Expositie
Eduard
Verkade
in het
Theater
museum
Verkade ziet er voor het eerst
Jozef Kainz spelen. Hij gaat
hem wel twintig keer zien.
Spraaklessen
Als Verkade terug gekeerd is in
Hengelo sticht hij een trijpwe
verij. Hij blijft zich met vrien
den bezighouden met toneel,
neemt daarvoor zelfs spraak
lessen in Amsterdam en lang
zaam rijpt bij hem het plan om
beroepsacteur te worden. Maar
zijn kunstzinnige aanleg komt
ook in de trijpfabriek tot uiting,
Verkade's stoffen vallen op
door de wondermooie dessins,
worden met prijzen bekroond.
Verkade zelf werkte hard mee
in de fabriek, zo lezen we in de
biografie.
...Maar hij verbaasde de om
standers keer op keer met zijn
eigenaardigheden. De ene
avond liet hij het licht branden,
de volgende dag bleef de
brandkast openstaan. Op een
morgen na de kermis trof hij
zijn arbeiders zwaar ronkend
op de grond achter de stil
staande weefstoelen aan. Ze la
gen op en over elkaar en vorm
den een schilderachtige groep
met kleurige aapjes en enorme
medailles van de Kop van Jut
op hun boezeroen gestoken.
Ook dit keer was Verkade's
reactie verrassend voor een fa
brikant: „Wat een prachtig ge
zicht!... Wat jammer dat ik mijn
fototoestel niet bij me heb!...
Laat ze vooral rustig slapen,
meester!"
Het toneel laat Eduard Verkade
niet los en als hij maar even
kans ziet, houdt hij zich daar
mee bezig. Bij het zilveren to
neeljubileum van Verkade zal
Carel van Hees, directeur van
de schouwburg in Haarlem ge
tuigen van zijn kennismaking
met de ontwerper Vérkade.
Van Hees vertelt dan hoe hij als
beginnend acteur door de pro
vincie reisde en in de plaatse
lijke schouwburgen overal
maar twee decors aantrof: een
monsterachtige kamer en een
afschuwelijk lelijke tuin. Maar
op een avond belandden zij in
Hengelo en vonden hier tot hun
stomme verbazing hoogst artis
tieke decors die Verkade ge
maakt had. „Dat was zijn eerste
toneelhervorming".
Eduard Verkade zetten zijn to
neelplannen door. Hij deed de
trijpweverij voordelig over aan
zijn compagnon en debuteerde
in 1904 als beroepstoneelspeler
in de kleine zaal van het Con
certgebouw in Amsterdam met
Macbeth als voordracht. Het
werd een uniek gebeuren en de
critici reageerden verward,
voorzichtig maar ook welwil
lend. De architect professor
Wijdeveld schreef er later over.
Door
Ko van Leeuwen
„Nog zie ik hem in een paarse
pij allèèn op het kleine sober
verlichte podium, nog volg ik
zijn stijlvol bewegen; nog luis
ter ik naar zijn Macbeth- en
Hamlet-vertolking. Heel zijn
leven heeft hem dat paarse
kleed omhuld, het kleed dat
hem even buiten het leven
hield, die mengeling van Ac
teur en Zoeker en Wijze"
Als een zelfbewust zoeker bleef
Verkade zijn hele leven bezig
met toneel. Na zijn Macbeth-
voordracht werd hij geënga
geerd bij de Koninklijke Ver
eniging Het Nederlandsch To
neel. Hij ontmoet er een speel
stijl die weinig revolutionair is,
die in het buitenland al lang
verlaten is. Een debuut in de
Gijsbrecht, enkele meer of
minder belangrijke rollen,
maar na anderhalfjaar een af
scheid. Verkade voelt zich niet
thuis in dit al te theatrale mi
lieu.
Gordon Graig
Dan volgt de ontmoeting met
Gordon Graig, de grote Britse
toneelrevolutionair. Volgens
Graig moest het hele bestaande
toneel omver geworpen wor
den. Het doel van Graig was het
verborgene voor de mens
zichtbaar te maken. Verkade en
Graig maakten verregaande
plannen. Er moest een school
komen waar jonge krachten het
toneel in de nieuwe richting
konden gaan volgen, een eigen
theater, en in alle grote steden
van West-Europa een Kunst
huis, waar toneelvoorstellin
gen, concerten, lezingen en ex
posities konden worden ge
houden. Het moest allemaal
goedkoop en toegankelijk
zijn.
Een grote toernee van Verkade
en Graig door Europa zou het
begin zijn. Graig zou de plan
nen daarvoor uitwerken; Ver
kade zou voor het geld zorgen.
