ZATERDAG 18 NOVEMBER 1!)78
OUAGADOUGOU (Opper-Volta) - Elke vrijdagmor
gen rond een uur of zeven (het is dan nog betrekkelijk
koel) dreigt de keizer van Opper-Volta, de Moro Na-
ba, ervandoor te gaan Ik kan me dat wel voorstel
len.
Opper-Volta, dat in West-Afrika
vlak onder de Sahara ligt, is een
van de armste landen ter we
reld. Er is nagenoeg niets. Veel
landbouwgrond is slecht of
uitgeput, terwijl 97 procent van
de zes miljoen inwoners van de
landbouw moet leven. Indu
strie is er nauwelijks. Het we
gennet is slecht en voor 'n deel
vaak onbegaanbaar. Grond
stoffen heeft het land nauwe
lijks. Het klimaat is grillig en
droog, de regen valt bij voor
keur op tijden datje het als boer
net niet kunt gebruiken. Op
per-Volta ligt ook erg geïso
leerd, de afstand tot de oceaan
bedraagt zo'n duizend kilome
ter. Er is een groot gebrek aan
eigen mensen met een goeie
opleiding: van de kinderen gaat
nauwelijks tien procent naar
school. En op de honderddui
zend mensen is er één praktize-
rende arts.
Maar toch is dat alles niet de re
den dat de keizer elke vrijdag
morgen op punt van vertrek
ken staat. Er schijnt een oude
oorlogstraditie achter te zitten
Je hoort ook wel het verhaal dat
hij zijn vrouw, die is weggelo
pen, achterna wil, maar gezien
het grote aantal echtgenotes
dat hij heeft, lijkt dat minder
waarschijnlijk. Zijn paard staat
gezadeld voor het keizerlijk'
paleis, trommels roffelen, maar
dan komt een aantal hoog
waardigheidsbekleders (deels
op de bromfiets, het status
symbool bij uitstek) de Moro
Naba van zijn plannen afbren
gen. Dat lukt iedere vrijdag
morgen weer. Het paard wordt
weer afgetuigd, de fors ge
bouwde keizer gaat zijn een
voudige paleis weer binnen
Het is een soort folklore ge
worden waarbij ook de toerist
van harte welkom is.
Luxe
Niet dat er veel toeristen komen
Luxe - en die wil de doorsnee
blanke die verre reizen maakt -
kent het land niet. De hoofd
stad Ouagadougou is een heet
en stoffig oord zonder bijzon
der monumentale gebouwen
Alles wat er aan tropische ziek
ten valt te bedenken, is er in
ruime mate aanwezig, bijna ie
dereen heeft malaria en diarree
En het is in de schepping wel
weer zo geregeld datje van het
weinige water dat er is, blind
wordt: in het stroomgebied van
de grote rivieren leeft een in-
sekt dat de rivierblindheid ver
spreidt.
Opper-Volta is een Franse kolo
nie geweest, maar de Fransen
hebben zich ermaarweinig van
aangetrokken. Het voordeel
daarvan is dat met name de
mensen in de dorpen nog rede
lijk in hun gewone doen zijn
Maar aan de andere kant is het
land wel een van de minst ont
wikkelde ter wereld. Het Fran
se verleden merk je eigenlijk
maar aan drie dingen: kinderen
maken een buiginkje als ze je
een hand geven, de~ officiële
taal is Frans en er is vers stok
brood te koop.
Aan onderwijs of gezondheids
zorg hebben de Franse kolo
nialisten nagenoeg niets ge
daan. De meeste ministers in de
huidige burgerregering heb
ben hun opleiding genoten op
een missiepost, want daar kon
je tenminste naar school.
Een land als Opper-Volta had als
kolonie eigenlijk maar één ding
te bieden: mankracht. Maar als
slavenmarkt was het ook niet
bijzonder populair omdat door
de grote afstand naar de zee de
slaven vrij prijzig werden. Wel
zijn in het begin van deze eeuw
veel Opper-Voltaanse arbei
ders geronseld voor de aanleg
van spoorwegen in de buurlan
den. Daar komt bij dat de kolo
niale belasting in harde Franse
munt betaald moest worden, en
dat geld was in Opper-Volta
zelf nauwelijks te verdienen.
Dus je moest wel naar het bui
tenland.
Bromfiets
Die trek van arbeiders is er nog
steeds. Honderdduizenden
Opper-Voltaanse jongens in de
veerkrachtige leeftijd tussen de
18 en 30 jaar werken in de
hoofdstad van Ivoorkust,
Abidjan. Ze léven er onder af
schuwelijke omstandigheden
maar ze komen na afloop we.
met een kapitaaltje terug waar
ze een bromfiets van kunnen
kopen. Met een bromfiets ben
je boven Jan. In de hoofdstad
Ouagadougou zie je elke dag
karren vol brommers van het
station komen die daar worden
aangevoerd vanuit de eigen
Opper-Voltaanse bromfietsfa-
briek.
