Al achtduizend snobs lieten zich introniseren Kniprage jaagt bibliotheken op hoge kosten Hoogste lof voor de beaujolais 1978 VRIJDAG 3 NOVEMBER 1978 PAGINA 17 •k Plukkers in de beaujolais. Op de achtergrond de Mont Brouilly. In Lacènas is de jonge beaujolais ten doop gehouden, zoals dié vanaf 15 november in de handel zal worden gebracht. De experts hebben met een vastgesteld dat de oogst van 1978 tot de beste behoort die men in lange tijd heeft meegemaakt, en dat de prijzen tegelijkertijd erg zul len meevallen. Dat geldt dan wel alleen voor de jonge beaujolais die, zoals de reglementen willen, binnen een paar maanden na zijn oogst opge dronken dient te zijn. In de hogere regionen van de Beaujolais ziet het er anders uit. „Crus" als de Brouilly, Morgon, Chiroubles en Juliènas gaan in prijs het komende jaar aanzienlijk omhoog. Dat komt niet zozeer omdat de opbrengsten gering zouden zijn, maar wel omdat de opbrengsten in de Bourgogne zijn tegengevallen, en de beaujolais de bourgogne ditmaal zal moeten vervangen. De hoogste lof is nog niet groot genoeg die de wijnkenners te vergeven hebben voor de beaujolais van dit jaar, die even beroemd zal blijven als die van jaren als '47, '59, '61 en '64. Een reden te meer om van nu af aan alle wijn te mijden die in '77 in Frankrijk werd geproduceerd en die tot de slechtste behoort die wijndrinkers zich kunnen herinne- Met een opbrengst van 50 hectoliter per hectare zullen 15 november 200.000 hectoliter aan Beaujolais Primeurs aan de man worden ge bracht. Wat bezadigder en minder gehaast zal het toegaan met 700.000 hectoliter Beaujolais Villages en 500.000 hectoliter aan de negen be roemde „crus". In kringen van de wijnverbou wers maakt men zich intussen zorgen over de prijs. Opkopers in het groot kunnen een prijs produceren die in geen enkel verband staat tot opbrengst en kwaliteit. De president van het Beaujolais-verbouwersgilde verklaarde in hun hoofdkwartier in Lacènas: „We moeten en we willen een kwaliteitsprodukt blijven leveren dat bereikbaar dient te zijn voor een zo groot mogelijk aantal liefhebbers". PARIJS - „Laat ons de vaten ledigen" is de wapenspreuk van de boeren in de Beaujo lais. En het was half oktober in Lacènas toen tachtig man nen en vrouwen plechtig van hun stoelen opstonden, de rechterhand omhoog hieven en onder de indruk mee- morapelden: „Ik verplicht me bij de naam van de heilige Vincent om me als trouw en waardig compagnon van de Beaujolais te gedragen". De avond was gevallen over de okerkleurige wijnvelden, waar de laatste druiven van de lage stammen werden ge plukt. In de kelders van het beaujolais-huis in Lacènas waren 600 wijndrinkers bij een om de „intronisatie" van de nieuwe „compagnons" gade te slaan. Het gemompel van de nieuwe broeders en zusters stond de ceremonie meester echter niet aan. „Harder, s'il vous plait", riep hij in de microfoon. En we begonnen weer van voren af aan: „Ik verplicht me bij de naam van de heilige Vi- cent...". Goede wijn is voor de drinker louter plezier, maar voor de maker is het een bittere commercie. Concurrentie leidde tot de oprichting van coöperaties, en het zijn de wijncoöperaties die altijd-be- trouwbare wijnen leveren. Om hun coöperatie aan wat meer geld te helpen, hebben de wijnboeren in de Beaujo lais een leuke grap bedacht. Wie er 250 francs (f 125) voor overheeft en zich op tijd aan meldt, kan zich tijdens een van de vier plechtige bijeen komsten die de „compag nons" per jaar beleggen, laten „introniseren". De nieuwe compagnon krijgt een bul, een lidmaatschapskaart, een groen koord met een drink napje eraan, en te horen wan neer de nieuwe beaujolais uit Compagnons Die avond waren we met zijn