Costa Rica riskeert geen oorlog Door Annemiek Ruygrok Dit is het eerste van een serie van vier artikelen over Cos ta Rica, een republiek in Midden-Amerika tussen Ni caragua en Panama. Het kenmerkende van Costa Rica is, dat het land al sinds 1948 geen leger heeft. Het po litiek klimaat is er aanmer kelijk rustiger dan in andere landen van Midden- en Zuid- Amerika. Hoe Costa Rica zich handhaaft temidden van het politiek gewoel, hoe de bevolking zich opstelt tegenover de verwikkelingen in Nicara gua, daarover gaat dit eerste verhaal. Volgende week een interview met een Chileense vluchte ling, die in Costa Rica gast vrij asiel heeft gekregen en een artikel over de sociale omstandigheden van de be volking in Costa Rica. Het vierde artikel zal voorna melijk zijn gewijd aan de toeristische attracties van deze eigenaardige republiek. Geen tussenkomst van de Orga nisatie van Amerikaanse staten in Nicaragua" stond er gekalkt op de muren van het Compania Nacional de Teatro. Het werd snel weer over geschilderd. In linkse kringen vreest men de in terventie van de OASomdat deze organisatie onder sterke invloed van de VS staat. In de OAS zitten alle landen van Noord- en Zuid- Amerika, behalve Cuba. beste voor Nicaragua is. Het heeft trouwens geen zin om Somoza te doden. Het is een illusie om te denken dat daarmee het onrecht wordt uitgeroeid. Somoza is een marionet van de Nationale Garde en de Nationale Garde is een ma rionet van Somoza. Bovendien heeft Somoza het land, de mijnen en het kapitaal voor het over grote deel in handen. Dat zou na zijn dood in de handen van zijn handlangers overgaan. Zoals Somoza indertijd ook de macht en de rijkdom van zijn vermoorde vader heeft overgenomen. Nee, ik ben niet zo bevreesd voor een ex tremisme van links in Nicaragua. Ik ben trouwens tegen een ex tremistische houding van welke kant dan ook. Ik geloof dat zodra je extremist wordt, je de werke lijkheid uit het zicht verliest" Die morgen stonden er op het ge bouw van het Compania Nacio nal de Teatro en op andere ge bouwen in de stad kreten te lezen als: "Geen inmenging door de Organisatie van Amerikaanse Staten in Nicaragua". "Deze kre ten zijn erop gekalkt door leden van extreem-linkse groeperin gen. Trouwens de hele linkse be weging van Costa Rica wil geen inmenging door de OAS. Men is bevreesd dat daardoor eenzelfde situatie zou ontstaan als in Chili. De Verenigde Staten, Chili en Argentinië zitten tenslotte ook in die OAS. Je hebt kans dat na een interventie alle democratische bewegingen in Nicaragua mond dood worden gemaakt. Maar zo denkt de regering van Costa Rica er niet over", laat Virginia er fijn tjes lachend op volgen. De sfeer in Nicaragua is, zelfs voor de toerist die oppervlakkig met het land kennismaakt, er een van onderdrukking. Het volk is veel minder uitgelaten dan dat in Costa Rica. Bij de douane zitten soldaten en elk vrij plekje op de muur is beplakt met het portret van de grote dictator. De sfeer van zorgeloze armoe, die je op Costa Rica in de kleine dorpjes aantreft is hier ver te zoeken. 'Wanneer je in Nicaragua uit het vliegtuig stapt, loop je recht in de loop van een machinegeweer. Zo wordt je daar ontvangen. Ik vind dat een heel veeg teken", aldus dominee Kessler. Ook hij vindt het welletjes.Na 45 jaar mag er van hem een einde komen aan het bewind Somo za."Maar een revolutie heeft geen zin. Je valt van de ene dictator in de andere. Zelfs al lukt het Somo za weg te krijgen dan is er meteen een andere 'Somoza' die het overneemt. Want de bevolking heeft niet de kracht zijn nek uit te steken. Wat er gedaan moet wor den is het Nicaraguaanse volk te ontwikkelen. Het volk moet ge voed en gekleed worden en er moet gezorgd worden dat er be hoorlijke huizen komen. In bete re omstandigheden is het voor een volk makkelijker een dicta tuur het hoofd te bieden. Dan pas kan Nicaragua op weg naar een democratie" Dat die weg nog lang en moeilijk is bewijzen de gebeurtenissen van de laatste maand. Toen troepen van Somoza steden als Esteli en Masai vernietigden en slachtpar tijen aanrichtten onder de bevol king. Omdat daar verzetshaarden zaten. Dat bewijst de uitbreiding van de Nationale