Operastichting: sterven of doodgaan
PUBLIEK
Eerste volwassenroman van Jan Terlouw
Badplaats kilometer voor kilometer onderzocht
Muziektheater moet in Amsterdam
PAGINA 4
DINSDAG 14 NOVEMBER 1978
In een verzakte dakgoot van een oude woning in de
Bronckhorststraat in Noordwijk groeit elk jaar een
pol Muurpeper en in het slop naast restaurant De
Boer, ook in de badplaats, is zowaar een Hertshoorn
weegbree gesignaleerd.
tisch onderzoek, uitgevoerd
op Noordwijks grondgebied
en een stukje Noordwijker-
hout. De commissaris van de
koningin in Zuid-Holland,
mr. Maarten Vrolijk, kan er
dit weekeinde eens rustig
voor gaan zitten, want a.s.
vrijdag krijgt hij het eerste
exemplaar overhandigd.
Met het systematisch beschrij
ven van de Noordwijkse flora
Belangrijk nieuws? Niet om
over wakker te liggen, maar
wel erg interessant voor men
sen die belangstellend zijn in
de Nederlandse flora. In
Noordwyk zijn meer zeldza
me planten aangetroffen.
Ze staan met naam en toenaam
vermeld in "De flora van
Noordwijk", een boek dat in
woord en beeld een samen
vatting geeft van een floris-
is in 1972 al een begin ge
maakt. Het initiatief is uitge
gaan van de plaatselijke ver
eniging Natuur- en Vogelbe
scherming. Twaalf leden
hebben de inventarisaties
uitgevoerd en hun bevindin
gen aan het papier toever
trouwd. Zij hebben eerst het
totaal te onderzoeken gebied
(ongeveer 2000 hectare) in
vakken van één vierkante ki
lometer onderverdeeld,
elk vak gedurende
(eind maart tot
september) tot op de meter is
onderzocht. Daarbij ging het
vooral om het noteren van de
voorkomende planten, met
daarbij de aantekeningen of
er sprake was van een alge
meen voorkomend soort of
dat men wellicht te maken
had met een bijzondere
vondst.
Waterviolier
Leidraad zijn daarbij geweest
de onderzoekingen die in het
verleden zijn verricht naar de
flora in de Nederlandse dui
nen. Als vergelijkingsmate
riaal is onder meer gebruik
gemaakt van de informatie
die Frederik van Eeden in
1877 verzamelde over de dui
nen in de omgeving van
Noordwijkerhout, en van wat
recenter datum (1975) een
rapport over een flora-onder
zoek in de Amsterdamse Wa
terleidingduinen.
Het semi-wetenschappelijk
opgezette Noordwijkse on
derzoek toont aan dat sinds
Frederik van Eeden zijn on
derzoek afrondde, er talloze
plantensoorten het veld heb
ben moeten ruimen. De Egel
boterbloem, Waterviolier,
Bonte Paardestaart, Welrie
kende Agrimonie en nog en
kele tientallen. Daarnaast
staan er een aantal op het
punt te verdwijnen zoals de
Echte Koekoeksbloem, Wa
ternavel en Addertong.
Oorzaak? De onderzoekers
houden het op de uitbreiding
van het stedelijke gebied, in
tensivering van de land- en
tuinbouw en de toenemende
recreatie. Maar, zo geven ze
aan, ook van buiten het ge
bied doen zich invloeden op
de plantengroei gelden, al
slaat het voorbeeld dat in dit
verband in het boek wordt
aangedragen niet op Noord
wijk maar op de situatie in de
duinen van de Amsterdamse
Waterleiding. Gedoeld wordt
op infiltratie daar van sterk
verontreinigd Rijnwater. Dat
heeft al de nodige consequen
ties tot gevolg gehad.
Zal in het landschap van
Noordwijk over vijftig jaar
nog plaats zijn voor wilde
planten? Zullen de landgoe
deren Leeuwenhorst en Of-
fem nog hetzelfde zijn als nu?
Of zullen zij stadsparken zijn,
temidden van een onafzien
bare huizenzee?