zeshonderddertigen: alle maal Compagnons die kwa men drinken, samen met hun aanhang, om op de terugweg de Mercedessen te besturen. Een folkloristisch in jacht- kleding gestoken groep wijn boeren blies op koperen ho rens toen door een achterdeur de leden van de „grote raad van de orde" binnentraden: zwaar voortschrijdende wijnboeren met brede zwarte hoeden op en groene, tot op de enkels hangende schorten voor. Om hun hals bengelde een proefnapje aan een veel zijdig gekleurd koord. Nadat de raad zich op een podium had opgesteld, als om een kleine komedie op te voeren, trad een van hen naar voren en werd het een komedie. Ze hadden al geleerd hoe ze tach tig in hun beste pak gestoken dames en heren zo goed mo gelijk de illusie konden geven dat er werkelijk iets bijzon ders aan de hand was. Een driftig voortbabbelende advocaat in een groen schort ontving de nieuwe Compag nons met een persoonlijk AMERSFOORT - Maak een verhaal over de slag bij Arn hem. Stel daarin centraal de aanval van de geallieerde troepen op de Duitsers om de Rijnbrug te veroveren en ver klaar de belangrijkheid van deze slag voor de bevrijding van ons land. De jongelui van de vierde klas van de havo keken eens om zich heen en glimlachten te gen elkaar. Deze keer eens niet zo'n moeilijke scriptie van de geschiedenisleraar. Zo leek het althans. De opdracht zag er eenvoudig uit. Want geschreven materiaal was er over deze slag genoeg voorhanden. Encyclope dieën, geschiedenisboeken en allerlei ooggetuigeversla- gen gaven genoeg informatie. Dat wist de geschiedenisle raar. De moeilijkheid van de opdracht zat hem dan ook niet in het verzamelen van het materiaal, maar in het selecte ren daarvan. Wat wel en wat niet essentieel was. De opdracht had de leraar on geveer vijf weken geleden ge geven. Overmorgen moesten de leerlingen de scriptie inle veren. Christiaan, 16 jaar oud. had zijn werkstuk zoéven nog doorgenomen. Hij was er wel tevreden over. Alleen zaten er hier en daar nog witte vlekken in. Daar moes ten illustraties komen. Hij had zich de afgelopen dagen suf gepiekerd hoe hij eraan moest komen. Nu had hij na lang aarzelen zijn besluit ge nomen. Hij pakte de Fiets, reed naar de bibliotheek en leende wat studieboeken, waaronder een over de Twee de Wereldoorlog, waarin uit voerig over de slag bij Arn hem in al zijn details werd in gegaan. woord, waarop de kandidaat werd doorgeleid naar een breedgeschouderde heer die een proefnap zo gfoot als een soepbord met enige scheuten Beaujolais Village liet vollo pen, welk vocht in weinige teugen diende te worden doorgeslikt. Nauwelijks van deze ervaring bekomen, werd het slachtoffer een halve slag omgedraaid, waarna hij in de armen viel van een groen be- schorte kleine man die een knots van een wijnwortelstok in het rond zwaaide en die eerst op de ene, dan op de an dere schouder van de nieuwe Compagnon deed neerko men, waarna hij een kus gaf op iedere wang. Baby-face Een groene reus met een baby face stond klaar met om de arm tachtig groene koorden waaraan de proefnapjes ben gelden. Zijn taak bestond erin uit de kluwen iedere keer een enkel koord met napje te ontwarren en dit om de hals van de nieuweling te hangen. Felicitaties volgden uit de rij en van de ordeleden, aan wie Christiaan aarzelde niet langer, pakte de schaar, knipte wat aardige platen en kaarten uit en lardeerde daarmee zijn scriptie, die hij nu vol trots aan de geschiedenisleraar kon overhandigen. Het verknipte boek zou hij over een dag of 14, samen met de andere stapel boeken terug brengen. In de bibliotheek merkten ze er toch niets van. Vooral niet op woensdag middag, als er ook veel kinde ren van basisscholen boeken komen lenen