomst eens iets publiceren
over een theologisch onderwerp.
Hopelijk bevindt hij zich dan op
bekender ter-ein.
J.H. Burgers,
psychiater
„Het gekke verlangen" door Pa
trick Vandermeersch (uitgege
ven door Dekker en Van de Vegt
in Wageningen) betreft een ruim
180 pagina's tellende pocket met
als thema psycho-therapie en
ethiek. De auteur (32) is doctor in
de filosofie. Hij promoveerde op
het proefschrift Jung in gesprek
met Freud over het onbewuste"
Hij volgde de psycho-analyse-
opleiding in België. Aan de
Theologische Hogeschool te Til
burg was hij verbonden als we
tenschappelijke medewerker
voor godsdienstpsychologie.
Thans is hij docent in de ethiek
aan de Katholieke Universiteit te
Leuven en hij is redactiesecreta
ris voor Vlaardingen van het tijd
schrift T voor theologie.
Het voorwoord werd verzorgd door
zijn promotor prof. dr. A. Vergro
te. In het hoofdstuk „Ten gelei
de" deelt de schrijver mee dat het
thema van zijn boek is gegroeid
vanuit gedachtenwisselingen tij
dens de'colleges aan de diverse
theologische scholen waar hij
werkzaam was en een antwoord
probeert te geven op de vraag in
hoeverre psycho-therapie en in
het bijzonder psycho-therapie
gebaseerd op de psycho-analyse
van Freud in botsing komt met de
moraal.
Met andere woorden, hoe de mens
vanuit zijn primitieve oerdriften
wil zijn, maar daarin wordt ge
dwarsboomd door de maat
schappelijke normen in casu zijn
geweten. De auteur laat weten
dat het boek zich niet in de eerste
plaats richt tot ingewijden. In het
eerste deel van het boek gaat hij
uitgebreid in op het probleem of
de psycho-therapeut wel of geen
medicus moet zijn. Hij meent van
niet en ageert hevig tegen de psy
chiatervan wie hij het belachelijk
vindt dat deze jarenlang medicij
nen heeft gestudeerd en op grond
daarvan in vele gevallen althans
een autoritaire houding aan
neemt ten aanzien van zijn pa
tiënten.
Misschien is dit wel de reden dat de
schrijver van het boek laat weten
dat zijn geschrift niet Voor inge
wijden is bedoeld. Men kan zich
zelfs de vraag voorstellen of hij
daarmee niet angstig is voor kri
tiek uit vakkringen. Maar er zal
geen enkele psychiater zijn die
zal stellen dat een psycho-thera
peut, aangenomen dat deze goed
is opgeleid en lid is van de Ver
eniging voor Psycho-therapie,
per se arts moet zijn.
De kritiek van medici tegen niet-
medische hulpverleners geldt
dan ook zelden hun psychothe
rapeutische activiteit, mits deze
zich beperkt tot een bepaalde
groep cliënten. Veel meer betreft
het dat dezen de diagnoses mis
sen. Veel geesteszieken behoren
absoluut behandeld te worden
door psychiaters. Want als deze
grote groep van patiënten, of zo
als men wil cliënten, in handen
valt van niet-medici, zoals psy
chologen, androgogen of maat
schappelijk werkers, dan is dit
een van de grootste kunstfouten
die er op het gebied van de
geestelijke hulpverlening ge
maakt kan worden.
De manisch-depressieve psychose,
de melancholie, de schizofrenie,
de somatische en de organische
psychose zijn slechts enkele ziek
tebeelden die uitsluitend behan
deld kunnen worden door medi
ci. Dat Vandermeersch deze
groep onbesproken laat, vloeit
voort uit zijn te gebrekkige ken
nis van de psychiatrie in het al
gemeen. Het is wel voelbaar dat
de auteur hiertegen ageert, maar
dan had hij medicijnen moeten
gaan studeren in plaats van filo
sofie. Hij zou nog enigszins gelijk
hebben als hij in zijn boek het in
dicatieterrein had afgebakend
Nog maar enkele jaren geleden gonsde de wereld van ver
halen over "vliegende schotels" of, juister, "ufo's", afkor
ting van het Engelse "unidentified flying object", letter
lijk: niet thuis te brengen vliegend voorwerp. Die rage
lijkt voorbij, maar toch stromen er, over de gehele aard
bol, dagelijks nog honderden meldingen binnen bij on
derzoekers van dit raadselachtige verschijnsel.
