lal Van krot tot droomhuis In Verbouwing met plezierige en onplezierige verrassingen IN EN OM HET HUIS "De meeste mensen zijn snel ge charmeerd van een oud huis je, maar kunnen niet overzien wat er allemaal bij komt kij ken om het aan de eisen van deze tijd aan te passen. Een aardige richtlijn voor mensen die een krotje kopen om het te verbouwen is het bedrag van vijfhonderd gulden per ku bieke meter." Bovenstaande is afkomstig van archtitect Bob van Beek, de gene die ook de restauratie van het pand in de Voorstraat begeleidde. Hij restaureert o.m. het huisje bij de ruïne van Dever in Lisse en is mo menteel bezig met het op knappen van de panden aan hel Noordeinde in Leiden. De verbouwing van het monu ment aan de Voorstraat moest volgens hem echt zo ingrij pend als nu is gebeurd: "Zo dra je gaat breken moet er een bouwvergunning komen. Wil je die krijgen dan moet het huis een toetsing aan de hui- Foto 1: Zó zag de achterka mer eruit nadat er was ge sloopt. Het dak is eraf, de mu ren zijn kaal en de grond ligt bezaaid met puin. Rechts ach ter de deur is de keuken. dige bouwverordening kun nen doorstaanOmdat dit een monument was moest het aan nog meer eisen voldoen, na tuurlijk ook subsidie in de wacht te slepen." Subsidie die volgens de archi tect uit drie bronnen is te put ten. Gemeente en provincie, het ministerie van volkshuis vesting en dat van CRM waar Monumentenzorg onder valt. Bij elkaar kan dat oplopen tot zo'n 63 procent van het bedrag dat men voor een monument verklaard huis kwijt is. Dit tot een maximum van 94.000 gulden. Overigens moet de ei genaar wel met een door de overheid erkende architect in zee gaan, anders geeft Monu mentenzorg niet éen twee drie toestemming voor een ingrij pende verbouwing. Een al te Door Miep de Graaff Foto's Lex Klimbie optimistisch beeld van het be drag dat hij subsidie kan krijgen moet de huiseigenaar niet hebben, zo meent Van Beek. "De pot van CRM ver toont de bodem Het stuk van Volkshuisvestingdat kan maximaal 45.000 gulden zijn, is er wel. Nog wel. "Rekenin gen kunnen pas worden inge diend" vervolgt de architect "als men over de helft van de verbouwing heen is." Volgens hem is het beslist niet zo dat er aan een monument he lemaal niet getornd mag worden. "Je mag het karakter niet aantasten. Voor een mo nument is het juist van groot belang dat het wordt bewoond en onderhoudenDan heeft het een functie. Als het alleen maar móói staat te zijn ver gaat het ook. Foto 2: De smalle gang werd door het uitbreken van een kamertje tweemaal zo breed. De trap kreeg er een plaatsje. De vloer werd opgesierd met oude geglazuurde plavuizen. De luiken voor de ramen wer den hersteld. Andere luiken waren tot grote spijt van Lex en Inge tot kastplanken ver werkt. Twee maanden hadden Lex en Inge Klimbie uitgetrokken om hun drie eeuwen oude huisje aan de Voorstraat in Voorscho ten enigszins bewoonbaar te maken. Uiteindelijk werden de twee maanden ruim anderhalf jaar. Voordat ze hun spullen op de daarvoor bestemde plaat sen in huis konden neerzetten moesten Lex en Inge het huis van alle franje ontdoen. Slechts de klokgevel en wat muren konden blijven staan, voor wat de rest betreft ging er rigoreus de slopershamer in. Maar liefst achtentwintig con tainers puin haalden ze uit het huis. Het werd een verbou wing vol verrassingen. Het bescheiden klokgeveltje aan de Voorstraat doet het niet vermoeden, maar het is het front van vijfhonderd vierkante meter grondoppervlak dat ruim zestig meter naar achteren doorloopt tot aan het Vinkens- lootje. Voor Lex - hij is indus- trieël fotograaf - bood het pand een zee van woon- en tegelijker tijd werkruimte. Ruimte die zelfs de zeskamerflat die hij voor het monument inruilde hem niet te bieden had. Wonen en werken in één onderkomen: het leek hem een ideale combi natie. De romslomp die een verbouwing met zich mee brengt namen ze dan ook graag voor lief. Ze wisten, toen ze in december 1976 van het