De dilemma's van J. Zeldenrust
Gerechtelijk patholoog-anatoom schrijft boek over praktijk
EISEVIERS
DONDERDAG 9 NOVEMBER 1978
PAGINA 11
Iemand overlijdt bij een schietpartij. De omstandighe
den suggereren dat hij door een afgevuurde kogel is
gedood. Sectie leert echter dat ziekelijke hartafwij
kingen de oorzaak van het overlijden zijn.
Het is een van de (wat simpeler) voorvallen die beschre
ven worden in het boek "Dr. J. Zeldenrust. natholoog-
anatoom" (Uitg. Sijthoff, Alphen a.d. Rijn), dat giste
ren door de befaamde gerechtelijk geneeskundige zelf
ten doop werd gehouden.
In zijn ruim dertigjarige praktijk
is dr. Zeldenrust met heel wat
van dit soort zaken in aanra
king gekomen. In de kranten
duikt zijn naam dan ook gere-
t geld op. Soms in de trant van:
"De patholoog-anatoom dr. J.
Zeldenrust heeft sectie ver
richt". Of: "Sectie, uitgevoerd
door dr. Zeldenrust, heeft uit
gewezen dat het slachtoffer
met een bot voorwerp op het
hoofd is geslagen".
De ingewikkeldheid van de ge
vallen waarmee de gerechtelijk
patholoog-anatoom te maken
krijgt, varieert sterk. De ene
keer gaat het om slachtoffers
van koolmonoxide. Een andere
keer ligt het gecompliceerder.
In zijn boek beschrijft dr. Zelden
rust bijvoorbeeld het geval van
een man die overal had rond
gebazuind dat hij een hart
kwaal had. Later wordt de man
dood langs de weg gevonden.
Als vanzelfsprekend wordt
aangenomen dat hij een hartin
farct heeft gehad. Want er zijn
geen uiterlijke kenmerken die
anders doen vermoeden. Na
sectie blijkt echter dat het
slachtoffer is aangereden door
een auto en aan de gevolgen
daarvan (inwendige kneuzin
gen) is overleden.
Zware last
Dit voorval laat al een beetje zien
dat de gerechtelijk patholoog
anatoom dikwijls voor een di
lemma komt te staan. Dat di
lemma dient zich bijvoorbeeld
aan als hij al bij voorbaat wordt
opgezadeld met een moord-
theorie, terwijl hij bij zijn on
derzoek de mogelijkheid van
zelfmoord niet kan en mag uit
sluiten. Verder is het niet
denkbeeldig dat hij het even
zeer als een dilemma ervaart
wanneer hij weet dat de resul
taten van zijn onderzoek ie
mand een flink aantal jaartjes
in het gevang kunnen doen
belanden.
Een en ander legt een zware last
op de schouders van de gerech
telijk patholoog-anatoom, van
wie volgens dr. Zeldenrust (dan
ook) verwacht mag worden dat
hij nauwkeurig te werk gaat.
"Het werk dat hij verricht",
schrijft hij, "is niet sensationeel
te noemen, eerder het tegen
deel. Zakelijk en nuchter moe
ten feiten worden vastgesteld
bij het onderzoek van de dode
mens".
Dat klinkt natuurlijk heel mooi.
Maar even verderop in het boek
spreekt de auteur nochtans van
een "sensationeel geval van
ophanging".
In feite onderstreept hij daarmee
wat hij eerder.suggereert, na
melijk dat sensatiezucht iets
volkomen menselijks is
"Moord en doodslag", schrijft
hij, "zijn sensatieverwekkend.
Dat is geen ziekelijke uitwas,
maar een heel normaal ver
schijnsel. Van deze sensatie
kan een ongezonde uitwas
worden gemaakt, wat moet
worden tegengegaan, maar de
beroering die het plegen van
zulke daden oproept, mag én
zelfs moet blijven. Het veroor
zaakte leed bij nabestaanden
dient daarbij te worden geëer
biedigd".
Mens
We zijn daarmee aangeland bij de
mens Zeldenrust, over wie we
in het boek helaas niks wijzer
worden. Dat is jammer omdat
je toch wel graag zou willen we
ten hoe hij het werk dat-ie doet,
nou zelf beleeft. Tenslotte staat
hij bij wijze van spreken dag en
nacht in stoffelijke overschot
ten te snijden, hij krijgt de gru
welijkste dingen onder ogen.
En vrijwel dagelijks wordt hij
omringd door een decor van
menselijke ellende. Noch-
thans: geen letter.