Nu 'is een brommer er ook een
ideaal vervoermiddel. Bij tem
peraturen van tegen de veertig
graden kleef je in iedere auto
vast en de bar slechte wegen
zijn vaak ook beter geschikt
voor brommers dan voor au
to's. Maar zoals in een arm land
gebruikelijk heeft een voordee f
altijd wel weer een serie nade
len. Veel jongens steken zich
tot de nek in de schulden om
een brommer te kunnen kopen
En een pater vermoedde dat
nogal wat zieke kinderen van
bromfietshoudende ouders
sterven omdat ze bezweet ach
ter op de brommer naar een
ziekenhuisje worden gebracht
terwijl de kinderen van nog
armere ouders lekker beschut
achter op de rug naar de ver
pleger komen.
Ik weet niet of het waar is. Vooi
alles wat je in een land als Op
per-Volta hoort geldt datje niet
zeker weet of het waar is. De
een beweert dit, de ander ver
telt dat, maar een totaal over
zicht is er niet. Over een zaak
als de kindersterfte zie je bij
voorbeeld de meest uiteenlo
pende cijfers. Dat komt omdat
veel ouders de dood van hun
kind niet melden. Aan de ande-
ré kant worden bepaalde kin
deren wel weer als dood geregi
streerd terwijl hun geboorte
nimmer was aangegeven. Wat
k er wel van begrepen heb is
datje er veilig vanuit kunt gaan
dat de kindersterfte zeer hoog
is, zo tegen de vijftig pro
cent.
Politie
Eén ding weet ik wél zeker Op
per-Volta is een vriendelijk
land. Politie en militairen zie je
er nauwelijks. Ik hoorde dat er
dit jaar één keer een demon
stratie is geweest in de hoofd
stad Ouagadougou. Op een
kruispunt kwamen militairen
en demonstranten tegenover
elkaar te staan en dat gaf, na
enig afwachten, een wat lache
rige sfeer. Iemand die er bij
stond: „De demonstranten
wandelden op de militairen af,
vroegen vrolijk: hé is dat nou
een mitrailleur, laat es zien dat
ding, en het „treffen" eindigde
ermee dat demonstranten en,
militairen gezellig samen wat
stonden na te pralen".
Toen ik in een vrachtauto, volge
laden met mensen, kippen, gei
ten en stukken geslachte koe
door het land hobbelde, kregen
we politiecontrole. Dat ging op
een rustige, aardige toon die je
in Nederland maar zelden be
leeft. Opper-Volta heeft voor
Afrikaanse begrippen een net
bewind. Sinds de vriie verkie
zingen van dit jaar is de militai
re regering vervangen door een
kabinet van bijna louter bur
gers. Alleen op het ministerie
van posterijen zit nog een kapi
tein van de landmacht.
Bij die verkiezingen is het met
name voor de socialisten noga.
slecht afgelopen. Een Opper-
Voltaan heeft me dat uitgelegd
„Hun slogan was: alles samen
eerlijk delen. Maar dat valt hee f
slecht in een land waar nauwe
lijks iets eerlijk te verdelen is
en iedereen maar net voor zich
zelf en zijn gezin kan zor
gen"
Bijna alle 40.000 arbeiders (op zes
miljoen inwoners!) die een
baan hebben waar een geregeld
inkomen aan vast zit (f 150 in de
maand is al veel) zijn lid van een
vakbond. En er is persvrijheid
maar dat zegt ook weer niet zo
veel in een land met nauwelijks
pers. Een krant is eigenlijk al
een luxe, het leven is in Opper-
Volta zonder noemenswaardi
ge franje. De meest voorko
mende vormen van luxe zijn
roken (sigaretten zijn vrij
goedkoop, tachtig cent per
pakje), een zeer kleurige wollen
muts (ze lopen met de fraaiste
dingen op hun kop), of de aan
schaf van een horloge of zon
nebril.