De vragenstellers geven in hun
boek ook zelf het antwoord.
"Voor de toekomst kan
slechts één ding met zeker
heid worden gezegd namelijk
door
Herman van
Amsterdam
dat het landschap, dus ook de
daar in thuishorende plan
tengroei, steeds zal verande
ren onder invloed van de
mens en door natuurlijke
ontwikkelingen"
Kroonkruid
Er zijn uit het onderzochte ge
bied planten verdwenen,
maar er zijn er ook bijgeko
men. Veel daarvan zou je ei
genlijk op een andere plaats
verwachten. Horen er niet
thuis.
Neem bijvoorbeeld het Kroon
kruid, een vertrouwd gezicht
in de zeereep naby de Lange-
velderslag. Hoe het daar is
gekomen? Vermoedelijk sa
men met de graszoden die in
de jaren '40-'45 vanuit het
binnenland werden aange
voerd om als afdekking te
dienen voor de in de zeereep
gebouwde bunkers.
Van de plantensoorten die de
onderzoekers hebben aange
troffen blijken er in totaal 14
wettelijk te zijn beschermd.
Die mogen dus niet worden
geplukt of afgesneden. Maar
de praktijk leert anders. Tot
die veertien behoort onder
meer de Blauw Zeedistel.
Jaarlijks staan er in de zee
reep aan de Koningin Wil-
helmina Boulevard honder
den van in de bloei.
Nijdig
Klein Kruiskruid: een zeer
veel voorkomende plant op de
Noordwijkse cultuurgronden.
"Vooral Duitsers hebben er een
handje van die dingen te
plukken", zegt flora-onder
zoeker Aartse, "het is om nij
dig van te worden. Maar ge
lukkig gaat op ons verzoek de
gemeente Noordwijk er nu
bordjes bij plaatsen met in
twee talen het verzoek of men
er af wil blijven. Hopelijk
heeft dat wel effect"
De flora-onderzoekers hebben
veel gegevens aan het papier
toevertrouwd (132 bladzij
den) maar toch ook weer niet
Tips voor deze rubriek kunt U elke
morgen tot 10.00 uur aan mij kwijt, tel.
071-144941, toestel 215. U mag ook
schrijven.
alles. Een voorbeeld. Een
paar jaar geleden stuitte men
ergens in de Zuid-duinen op
een veld zeldzame orchideeën
(Hondskruid) en trof men er
ook een grassoort aan die in
heel West-Europa niet meer
voor komt. Tevergeefs zal
men in het boek uitkijken
naar gedetailleerd omschre
ven vindplaatsen. Met opzet
zijn die niet vemeld. Dat geldt
trouwens ook voor wat ande
re planten.
Aartse: "Het is beter dat we de
mensen een beetje in het on
gewisse laten. Voor mijn
buurman, ik noem maar ie
mand, ben ik niet bang. Die
zal geen orchidee of graspol
kwaad doen. Die heeft geen
benul van de floristische
waarde er van. Maar er zijn er
natuurlijk ook hoopjes die er
wel wat van weten. Studenten
bijvoorbeeld. Die zijn erg
kien op zeldzame soorten.
Komen prachtig van pas in
hun privé-verzameling ge
droogde planten. Daarom dus
houden we ons in sommige
gevallen een beetje op de
vlakte".
Steenwoestijn
Niet alleen het duingebied is in
die zeven jaar onderzocht.
Eén van de onderzoekers is
"de bewoonde wereld inge
trokken". Gaf zijn ogen de
kost op de boulevards en
naaste omgeving, keek rond
in de dorpskernen van
Noordwijk aan Zee en die van
Noordwijk-Binnen, verkende
het villagebied De Zuid en
ging op onderzoek uit op de
bouwterreinen van de nieuwe
wijken Boerenburg en Duin
park.