Maar misschien staat hij ook in
dit opzicht voor een dilemma
Of was het - de (autobiografi
sche) titel ten spijt - misschien
niet de bedoeling dat hij ook
over zichzelf zou schrijven?
Aan nuchter feitenmateriaal in
elk geval geen gebrek. Het
boek is ermee opgetuigd. Zo
wijdt de auteur een flink
hoofdstuk aan het verschijnsel
misdrijf en zet hij ook uiteen
wat de betekenis van deskun
digen kan zijn voor de rechts
pleging.
In dat verband beschrijft hij een
intrigant geval van beïnvloe
ding door deskundigen in
Duitsland, waar de tot levens
lange tuchthuisstraf veroor
deelde Hans Hetzel na revisie
van zijn strafzaak op vrije voe
ten werd gesteld. Hij had toen
ongeveer zeventien jaar in de
gevangenis doorgebracht.
Geslachtsgemeen
schap
In 1953 had Hetzel een vrouw als
liftster meegenomen in zijn au
to. Er werd in een bos gestopt
en er had geslachtsgemeen
schap plaats tijdens welke -
volgens Hetzel - de vrouw plot
seling overleed. Enkele dagen
later werd het lijk gevonden en
Hetzel werd aangehouden,
verdacht van moord door mid
del van strangulatie: samens
noering van de hals. Bij de sec
tie waren op de hals namelijk
druksporen gevonden. Maar
ook was er sprake van een
chronische ontsteking van de
hartspier, wat het plotselinge
overlijden eveneens kan ver
klaren.
Een deskundige verklaarde voor
de rechtbank, onder ede, dat de
vrouw door strangulatie was
overleden. Na jaren werd bij
revisie door een andere des
kundige uiteengezet dat de aan
de hals gevonden druksporen
na de dood zouden kunnen zijn
ontstaan doordat de hals op een
natte steen en takken had gele
gen. Hij demonstreerde dat bij
een proefneming. Het vonnis
werd aan het wankelen ge
bracht. En de rechtbank achtte
het niet langer onomstotelijk
bewezen dat Hetzel gedaan had
hij veroordeeld was
Quincy
Hieruit blijkt dus dat deskundi
gen, onder wie de patholoog
anatoom, een belangrijke rol
Door Wim Wirtz
kunnen vervullen bij de
rechtspleging. Zij kunnen, vol
gens dr. Zeldenrust, een reeds
getrokken conclusie aantasten
en zelfs omver werpen.
Dat dit ook wel eens wordt over
trokken, bewijst de televisiepa
tholoog-anatoom dr. Quincy,
die de VARA wekelijks op het
beeldscherm pleegt te brengen.
Deze creatie laat namelijk,
eveneens wekelijks, het poli
tionele onderzoek consequent
ontwortelen en biedt de pa
tholoog-anatoom vervolgens
de gelegenheid om bij wijze
van spreken de dader van de
moord zelf in de kraag te grij
pen.
Dat er zo'n beeld van de patho
loog-anatoom wordt gescha
pen is overigens niet zo verba
zingwekkend. Want blijkens
het boek van Zeldenrust hangt
er (nog steeds) een kleurrijke
mythologie rond alles wat met
moord en doodslag te maken
heeft. Zo gaat nog altijd het
verhaal dat een lijkschouwer
na even de pols van het slacht
offer te hebben gevoeld, exact
kan aangeven op welk tijdstip
de dood is ingetreden. De wer
kelijkheid is anders. Volgens
Zeldenrust is het namelijk vaak
erg moeilijk om in dat opzicht
zelfs maar tot een globale
schatting te komen.
Lijkopening
De lijkopening (sectie) - om weer
tot de werkelijkheid te geraken
- is voor de gerechtelijk patho
loog-anatoom meestal het
middel om aan zijn informatie
te komen. Volgens Zeldenrust
heeft de publieke opinie dit ook
wel geaccepteerd. Menigmaal
wordt er zelfs om gevraagd,
bijvoorbeeld in gevallen van
onverwachte, plotselinge dood.
Dat is wel eens anders geweest.
In het begin van de achttiende
eeuw bijvoorbeeld bestond er
met name in Engeland en in
Schotland een tekort aan lijken
voor de medische wetenschap.
Daarom probeerden duistere
figuren (Zeldenrust noemt hen
lijkenpikkers), in opdracht van
een hooggeplaatst medicus, op
allerlei slinkse manieren aan
lijken te komen. Het kwam dan
wel voor dat argeloze burgers
dronken werden gevoerd, ver
volgens om zeep werden ge
holpen en uiteindelijk werden
ontleed ter meerdere glorie van
de wetenschap.
