Carters maatregelen zijn onvoldoende Malawi verdient meer Nederlandse belangstelling vrijdag 27 oktober 1978 €r. Dr. Mr. Bas de Gaay Fort man (foto) is lid van de Eerste Kamer voor de PPR, hoogle raar aan het instituut voor so ciale studies in Den Haag, voormalig fractievoorzitter van de PPR in de Tweede Ka mer en voorzitter van de NO VIB (Nederlandse Organisatie Voor Internationale Ontwik kelingssamenwerking). In de de laatste kwaliteit bezocht hij onlangs Zambia en - Malawi, waarover hij bijgaande repor tage schreef. Door Dr. mr. Bas de Gaay Fortman BLANTYRE - „Help. wij zijn ontwikkeld", dat is de titel van een boek dat ik onlangs schreef samen met Wouter van Dieren en Henk Thomas. Het gaat over de vormen van overontwikkeling in onze maatschappij, een ontwikke ling die ten koste gaat van ons eigen welzijn. In Malawi lijkt dat niet erg ter zake. „Help, wij zijn onderontwik keld!" is daar de kreet. Toch zijn er tal van ontwikkelings- landen waar je overontwikkeling kunt zien te midden van de on derontwikkeling. Brazilië is daarvan een sprekend voorbeeld. In Sao Paolo wordt de ene wol kenkrabber na de andere uit de grond gestampt. Toch neemt daar de kindersterfte, de armoe de en de werkloosheid alleen maar toe, om van het maatschap pelijk welzijn maar te zwij gen. brengen. Het gaat om de buiten landse betaalmiddelen die voor de suikeropbrengst kunnen wor den verkregen. Maar het voor beeld toont wel aan dat we naast de gevaren van overontwikkeling ook de precieze betekenis van onderontwikkeling moeten ken- Moderne grote gebouwen zie je in Malawi alleen in de nieuwe hoofdstad Lilongwe. In tegen stelling tot het zuidelijk gelegen Zomba ligt deze prachtig aange legde nieuwe stad in het centrum van het land. Voor het bestuurs apparaat in een ontwikkelings land met zeer slechte verbindin gen met het veraf gelegen platte land, is zo'n centrale plaats zeer belangrijk. Tabak Naast de aanleg van 1 Lilongwe kent Malawi nog en kele grote ontwikkelingsprojec ten. Elk land heeft nu eenmaal enkele goede exportprodukten nodig. Malawi, dat geen belang rijke grondstoffen bezit, moet het wel zoeken in tropische land- bouwprodukten. Tabak zorgt voor de helft van de uitvoer; daarnaast zijn ook thee en suiker heel belangrijk. In het noordelijk gelegen Nkunga, aan het meer van Malawi, zag ik de opbouw van een kolossale nieuwe suikerplantage. Naast het grootbedrijf moeten daar ook zo'n zeshonderd kleine suiker verbouwers een kans krijgen. Maar voor geen van beide projec- ten kan men voldoende gegadig den vinden. De grond in Nkunga is uitstekend geschikt voor sui- kerbouw, maar er wonen betrek kelijk weinig mensen in het ge bied. Die mensen zijn al aardig tevreden met de gewassen die zij voor zichzelf verbouwen en de vis die zij uit het meer kunnen halen. Het beroep van suikerrietsnijder lijkt hen geen verbetering. Nu is de Dwangwa-suikerplantage er niet neergezet om de streek rond Nkunga tot ontwikkeling te Wereldbank Volgens de cijfers van de Wereld bank - en de Wereldbank is dol op cijfers - behoort Malawi tot de allerarmste landen ter wereld. Hoe wordt zoiets berekend? Het grootste bedrag bestaat uit zoge naamd kasinkomen. Voor het gedeelte van de economie waarin geen geld gebruikt wordt (boeren die voor hun eigen gezin voedsel verbouwen en hun eigen huizen neerzetten) wordt een schatting gemaakt. Die schatting ligt in een land als Malawi veel en veel te laag. Het betreffende cijfer berust op een gebrekkige bijwerking van een schatting die tientallen jaren