Ook in Nederland en Belgie werden
en worden nog elke dag "ufo's"
waargenomen en aan onderzoe
kers doorgegeven. En dat die on
derzoekers op hun beurt aller
minst stil zitten, bewijst het
merkwaardige feit, dat er zojuist
twee boeken over dit onderwerp
verschenen zijn: "Ufo's boven
de Lage Landen", door Hans van
Kampen (uitgeverij De Kern,
Bussum, prijs 24,50) en
"Ufo's, waarnemingen boven Ne
derland en België, door Koert
Broersma en Arie de Snoo (uitge
verij Hollandia Baarn, prijs
17,50).
Naar veler opvatting zijn ufo's niet
anders dan onjuiste waarnemin
gen van sterren, vliegtuigen
(spiegeling op de huid van zo'n
toestel), hete-luchtballons, vo
gels en andere volstrekt natuur
lijke verschijnselen in de atmo
sfeer. Zeer interessant in dit ver
band is een kort artikel in het
Amerikaanse tijdschrift "Time"
van 20 november j.l. Twee weten
schappelijke ambtenaren van het
departement van Landbouw in
Washington, de entomologen (in
sectenkenners) Philip S. Calla
han en R.W. Mankin, hebben nog
een andere verklaring geopperd:
kolossale zwermen vliegende in-
sek*en van een bepaald soort, die
verlicht worden door het z.g. St.
Elmusvuur, dat optreedt bij ster
ke luchtelektriciteit. Men beden
ke dat die insectenzwermen een
enorme oppervlakte beslaan, zo
dat ze, ofschoon hoog in de lucht,
toch van de aarde af zichtbaar
blijven. Zo duiken er, nog onver
wacht, nieuwe en redelijke ver
klaringen .op, voor verschijnse
len, die met geheimzinnigheid
zijn omgeven.
Onderzoek
Wie overigens denken mocht, dat
Van Kampen die talrijke ufo
waarnemingen beschouwt als
"waarschuwingen van een supe
rieure, vreemde beschaving", of
soortgelijke verklaringen, vergist
zich. Van Kampen, verbonden
aan de Stichting Mens en Weten
schap (die zich bezighoudt met
de verbreiding van kennis op het
gebied van natuur en weten
schap) cn tevens aan het Neder
lands Ufologisch Studie Cen
trum, heeft tal van ufo-meldin
gen jarenlang persoonlijk onder
zocht. Hij kwam tot de conclusie,
dat die waarnemingen enkele ge
vallen uitgezonderd, berusten op
gebrekkige kennis van ver
schijnselen aan de hemel. Zo kon
de ufo-golf boven Zwolle in de
cember 1972 geheel worden toe
geschreven aan drie factoren: de
relatief laat opkomende zon, de
uitnemende zichtbaarheid van de
planeten Venus en Mars en de
ligging Icings een druk bevlogen
vliegroute. In andere gevallen
(Amersfoort mei 1973) was de
zeer heldere ster Wega en de lan
ge weg van het licht van deze ster
door onze roerige dampkring
oorzaak van een ufo-golf, of kon
de schrijver vaststellen, dat een
spiegeling op de huid van een
vliegtuig (tot honderd kilometer
ver zichtbaar!) aanleiding was
voor een ufo-melding. En dan
praten we nog maar niet eens
over trucs met foto's, die overi
gens dankzij de verfijnde onder-
zoekingsmethoden snel achter
haald kunnen worden. Van
Kampen staat dus, op grond van
zijn jarenlange speurtochten op
dit terrein, uiterst kritisch tegen
over de nog altijd voortdurende
ufo-meldingen.
Geen raad
Deze foto van een "ufo" werd op 26 juli 1975 door een Nederlander is Saas-Fee, in het Zwitserse kanton Wallis
vervaar diad. toen hij met twee reisaenoten een bergwandeling maakte(1300 meter hoogte)De foto een dia) werd
zelfs in Amerika aan ee zeer grondig onderzoek onderworpen, waaruit geen enkel vermoeden van bedrog naar
voren kwam. De enige conclusie, waartoe deze dia aanleiding geeftis. dat het hier inderdaad om een voorwerp
gaat. Het voorwerp vloog opeen hoogte van 20 graden in oostelijke richting wegnadat het drietal het 's middags
om drie uur plotseling achter de bomen vandaan had zien komen. Na verloop van twee minuten keerde het
terug, nu in westelijke richting vliegend
Argwaan
Bij haar familie teruggekomen,
verzweeg zij het voorval, maar
maakte al spoedig zo'n afwezige
indruk, dat men argwaan kreeg.