en inleve- Verzonnen Bovenstaand verhaal is verzon nen. Maar het is wel sympto matisch voor de realiteit. De bibliotheken in ons land lo pen de laatste jaren tiendui zenden guldens schade op. omdat steeds meer jongeren veelvuldiger in soms kostba re boeken gaan knippen. Hele pagina's tekst verdwijnen er, maar in de meeste gevallen is het slechts te doen om de vaak fraai gekleurde illustra ties, waarmee aan een werk stuk meer reliëf wordt ver leend. En dat wil, zo lijkt de gedachtengang bij menig scholier te zijn, soms nog wel eens een half puntje op het cijfer schelen. De bibliotheken in met name de grote steden krijgen er lang zamerhand grijze haren van. Kostbare naslagwerken blij ken vaak niet meer gebruikt te kunnen worden, complete boeken over flora, fauna, ge schiedenis, vreemde landen en volken verdwijnen zo maar. Men ziet er niets van te rug. De jaarverslagen maken steeds vaker van dit in sneltreinvaart geen specifieke taak kon worden toegekend, tot de rit eindigde met de uitreiking van een kartonnen rol, waai in zich de bul bevond. Op de bul staat onder meer te lezen dat de nieuwe Compagnon „waardig bevonden is om tot de orde toe te treden". Dit neemt niet weg dat er, theore tisch althans. Compagnons kunnen zijn die het verschil tussen karnemelk en beaujo lais nauwelijks duidelijk Terwijl de ceremonie zich snel doch zonder overhaasting voortrepte, ontstonden er toch rijen wachtenden voor de breedgeschouderde heer met het soepbord, wat het on rustig wordende publiek ook weer kans gaf langer dan normaal te genieten van een charmante leerbewerkster uit een van de voorsteden van Parijs die, in een harempak gestoken, tevens de lusten van de leden van de Grote Raad opwekte. Ieder lid af zonderlijk kuste haar na af loop dan ook hartstochtelijk, waarbij de breedgerande hoeden werden afgeno men. Slappe happen Toen de man met het baby-face geen linten meer over had en een groot deel ervan gehan gen was rond de goedgevulde nekken van Air France-verte- genwoordigers in het bui tenland die er daar wat cou- leur-locale mee konden aan brengen, begon een diner van slappe happen en droog ge vogelte. Een dansje met in veelomvattende corsetten ge stoken dames beëindigde het feest. Het was vier uur in de nacht. Boven de fluwelen heuvelen van de Beaujolais tintelde de Grote Beer. De na tuur herstelde wat een te in halige commercie had scheefgetrokken Talloze onvergetèlijke wegen leiden door deze wijn-natuur ten westen van de autoroute tussen Magon en Lyon. Drui venranken, die een op pervlakte van 18.000 hectaren dan wel in een belangrijke mate invloed hebben op het toe te kennen cijfer. Gewoon boekje Bij de Verenigde Christelijke Openbare Bibliotheek en Leeszaal in Harderwijk mani festeert zich het euvel even zeer, zij het in geringe mate. Per maand blijkt minstens een boek zodanig gehavend te zijn dat het niet meer in de collectie kan blijven. Vaak gaat het niet om de dure naslagwerken, maar om een heel gewoon boekje over vo gels of planten. Die dure na slagwerken mag men niet meenemen, de andere boek- beslaan, leveren ieder jaar een miljoen hectoliter wijn, dat is tweederde van de produktie van de Bourgogne. Hoewel de plaatselijke bevol king deze produktie aller minst alleen opdrinkt, is men er ook lang niet vies van een glaasje. Het effect van deze neiging tot veelvuldig ge bruik blijft de onbevooroor deelde reiziger in de Beaujo lais niet verborgen. In het lieflijke dorpje Juliènas (de wijn is er nerveus en vol) ontmoette ik een kleine, iets scheefgetrokken man die met de hand langs de gevels schuifelde in de richting van een cafédeur. Even terzijde en midden op het wegdek stond een zeer dik mens met een