Crematie
Lijkopening of sectie kan veel
aan het licht brengen: inwen
dige kneuzingen, ziekelijke af
wijkingen, vergiftigingen,
kortom alles wat met de dood
soorzaak te maken heeft. Maar
ook zonder stoffelijk overschot
komen deskundigen soms nog
een heel eind. Zeldenrust be
schrijft een geval in Engeland,
waarbij pas na de crematie van
het lijk aanwijzingen boven ta
fel kwamen die duidden op
thalliumvergiftiging. In de as
van de crematie werden toen
kleine deeltjes thallium aange
toond.
Zeldenrust is wat dat betreft niet
pessimistisch, ook al omdat er
nog andere aanknopingspun
ten kunnen zijn die tot ontrafe
ling van een moordzaak kun
nen leiden, bijvoorbeeld de
Dr. J. Zeldenrust: niet sensationeel.
omstandigheden waaronder de
moord werd voorbereid of ge
pleegd (circumstantial eviden
ce). "Ik meen dan ook te mogen
stellen", schrijft hij, "dat de
crematie niet als een belangrij
ke hinderpaal voor de ophelde
ring van ernstige levensdelic
ten kan worden beschouwd"
Identificatie
Sectie, of meer algemeen: ana
tomisch onderzoek, is ook ge
richt op identificatie van
slachtoffers. Zeldenrust geeft
dat o.m. aan in een tamelijk on
frisse alinea, waarin hij uiteen
zet dat de dader van een moord
wel eens de sporen probeerde
uit te wissen door het stoffelijk
overschot in stukken te zagen
of te hakken. De lichaamsdelen
werden vervolgens verspreid,
maar als het slachtoffer vermist
werd, kon het aan de hand van
de lichaamsdeleri toch nog
worden geïdentificeerd.
Identificatie levert ook andere
problemen op, bijvoorbeeld als
het stoffelijke overschot in ver
gaande staat van ontbinding
verkeert. Volgens Zeldenrust
kan het dan erg moeilijk zijn
om aan te tonen dat het om een
man of een vrouw gaat. "Ten
gere mannen en fors gebouwde
vrouwen kunnen graduele
kenmerkende verschilpunten
minder duidelijk doen uitko
men", schrijft hij. "Voorts moet
de vraag gesteld worden: hoe
mannelijk is een man en hoe
vrouwelijk een vrouw? De
normaal duidelijke skeletver-
schillen kunnen minder dui
delijk tegengesteld blijken dan
zou worden verwacht"
Drugs
Zoals gezegd wordt de weg die de
gerechtelijk patholoog-ana
toom gaat, niet zelden gekruist
door dilemma's. Er zijn simpele
voorbeelden van en minder
simpele. Zeldenrust noemt in
het hoofdstuk "Infectieziek
ten" het voorbeeld van een jon
geman wiens stoffelijk over
schot werd gevonden in een
kraakpand. In eerste instantie
werd er gedacht aan drugs als
doodsoorzaak. Zijn onderar
men vertoonden namelijk te
kenen van injecties. Achteraf
bleek daar geen sprake van te
zijn. Hij was overleden aan een
algemene infectie.
Een probleem waarmee de ge
rechtelijke patholoog-anatoom
ook in aanraking kan komen is
de vraag of de letsels vöör of na
de dood zijn ontstaan. Zelden
rust illustreert aan de hand van
een "sentationeel geval van
ophanging" dat dit een uiterst
subtiel afwegingsproces kan
zijn.
De zaak die hij beschrijft betreft
ophanging na de dood met het
doel zelfmoord te suggeren,
terwijl het slachtoffer tevoren
vermoord was. "Aan het spoor
dat door ophanging aan de hals
kan worden achtergelaten, is
lang niet altijd met zekerheid te
zien dat het bij leven moet zijn
ontstaanschrijft hij. In de re
gel wordt dan gezocht naar
bloeduitstortingen.
Maar ook dan kunnen er proble
men rijzen, omdat bij ophan
ging de dood zo snel kan intre
den dat er geen bloedingen,
ofwel in beperkte mate, ont
staan. Uiteindelijk kan bloed
onderzoek dan uitkomst bie
den, schrijft Zeldenrust.
Verkrachting
Via het hoofstuk "Schotwonden"
een ronde perforatie
van het voorhoofdsbeen.
de in scène gezette val uit een
flat, wurging, vechtpartijen etc.
komen wij aan bij het hoofd
stuk "Verkrachting". Daarin
stelt Zeldenrust dat de politie
kritisch luistert "omdat nogal
eens valse aangifte wordt ge
daan".
