'De veiling van nr. 49' gaat royaal boven de pet.
Emancipatie
met ernst
en luim
ZATERDAG 2 DECEMBER 1978
PAGINA 29
Er zijn vele, vele onprettige kan
ten aan het leven, ik hoef u
niks te vertellen, dat wist u al.
De een tobt. met misselijkma
kende ziektes, een ander
wacht- al jaren op de terug
keer van zijn favoriete post
duif, en ik moet een boek be
spreken waarvan ik weinig
tot niets begrepen heb. Maar
allen moeten wij onder het juk
door dat ons is opgelegd.
Lezen is lijden: deze geestige
woordspeling is alleszins van
toepassing nu ik al een week
of wat, ter recentie, Thomas
Pynchon's "De veiling van
nr. 49" (oorspr. "The Crying
of Lot 49", vert. Ronald Jon
kers, uitg. Agathon, Bussum)
voor mij heb. Eerlijk, ik héb
dit van oorsprong Ameri
kaanse Literaire Werk gele
zen, en - nog steeds eerlijk - ik
heb er geen barst van begre
pen.
Nu doet dat er weinig toe, zoals
iedereen weet die weieens in
zijn clubblad een biljartwed
strijd verslagen heeft zonder
dat gebeuren zelf waargeno
men te hebben. Je vraagt wat
informatie aan anderen en
praat er wat omheen. Klaar.
In het onderhavige geval, ten
aanzien van dit boek dus, ben
ik ruim voorzien van informa
tie van derden. Zéér ruim.
Uiteeverii Agathon nl„ vol
schuldbesef bevroedend hier
iets op de markt te gooien dat
iedereen boven z'n pet gaat,
heeft aan het recensie-exem
plaar van Pynchon's boekje
een hele stapel documentatie
toegevoegd. Kijk, dat is nu
ook weer niet nodig; een paar
handzame trefwoorden op de
achterflap, een ijverig inleg
velletje desnoods, en we ko
men een heel eind. Zo niet
uitgeverij Agathon en haar
eerzuchtige vertaler Jonkers.
Die zien dat grootser.
Documentatie
Die Documentatie wordt inge
luid als volgt "In het nieuw
jaarsnummer van VN 76
vroeg Weststeijn zich in zijn
terugblik op de literaire pro-
duktie van het afgelopen jaar
af waarom tot dan toe nog
niets van Thomas Pynchon in
het Nederlands was vertaald.
Ik kon hem toen geruststellen
met het bericht dat ik de ver
taling van The Crying of lot
49 onder handen had.
Nu, geruime tijd later, kan ik
hem en de hele Nederlandse
pers, tot mijn grote vreugde
een recensie-exemplaar aan
bieden van deze tweede ro
man van Thomas Pynchon.
Omdat Pynchon altijd een be
trekkelijk onbekende auteur
is gebleven in Nederland -
ondanks wereldsuccessen als
V. en Gravity's Rain
bow (National Book Award )-
leek het my wel de moeite
waard dit recensie-exemplaar
vergezeld te doen gaan van
een documentatiemapje over
de auteur (voor zover dat mo
gelijk is bij iemand die zich
consequent buiten de media
houdt) en zijn roman." Enzo
voorts.
Daarna wordt de recensent
overspoeld door allerhande
buitenlandse kritieken van
juichende aard, de tekst van
een Belgische radio-uitzen
ding, nog eens uitvoerig de
korte inhoud van het b.oek
door Ronald Jonkers plus een
zeer uitgebreide bibliografie
om het geheel op te vrolijken.
In totaal zo'n 22 pagina's
druk- en stencilwerk, en mis
schien was er nog veel meer,
wat ik in ogenblikken van on
oplettendheid kwijtgeraakt
ben.
Duidelijk is dat ik mijn bespre
king liever over de Documen
tatie gehouden had (ik ben er
trouwens al druk mee bezig);
maar ik zal me niet verschui-
i len, nóch de vinnige op- en
aanmerkingen verstrekken
welke een nijvere uitslover
als Ronald Jonkers verdient.
Ééntje misschien, zo dadelijk,
aan het eind.
Boek
Eerst het boek. Het bestaat uit
een - en dat moet gezegd! -
uitstekende beschrijving van
de belevenissen van Oedipa
Maas, een dame die een ge
heime organisatie op het
spoor meent te zijn, voortdu
rend aanwijzingen in die rich
ting "ontdekt", zonder ooit
enige zekerheid te verkrijgen.
Dat is de enige rode draad
door dit dolkomische ge
schrift, en daar moet u het
maar mee doen.