Eerst dacht men, dat Janny on
wel was geworden. Toen kwam
met horten en stoten het beang
stigende verhaal. De waarneming
had ongeveer zeven minuten ge
duurd. Uit niets bleek, dat dit ge
val verzonnen was en bovendien
had mevrouw R. geen sterke
drank gebruikt...
En dan is er de ufo-melding van 25
december 1976, toen twee gezin
nen in twee auto's over de Rijks
weg van Amersfoort naar Zwolle
reden. De schrijver wijdt er twee
bladzijden aan. In totaal negen
personen hadden gedurende een
klein half uur duidelijk zicht op
een verschijnsel, waarvoor Van
Kampen geen verklaring weet
In tuin
Het andere boek, van Broersma en
De Snoo, is geschreven door "se
rieuze mensen, die naast hun
studie en werk (leraar) alle vrije
tijd aan hun ufo-onderzoek heb
ben besteed", zoals kolonel L. J
Creemers, militair attaché aan de
Nederlandse Ambassade in Bonn
in het voorwoord vaststelt.
Die inleiding tot dit boek van kolo
nel Creemers houdt verband met
het feit, dat hijzelf op zondag 13
juli 1975 in de tuin van zijn wo
ning te Brunssum twee ufo's
waarnam. Hij stond daar 's
avonds om half elf met zijn
vrouw, moeder, dochter en
schoondochter om een overko
mende satelliet waar te nemen
Nadat die verdwenen was, nam
mevrouw Creemers in het westen
een geheel ander vliegend ver
schijnsel waar. Zij waarschuwde
haar familie en ook zij zagen twee
lichtende ovalen uit westelijke
richting komen aanvliegen om in
tien seconden achter een wol
kenbank in het oosten te ver
dwijnen. De voorwerpen straal
den zacht rose licht uit. Tevens
werd een vreemd zoemend ge
luid gehoord, dat niet paste in het
bekende geluidenpatroon van de
omgeving en omschreven werd
als: raar, fluitend, zoemend en
niet normaal.
Volgens de kolonel vlogen de ova
len op ongeveer vier kilometer
hoogte (Creemers is twintig jaar
als piloot in dienst geweest van
de luchtmacht). Vliegtuigen
kunnen het niet geweest zijn en
vuurbollen, meteorieten en ko
meten (hem als oud-vlieger wel
bekend) evenmin. In een vraag
gesprek verklaarde Creemers
niet in "vliegende schotels'
te geloven als men daaronder
ruimtevoertuigen van andere
planeten verstaat.
'Dat is mii allemaal veel te voor
barig. Het staat voor mij echter
vast dat er luchtverschijnselen
waargenomen worden die niet of
nog niet geïdentificeerd kunnen
worden. Zelfs niet na onderzoek
Een dergelijke waarneming heb
ik immers zelf gedaan..."
Overeenkomst
De overeenkomst tussen deze ufo-
boeken is, dat beide over be
langwekkende foto's beschik
ken; het verschil is, dat Van
Kampen aan de hand van be
paalde gevallen een nogal breed
uitgesponnen commentaar geeft,
terwijl Broersma en De Snoo
eerst een reeks van ufo-meldin
gen etaleren en pas later dieper
op mogelijke verklaringen in
gaan.
De boeken overlappen elkaar niet
men kan ze dus gerust naast el
kaar lezen. Natuurlijk zijn er wel
facetten, die in beide uitgaven ter
sprake komen, zoals de theorie
van prof. Jung. Van Kampen
wijdt daar een bladzijde aan,
Broersma en De Snoo een apart
hoofdstukje. Laatstgenoemde
auteurs doen intussen niet onder
voor Van Kampen als het erom
gaat een kritische opstelling te
kiezen jegens de verklaringen
van ufo's, die buitenaardse her
komst suggereren: ook zij spre
ken van "bedrog, trucage en
grappen makerij
Berooft dit standpunt, hoe reëe
ook, ons nu niet van enige
boeiende illusies? Helemaal niet'
Deze kritische boekjes zijn vaak
even meeslepend als de van fan
tasie druipende verklarings
theorieën L'
C. J. ROTTEVEEL
Op Schiermonnikoog
Verhalen die zich afspelen op Schiermonnikoog, net zo goed als in het
oude Rome. Schildkamp veegde al die verhalen op een hoop, inventari
seerde per vogel of vogelgroep hoofdzakelijk de onheilspellende en
geheimzinnige "karaktertrekken" en maakte daar een eigen brouwsel
van dat bijzonder goed is te verteren. Het zijn heerlijke luchtige persifla
ges op de talloze fladderaars die wij in ons dagelijks leven nauwelijks
een blik waardig gunnen maar, die zeker hun stempel op de achter ons
liggende jaren hebben gedrukt en nog steeds drukken, zo is de "overtui
ging" van Schildkamp.