Hij doet niet de moeite zich te
verdiepen in praktijkgevallen
waaruit gebleken is dat de poli
tie al bij voorbaat de vrouw als
schuldige aanwijst, omdat "zij
het er wel naar zal hebben ge
maakt". Wel stelt hij een op
merkelijke eis: "Wanneer een
verkrachte vrouw aangifte wil
gaan doen, moet zij weten wat
het begrip verkrachting in
houdt. Het klinkt misschien
absurd om deze eis te stellen,
maar de praktijk wijst anders
uit".
Zeldenrust noemt dan een aan
vankelijk vrywillige relatie die
om wat voor reden dan ook -
"bijvoorbeeld onaanvaardbare
handelingen of uitspraken
door de partner" - wordt afge
broken. En hij noemt een geval
van een vriend die na de ge
meenschap "op weinig gevoe
lige wijze" te kennen gaf van
verdere relaties af te willen. In
beide gevallen, aldus Zelden
rust, is het begrip verkrachting
niet van toepassing. "Geweld
of dreigen met geweld om een
vrouw te dwingen tot gemeen
schap, is immers het crite
rium", schrijft hij. Een stelling
waarop - menselijkerwijs ge
sproken - wel wat valt af te
dingen, dunkt mij.
Perfekte moord
Overigens werkt het boek van
Zeldenrust, vooral in het begin,
nogal eens de indruk dat de ge
rechtelijk patholoog-anatoom
zich uitsluitend bezighoudt
met moord, doodslag en ander
soortige geweldsmisdrijven.
Dat is niet het geval. Hij doet
ook onderzoek op slachtoffers
van verkeersongelukken, ver
drinking en bijvoorbeeld van
bliksem.
Toch heeft moord wel de over
hand. Tot het laatste hoofdstuk
toe, waarin Zeldenrust aan
geeft waarom er tot dusver nog
geen sprake is geweest van een
perfecte moord. Zijn redene
ring is als volgt: zolang we niet
de zekerheid hebben dat er ie
mand is vermoord waarbij dit
niet kan worden aangetoond,
kan er niet van een perfecte
moord worden gesproken.
"Men kan eerst dan van een per
fecte moord spreken wanneer
achteraf, bijvoorbeeld door
middel van een anonieme brief,
bekend zou worden gemaakt
hoe de moord werd gepleegd.
Aan de hand van deze beschrij
ving zou dan kunnen worden
nagegaan of de aldus gepleegde
moord inderdaad op geen en
kele wijze zou kunnen zijn aan
getoond", aldus Zeldenrust.
De affaire-Aantjes barstte te laat uit
de schil voor de weekbladen, al
thans voor de periodieken die
woensdagmiddag laat op het
Leidse station verkrijgbaar wa
ren (De Tijd behoorde daar bij
voorbeeld niet bij). De Haagse
Post laat een gemelijke colum
nist H.J.A. Hofland aan het
woord. Gemelijker tegen de ge-
loofs- en partijgenoten rondom
dan jegens Aantjes zelve. Een ci
taat: "Voor de Veronica-televisie
deelde hy mee, zittend naast een
zoontje van hem, dat hij in
Duitsland een soort Zwangsar-
beiter was geweest. Zou niet ie
dere "christen" die de naam ver
dient, of liever gezegd niet ieder
behoorlijk mens die het een en
ander van Aantjes wist - niet eens
veel - hem daarna hebben opge
beld om te zeggen: Wim je lijkt
wel gek. Maar integendeel: de
gelovigen maakten hem tot frac
tieleider". Eigenlijk is deze afle
vering een boekennummer. Inte
ressante stukken ondermeer over
Martinus Nijhoff en Maarten
Biesheuvel. Deze laatste be
faamde Leidenaar: "dat baantje
op het Academisch Ziekenhuis
stelt niet veel voor, ik moet aller
lei juridische probleempjes op
lossen en ik schrijf artikelen voor
het bulletin. Niets bijzonders. Ik
vraag me vaak af of ik mislukt
ben. Al mijn vrienden zijn profes
sor of dokter of bioloog en ik zit
maar zo'n beetje te prutsen. Of ik
als schrijver iets voorstel weet ik
niet. In vergelijking met Sartre of
Nabokov ben ik maar een heel
klein lulletje"
Ook het blad van Ferry Hoogendijk
kon van Aantjes geen chocolade
maken, behalve dan in de sfeer
van een commentaar. Dik is het
nummer van deze week wel,
meer dan tweehonderd pagina's,
maar er hangt helaas de grauw
sluier overheen, die het blad al
zolang met zich voert. Er is een
omslagartikel over Johan Cruijff
in die wollige vijftiger jaren sfeer,
dat ik eerst dacht dat Martin W.