geleden werd gemaakt. Wat de mensen daar de laatste jaren voor zichzelf hebben verbeterd, wordt schromelijk onderschat. In plaats van in lemen hutten gaan de dorpelingen meer en meer wonen in huisjes van zelfgebak ken stenen. Handpompen wor den vervaardigd, zodat de men sen gemakkelijk aan water kun nen komen. Medische klinieken worden door dorpelingen zelf gebouwd. Welke waarde kent de Wereldbank toe aan de arbeid die daar in zit? Als dat alleen de waarde is van het geld dat ervoor betaald werd, dan is die waarde nul. Verkeerde berekeningen van de produktie voor eigen levenson derhoud zouden zo erg nog niet zijn, als ze geen beleidsinstru ment zouden zijn. Nu wordt vaak gekozen voor grote projecten, omdat de waarde van de ontwik keling van onderop verkeerd wordt getaxeerd. Maar in Malawi zelf is dat niet het geval. Malawi is juist een voorbeeld van een in drukwekkende ontwikkeling door r r het Leven van MalawiWie niet zo erg van persoonsverheerlijking houdt, vindt lang niet meer werken. Die pom pen worden gratis geleverd, maar wat heeft men eraan als ze het zo snel begeven. De dorpelingen kunnen ze niet repareren en moe ten vaak jarenlang wachten op een bezoek van iemand van de districts-watervoorziening. In Malawi is men evenwel al zeer ver gevorderd met de constructie van een eenvoudige pomp, die de mensen in de dorpen zelf in de grond kunnen zetten en ook zelf kunnen repareren. Ook wordt er gewerkt aan een waterdruksys teem met een simpele windmo len. Een Nederlandse vliegtuig bouwkundige is daar me zig. Elk ontwikkelingsland da iets ziet in kleinschalige aange paste technologie kan van Mala wi veel leren. Blanke Rhodesiërs Wat ook opvalt in dit betrekkelijk onbekende land is het grote aan tal blanke Rhodesiërs dat er werkt. De Rhodesiërs voelen daar wel voor, omdat ze er gënoeg van krijgen de helft van hun tijd aan het leger te geven. Het is nu wel duidelijk dat er aan de vijan delijkheden niet een militair, maar een politiek einde zal moe ten komen. Maar opmerkelijk is dat Malawi deze mensen bij de ontwikkeling van het eigen land wil gebruiken. Toch zijn daar goede redenen voor. Veel beter dan de experts uit Ame rika, West- en Oost-Europa weten deze mensen wat in Afrika wel en niet kan. Het gaat verkeerd als zij de zwarte Afrikanen willen over heersen. Maar in Malawi worden de beslissingen genomen door zwarte Malawianen. Die erken nen dat de blanke Afrikanen veel technische en organisatorische kennis en ervaring kunnen in brengen, maar ze bepalen wel zelf het kader waarbinnen de Rhode siërs en Zuid-Afrikanen mogen werken. Met de blanke Rhodesiërs sprak ik over de politiek in hun eigen land. Allen bleken het over één ding eens te zijn: er kan alleen nog maai' een einde komen aan de oorlog als Joshua Nkomo, de oudste leider van de bevrijdings beweging, snel minister-presi dent wordt en Ian Smith met pensioen gaal. Misschien heeft hun verblijf in Malawi aan dat in zicht bijgedragen. Leider Hoe komt het toch dat voor Malawi in ons land maar zo weinig be langstelling bestaat? Ik denk dat dit veel te maken heeft met de persoon van zijn leiden Doctor Hastings Kamuzu Banda, in Ma lawi Zijne Excellentie de Presi dent voor het Leven, de Krijger Doctor H. Kamuzu Banda ge noemd. Wie niet zo erg van per soonsverheerlijking houdt, vindt in Malawi veel om zich aan te er geren. Er bestaat geen enkele twijfel dat Malawi door één man wordt ge regeerd. Toch kan thans niet meer van terreur worden gespro ken. Enkele jaren geleden was dat bepaald