En wie hem als auteur niet kan waarderen, zal ongetwijfeld met erg veel
plezier kijken naar de talloze vogel-illustraties in het boek, die eveneens
van zijn hand zijn.
"Tussen hemelen aarde". Auteur: Theo Schildkamp. Uitgeverij Het Spec
trum. Prijs: ƒ34,50
Herman van Amsterdam.
Louis Couperus is en blijft een
veelgelezen schrijver. Vandaar
d at het een goed in it iat ief was van
uitgeverij Veen om zijn meester
werk "Eline Veere" opnieuw uit
te geven. Deze fijngevoelige be
schrijving van de melancholieke
Eline, die in het decadente milieu
van rond de eeuwwisseling in
Den Haag slechts "wandelaar" is,
was in 1889 het romandebuut van
Couperus.
Ditmaal is de klassieker in de Am-
stelreeks als robuust gebonden
uitgave verschenen. In een tijd
dat de paperbacks soms al uit el
kaar vallen voordat ze helemaal
uitgelezen zijn is het een verade
ming om zo'n mooi gebonden
boek in handen te krijgen. Het
ruim 400 pagina's tellende boek
gaat gegarandeerd nog wel een
paar generaties mee. En dat alle
maal voor de prijs van f 19,50.
MIÊP DE GRAAFF
Toch zijn er enkele gevallen, waar
mee ook deze onderzoeker geen
raad weet, zoals de ervaring van
mevrouw Janny R. uit Sint-Maar
tensdijk, die op 3 augustus 1976 's
avonds met haar man bij familie
op bezoek was, op ongeveer 150
meter afstand van haar eigen
huis. Dat huis stond aan de rand
van het dorp aan de Ooste rschel-
de. Omstreeks kwart over elf ver
liet zij even de woning van haar
familie om thuis de hond uit te
laten en wat te drinken te geven.
Een kwartier later keerde zij te
rug naar de woning van haar fa
milie, toen zij tussen twee hui
zenblokken in de richting van de
dijk langs de Oosterschelde een
vreemd verschijnsel zag: een ros
sig, sigaarvormig licht, dat boven
de dijk zweefde en dat langzaam,
zachtjes schommelend naderde.
Toen het verschijnsel dichterbij
was gekomen, zag mevrouw R.
dat het een rood gloeiend "ding"
was, waaronder een donkere bol
zat. Deze bol schoof langs de on
derzijde van de gloed heen en
weer. Ze hoorde hoe de koeien in
het achter de huizenrij gelegen
weiland begonnen te loeien en
bemerkte voorts, dat de rode
gloed door de huizen zichtbaar
werd.
"Ik werd toen vreselijk bang", ver
telde zij, "maar bleef toch kijken
Ik zag het gekke ding naderen,
het werd steeds groter. Het lgek
wel een omgekeorde schotel met
een zwart* ding eronder. Op het
moment, dat het vlak achter de
huizen was gekomen, kon ik mij
niet meer beheersen en ben
doodsbang weggerend. Ik dacht,
dat het ding het op mij gemunt
had"
Wie nog vertederd kan opkijken naar een mus die het in de
achtertuin opneemt tegen een uit de kluiten gewassen
korst brood, komt wellicht tot andere gevoelens voor dit
vuistgrote trippelaartje na notie te hebben genomen van
wat er over het diertje staat beschreven in "Tussen hemel
en aarde", een vogelboek van de hand van Theo Schild
kamp.
De mus, geanaliseerd op karaktertrekken, komt er niet al te best van af.
Schildkamp noemt ze schooiers, opdringerig, sluw, tomeloos onzedelijk
("van 's morgens vroeg tot 's avonds laat bespringen ze elkaar") en hij
voegt daar nog wat kwalijke kwalificaties aan toe.
"Tussen hemel en aarde" wordt niet voor niets een andere vogelboek
genoemd. De beschrijvingen die Schildkamp daarin van vogels geeft
beantwoorden weinig aan het beeld zoals het gros van ons in gedachten
heeft.
Maar Schilkamp vergaarde zijn informatie over deze diersoort dan ook
niet op een zondagmorgen-wandelingetje door de stille duinen of vanuit
een loom deinende roeiboot op de plas maar verdiepte zich met name
over wat in oude volksverhalen over vogels wordt gezegd.
De mus: kwalijke kwalificatie