De verhakte, richtingloze,
ogenschijnlijk zinloze speur
tochtjes en avontuurtjes ver
schaffen dan wel geen inzicht
wat er nu eigenlijk aan de
hand is, maar wel wat spora
dische momenten van lees-
vermaak.
dronken Oedipa en minnaar
Metzger dekking moeten
zoeken voor een opengebar
sten, rondvliegende spuitbus
haarlak: "De kwaadaardig
sissende spuitbus ketste af op
het toilet en suisde rakelings
op een paar centimeter langs
Metzgers rechteroor, Metzger
dook en kroop naast Oedipa
terwijl de spuitbus met hoge
snelheid caramboleerde
Zé keek langs zijn oogleden
omhoog in de starende pla
fonnière en haar blikveld
werd doorsneden door het
woeste, flitsende overvliegen
van de spuitbus, die een on
uitputtelijke druk leek te be
zitten.
Alles rook naar haarlak. De bus
botste op een spiegel, kaatste
terug en liet zilveren gefrag
menteerde bloemen van glas
achter die een seconde bleven
hangen voor ze rinkelend in
de wasbak vielen; zoefde naai
de afgeschermde douche
waar hij dwars door een
matglazen ruit vloog die in
stukken brak; daarna tegen
de drie betegelde wanden,
naar het plafond, langs de
lamp over de languit liggende
lichamen, begeleid door zijn
eigen gesuis en het gonzende,
vervormde rumoer van het tv-
toestel,
Ze kon zich niet voorstellen dat
er ooit een eind aan kwam;
maar nu gaf de spuitbus het
midden in zijn vlucht op en
viel een halve meter van Oe-
dipa's neus op de grond. Ze
bleef er naar liggen kijken."
Een zuiver Laurel Hardy-
fragment. Chaos, onbegrip en
onwezenlijk, irreëel gevaar:
stérk symptomatisch voor de
hele chaotische, halfwaan-
zinnige wereld van Oedipa
die, ogenschijnlijk doelloos
door de wereld gedreven, zich
hallucinerend en paranoïde
aan een (wellicht niet be
staande) zekerheid probeert
vast te klemmen. Zie, nu doe
ik 't zelf ook, Jonkers.
Aan het einde van het verhaal,
zo zegt de flaptekst, kan Oe
dipa nog maar uit vier moge
lijkheden kiezen: "Ik ben
normaal en de wereld is nor
maal, ik ben normaal en de
wereld is gek, ik ben gek en de
wereld is normaal, ik ben gek
en de wereld is gek."
Nu zijn deze 4 mogelijkheden
van zelf- en wereldbeschou
wing al méér dan waarop de
gemiddelde mens kan hopen
(zelf kies ik onwrikbaar voor
nummertje 2), maar in Oedi-
pa's geval zal het wel de 4e
mogelijkheid zijn. Oedipa is
gek, evenals de wereld waarin
ze rondhannest - buiten kijf.
Maar dat geldt ook voor Jon
kers en uitgeverij Agathon
die hem z'n gang laat gaan, en
mogelijk ook voor de auteur
die het zichzelf en zijn lezers
zo onnodig moeilijk maakt.
Hij schrijft goed, welzeker,
maar de keuze van zijn on
derwerp (gelardeerd met
"verborgen mededelingen,
toespelingen en verwijzin
gen", en met "Jacobijnse
blanke verzen, popsongs,
kinderrijmpjes, letterwoor
den en woordspelingen en bi
zarre namen" - volgens Jon
kers dan) mag in eufemisti
sche zin gewaagd genoemd
worden.
Puzzelaars
Het boek is voor verslaafde
puzzelaars en andere erudiete
lezers mogelijk verteerbaar,
zeker; voor de overgrote
meerderheid van het naar
kennis en cultuur hunkerend
volk lijkt me weinig hoop
weggelegd. Of Jonkers moest
op het verlichte idee komen
zijn Documentatie niet enkel
aan recensenten (die toch al
belezen of cynisch genoeg
zijn), maar ook in een bijpas
send roodfluwelen mapje aan
de kopers verstrekken.
Dan nog - een bestseller zie ik er
niet in.
(Thomas Pynchon, De veiling
van nr 49, vertaling: Ronald
Jonkers, uitgeverij: Aga
thon, Bussum; 1978, f 19,50)
ROB VOOREN
"Adolf Hitler als psychopaat" is niet zomaar een boek méér
op de stapels die in de loop der jaren over de Duitse
Führer zijn verschenen.