wel het geval. De een PAGINA 1 na de ander werd zonder vorm van proces gearresteerd en opge sloten. Het bevel daartoe ging steeds uit van Albert Nqumayo, de secretaris-generaal van de enige politieke partij in Malawi. Men zegt nu dat hij op deze ma nier de Krijger (Ngwazi) impo pulair wilde maken om vervol gens zelf de macht over te kun nen nemen. In elk geval is er sinds zijn arrestatie een einde ge komen aan de willekeurige arres taties en zijn er tweeduizend poli tieke gevangenen vrijgelaten. Er wordt nu ook toegegeven dat het verkeerd was dejonge pioniers" op de Jehova's getuigen los te la ten. Vanuit het oogpunt van de mensenrechten gaat het in Mala wi vandaag stukken beter. Enige politieke vrijheid kreeg het volk ook in de in juli gehouden parle mentsverkiezingen. Vele zitten de kamerleden en zelfs ministers verloren hun zetel. Macht Banda zelf heeft eens gezegd: „Ik wil niet al de macht hebben, zoals de Russische tsaren. Peter de Grote of Iwan de Verschrikkelij ke... Ik wil maar net genoeg macht hebben om dit land op de juiste weg en in de juiste richting te kunnen leiden". Feit is dat Afrika in het huidige stadium van natievorming en ontwikkeling een krachtig leiderschap en dis cipline hard nodig heeft. Natuur lijk betekent dat niet dat dicta tuur' onvermijdelijk is. Maar wij kunnen onze bezwaren tegen het politieke systeem in Malawi be houden en toch trachten mee te werken in de ontwikkeling van dat land. Missionarissen, zende lingen en artsen doen dat al lang. De Nederlandse overheid lijkt evenwel nauwelijks geïnteres seerd. Gezien de hoopgevende ontwikkelingen in dit land is een excuus daarvoor vandaag nog maar moeilijk te bedenken. UTRECHT (GPD) - De valuta markten hebben in hun waarde ring van de dollar een vernieti gend oordeel uitgesproken over Carters anti-inflatieprogramma. De koers zakte woensdag sneller dan ooit, in Amsterdam bij de opening ruim anderhalve cent. De stemming was in het alge meen nerveus en in Tokio een enorme omzet bij een koers die ruim twee yen lager was. Wat de valutahandelaren ervan zeiden loog er ook niet om: ont zettend vage plannen die voor de Zoveelste maal tegenvallen, zo heette het in Amsterdam. Daar vverd overigens ook opgemerkt dat er sprake is van een psycho logische oorlogsvoering tegen Carter. Alles wat de Amerikaanse president doet of wil, wordt van de tafel geveegd. Het vertrouwen is weg en niemand bekijkt de za ken meer op hun merites. Als dat zo is, dan is ook dat een feitelijk gegeven. In ieder geval is nu de hoop zowat vervlogen dat er ooit nog een bodem in de markt komt. Die komt er natuur lijk wel, maar op welk punt? In Japan is onlangs gesproken van het onderste niveau van 175 yen. Gisteren was de koers 180,20 yen. Duidelijk is dat de maatregelen van Carter onvoldoende zijn, of althans worden geacht. Dat is geen verrassing. De inhoud van het programma was al bekend op een enkel punt na, zo blijkt er nu een mogelijkheid van een com-' pensatie voor de werknemers in dien en voor zover de inflatie toch meer dan 7 procent beloopt. Al bij voorbaat was er twijfel uitge sproken over de haalbaarheid van het plan, beter gezegd van het voorstel, want vrijwilligheid is er de basis van, al zijn er (slappe) sancties. Het programma was tevoren niet alleen gekraakt door de Ameri kaanse werkgevers en vak bondsleiders, -maar ook door vooraanstaande economen als Greenspan, indertijd adviseur van president Ford, en Heller, die de presidenten Kennedy en Johnson bijstond. Met name Greenspan achtte