Dat laatste lukte; het eerste
niet, want Graig faalde. Hij
kreeg zijn plannen niet op pa
pier. Het leidde tot een artistie
ke breuk. Verkade zei over
Graig: „Hij ziet meer, ik hoor
meer. Ik begrijp de karakters
stuk voor stuk in Shakespeare
beter".
Het begin van de toneelmoderni-
sering in Nederland komt als
Verkade samen met Royaards
in 1907 de Zomerspelen gaat
doen. Op initiatief van de La-
rense kunsthandel wordt hen
gevraagd Elckerlyc en Lanse
loet te spelen. Verkade ont
werpt de decors en hij stelt de
mise-en-scéne vast terwijl
Royaards met de acteurs de
tekst instudeert. Onder invloed
van Gordon Graig komt er een
suggestief decor, terwijl de cos-
tuums gebaseerd zijn op mid
deleeuwse beelden. Zo ontstaat
er voor die tijd een voorstelling
van ongekende eenheid.
De samenwerking met Royaards
duurt slechts kort. Beide to
neelkunstenaars beseffen dat
ze niet bij elkaar passen.
Royaards moet zich in speel
stijl inhouden. Zijn belangstel
ling lag bij de stukken, niet bij
de spelers. Eduard Verkade
ging vooral uit van de spelers.
Hij zocht naar overeenkomsten
tussen de uit te beelden rol en
het innerlijk van de acteur, en
zo trachtte hij te komen tot
puur en esthetisch verant
woord artistiek theater. Het
ging er Verkade niet om de
kunst te gebruiken om mis
standen aan de kaak
te stellen. Verkade was
een voorvechter van het sym
bolisme en van het expressio
nistische toneel. Een voorstan
der van de abstractie binnen
het theater. Magie en mystiek.
In Verkade's tijd vlamt een
haardvuur - ook op het toneel -
normaal op als er een deur
opengaat en er tocht ontstaat.
Zo niet bij Verkade. Bij hem
dient het haardvuur op te
gloeien wanneer de emotie der
figuren oplaait.
Verkade, de zelfbewuste zoeker.
Het kan niet uitblijven dat zijn
aandacht uitgaat naar Hamlet.
Dit koningsdrama van Sha
kespeare en vooral de titelrol
hebben Eduard Verkade voqr
de rest van zijn loopbaan niet
meer losgelaten. De Hamiet-
opvoering zou tot opmerkelijke
toneelvernieuwing leiden. Zo
als de changementen bij open
doek tijdens de Zomerspelen
publiek en critici verbaasden,
zo zou ook Hamlet een speciale
indruk achterlaten. Aan zijn
vrouw schreef Verkade tijdens
een vakantiereis: „Ik wroet
over de regie van Hamlet. Ik
heb een prachtig plan ontwor
pen. Hele Hamlet in èèn decor
met alle veranderingen, die no
dig zijn, in details. Ik geloof dat
het een moderne Shakespeare-
Buhne is"
Regieboek
Evenzeer ongebruikelijk in die
tijd was het samenstellen van
een regieboek. Een journalist
die Verkade ontmoet schrijft:
„Daar lag het schrift, waar hij
voor elk toneel de plattegrond
van het toneel had getekend.
Allermerkwaardigst was dat!
De hele Hamlet zit als ven
doorlopende handeling in zijn
hoofd".
Een versoberd toneelbeeld. In
zijn memoires komt Eduard
Verkade terug op die Hamiet-
opvoering in het Odeon in Am
sterdam: „Naar het bleek ging
van deze voorstelling iets uit,
dat door spelers met grotere
techniek in een zaal met een to
neel „achter de lijst" niet zo
gemakkelijk bereikt wordt. De
opvoering kon vergeleken
worden met een schets, en het
heeft mij veel opvoeringen en
veel jaren arbeid gekost, eer er
met sterke spelers en onder ui
terlijk veel gunstiger omstan
digheden eenzelfde eenheid en
gaafheid werd bereikt als bij
deze eerste poging".
Eduard Verkade, zijn Engelse en
Duitse ondergrond, leermees
ters als Gordon Graig en Max
Reinhardt hadden hem ge
vormd tot de leider die in staat
was het toneel in Nederland
wezenlijk te vernieuwen. On
der Verkade ontstond een
nieuwe generatie van acteurs
en actrices, toneelleiders als
Albert van Dalsum, Johan de
Meester en Cees Laseur. Vooral
van Dalsum is nooit opgehou
den te getuigen van Verkade's
grote verdiensten.
Tot slot nog een van de meest cu
rieuze episodes uit Verkade's
toneelloopbaan. In de zomer
van 1935 kreeg hij het verzoek
toneelcriticus van De Groene
Amsterdammer te worden.