Garde die So moza heeft gelast. Dat bewijst de censuur op de pers die Somoza heeft uitgevaardigd. Dat een commissie van de OAS nu onderzoekt hoe de mensenrech ten met voeten zijn getreden is een goed ding. Of ze bewijzen zullen vinden is echter nog de vraag. Immers de doden spreken niet. En de Nationale Garde van Somoza zal zwijgen als het graf over zijn eigen wanddaden. De Sandinisten hebben een nieuw offensief aangekondigd tegen Somoza. Het zoveelste in al die jaren. De steun van de bevolking heben ze. Maar de macht van Somoza grijpt ver en diep. Een lid van de Nationale Gard Esteli. De stad is grotendeels verwo king ontvluchtte de stad. SAN JOSE - Costa Rica was boos en verontwaardigd. Terwijl de hoofdstad San Jose zich op maakte om de onafhankelijk heid op 15 september te vieren, werd dit republiekje in Centraal Amerika plotseling opstandig. "Waarom hebben wij nu geen le ger, waarom moeten wij ons la ten aanvallen? Laat de politie dan tenminste naar de wapens grijpen". Deze kreten pasten niet in die met vlaggen getooide stad en ze pasten zeker niet in de mond van die beminnelijke be volking van dit gastvrije land. Maar wat er was gebeurd kon dan ook nauwelijks door de beugel. Het buurland Nicaragua had in het noorden bommen laten val len op Costaricaans grondgebied. Zogenaamd, omdat daar een concentratie Sandinisten zou zit ten. Deze vrijheidsstrijders, die zich noemen naar de grondlegger van het Sandinistisch Bevrij dingsfront, Agusto Sandino, leg gen de president van Nicaragua, Anastasio Somoza, het vuur na aan de schenen. Maar aangezien de familie Somoza al 45 jaar de touwtjes in handen heeft, ziet het er niet naar uit dat deze man zon der slag of stoot de macht uit handen zal geven. Het boterde eigenlijk al lang niet zo best tussen Nicaragua en Costa Rica. Want dat 'kleine landje met het grote hart', zoals een taxi chauffeur het trots betitelde, had in de loop der jaren al heel wat vluchtelingen uit Nicaragua op gevangen. Mensen die het niet eens waren met de capriolen van Somoza vonden in Costa Rica gastvrij onderdak. En dat die mensen vanuit Costa Rica 'infil treerden' om de boel in Nicara gua een duw in een andere rich ting te geven, zinde Somoza he lemaal niet. Het was dan ook al een tijdje haat en nijd tussen deze twee landen. Maar die bommen waren de druppel die de emmer bij de Cos- taricanen deed overlopen. "Laffe aanval vanuit Nicaragua", schreef het dagblad La Nacion in verontwaardigd vette koppen op de voorpagina en La Republica deed er al niet voor onder "So moza stuurt zijn vliegtuigen op Costaricaans grondgebied. Aan val vanuit de lucht op vluchtelin genkampen". De radio sprak over niets anders dan "die brute aanval op ons weerloze land". Er werden diplomatieke protesten aangetekend. De ambassadeur van Nicaragua kreeg boze Costa- ricaanse diplomaten op bezoek en de Costaricaanse ambassa deur in Managua tekende heftig protest aan bij de Nicaraguaanse regering. De verhouding tussen beide landen verslechterde met de dag. En toen in Nicaragua de burgeroor log compleet was, sloot Costa Ri ca de grenzen. Zelfs voor de vluchtelingen die anders zeker goed waren opgevangen. Maar Costa Rica, trots als het is op de sinds 1948 zonder leger gehand haafde politieke rust, was veel te bang om nog meer in conflict met het buurland te geraken. En zelfs Costa Rica riskeert geen oorlog om ballingen te helpen. Hoewel de lust om in te grijpen in een buurland, wanneer het daar mis gaat, bij de Costaricanen diep is ingeworteld. Dat vertelt Virgi nia Grütter tenminste. De strijd lust straalt uit haar ogen wanneer ze zegt "We hebben het goed hier in Costa Rica. We zijn een vrij land, zonder leger. Daar zijn we trots op. Maar we willen dat onze buurlanden het ook goed heb ben. Dictator Somoza moet het land uit. En met hem z'n familie, z'n zoon die het hoofd is van de Nationale Garde, zijn ooms, zijn tantes, al zijn handlangers. Pas dan kan de arme bevolking van Nicaragua gaan bouwen aan de toekomst. Pas dan kan er recht zijn en kan er gewerkt worden aan een zekere welvaart. Zodat ook de armsten der armen een beetje beter kunnen leven" Het zit haar duidelijk hoog dat Cos ta Rica