Zijn bevindingen in het woon
gebied aan zee waren niet al te
bemoedigend. Hij rappor
teerde: "Voor de plantenlief
hebbers vormt het zeedorp in
veel opzichten een troostelo
ze steenwoestijn, omdat in
het verleden daar niet altijd
even zorgvuldig met het
groen is omgesprongen. Veel
particulieren hebben de
moed opgegeven om hun
kleine tuintjes een iets fleuri
ger aanzien te geven. Hier
door is de situatie ontstaan
dat in veel straten geen bo
men aanwezig zijn en dat veel
huizen het met een betontuin-
tje moeten doen".
De Noordwijkse flora-on
derzoeker Aartse: "Het is beter
dat we de mensen over sommi
ge vindplaatsen in het onge
wisse laten
Kruiden
In het boek wordt nog een apart
hoofdstuk gewijd aan de ge
schiedenis en betekenis van
de kruidencultuur in Noord
wijk.
De badplaats stond er ooit in
ternationaal bekend om. Die
tijd is definitief voorbij. Wat
nog rest zijn twee kruiden
kwekers: Alkemade en Cas-
pers, van wie de laatste nog
slechts één hectare mieriks
wortel verbouwt.
Van "De flora van Noordwijk"
zijn voorlopig 1500 exempla
ren gedrukt.
AMSTERDAM (GPD)
Wie zal de opera betalen?
Met die vraag wil Amster
dam opnieuw de onder
handelingen openen met
de minister van CRM.
„Het zullen geen gemak
kelijke onderhandelingen
worden", meent burge
meester Polak. „We zullen
snel beginnen, maar laat
niemand de illusie hebben
dat het een zaak is die bin
nen twee maanden wordt
opgelost". Dit is het^nige
resultaat van een tijdro
vend raadsdebat over de
bouw van het Muziekthea
ter in Amsterdam, dat niet
alleen de Nederlandse
Operastichting, maar ook
het Nationaal Ballet zal
moeten huisvesten.
Voor de Nederlandse Operastich
ting is deze huisvesting vrij plot
seling een kwestie van leven of
dood geworden. Op 1 februari
1979 moet de Operastichting het
contract vernieuwen met het Cir
custheater in Scheveningen dat
170 dagen per jaar als repetitie
ruimte wordt gehuurd. De (nieu
we) eigenaars van het Circus
theater willen het theater ingrij
pend verbouwen en verlangen
van de gebruikers een langlopend
contract van ongeveer 20 jaar.
Het Circustheater zou in de nieu
we vorm meer voorstellingen ge
ven en de gemeente Den Haag zal
de Operastichting graag finan
cieel willen steunen in dat ge
val.
.Twintig jaar is een lange termijn,
dat betekent dat we ons die tijd
ook op Den Haag moeten concen
treren", aldus de zakelijk leider
van de Nederlandse Operastich
ting, de heer Schellens. „We heb
ben geen keus, het is dat doen of
dood gaan".
Maar verhuizen naar de Residentie
betekent voor de opera ook een
beetje sterven. Amsterdam is per
traditie meer operastad. De heer
Schellens zegt: „O jawel, het ge
bruikelijke repertoire loopt over
al goed. Met populaire stukken
als Rigoletto of La Traviata zijn
we in beide steden uitverkocht.
Dat betekent in de Amsterdamse
schouwburg 800 plaatsen en in
het Circustheater 1500 bezoekers.
Maar in Amsterdam is altijd ster
ker een cultureel klimaat aanwe
zig geweest om nieuwe ontwik
kelingen op gang te brengen. In
Amsterdam ontstaan nieuwe
dingen als „Reconstructie" en
„Houdini". Verhuizen naar Den
Haag is echt ontoelaatbaar. Het
zou een ramp betekenen"
Postzegel
Amsterdam heeft al 50 jaar plannen
voor een operagebouw. De enige
zalen waar de Nederlandse Ope
rastichting kan optreden zijn het
Concertgebouw, Carré en de
Schouwburg. Maar deze gebou
wen hebben hun eigen bespelers,
waardoor decorstukken steeds
afgebroken moeten worden. Het
toneel van de Amsterdamse
Schouwburg is bovendien veel te
klein. Legendarisch zijn inmid
dels de woorden van danser Hans
van Maanen: „Ik kan in de
Schouwburg mijn kont niet ke
ren". WD-raadslid Goekoop
noemt het „dansen op een post
zegel".