huisje gechar meerd raakten, dat ze met de aankoop alléén nog lang niet waren. Het dak zou er wel af moeten, want de draagbalken waren verrot. Verder zouden de betengelde muren wel afgebikt moeten worden en moest het zeventiende eeuwse huis, dat op de monumentenlijst staat, worden aangepast aan de eisen van deze tijd. Dachten ze. Het liep allemaal heel anders. Ter wijl ze vol ijver bezig waren met het verwijderen van de beten- geling kwam er iemand van Monumentenzorg een kijkje bij hen nemen. "Een leuk huis" waren de woorden van ambte naar Van Hemert. "Maar stop maar met slopen. Ga zo lang maar kamperen". Zak en as Lex en Inge zaten in zak en as, want hun flat was inmiddels verkocht. Ze zagen echter wel in dat ze met subsidies van CRM, de gemeente en het mi nisterie van volkshuisvesting heel wat meer aan het huis kon den laten doen dan uit eigen fi nanciële middelen. Dus werden de muren in een weekeinde haastig weer betimmerd, met gipsplaten ditmaal, en trokken ze zó in hun huis. In afwachting van de benodigde papieren voor de grootscheepse verbou wing. Ze namen een architect in de arm, Bob van Beek, die al snel constateerde dat vervan ging van het dak alleen niet kon blijven. Op het oog zag het er allemaal nog redelijk uit, maar het huis bleek het moeilijk te hebben. Zo waren de balklagen te licht om het gewicht van het huis te dragen. Het dak werd slechts door één spant "gedra gen", voor de rest moesten de gammele wandjes het gewicht zien op te vangen. De gordingen bogen aardig door. De kozijnen rotten onder een dikke laag verf vrolijk weg. En tenslotte was de indeling van het huis - kleine kamertjes - uit de tijd. Omdat Van Beek zijn sporen op het gebied van restauratie van monumenten al had verdiend kwam de benodigde toestem ming voor de verbouwing snel af. In juni 1977 kon de aannemer Foto 34 De achterkamerna de intensieve verbouwing. In het midden de schouw die achter het puin tevoorschijn kutam. compleet met zeventiende eeuwse tegeltjes. Links zijn de deuren naar de tuin. rechts is een stukje van de keuken zichtbaar. Deze foto's tonen aan dat de ar chitect de vloeiende lijn van het huis ook aan de buitenkant heeft weten te herstellen. Vroegere bewoners hadden die lijn aan de achterkant verstoord door stukjes bij te bou- aan de slag. In de maanden tus sen de aanvraag en de toe stemming had Lex de 180 vier kante meter grote bedrijfsruim te achter het huis bewoonbaar gemaakt. Daar trokken ze zo lang in. Zelfwerkzaamheid De aannemer trof een half afge broken huis aan. Met behulp van vrienden en op aanwijzin gen van de architect hadden Lex en Inge namelijk alles ge sloopt dat maar gesloopt kon worden. De vloeren lagen open, het dak lag er al half af en de muren waren kaalgebikt. Door die zelfwerkzaamheid bespaar- den ze zichzelf zeker 20.000 gul den. De aannemer vertrok in maart van dit jaar, toen de vol tooiing van de grofbouw een feit was. Balken liepen weer recht en zouden sterk genoeg zijn om het huis, dat anno 1978 heel wat meer te torsen heeft dan in 1650, te dragen. Het ge heel had al een strak aanzien gekregen. Wandjes die geen dragende functie hadden waren gesloopt, op de begane grond was beton gestort. Aan Lex en Inge de eer om de kale grofbouw te verfraaien. Dat betekende voor hen zelf centrale verwarming (smalle con vectoren) aanleggen, alle muren plamuren en schilderen, sanitair en keuken inbouwen en vloeren leggen. Foto 6: Lexen li aanduiding op de vervangen, maar \ge Klimbie vóór hun lldeeeuws pandje. De klokgevel van het monument stamt - zo blijkt uit de gevelsteen - uit 1794. Destenen van de gevel werden gevoegdde deur en de grote ruiten werden de gevel zelf behield zijn eigen gezicht. Ze wilden zoveel mogelijk de oude lijn van het huis in ere her stellen; de nieuwe indeling moest door het huis zelf worden aangegeven. Zo week het plan om de keuken naar de bijkeu ken door te trekken door een bakkersoven, die daar onder de puinhopen