de bevolking van het buurland niet te hulp snelt. Maar Costa Rica heeft geen leger. Hoe kan ze dan willen dat men tus senbeide komt? Vluchtelingen verlaten het kapotgeschoten Esteli. de burgeroorlog hun toevlucht. d van Costa Rica. Veel vluchtelingen uit Nicaragua zochten hier tijdens de eerste dagen i "Het zou niet de eerste keer zijn dat de bevolking van Costa Rica slechts met machetes de vijand te lijf gaat". (Machetes zijn lange, scherpe messen, die worden ge bruikt om gewassen te maaien- red). „In 1856 is de bevolking onder leiding van Juanito Mora naar Nicaragua getrokken om daar de Amerikaanse pioniers te verdrijven. We wilden ze niet als buren hebben. Ze zouden steeds verder naar het zuiden afzakken. Overal de bevolking plunderend en het land innemend. We hebben ze met onze machetes verjaagd. En nu zouden we weer naar Nicara gua moeten gaan. Ik ben er niet zo zeker van dat Costa Rica geen le ger bezit. De Guardia Civil (poli tie) kan best paraat zijn. Ze heb ben officieren. En wanneer er of ficieren zijn, dan kun je best een leger organiseren. Wij zijn niet bang voor de Nationale Garde van Somoza. Zij zijn bang. Toen ik in Nicaragua was heb ik uit de mond van een commandant van de Nationale Garde vernomen dat Costa Rica in feite een groter leger heeft dan Nicaragua. Dat gaf me tevens het idee dat Nica ragua bang is voor Costa Rica". De dochter van Virginia zat ander half jaar lang in Nicaragua ge vangen. Omdat zij steun verleen de aan de Sandinisten en het waagde op Nicaraguaans grond gebied te komen. Virginia heeft haar met veel moeite vrijgekre- gen. Stad en land liep zij af, om de vrijlating van haar dochter te be werkstelligen. Tenslotte kreeg zij haar vrij. Virginia Grütter is een van de pio niers geweest op toneelgebied in Costa Rica. Op het ogenblik is zij verbonden aan het Compania Na cional de Teatro, een toneel-ge zelschap dat werkt met subsidie van de regering. Virginia's man is een Chileen. Zij woonden in Chili ten tijde van de coup. Haar echtgenoot is toen ge vangen genomen. Hij staat op de lijst van vermisten. Zijn broer is vermoord, zijn zuster en nog een broer zijn indertijd ook gevangen genomen. Virginia Grutters strijd gaat door. Net zolang tot zij ze kerheid heeft omtrent het lot van haar man en zijn familie. In Costa Rica zet haar dochter intussen de strijd met de Sandinisten voort. Overigens bestaat onder bepaalde groeperingen de angst, dat moch ten de Sandinisten hun strijd winnen, Nicaragua van de regen in de drup terechtkomt. Heerst er nu een rechtse dictatuur, waar onder de bevolking gebukt gaat, dan zouden de Sandinisten er een linkse dictatuur van maken waarbij de bevolking gebaat zou zijn. Van die angst vertelt dominee Kessler. die werkt voor de inter kerkelijke coördinatiecommissie ontwikkelingsprojecten (ICO). In zijn werk heeft hij veel met vluch telingen te maken en hij heeft dan ook verschillende malen door Ni caragua gereisd. Op een van die reizen vroeg hij een Nicaraguaan, tegenstander van Somoza, waarom hij geen lid van de San- dinisten was geworden. Diens antwoord was: „Omdat het niet de bedoeling van de Sandinisten is Somoza te vermoorden en het land daarna op te bouwen. Wat de Sandinisten willen is de macht overnemen en Somoza laten toe zien hoe het land verandert in een marxistische staat". Ook mevrouw Scheffer, van oor sprong Leidse, wier man in Ma nagua werkt is bang voor wat er komen moet na Somoza. Ze vluchtte, op aandringen van haar man, naar Costa Rica. De situatie in Nicaragua was al te dreigend geworden. "Er moet een veran dering komen. Zo gaat het niet langer. Somoza zuigt het volk uit. Maar wat er moet gebeuren na Somoza? Ik weet het niet. Er zal toch een strenge hand moeten zijn die eerste tijd. Het volk kan het niet aan. Eerst moet alles in rechte banen worden geleid". Virginia Grütter deelt die angsten niet. "Ze hebben in Nicaragua nu al 45 jaar een extreem-rechts re gime van de Somoza's moeten dulden. Misschien wordt het nu tijd voor een regime van links. Maar ik geloof daar niet in. Ik ben van mening dat men na Somoza eerst rustig wil bekijken wat het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 39