De schrijver, Robert G.L. Waite, erkent m zijn voorwoord
direct dat "er waarschijnlijk meer over Adolf Hitler ge
schreven zal worden dan over enige andere figuur in de
geschiedenis, met uitzondering van Jezus Christus"
Ook zijn boek zal de "Hitlergolf'
niet tot stilstand brengen, maar
dat is wellicht van minder belang.
Wél belangrijk lijkt mij dat Waite
een heel nieuwe aanpak van het
probleem heeft: hij brengt de
persoonlijke neuroses van Hit-
Iers ouders, van het kind Adolf,
de jonge man en de Führer in di
rect verband met zijn optreden in
de openbaarheid.
In zijn voorwoord legt de historicus
Waite een uitgebreide verant
woording af voor zijn methode,
welke een ieder gerust zal stellen
die schrikt bij het zien van de ti
tel. Het boek brengt Hitier dui
delijk naar voren als een ziek
mens in een zieke maatschappij
en niet als een toevallige gek die
een heel volk naar zijn ondergang
leidde.
Ik denk dat de "New York review of
books" dit werk terecht be
schrijft als de "waardevolste van
alle biografiën die recentelijk
over Hitier zijn verschenen"
Want Waite volgt de raad op die
de Engels/Amerikaanse dichter
W.H. Auden geeft in het gedicht
dat voorin het boek staat afge
drukt. Auden, geboren in 1907 en
zeer betrokken bij de vraag wat
de plaats is van de mens in de
geschiedenis, roept op tot
"nauwgezette studie om het
kwaad op te delven van Luther
tot aan nu èn te zien wat er ge
beurde in Linz. Welk groot imago
de bron was van een psychopati-
sche god".
Vragen
Ook Auden zag dus de waarde in
van een gecombineerd onder
zoek naar de Duitse geschiedenis
en de persoonlijke achtergron
den van Hitier. Maar juist de uit
drukking "psychopatische god"
roepen vragen bij mij op ten aan
zien van de titel en de uitkomst
van dit boek.
Waite doopte het boek namelijk
"The psychopatic God Adolf
Hitler" en in het boek komt deze
aanduiding "psychopatische
god" tenminste driemaal voor: in
Auden's gedicht en op de blad
zijden 360 en 439.
Waarom dan de vertaling "Adolf
Hitler als psychopaat", waarbij
menigeen toch in de eerste in
stantie zal denken aan een gewo
ne gek, terwijl de Engelse titel
meer in kan houden?
Nu ik dit boek heb gelezen denk ik
dat deze geschiedenis draait om
het feit dat Hitier zichzelf aan
prees als god, als een vóór
christelijke ceasar of germanen-
leider; een man zonder verwor
venheid die wij als christelijke
cultuur te danken hebben aan de
Romeinse keizer Konstantijn de
Grote. Met deze naam ging hij de
geschiedenis in nadat hij zich in
het jaar 312, aan de vooravond
van de slag bij de Milviusbrug,
had bekeerd tot het christendom.
Dat was nogal wat voor een Ro
meinse keizer. Want niets belette
Konstantijn de Grote om net als
zijn voorgangers te doen^ of hij
almachtig was, een ceasar die
niets en niemand boven zich had
behalve een serie afgoden waar
toe hij zichzelf ook min of meer
rekende. De uitverkoren Kon
stantijn erkende een hogere
macht dan de zijne. Eerst na hem
is er sprake van christelijke
staatshoofden.
Mij dunkt dat de geschiedenis na
Konstantijn de Grote wordt ver
worpen door Adolf Hitler. Hij
keert aan de hand van roman
tici als Wagner terug naar de
germaanse oertijden, waarin een
leider nog almacht had en slechts
verantwoording had af te leggen
aan zichzelf. Zonder Hitiers hang
naar almacht kan ik de titel "The
psychopatic God" niet begrijpen.
Autoritair
De vaderrol blijkt zowel in het
Duitse gezinsleven als in de ge
schiedenis van dit volk uiterst
belangrijk te zijn geweest. Adolfs
vader was, zoals de meeste vaders
van zijr> tijd, een zeer autoritair
man. Zijn moeder, die zich blijk
baar ook niet voor kon stellen hoe
haar man anders zou moeten zijn,
verzette zich vrijwel nooit tegen
hem.
In het hoofdstuk "Gezinsleven en
opvoeding van de Hitler-genera-
tie" komen de ervaringen van de
jonge Adolf, zijn verlangen naar
macht en de behoefte van het
Duitse volk naar een grote leider,
na de vermaarde Pruisische ko
ning Frederik de Grote
(1712-1786) en de mislukking van
de democratie in 1848 duidelijk
Wét is de oorzaak van dit verlan
gen? Komt het voort uit het feit
dat Duitsland de eeuwen door au
toritair is geregeerd en de demo
cratie nauwelijks een goede kans
heeft gekregen tot na de Tweede
Wereldoorlog, komt het doordat
de Duitse vaders zo autoritair wa
ren en men zo'n houding ook van
het staatshoofd verlangde of is er
een andere oorzaak?