Natuurlijk zijn er rijken. Op een
achterafdorp heb ik ademloos
staan kijken hoe een gammele
deur in een vrij onooglijke
schutting openzwaaide en er
een nieuwe witte Mercedes
naar buiten zoefde. Met name
onder vee- en meelhandelaren
zit wat geld. Maar het blijft een
klein groepje
Voedsel
De meeste Opper-Voltanen zijn
elke dag weer hard in de weer
voor het eigen voedsel. Het le
ven speelt zich er voortdurend
af op de rand van een be
staansminimum. De gemid
delde leeftijd is 32 jaar en dan
heb je op het gebied van ontbe
ring. ziekte en dood al wel het
nodige achter de rug. Waar ik
me over verbaasde is dat veel
mensen ondanks alles hun
goede humeur behouden. Mis
schien is dat ook wel de enige
manier om te midden van alle
sores op de been te blijven. „Al
m'n kinderen zijn ziek, maar
morgen zijn ze weer beter",
hoorde ik een vader zeggen. En
ach, hoeveel zin heeft het om
tegenover een blanke te kla
gen?
Op een avond - het was hartstik
ke donker - hield ik een taxi
aan waarin al zes Opper-Volta
nen bleken te zitten. Ik werd
naar binnen getrokken, kwam
bij iemand op schoot terecht en
Naast schoppen (uit Belgie
om in de Sahel te werkeneen
uos van Duitse bankbeambten
Nederlandse vrachtauto's (zon
der onderdelen), warmwater-
boilers en pillen tegen hart- en
vaatziekten komt er ook nog wel
ontwikkelingshulp waar de
mensen in Opper-Volta wat aan
hebben. Op de foto een meisje
met een blik Amerikaanse spijs
olie.
Door
Tonny v.d. Meulen
luid zingend zette het geheel
zich weer in beweging. Terug in
Nederland merk je dat dit soort
taferelen niet bij de gangbare
opvattingen over een arm land
horen. Vrolijkheid past niet in
het beeld. De mensen hebben
het er arm, zijn zielig en zitten
op ons te wachten. Het eerste is
waar, het tweede en derde
niet..
Open
Ik weet niet of het door die opge
ruimde vrolijkheid komt dat
Opper-Volta wijd openstaat
voor alles en iedereen. Het is
een van de weinige Afrikaanse
landen waar je zo zonder visum
binnen kunt wandelen. Alles
wat maar hulp of iets dat daar
op lijkt wil bieden, komt erin
Ik heb horen vertellen dat na
Genève Ouagadougou de stad
is met de meeste internationale
organisaties. Het wemelt er van
de blanken en overal zie e
borden met de afgekorte na
men van hulpverlenende in
stanties.
Er wordt in het land ook duchtig
gepredikt. Als de Opper-Vol-
taan iets duidelijk moet zijn
geworden dan is het wel dat het
blanke Westen een ruime sor
tering geloofsovertuigingen te
bieden heeft. Het kan je in
Ouagadougou gebeuren dat je
een zwarte Jehova-getuige aan
de deur krijgt op wie de bij zijn
geloof horende hardnekkig
heid uitstekend is overge
bracht.
,,Het komt door hun.onderdanig-
heid ten opzichte van de blan
ken dat ze alles maar toestaan'
las ik ergens. Ik heb dat zelf nie
gemerkt. Verkopers van sou
venirs spreken je weliswaar me
patron aan, maar dat is een ver
kooptruc.'Uit de overvriende-
lijke houding van veel Neder
landse kappers kun je ook niet
afleiden dat heel het volk on
derdanig is.
„Ze moeten wel alles aannemen
omdat ze zo verrekte arm zijn'
zei iemand. Misschien is dat
het. Maar een feit is dat vooral
na de Sahel-droogte van 1974 er
nogal wat westerse hulp naar
het land is gekomen waarvan je
op zijn zachtst gezegd de in
druk krijgt.dat ze er niet op zit
ten te wachten.
Waar ze dan wel op zitten te
wachten? In het hele land kom
je steeds weer hetzelfde rijtje
tegen: betere landbouwme
thoden om zelf voldoende eten
te kunnen produceren, schoon
water, goede medische verzor
ging. voorlichting over hygie
ne, goede wegen. En niet een
Zeppelin, die enige Duitsers
naar Opper-Volta brachten in
een poging het transport
probleem op te lossen. Ze heb
ben er in Ouagadougou vrese
lijk om moeten lachen. „D'r
hing hier zo'n hele grote sigaar
boven de stad maar na de lan
ding kwamen er maar tien
mensen uit. Terwijl vliegtuigen
veel kleiner zijn en daar zitten
een paar honderd in". De pre
sident die was uitgenodigd
heeft z'n leven er niet in ge
waagd. De kardinaal is wel in
gestapt. „De gondel was offi
cieel ingezegend dus hij kón
het ding niet wantrouwen"
Schoppen
Ik ben de meest waanzinnige
maar ook gruwelijke verhalen
tegengekomen over wat voor
spul allemaal naar „dat arme
land" wordt gesjouwd. Er zit
ten vaak veel meer goeie be
doelingen achter dan kennis
van zaken. Belgen (ja, sorry, het
waren echt Belgen) zijn met
een vrachtauto vol schoppen
op weg gegaan naar de Sahel,
omdat daarmee zoveel makke
lijker te werken zou zijn dan
met de traditionele hak. „Hun
auto is goddank in Algerije
blijven steken". Uit Nederland
worden vrachtauto's die kant
opgebracht van een merk datje
in Opper-Volta verder niet te
genkomt. Als er een onderdeel
uit trilt, is dat vaak niet te krij
gen, en blijft de auto kapot aan
de kant staan.