Duyzings het had geschreven,
maar het bleek Pierre Huyskens
te zijn, barok dus, met de Vivaldi
van de Nederlandse journalis
tiek. Veel over Huyskens, ook
nog wat over Cruijff. Elsevier
heeft ook een interview met het
wonderkind uit het Nederlandse
bedrijfsleven, Berend Jan Udink
van de Ogem. Over zijn aan
staande collega Jaap Boersma-
"ik heb hem als een zeer be
sluitvaardig, krachtig en moedig
man leren kennen. Hij is welis
waar politiek een controversiële
figuur en ik weet best dat die man
in het verleden velerlei beslissin
gen heeft genomen die een aantal
onzer zeker aanvankelijk in het
verkeerde keelgat zijn geschoten.
En als er natuurlijk iemand is, die
op dat punt reden zou hebben om
de wenkbrauwen te fronsen, dan
ben ik het. Want ik heb behoord
tot de mensen van het kabinet-
Biesheuvel die door de operaties
van de heren De Gaay Fortman,
Burger en Boersma de facto de
politiek hebben verlaten". Ande
ren hebben nogal eens bij handel
en wandel van de heer Udink de
wenkbrauwen gefronst, namelijk
Udink in zijn begeerde rol van
practical joker. Zo heeft hij eens
met Beatlepruik op tussen de
Damslapers gezeten. Ook heeft
hij eens paniek gezaaid in een
Amerikaans verkeerstoestel door
uit te roepen dat een keurig ver
pakt stuk aardewerk in zijn baga
ge een bom was. Over deze grap
pen en de roerselen van de
schepper ervan geen vragen. El
sevier houdt het braaf; de grauw
sluier dus.
Het kleurenkatern van VN wordt
steeds meer een geducht concur
rent van zijn houthoudende zus
ter op krantepapier. Ditmaal valt
er een voorpublikatie te lezen uit
het eind deze maand te verschij
nen boek van VN-redacteur Ru-
die van Meurs over de Binnen
landse Veiligheidsdienst, de
BVD, de FBI van onze eigen
moerasdelta. Van Meurs doet zijn
faam van journalistieke spitter
weer alle eer aan met zijn door
lichting van de BVD. In het frag
ment in VN gaat het vooral om de
selectieprocedures die mensen
moeten ondergaan voor een ver
trouwensfunctie bij de overheid.
Die kwalificatie "vertrouwens
functie" valt al gauw. Van alle
71.000 PTT-ers bekleden bijna
veertig procent een vertrouwen-
spost. Van Meurs berekent dat de
BVD een kleine twee miljoen
veiligheidsonderzoeken heeft
uitgevoerd, hetgeen weer in
houdt dat de computer van de
BVD de dossiers van evenzovele
Nederlanders in zijn buik heeft
opgeslagen. Heel griezelig, wie
kennis neemt van de krasse, zij
het meestal nogal stuntelige me
thoden van de heren met de slap
pe hoed, de regenjas met opgezet
te kraag en de vaste aanstelling.
hervormd
nederland
Een intervieuw met oud-AR voor
zitter dr. W.P. Berghuis. Ergens
zegt hij: "Aantjes ligt goed, maar
hij zit moeilijk". Een merkwaar
dige uitspraak uitgerekend deze
week. Het vraaggesprek is dan
ook geschreven voor de politieke
val van Willem Aantjes. Berghuis
wil niet dat de AR straks in het
CDA opgaat. Hij zegt: "de ARP is
geleidelijk aan ingezogen. Door
de KVP, Die beschuldig ik niet,
want die moesten wat. Anders
gingen ze er aan". Cabaretier
Seth Gaaikema komt in een in
terview uitgebreid aan het
woord. Over het veel gehoorde
verwijt van zijn vrijblijvendheid:
"met mensen die met alle geweld
zekerheden willen, kan ik niet
omgaan. Naarmate ik ouder
word, is het zwart-wit denken me
gaan vervelen". Voorts psychia
ter Jan Foudraine, thans volge
ling van de Indiase leraar in de
menselijke bewustwording
Bhagwan Shree Rajmeesh: "als
Toon Hermans zegt: ik loop liever
door het bos en kyk liever naar
een pissebed dan naar 'Den Haag
Vandaag', dan denk ik dat Toon
razend dicht bij de waarheid zit"
Op de valreep ook nog een goeroe
uit het bronsgroen eikenhout
dus.
H.M.