Nauwgezette studie kan
Heel het kwaad opdelven
Van Luther tot aan nu.
Dat een cultuur tot waanzin
heeft gebracht,
Zie wat er gebeurde in Linz
V/elk groot imago de bron was
van een psychopatische god:
Ik en de mensen weten
Wat alle schoolkinderen leren
Wie kwaad wordt gedaan.
Doen kwaad op hun beurt.
W. H. Auden
("september 1,1939)
Het verlangen naar een wereldse
autoriteit zou ons op het spoor
kunnen brengen van zo'n andere
oorzaak. In het onderdeel "Een
erfenis van Luther" komt de
scheiding tussen persoonlijk ge
loof en wereldse politiek ter
sprake, welke menig Duitser
kent als de "Zwei-Reichen-Leh-
re". Maarten Luther legde hier
van de basis. Hij betoogde, toen
hij de godsdienst uit handen van
de geestelijkheid nam en ieder
mens de gelegenheid gaf zélf zijn
zieleheil te zoeken, dat de men
sen iedere vorm van werelds ge
zag als "van God gegeven" moes
ten aanvaarden.
Waite schrijft op bladzijde 265:
"Zolang de staat zich niet be
moeide met het geestelijke leven
van de "innerlijke mens" diende
hij gehoorzaamd te worden. Een
kenner van het verzet tegen Hit-
Ier is toh de conclusie gekomen
dat deze doctrine de Lutheranen
afhield van verzet tegen de nazi
tirannie".
Maar is juist deze scheiding van re
ligieus en werelds leven het Duit
se volk fataal geworden? Hebben
de Duitsers God uit hun leven
gebannen en zich gekeerd tot de
wereldlijke macht omdat een lei
ding in de geschiedenis toch no
dig werd gevonden? De mens op
de plaats die God zoveel eeuwen
had ingenomen?
Ik kan na het lezen van dit boek niet
anders denken dan dat Hitier de
finitief wilde afrekenen met de
christelijke tijd en dat er in zijn
Duitsland geen andere mogelijk
heid werd gezien dan het heiden
se germanendom.
Jodenhaat
Hitier wilde de germanen zien als
een uitverkoren volk. Daarbij
was maar één echt groot
probleem: zo'n volk was er al.
Opvallend vind ik dat Waite de jo
denhaat van Hitler en de zijnen
voortdurend zoekt in de man zelf,
in zijn omgeving en in de roddels
en heidense verhalen die over de
joden, niet alleen in Duitsland
zoals we weten, de ronde deden.
Waarom zoekt Waite de oorzaak
niet tevens in de rol die de joden
in de geschiedenis hebben ge
speeld?
Hij beperkt zich echter tot ver
schijnselen als "De Protocollen
van de Wijzen van Zion"; een
verhaal dat de joden veel kwaad
heeft gedaan, omdat het leerde
dat het joodse volk" door verraad
en list" de aarde zou willen vero-
Verder zou de grootvader van Hit-
Ier van joodse afkomst zijn. Een
onbevestigd gerucht dat mij min
stens even speculatief lijkt als het
verhaal dat de Führer slechts een
testikel gehad zou hebben.
Wat precies de rol van de joden in
de geschiedenis van het Avond
land is 'geweest is nog altijd niet
duidelijk. Een paar dingen kun
nen echter worden gezegd: juist
het joodse volk staat borg voor de
levensopvatting dat boven ons
mensengeslacht een Goddelijke
macht aanvaard kan worden;
juist dit volk kent de "Jom Kip
poer" (Grote Verzoendag), de
jaarlijkse feestdag waarop de
jood zijn eigen levensweg in ver
zoening wil brengen met de wil
van God. Een volk dat zichzelf
niet heeft uitverkoren, maar vol
gens de geschiedenis uitverkoren
is; dat niet zelf een verlosser
schept, maar nog altijd wacht op
de Messias.
Zo leeft dit volk recht tegenoverge
steld aan een Hitler, die eerder
zichzelf als Messias wilde zien. dit
ook uitsprak (blz. 97: "Hi t Füh-
rerprinzip" en zichzelf als "ras
wie "geweld de ei
(dat zei hij op 22 n
in Essen - blz. 95).