Zijn CPN-collega Walraven ver
meldt een lange rij theaters en
muziekzalen die na 1945 zijn ge
bouwd in het hele land: Rotter
dam, Deventer, Enschede, Sit-
tard, Tilburg, Heerlen, Eindho
ven, Middelburg, Apeldoorn,
Den Helder, Scheveningen, Doe-
tinchem, Hoorn, Winterswijk,
Almelo, Groningen, Amstelveen
en Veendam. In het culturele
Mekka van Nederland, Amster
dam, is het jongste theater echter
al meer dan 90 jaar oud.
Toen de Nederlandse Operastich
ting in 1964 in Amsterdam werd
opgericht, is als voorwaarde ge
steld dat in de plaats van vesti
ging een eigen accommodatie
zou komen. De architecten Holst
en Bijvoet ontwierpen tien jaar
geleden een Muziektheater voor
de hoofdstad dat een plaats zou
krijgen aan de Ferdinand Bol
straat. De oude RAI werd er voor
afgebroken en toen de gemeente
raad in februari 1977 een krediet
van 100 miljoen beschikbaar
stelde werd het ontwerpbestek
klaar gemaakt.
Exploitatie
,Het is tot op de laatste spijker uit
gerekend", zegt de heer Schel
lens. „Het gebouw kan binnen
twee jaar in functie zijn. De kwes
tie is alleen: wie draagt de ver
antwoordelijkheid voor de jaar
lijkse exploitatie. Minister Gar
deniers van CRM denkt er niet
over alles te betalen"
Tijdens het gemeenteraadsdebat
van woensdag heeft de wethou
der voor kunstzaken, Irene Vor-
nnk, geantwoord op vragen van
de heer Goekoop, dat CRM tot nu
toe niet bereid is gebleken bij te
dragen in de bouw en exploitatie
van het Muziektheater. In 1967 is
met CRM overeengekomen dat
Amsterdam het Muziektheater
voor niets aan de Nederlandse
Operastichting beschikbaar zou
stellen, terwijl het Rijk de totale
kosten van de Nederlandse Ope
rastichting voor zijn rekening zou
Volgens mevrouw Vor-
rink moet nu over deze princi
peafspraken opnieuw worden
onderhandeld.
Als reden geeft Irene Vorrink op
onder meer de stijging van de
bouwkosten van 16 naar 100 mil
joen gulden en de recente ge
dachtegang bij het Rijk dat na
tionale instellingen ook nationaal
dienen te worden gefinan
cierd.
,We hebben een sluitende begro
ting in Amsterdam", aldus me
vrouw Vorrink. „Die willen we
ook houden. Ik ben bereid om
met elk verhaal naar Den Haag te
gaan omdat ik me daartoe ver
plicht voel uit naam van alle Am
sterdammers. Maar ik moet ook
rekening houden met het pro
gramakkoord van dit college.
Hierin staat dat het Muziekthea
ter gebouwd kan worden als er
van het Rijk garanties zijn ver
kregen ten aanzien van de bouw
en exploitatie.
De exploitatie van het Muziekthea
ter is in 1975 geschat op minstens
15 miljoen gulden per jaar. De
huidige minister van onderwijs
Pais heeft toen hij nog WD-
raadslid was in Amsterdam ge
zegd dat de exploitatie jaarlijks
waarschijnlijk een tekort zal op
leveren tussen de 20 en 25 miljoen
gulden, minus dat deel dat de
rijksoverheid wil
Wethouder Vorrink wees in haar
antwoord op het feit dat Gedepu
teerde Staten nog hun goedkeu
ring moeten geven op het bouw-
krediet van de gemeenteraad uit
1977. Gedeputeerde Staten wach
ten echter op instemming van het
ministerie van binnenlandse za
ken en het Rijk zal eerst van Am
sterdam willen weten hoe de zaak
gefinancierd zal worden.