te voorschijn kwam. Een stille getuige van het feit dat mensen vroeger zelf hun brood plachten te bakken. De oven werd intact gelaten. Van de resten van het luikje dat zij vonden maakte een smid een nieuw exemplaar. In de schouw die de keuken sierde werd een afzuigkap weggemoffeld. Inge was van mening dat, hoe oud het huis ook was, voorzieningen van deze tijd niet gemeden moesten worden ("Ik zag me zelf niet meer achter een was tobbe staan"). Het sanitair is dan ook splinternieuw. Het toilet - dat ook van een plavui- zenvloer werd voorzien - kwam op de plaats waar zich vroeger een wankele douche bevond, naast de achterkamer. De bad kamer kreeg een plaatsje op zolder. In de keuken, die Lex eigen handig van grenen kastjes en een essen aanrechtblad voor zag, kwamen handgemaakte witte tegeltjes aan de muren. Ze benadrukken de leeftijd van het huis - hoewel ze splinternieuw zijn - door hun ongelijkmatige Kleuren De authentieke kleuren van het huis werden ook teruggevon den en opnieuw gebruikt. Oud- groen en okergeel waren de kleuren die bij het afschrapen van de deuren werden ontdekt. Eén van de van roeden en glas voorziene deur die in de schuur werd gevonden kreeg een plaatsje in de achterkamer. De grote ruiten in de voorkamer werden vervangen door kleine ruitjes met roeden, toen sporen aantoonden dat die daar vroe ger in hadden gezeten. Jan en alleman had vroeger roeden, eenvoudig omdat er geen grote re ruiten gemaakt konden wor den. Later wilde men ruiten grote ruiden en werden roeden ouderwets. Verrassing De verrassing van het huis was de schouw in de achterkamer die tijdens de sloop achter be hang en betengeling tevoor schijn kwam. Een deel ervan was nog intact, compleet met zeventiende eeuwse tegeltjes, en het geheel werd dan ook in ere hersteld. De tegels werden voorzichtig verwijderd, op nieuw bewerkt en teruggemet- seld. De houten vloer in de ach terkamer bleek een nog gave plavuizenvloer te herbergen. Voordat de nu weer zo gewilde plavuizen opnieuw dienst kon den doen moest er namelijk eerst een betonnen vloer (met daaronder isolatie) in het huis komen te liggen. Daarop kwa men de gebikte plavuizen te liggen. De "sprong" die het plafond in de verbrede hal maakt duidt op twee verschillende gevels die voor het huis hebben gestaan. De oorspronkelijke gevel werd waarschijnlijk vervangen om dat vroegere bewoners hem te laag vonden. Het laagste ge deelte in de hal is nu dus precies even laag als de oude gevel ge weest moet zijn. Lex en Inge hadden de grootste moeite met het zoeken naar oude materia len. Bij slopers wisten ze het nodige hang- en sluitwerk te befonachtigen en sleepten ze ou de plavuizen en "witjes", die vroeger als plinten dienden bij plavuizen vloeren, weg. Witjes haalde Lex ook uit hotel Huis der Duin in Noordwijk, dat toen onder de slopershamer viel. De oude lijn is in de achterka mer nog zichtbaar door een ver springing die de muur er maakt. In de hoek waar nu Inge's vleu gel staat stond vroeger een trap. Daaronder bevond zich een bedsteekelder. Kasten waren er in het hele huis niet te vinden. Lex loste dit probleem op door tegen de schuine muren op zol der houten deurtjes te timme ren. Zo was hij ook meteen van de loze ruimte af. Overigens werd de eerste verdieping, te vens de zolder, niet betimmerd. Lex en Inge vonden het leuker om tegen de nok van het dak aan te kijken. De slaapruimte kwam aan de achterkant; de voorkamer, die een prachtig uitzicht biedt over de Voor straat, wordt als logeerkamer gebruikt. Lex kan na maanden van ver bouwen nog volop enthousias me opbrengen voor het restau reren van huizen. "Ik zou zo weer willen beginnen", zegt hij beslist. "Tenslotte weet ik nu precies hoe alles in z'n werk gaat en heb ik de gereedschap pen in huis". Inge Klimbie is wat bedenkelij ker Ze heeft zo langzamerhand wel genoeg van de puinhopen en wil voorlopig alleen maar genieten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 3