Klerken van een Duitse bank zijr
vanuit het op zich terechte be
sef dat je de wereld ook niet
vooruit helpt door de hele dag
centen te tellen, naar het land
gekomen om een bos te plan
ten. Ze maakten het perceel
eerst goed schoon zodat er niets
meer opstond, daarna plantten
ze de bomen te laat; ze droog
den op en het nog groene res
tant werd door passerende gei
ten opgevreten. „Je moet hier
als blanken ook niet gaan staan
poten, dat moet de bevolking
zelf doen". Een naaimachine
naar Opp'er-Volta sturen kost
aan vracht bijna evenveel als de
Italiaanse machines die er te
koop zijn en die hebben ook
nog het voordeel dat je de on
derdelen kunt krijgen.
'i is een ingenieur naar het land
gekomen om te experimente
ren met warmwaterboilers die
werken op zonneënergie. Een
Nederlander in Opper-Volta
die zich zeer over dit soort za
ken kan opwinden: „Als je hier
een emmer water buiten zet is-
ie sneller warm dan zo'n boiler
Zonneënergie is voor een land
als dit ideaal. Maar laten ze niet
allerlei vindingen op dit land
gaan uitproberen. Laten ze
komen als zo'n ding echt nuttig
is. en laten ze er dan alsjeblieft
niet bijzeggen dat het voor niks
is en ook niet dat het je van het
Even later voegt hij er nog aan
toe: „Zeg aan iedereen die je in
Nederland tegenkomt dat hier
geen behoefte is aan allerlei
klerezooi. Laten ze oude lom
pen maar mooi verkopen aan
de voddenman en het geld op
sturen. Daar kopen de mensen
hier dan wel weer een net
hempje van. Door al dat oude
spul maken ze de mensen hier
tot bedelaars"
Hartziekte
Met een Nederlandse pater heb ik
op een avond bij de olielamp op
vrij sombere toon zitten praten
over wat er allemaal mis kan
gaan met kennelijk goed be
doelde hulp. „Ik heb drie pak
ketten geneesmiddelen gekre
gen; ik heb er met zorg twee of
drie doosjes verbandgaas uit
gezocht. De rest bestond uit
pillen tegen hart- en vaatziek
ten. Die komen hier in het dorp
niet voor. Ik heb het hele
vrachtje maar doorgestuurd
naar de hoofdstad, de mensen
leven daar wat haastiger mis
schien hebben zij nog wat aan
die pillen. Het komt ook voor
dat bij een zending medicijnen
alleen een Japanse bijsluiter
zit. Die kan niemand hier le-
Van een andere blanke hoorde ik
over een zending vermage
ringspillen die van uit het gulle
Westen in het ondervoede land
was gearriveerd. Je kunt erom
lachen, maar het is toch wel
vreselijk tragisch als tegelijker
tijd een man in een naburig
dorp sterft aan een ontsteking
aan de urinewegen, omdat me
dicijnen daarvoor niet te krij
gen zijn.
De pater weer „In een Neder
landse gemeente is een actie
voor Opper-Volta aan de gang.
Ze vroegen mij om tafelkleden
en blouses die hier in het land
gemaakt worden. Nou komt de
katoen ervoor uit Europa, om
dat de eigen katoen hier nau
welijks kan vyorden verwerkt,
maar a la. Ik kocht die dingen
hier op de markt voor de nor
male prijs, stuurde het hele
zaakje op. En nu heb ik een
brief gekregen dat de bloesjes
voor Nederland te duur zijn om
er nog winst voor de hulp op te
kunnen maken. Ze vragen nu
aan mij om de spullen voor de
helft van de prijs te leveren, zo
dat zij met die winst dan weer
goed kunnen doen voor Opper-
Volta. Ik moet dus mijn men
sen hier te weinig betalen om
het een Nederlandse gemeente
mogelijk te maken diezelfde
mensen te helpen. Ik zal het ze
per brief proberen uit te leg
gen".