Moedeloos
Irene Vorrink is niet van plan een
andere plaats voor het Muziek
theater te zoeken dan de Ferdi
nand Bolstraat. Guus Oster, bij
genaamd de bouwpastoor van
het Muziektheater, zat als
toehoorder bij "Ik ben het oneens
met de gedachte dat men nu nog
naar andere plaatsen zou moeten
gaan uitkijken. Ja, ik word erg
moedeloos van het lange uitstel
en het vele gepraat".
,Er is natuurlijk niemand die de
opera om zeep wil helpen",
meent zakelijk leider Schellens
van de Nederlandse Operastich
ting. „Maar het is hard zaken
doen. We zitten in een dwangsi
tuatie. We kunnen de 150 man
technisch- en administratief per
soneel niet dagelijks drie uur la
ten reizen over een zo lange pe
riode. Er zou maar een halve
werkdag overblijven. Overuren
Mevrouw Irene Vorrink, wet
houder van kunstzaken in Amster
dam wil opnieuw onderhandelen
over principeafspraken
Reputatie
„We horen in Amsterdam thuis en
we hebben hier een goede reputa
tie opgebouwd", zegt de heer
Schellens. „We zijn kwalitatief
een internationaal muziekthea
ter. Zangers uit binnen- en bui
tenland zingen hier graag. Er is
veel respons. Het blijft toch een
cultureel centrum van Europa en
we merken dat het publiek hier
jonger wordt. Regisseurs als
Friedrichs en Kupi'er vinden het
prettig werken in Amsterdam.
Voor onze mensen is het geen au
tomatisme geworden. Iedere
operaproduktie is een groot
avontuur".
DEN HAAG (GPD) - De explosieve
gebeurtenissen rond de figuur
van de ex-fractieleider van het
CDA houden de gemoederen op
het Binnenhof en daarbuiten nog
zó hevig bezig, dat het moeilijk is
om niet ogenblikkelijk aan deze
man te denken als politicus Jan
Terlouw over zijn eerste „grote-
mensen"-roman, „De Derde Ka
mer", zegt: „Politiek is en blijft
een zaak van mensen. Partijpro
gramma's, akkoorden, beginse
len en idealisme vormen niet al
leen de basis waarop besluiten
worden genomen".
„Politici zyn individuen met heb
belijkheden en onhebbelijkhe
den, met goede en slechte eigen
schappen; hun karakters zijn
mede bepaald door de geschie
denis die zij in hun leven hebben
meegemaakt. Zij zullen bij het
nemen van belangrijke beslissin
gen bepaalde politieke uitgangs
punten in het hoofd hebben. Zij
zullen, als zij goede politici zijn,
zo gewetensvol mogelijk te werk
gaan, maar zij zullen in hun op
treden toch nooit kunnen ont
komen aan hun persoonlijkheid,
hun privé-situatie op een bepaald
ogenblik, hun achtergronden. En
daar gaat mijn boek eigenlijk
over".
Een „roman over mensen", zo
noemt de politieke leider van
D'66 zijn boek. Geen boek over de
politiek, maar over mensen die
hij toevallig erg goed kent politi
ci, kamerleden, die deel uitma
ken van een fractie. „Een" fractie,
inderdaad, een willekeurig
groepje parlementariërs, dat toe
vallig bestaat uit twee dames en
zes heren.
Daar bestaat ook de huidige Twee
de-Kamerfractie van D'66 uit.
Maar dat wist Terlouw nog niet,
toen hij in de zomer van 1976 met
blocnoot en pen het grootste deel
van zijn roman schreef. Daarom
benadrukt hij, zoals hij dat ook
heeft gedaan in zijn „Noodzake
lijk woord vooraf', dat elke gelij
kenis met bestaande personen op
toeval berust. De forse gestalte
van de gefingeerde PSL-fractie-
voorzitter Arend Streefkerk heeft
dus niets te maken met Hans van
Mierlo? „Nee", zegt Jan Terlouw,
„absoluut mets. De verkiezingen
van '77 hebben nu eenmaal die
acht zetels opgeleverd. Maar dat
kon ik niet weten". In zijn voor
woord merkt hij nog voor alle
duidelijkheid op: „Lezers die ge
lijkenis zoeken tussen de perso
nen in dit boek en bestaande poli
tici doen dat dan ook uit eigen
aandrift".