knalrode kop, die de kleine man met laatste inspanning van vrolijkheid toeriep: „Kom je mee een glaasje wa ter drinken?". De dikzak was door deze grap kennelijk zo verpletterd, dat hij stokstijf bleef staan kijken hoe zijn kameraad na een korte strijd met een vliegengordijn voor de ingang, in de duisternis verdween. En zo vertroebeld was zijn blik dat hij geen kans zag de identiteit van een zeer langzaam naderende stoom wals vast te stellen. Negen Op de bruine heuvels van de Beaujolais zijn 3500 boeren zomer en winter met de wijn in de weer. Negen beroemde „crus" lopen van noord naar zuid, met eromheen de min der verfijnde „beaujolais-vil- lages". De namen van de ne gen crus klinken de compag nons, maar ook de eenvoudi ge buitenstaander, als muziek in de oren: St. Amour, Juliè nas, Moulin-a-Vent, Chènas, Fleuri, Chiroubles, Morgon, Brouilly en cote-de-Brouil- iy. Terwijl men in het algemeen gebruik maakt van de mo dernste verwerkingsmetho des die het menselijk vernuft en de kas van de coöperatie verwezenlijken kunnen, is bijvoorbeeld in hetzelfde Ju liènas nog te zien hoe simpel het \Toeger ging. Gelovige kerkgangers die binnengaan in de zogenaamde oude kerk van het plaatsje, moeten op een schok zijn voorbereid. Achter, waar eens het altaar stond, verrijzen wandschilde ringen van in moeilijke drui- vetrossen gewikkelde ba- chanten en bachantes, die het parelende glas in kleine vette handjes omhoog heffen. En waar eens het kerkvolk knielde, staan nu manshoge vaten waaruit de kruinen ste ken van ijverige druiventrap- pers, terwijl het sap wordt opgevangen in vaten die op de rug van gespierde dragers gebonden zijn. Soms daalt een bacchant uit een vat naar de aarde neer en ziet men een dik gespierd jongemens met zwarte krullen, wiens slechts in een eenvoudige zwem broek gestoken lichaam tot aan het middel met druiven- resten is bedekt. Mijn eigen keus - en niet om re denen van hygiëne - zwalkt als een schip met een bene velde kapitein tussen de Chi roubles (vrolijk, solide, pi kant en met de geur van bos viooltjes) en de beide Brouil- ly's (pikant en nerveus met de smaak van verse druiven; de cote-de-Brouilly is koppiger). Het langzame beklimmen van de Mont Brouilly met zijn ontroerend lelijke kapel op de top, maakte dan ook weer veel goed na de commerciële farce. De lucht was door schijnend blauw, de wijnran ken bruin en geel, de druiven karmozijn. Terwijl trekvogels overvlogen, bewogen groe pen plukkers zich langzaam tegen de heuvels en kropen helgekleurde vrachtwagen tjes langs de wegen, met de druiven op weg naar de kel ders. Godendranken Van de Brouilly wordt door gaans 33.000 hectoliter ge produceerd, van de Cote-de- Brouilly slechts 7000. Deze godendranken lijken in wei nig op de „nieuwe Beaujo lais", die zes weken na de oogst al als wijn over de we reld wordt verspreid. De „Beaujolais Village" is soms een mengsel, om het een con stante kwaliteit te geven. Een wijnbouwer in de Midi - evenals al zijn collega's daar altijd boos - vertelde me eens dat Beaujolais wel met Midi- wijn wordt vermengd. Terwijl de niet altijd slechte „primeur" voor half februari volgende op de oogst op moet zijn, kunnen wijnen van de „crus" - als de Chenas, de Ju liènas. de Morgon en vooral de Moulin a Vent en de St. Amour tot vijftien jaar wor den bewaard. En de essentie bij dit alles is: drink een beaujolais nimmer boven keldertemperatuur, dat wil zeggen nooit boven de twaalf graden. Wie zich in het lachende land van „Clochemerle" (de om streden „krul" bevindt zich in Vaux-en-Beaujolais) tot compagnon wil laten introni seren, dient zich te wenden tot de „Compagnons du Beaujolais, B.P.194. in 69657 Villefranche. Waarbij