de kans van slagen nihil. Wat moet er dan wel gebeuren om een bodem in de dollarmarkt te leggen? Er zijn in principe twee mogelijkheden, die echter in de praktijk wel niet veel zullen uit halen. De VS kunnen de renteta rieven krachtig verhogen. Dat kan de dollarstroom naar Ameri ka voeren en dus de vraag naar dollars vergroten en zo de koers doen oplopen. Maar de mini mumrente van de Amerikaanse handelsbanken ligt al tussen de tien en 10,25 procent, zonder het dan te verwachten effect. Carter ..onvoldoende.. De tweede mogelijkheid is een streng toezicht op het monetaire gebeuren. Beperking dus van de deviezenhandel. Dat is in Amen- ka een vies woord. Men kent het ook niet en internationaal zou het complicaties kunnen geven. We zullen voorlopig dus wel met een zwakke 'en nog verder ver zwakkende dollar blijven zitten. Op heel korte termijn zou een meevaller in de inflatie en han- delsbalanscijfers over september soelaas en wie weet zelfs opslag kunnen brengen. Maar niemand rekent erop, integendeel. De cij fers komen nog deze week. Een fundamentele verbetering van de dollarkoers zit er in ieder geval pas op langer termijn in. De voorwaarde daarvoor is allereerst dat de VS een duidelijk en strak energiebeleid krijgt. De hoop daarop is niet groot. Carter kreeg zijn energieplannen wel door het Congres, maar bepaaldelijk niet ongeschonden. Energieminister Schlesinger zelf voorspelde dat alle wetgeving en bezuiniging ten spijt de VS er niet in zullen slagen hun olie-invoer te beperken. En daar gaat het nu om. Alleen dan is een verbetering van de handels balans werkelijk te bereiken. Overigens kan de lage dollarprijs de handelsbalans helpen verbe teren. De invoer in de VS wordt er wel duurder van - en dus de infla tie hoger - maar de export wordt er gemakkelijker door en dat weegt voor de VS meer. Een stij ging van de yen en de Duitse mark versterken dit effect. De handelsbalans kan volgend jaar, of in 1980, ook verbeteren door de dan verwachte, althans niet onwaarschijnlijke economi sche teruggang in de VS. Een ho ger rentepeil zou dat, terzijde ge zegd, bevorderen. Dit zou meteen de" inflatie kunnen beteugelen. En ook dat is een essentiële voorwaarde voor het herstel van de dollarkoersen. Een recessie in de VS zou dus gunstig zijn, zeker als ze ook nog leiden tot minder olie-importen. Een op het eerste gezicht wellicht merkwaardige zaak. De oorzaak schuilt in verschil in groeitempo in de VS en in andere industrie landen, zoals Duitsland en Japan. Vandaar dat de Amerikanen aan drongen op het vervullen van de „locomotieffunctie" van die lan den. Ze zouden ook te weinig in de VS kopen en dus de eigenlijke schuldigen zijn. Kan het buitenland helpen de dollar te steunen? Het zou tot een internationale aanpak van het dollarprobleem kunnen zien te komen. Maar dat aanbevelen is eenvoudiger dan het realiseren. Toch staat vast dat de huidige si tuatie voor de hele wereld niet gezellig is. De dollar is, hoe zwak ook, nog altijd de belangrijkste munteenheid van de deviezenre serves. In de landen buiten de VS wordt 80 procent in dollars aan gehouden. De dalende dollar ver stoort de wereldhandel en leidt tot protectionisme mèt een sneeuwbaleffect. Daar kan niets goeds van komen. De Unesco en Unicefhebben binnen twee jaar 1500 onderwijzers opgeleid voor de lagere scholen van Malawi volgens moderne methoden. Daartoe behoort ook de natuurlijke historie-les. Op de foto bekijken leerlingen een kameleon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 11