Jan Terlouw heeft al veel boeken
geschreven, maar dat waren
voornamelijk kinderboeken.
Voor twee ervan, „Koning van
Katoren" en „Oorlogswinter",
kreeg hij zelfs Gouden Griffels.
Enige tijd geleden kwam „Oos-
terschelde, windkracht 10" uit;
dat was al een boek voor wat ou
dere lezers. En nu is er dan „De
Derde Kamer", waarvan hij zegt
(„Ikzelf lees boeken vaak half
dat je het echt helemaal gelezen
moet hebben voordat je er een
oordeel over kunt vellen.
„De wending komt pas in het twee
de deel. O ja, het is een erg mak
kelijk leesbare roman. Ingewik
keldheid ligt me niet, dat heeft
misschien met mijn weten
schappelijke opleiding te maken.
Ik vind onhelderheid vreselijk.
Het is op de klassieke manier ge
schreven, een beetje ouderwets
wellicht, recht voor z'n raap. Ik
heb ook geen systeem gehan
teerd, niet van tevoren schema's
opgesteld. Eigenlijk begin ik te
schrijven op het moment dat ik
een bepaald probleem wil be
handelen, in dit geval bijvoor
beeld dat van de politieke be
sluitvorming. De politiek is zo
veel opener dan destijds. Maar
wordt er toch niet ontzettend veel
onttrokken aan het oog van de
gewone mensen? Toen ik een
maal goed in m'n hoofd had wat
ik wilde, heb ik m'n pen gepakt
en ben ik begonnen".
Die start voor deze eerste volwas
sen roman maakte Terlouw in
een moeilijke periode: voor hem
zelf en voor D'66. „Het was de tijd
dat ik mij aan het bezinnen was
over het politieke functioneren
van mijn fractie en mijzelf. Op 16
augustus 1976 had ik een aantal
D'66-getrouwen bij mij thuis uit
genodigd en ik besloot toen om
mij als voorzitter-lijsttrekker te
rug te trekken".
Ik was in die periode vrij veel al
leen. Af en toe zocht ik mijn
vrouw en kinderen op aan zee.
Die bezinning op de politiek ging
mij goed af tijdens het schrijven.
Ja, het was inderdaad een soort
afreageren. In december daarop
volgend heb ik „De Derde Ka
mer" afgeschreven. Aanvanke
lijk was ik huiverig om het te la
ten uitgeven. Ik heb het een jaar
laten liggen. Maar na de verkie
zingen heb ik gedacht: vooruit
maar, het moet maar gebeu-
Hoewel het in Terlouws boek over
een gefingeerde fractie gaat en
over politieke opvattingen van
zijn hoofdpersonen, die niets te
maken hebben met de stelling-
name van de D'66-fractie, gaat
„De Derde Kamer" wel degelijk
over politiek en politici. „Dat
klopt", zegt Jan Terlouw, „maar
dat komt omdat ik nu eenmaal
over een onderwerp schrijf, waar
ik door mijn 7-jarig kamerlid
maatschap - waarvan 5 jaar als
fractievoorzitter - kijk op heb ge
kregen. Ik schrijf graag over din
gen waar ik wat van weet, anders
begin ik er liever niet aan. Mis
schien is mijn meest succesvolle
boek tot nu toe, „Oorlogswinter"
(ooit als televisiebewerking uit
gezonden door de NCRV - red.),
zo goed aangekomen, omdat het
authentiek is. Maar ik wijs er voor
de zekerheid nog eens op: „De
derde Kamer" is geer sleutelro-
Een portret-tekening in het Noordwijkse floraboekje: dat van
Kees Zuidhoek, de laatste plaatselijke kruidenzoeker