niet mag worden verzwegen dat achtduizend snobs al voor gingen. Verondersteld wordt, dat de scholieren tuk zijn op de ge kleurde plaatjes, omdat ze daarmee van de leraar een hogere beloning in de wacht menen te slepen. De leiding heeft al overwogen om een brief naar de school hoofden, directeuren of rec toren te sturen, maar gelet op de geringe omvang van het probleem is het bij een voor nemen gebleven. Toch heeft de staf van de bibliotheek al een aantal maatregelen ge nomen om aan de knipwoede van de scholieren tegemoet te komen. Zo worden er tijdschriften en oude studieboeken vergaard en bewaard in een grote kist, die in het kantoor van de di rectie staat en waarin de scholier voor een scriptie op aanvraag mag grasduinen en knippen. Spoorloos Een ander belangrijk punt, waarmee nogal wat gemeen schapsgeld achterover wordt gedrukt, is het spoorloos ver dwijnen van boeken uit de bibliotheken. Naslagwerken worden meegenomen, uitge leende boeken, ondanks her haalde aanmaningen, boetes en rekeningen, niet ingele verd. In een bibliotheek in het mid den van het land heeft men die zaak nu eens geïnventari seerd. Vanaf het begin - de bibliotheek startte in 1963 - verdwenen er van de 36.000 boeken 2000 banden. Op het eerste gezicht een gigantisch aantal, maar gerekend over 15 jaar valt dat aantal volgens in het bibliotheekwerk ingewij de deskundigen nogal mee. om zich heen grijpende euvel melding. Directeuren, direc trices en bibliotheekperso neel zitten met de handen in het haar, omdat vaak de tijd en de mankracht ontbreken om een afdoende controle, waarvan een preventieve werking uitgaat, in te stel len. Maar het probleem lijkt op een kankergezwel, dat niet meer te bestrijden valt en alsmaar groter wordt. En dat terwijl er voortdurend nieuw gemeen schapsgeld in de bibliothe ken wordt gepompt, die een toegankelijke voorziening met een optimale servicever lening voor ieder bezoeker moeten zijn. De scholieren (b)lijken het on mogelijk te maken. Ja, de scholieren. Want zij zijn het in wiens richting de beschuldi gende wijsvinger van de bibliothecare(i)ssen wordt „gepriemd". Of eigenlijk de leraren, die zulke werkstuk ken opgeven, waarbij de illu straties de boventoon voeren. Ook in de boeken van de Leidse openbare bibliotheken wordt nogal eens geknipt, tol groot verdriet van directeur De Caluwe. Een overzicht van het aantal boeken dat door de knippartijen wordt beschadigd heeft hij (nog) niet, maar de bibliotheekdi recteur weet dat de dure naslagwerken, die niet door de lezers mee naar huis mogen worden genomen, van illustraties wor den ontdaan. "Het is nu eenmaal vervelend om als schim achter de mensen aan te lopen. Daar komt bij dat we met het krappe personeelsbe stand geen kans zien alle hoeken van de studieruimtes af te lopen, "zegt I)e Caluwe. "En waarvoor al die moeite" zo vraagt hij zich af. "We hebben niet voor niets kopieerapparaten". Overigens hebben de Rotterdamse bibliotheken inmiddels een verzoek gedaan aan de middelbare scholen in deze stad om foto's die onmiskenbaar uit bibliotheken afkomstig zijn terug te sturen. De desbetreffende leerling van het werkstuk zou, zo adviseren de bibliotheken in de havenstad, maar een dikke onvoldoende voor het met de gewraakte illustraties gelardeer de werkstuk moeten krijgen. jes wel. In de beslotenheid van je studeer-slaapkamer is het natuurlijk wat gemakke lijker knippen dan in een leeszaal, waar iedereen je op je vingers kan kijken. Toch, elk boek is een boek, zegt men bij een bibliotheek. Een boek dat met gemeenschaps geld is gekocht en dus ook voor iedereen uit die gemeen schap beschikbaar moet zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 17