Verkade vond het een interes
sante uitdaging en nam na
overweging het aanbod aan. Er
brak een storm van veront
waardiging los bij andere tijd
schriften. Verscheidene gezel
schappen verboden Verkade
bij deurwaardersexploit de
toegang tot de Amsterdamse
schouwburg. Dankzij Verka
de's eigen vindingrijkheid was
goede raad niet duur. Hij liet de
toegangskaarten door een an
der kopen. Onder de titel „Ko
pie or not kopie, that's the
question" verscheen een spot
prent van tekenaar Eppo Doe-
ve in De Groene met Verkade
als een journalistieke Hamlet
voor de schouwburg op het
Plein.
De biografie Eduard Verkade is
een bijna onuitputtelijke bron
van beschouwen, inzicht en to
neelontwikkeling geworden.
Mevrouw Eline Verkade-Car-
tier van Dissel heeft de toneel
vernieuwer Verkade daarmee
evenzeer interessant gemaakt
voor de jongste generaties to
neelbeoefenaars en toneellief
hebbers.
Eduard Verkade (en zijn strijd
scheen bij De Walburg Pers,
Zutphen. In kunstleer gebon
den f75.
Een foto van Eduard Verka
de uit 1947. het jaar waarin hij
afscheid nam van het toneel
AMSTERDAM - Wie het Theatermuseum op de He
rengracht in Amsterdam de komend maanden be
zoekt, kan daar de acteur Eduard Verkade zien spe
len.
In het Theatermuseum is namelijk een tentoonstelling ingericht
over deze in 1961 overleden toneelvernieuwer, en een onderdeel
van die expositie is een mini-bioscoopje waarin je in het halfduis
ter vanuit een fauteuil Verkade op de tv-monitor ziet acteren. Een
martiale stem, brede gebaren, toneel als voordracht. Is dat de ver
nieuwing waar steeds over gepraat en geschreven wordt als het
over Eduard Verkade gaat?, denk je even.
Maar het is met die oude filmbeelden natuurlijk al net als met vroe
gere grammofoon-opnamen. De kwaliteit ervan komt veel te kort.
Belangrijker is datje aan de hand van zo'n optreden van Verkade
kunt constateren dat de factor vernieuwing moet worden gezien in
het licht van die tijd. Toen Verkade in 1904 als beroepsacteur
debuteerde, bestond het coulissentoneel nog en daarnaast was er
een hang naar realisme op het toneel. Verkade nu was iemand die
streefde naar versobering, naar een aangeven van de sfeer. Eén
boom kon voldoende zijn om een heel woud aan te geven, èèn
stukje treurwilg en een grafzerk volstonden als heel kerkhof
De grootheid van een man als Eduard Verkade moet niet alleen
gelegen hebben in zijn acteurschap. Wie het een en ander over hem
leest en wie de tentoonstelling in het Theat.ermuseum bezoekt,
ontdekt als spoedig de universele toneelkunstenaar in Verkade.
Hij overzag het geheel, ontwierp zelf decors, stichtte gezelschap
pen en yormde een nieuwe generatie van toneelleiders (Van Dal
sum, De Meester) en als er nergens meer te spelen viel, dan zorgde
Verkade voor zijn eigen theater
Tegelijk met de opening van de tentoonstelling over Verkade ver
scheen de lijvige biografie Eduard Verkade en zijn strijd voor een
nieuw toneel. Dit resultaat van jarenlang speurwerk van mevrouw
Eline Verkade-Cartier van Dissel vormt samen met de expositie
een uniek geheel. Aanleiding tot beide Verkade-gebeurtenissen is
de honderdste geboortedag van Eduard Verkade, die op 15 juni
1878 het levenslicht zag.
In de bovenzalen van het fraaie pand aan de Herengracht 166 heeft
Marius Wagenaar, die als grafisch ontwerper ook de vormgeving
van de biografie verzorgde, de opzet bepaald van de Eduard Ver-
kadetentoonstelling. Hij heeft daarin een functionele volgorde en
rangschikking kunnen brengen doordat hij ook al van de inhoud
van het boek op de hoogte was. Op de uitgebreide expositie is
vrijwel alles samengebracht wat maar enigszins met Verkade te
maken had, tot zelfs de koekblikjes uit Zaandam; immers, het was
Eduard's vader die met de oprichting van de stoombroodfabriek
de aanzet gaf tot wat nu het Verkade-concern is.
Op de tentoonstelling wordt ook de samenwerking tussen Verkade
en tal van kunstenaars duidelijk. Er hangen talloze decorontwer
pen van Wijdeveld en ook van Rie Cramer, met wie Eduard Verka
de ook gehuwd is geweest. De expositie wordt begeleid door een
beknopte publikatie, samengesteld door Paul Blom en Renèe
Waals. Bijdragen voor deze Verkade-herdenking moesten zelfs uit
het Theatermuseum in Keulen en uit het Victoria and Albert Mu
seum in Londen komen.