Kaartje
..Weet je wat ook zo'n probleem
is: veel Nederlanders hebben
een zakagenda met maar een
heel klein kaartje van Afrika.
En dan denken ze ook dat alles
hier dichtbij is. Ik vraag om een
zending kleren naar de haven
van Abidjan in Ivoorkust te
sturen. Maar in Nederland kij
ken ze op hun kaartje en zien
dat Accra in Ghana wat dich
terbij is. Daar staat alles nu in
de haven. Ze hadden het net zo
goed naar Wladiwostok kun
nen sturen, want tussen Accra
en hier zijn nauwelijks verbin
dingen".
Maar er is ook hulp waar Opper-
Volta wel wat aan heeft. Er
wordt veel gedaan aan verbete
ring van de landbouw, aan
voorlichting over gevarieerd
voedsel, betere hygiëne etc.
Wel is er de bezorgdheid dat de
enorme toevloed van buiten
landse hulpprojecten alle ini
tiatief in het land zelf doodt en
de afhankelijkheid van de rijke
wereld alleen maar doet toe-
In een Opper-Voltaans rapport
dat het resultaat is van inter
views met honderd vrouwen in
het land staat: „Alle hulp moet
ten doel hebben dat het indivi
du, de gemeenschap of het land
meer onafhankelijk wordt en
niet afhankelijker. Goedme
nende buitenstaanders hebben
bij sommige dorpen werktorens
gebouwd. Maar de bewoners
hebben nooit het gevoel gekre
gen dat het hun torens waren,
ze werden ook niet getraind in
het onderhoud. De torens raak
ten defect vlak nadat de bui
tenlanders vertrokken waren.
En het hele voordeel dat wij
van die torens hadden kunnen
hebben, ging verloren"
Soja
Ik ben een dag of wat meegegaan
met een Nederlandse vrouw
die in Opper-Volta in een voed-
sclproject zit. Voedsel uitdelen
alleen vindt ze niet voldoende,
want als zij weer w^g is zitten
de mensen weer zonder en is er
in wezen niets veranderd.
Daarom probeert ze in haar ge
bied soja-bonen te introduce
ren. Die kunnen er goed
groeien. De bonen zijn een zeer
goede aanvulling op het be
staande voedselpakket, het
sojameel maakt de saus wat
dikker zodat er meer aan meel
pap blijft hangen die in de saus
wordt gedoopt, en de vrouwen
kunnen er ook een soort mag-
giblokjes van maken (soemba-
la) die de saus een pittige
smaak geven. Tal van moge
lijkheden dus.
Daarnaast probeert zij met de
bouw van kleine stenen oven
tjes het brandstofverbruik te
drukken. Zo'n oventje houdt
de warmte veel langer vast dan
gebeurt wanneer de eetpot zo
maar op een partij brandende
takken staat. En brandhout
wordt niet alleen schaars, al die
vrouwen moeten het ook maar
steeds weer op hun hoofd aan-
Op onze tocht werden we uitge
nodigd door een dorpshoofd.
Zittend onder een hele mooie
grote boom net buiten het dorp
werden we eerst lovend toege
sproken. Daarna kregen we een
hele voorraad kippen en jams,
een soort dikke aardappels.
Van mensen die zelf te weinig
eten hebben. Je voelt je gege
neerd, je kunt het ook niet wei
geren en de Nederlandse
vrouw, die er helemaal rood
van werd. zei: „Ik denk dat het
een investering in de toekomst
is. De oogst is slecht en door dit
allemaal te geven hopen zij dat
ik hun straks, als de hongers
nood komt, kan helpen". We
reden vrij stil terug.
Maar niet alleen de cijfers zijn
onduidelijk. Ook zie je rondom
je allerlei dingen waarvan je
niet weet wat er achter zit. Je
moet ontzettend oppassen dat
je niet hele gewichtige theo
rieën verbindt aan op zich inte
ressante waarnemingen. In het
Franse blad Paris Match stond
een foto van een Oppér-Vol-
taans jongetje met om zijn nek
een touwtje en aan dat touwtje
een kruisje en een sleutel. Dat
leverde een heel verhaal op dat
dit toch wel aantoont dat naast
het christendom de oude na
tuurgodsdiensten blijven be
staan, waarin een sleutel een
bepaald symbool is. Wel nee
zei me een pater, die jongen
droeg naast zijn kruisje de
huissleutel, omdat ze hier geen
broekzakken hebben. Dat kan
de pater nou wel zeggen, hoor
de ik later weer van een ander
maar ook bij christenen vind je
hier wel degelijk restanten van
de natuurgodsdiensten.