:rst
Zondebok
Zeker, de joden zijn de zon
debok geweest. Maar heeft
Hitier ook geen Duitsers omge
bracht, die vanuit christen-zijn
hem en zijn nazi-stam niet kon
den aanvaarden?
Waar zijn in het boek de namen van
martelaren als Dietrich Bonhoef-
fer. Hans van Dohnanyi. Helmut
James van Moltke, Alfred Delp,
Hans en Sophie Scholl?
Als Hitier inderdaad leefde vanuit
zijn anti-joodse en anti-christelij-
ke on-geloof. en ik zie in verband
met de Engelse titel van het boek
geen andere mogelijkheid, dan
vrees ik dat deze waanzin met zijn
dood nog geen eind gevonden
hoeft te hebben. Dit zelfbedrog
kan dan ook in andere landen, in
andere tijden bestaan.
Juist daarom lijken namen zoals
welke ik juist heb genoemd zo
belangrijk voor het verder ver
loop van onze geschiedenis. Het
spijt mij dat Waite ze niet noemt
in zijn boek, want zij zijn de te
genhangers van de Hitler-geest,
de tegenstanders van engheid en
leugen welke het Duitse volk in
handen van het heidendom dre
ven en daardoor van het grootste
belang wanneer men het ver
schijnsel wil verklaren dat Adolf
Hitler heette.
FEICO HOUWELING
"Adolf Hitler als psychopaat"
("The psychopatic God Adolf
Hitler"),/uitgeverij: Het Spec
trum, Utrecht; prijs: ƒ28,90.
/schrijver: Robert G.L. Waite.
De mannen komen morgen",
door Heieen Crul, een uitga
ve van Hollandia BV, Baarn.
Prijs f. 14.90.
Dc voormalige Leidse journa
liste Heieen Crul (in deze stad
overigens beter bekend als
Len ie van Brussel, haar
meisjesnaam ging na haar
huwelijk ineens in rook op)
heeft de laatste jaren bekend
heid gekregen als schrijfster
van het uitstekende voorlich-
tingsboek voor toekomstige
ouders "Wij willen kinderen"
en als columniste van "Mar
griet".
Een keur van de stukjes die zij
voor het vrouwenblad (er be
staan volgens Heieen geen
dames meer) schreef, is nu
gebundeld en daarbij is het
accent komen te liggen op de
De
el "De
orgen
ontleend aan het feit dat
mannen, volgens de schrijf
ster. in de geestelijke en li
chamelijke ontwikkeling van
jongs af aan achterliggen bij
Emancipatie dus. Wie Heieen
niet uit Margriet kent, zal
wellicht het idee krijgen dat
hier een stoet loodzware
vrouwenpreken is verzameld.
Daar is echter geen sprake
van. Ze behoort tot die
schrijfsters die zich af en toe
heftig kunnen opwinden,
maar die beseffen dat woede
op zichzelf een bot wapen is.
Heieen Crul laat de ergernis
uitmonden in een soort op
gewekte slagvaardigheid-
met-een-vleugje-ironie en
dat heeft het grote voordeel
dat ze de zaken goed open legt
en duidelijk maakt. Feminis
tes zullen waarschijnlijk wel
achteloos aan haar voorbij
gaan. want ironie en opge
wektheid leiden in die krin
gen een vrij kwijnend be
staan. Maar zij schrijft ook
niet voor die voorhoede. Wat
ze met haar eenvoudig sier
lijk taalgebruik zeker be
reikt is de vrouw (en wellicht
de man) die wel vindt dat er
het één en ander moet veran
deren. maar niet van plan is
alles overhoop te halen. De
overgrote meerderheid dus.
Emancipatie bij stukje en
beetje met ernst en luim,
maar wel gestaag doorgaan
dat is ongeveer de werkwijze
van Heieen Crul.
De stukjes die vrijwel alle aan
sluiten bij de gewone dingen
in het dagelijks leven, zijn
niet allemaal even goed en
trefzeker. Ze trapt hier en
daar ferm een open deur in.
Wat ze vertelt over "vrouw en
sport" is grotendeels flauwe
kul ("Maar welke sport je als
vrouw ook doet ...erg serieus
word je niet genomen"). En
wat ze schrijft over "mijn
nooit geboren zoon" is plot-
seling zo somber, gedragen en
tuttig dat het zweet je in de
handen komt. ("Was je wel bij
•st, z
wat
mijn dagen da
met zorgen en angst om je te
verliezen. Al dat baldadige
gedrag, al die geldingsdrang,
al die prestatiezucht leveren
alleen maar jongetjes op die
spelen met hun leven of in de
i met zichzelf').
Op z<
Crul
n het
Hele
irige
i heur haar getrokken
RUUD PAAUW