Tot 31 januari 1979 is de tentoonstelling in het Theatermuseum nog
.,1908. De Hamlet van Verkade in
Odeon. Als een schok springt
het uit mijn herinnering, als
een verzet tegen stoffige tradi
tie. Tegen doodgelopen realis
me en holle romantiek. Geen
jeune premier" meer met be
haaglijke maniertjes, maar een
bijtend protest van jeugd tegen
„een vervuilde tuin die schoot
in 't zaad", het maatschappelijk
bestel, waarmee ze geconfron
teerd wordt. De magie van het
toneel benaderd met een vlijm
scherpe, bijna spottende analy
se, een haast kuise schaamte
voor het gevoel, een versma
ding van retorische effecten
der taal, een intellectuele twij
fel. Dit was mijn eerste ontmoe
ting met de toneelkunstenaar
Verkade, toen nog niet onder
hem werkend, maar als toe
schouwer in het kleine zaaltje
van Odeon op het Singel bij het
Koningsplein. Het toneelbeeld
versoberd, en ontdaan van rea
liteitsnabootsing, gordijnen in
plaats van illusionistische cou
lissen; enkele onmisbare re-
quisieten en aanduidingen, alle
aandacht concentrerend op het
geestelijk werk van de toneel
speler".
Zo sprak de toneelreus Albert
van Dalsum zich in juni 1953 uit
over Eduard Verkade. Hij deed
dat in een interview in Het Pa
rool en greep daarmee bijna
een halve eeuw terug in zijn
herinnering. Het citaat staat af
gedrukt in de biografie Eduard
Verkade, geschreven door de
weduwe van de in 1961 overle
den toneelleider, dr. Eline Ver
kade-Cartier van Dissel.
Boeiend
Zes jaar heeft mevrouw Verkade
aan de biografie gewerkt en het
is een boeiende levensbe
schrijving geworden die zich
spannend laat lezen. En dat niet
alleen. Eduard Verkade lijkt
mij een onmisbaar werk voor
een ieder die de toneelhistorie
ter harte gaat en wel omdat de
schrijfster zeer nauwgezet tal
van bronnen raadpleegde
waardoor het boek een weten
schappelijke fundering heeft
gekregen. Die bronnen, het zijn
er ontelbare, worden steeds in
voetnoten onderaan de pagina
vermeld. Dat lijkt mij juist ge
zien van de uitgever, De Wal
burg Pers, omdat het je als lezer
veel geblader bespaart.
Eduard Verkade was geen telg
van een befaamd toneelge
slacht. Hij heeft zijn weg als to
neelkunstenaar zelf moeten
banen en zijn eerste ontwikke
ling in die richting deed hij
vooral op in het buitenland, in
Engeland, waarheen hij door
zijn vader was gestuurd voor
een degelijke studie, onder
meer in de chemie. In Londen
studeert hij op Finsbury Colle
ge, komt in aanraking met een
toneelclub in Brockley. Hij
schrijft een eenakter en ziet in
Londen veel toneel. Als hij in
The Haymarket Theatre een
voorstelling heeft gezien van A
Marriage of Convenience, heb
ben stuk en opvoering hem zo
ontroerd, dat hij na afloop op
straat loopt te snikken. Als een
vriend zich over die diepe ont
roering verbaast, antwoordt
Verkade: „Ik wil ook naar het
toneel, maar mijn vader zal het
vast niet goed vinden".
Eduard Verkade wordt door zijn
vader uit Engeland terugge
haald als hij zeventien jaar is.
De jonge Eduard zat in Londen
vaker in het pluche van het
theater dan in collegebanken
en als hij te kennen geeft naar
een School of Dramatic Arts te
willen, acht vader Verkade de
tijd rijp om hem als volontair
aan het werk te zetten op de
machinefabriek van de Ge
broeders Stork in Hengelo.
Maar ook daar wijdt Eduard
zich aan de muze, sluit zich aan
bij een groepje actieve jongelui
die een soort cabaretavonden
geven in de schouwburg en
draagt daar voor.
Die groep jongelui waarbij Ver
kade zich nu bevond, bestond
uit geestdriftige volgelingen
van William Morris, die ervan
overtuigd was dat de wereld te
verbeteren viel met mooi en
eerlijk handwerk. Eduard Ver
kade besloot dat hij mooie stof
fen wilde maken. Ging les ne
men op een weefschool nabij
Potsdam. Maar Berlijn was
vlakbij en daar kon je de mooi
ste toneelvoorstellingen zien.
Dr. Eline Verkade-Cartier van Disselde weduwe van de in 1961 overleden toneelleider, signeert voor minister Gardeniers de door haar
geschreven biografie over het boeiende leven van de grote acteur
Eduard Verkade 80 jaar. een foto uit 1958