Groter wonen,
maar verhuizen
komt er niet
aan te pas
ALS DE ZOLDER DIENST GAAT DOEN
Problemen bij overlijden
tijdens de vakantie
Creatieve hobby: hout branden en schilderen
Linolzuur tegen
hart- en vaatziekten
Doperwten
Reclame voor
medicijnen
MAANDAG 23 OKTOBER 1978
PAGINA 9
Wanneer iemand plotseling over
lijdt tijdens de vakantie - een
mogelijkheid waar niemand
graag rekening meehoudt - kun
nen naast alle leed ook nog finan
ciële problemen ontstaan. De
term ..plotseling" overlijden
geeft dikwijls aanleiding tot al
lerlei problemen omdat deze niet
van toepassing zijn op personen
die leden aan kanker of hartaf
wijking. In zo'n geval neemt het
verzekeringsbedrijf contact op
met de huisdokter. Als dan blijkt
dat de gestorvene een kwaal had,
dan kan men in de problemen
komen.
Nu ook de wintervakantie steeds
belangrijker wordt, leek het ons
nuttig hierover wat meer infor
maties in te winnen.
Van het Bureau Voorlichting Ver
zekering in Den Haag, dat wij de
kwestie voorlegden, kregen we
de volgende inlichtingen: „Tal
van verzekeraars hebben de dek
king van de reisverzekering en de
annuleringsverzekering belang
rijk uitgebreid. Zo hebben zij de
medische uitsluitingen wat be
treft bestaande ziekten en-of af-
wijkingen en zwangerschapsom
standigheden geheel laten ver
vallen. Bestaande kwalen zijn
dus volledig meeverzekerd".
Gesproken wordt over „tal van ver
zekeraars", hetgeen betekent dat
niet alle verzekeringsbedrijven
zo ver zijn. Reden te meer om ex
tra te letten op de polisvoorwaar
de. In het algemeen omvat de
dekking volgens het bureau
voorlichting onderstaande pun
ten:
1. Verzekering van de reisbagage
tegen beschadiging, diefstal of
vermissing. In de meeste geval
len is ook een bedrag aan geld en
geldswaardig papier mee te ver
zekeren.
2. Een bedrag voor de kosten van
geneeskundige behandeling of
verpleging als gevolg van een on
geval en-of ziekte. Zowel voor
ziekenfondsverzekerden als voor
particulierverzekerden is het no
dig bij reizen naar het buitenland
een reisverzekering te sluiten,
omdat niet alle in het buitenland
gemaakte medische kosten on
der de ziekenfondsverzekering of
de ziektekostenverzekering val
len.
Men moet overigens wel beseffen
dat het recht op geneeskundige
hulp bijna nergens zo omvangrijk
is als in Nederland. In een aantal
landen bestaat de mogelijkheid
te profiteren van de sociale ver
dragen, welke Nederland met die
landen gesloten heeft. In de EG-
landen hebben verplicht verze
kerden dezelfde rechten op ge
neeskundige hulp als de verze
kerde inwoners van dat land.
Ziekenfondsverzekerden moe
ten bovendien bij hun zieken
fonds een verklaring vragen,
waarmee ze in een aantal landen
geneeskundige hulp kunnen
verkrijgen.
3. Kosten voor vervoer van het stof
felijk overschot in geval van
overlijden door ongeval of ziek
te.
4. Extra reis- en verblijfkosten, die
moeten worden gemaakt voor
langer verblijf wegens bijvoor
beeld ziekte, ongeval en in geval
van terugroeping naar Nederland
wegens dringende familieom-
standigheden.
5. Een ongevallenverzekering met
een kapitaaluitkering bij overlij
den en een kapitaaluitkering bij
blijvende invaliditeit.
6. Bij ernstige ziekte wordt in de
meeste gevallen overkomst van
de familie tot in de tweede graad
gedekt.
7. In het geval dat de familie wenst
over te komen om de overledene
naar het eigen land te begeleiden
moet dit als extra op te nemen
voorwaarde met de verzeke
ringsmaatschappij besproken
worden.
8. Indien de familie overeenkomt
de overledene ter plaatse te be
graven, wordt de overkomst van
de familie tot in de tweede graad
veelal gedekt.
Uiteraard heeft elke verzekeraar
zijn eigen voorwaarden. Bestu
dering ervan lijkt wel op zijn
plaats.
Weinig huizen hebben te veel plaats. In de meeste
woningen wordt over ruimtetekort geklaagd.
Toch zou het eigen home veel meer expansie
mogelijkheden bieden als de zolder beter werd
benut. Doorgaans wordt de topverdieping
voornamelijk gebruikt als opslag voor allerlei
attributen. De cv-ketels staan er en men droogt
er de was.
Toch is de zolder veelal groot ge
noeg om behalve als berging ook
als extra woonvertrek dienst te
doen. Vooral voor scholieren, die
behoefte hebben aan een rustig
studeervertrek. Met wat handig
heid en simpele materialen kan
een uitstekende kamer worden
geconstrueerd.
Bouwmaterialenhandels en doe-
het-zelf-zaken hebben een ruim
aanbod in kant en klare attribu
ten, zoals dakvensters, deuren,
kozijnen en onderdelen voor
scheidingswanden. Desgewenst
kan de vakman er ook voor zor
gen dat houtwerk of plaatmate
riaal precies op maat wordt ge
zaagd.
Met scheidingswanden kunnen
schuine kanten worden afge
schut. Daarachter kan men nog
een praktische bergplaats creë
ren. Kampeerspullen, winter
sportartikelen en ander gerei dat
slechts een deel van het jaar in
gebruik is,, vindt hier een plaats
Het restant van de zolder wordt
een extra slaapkamer, een stu
deervertrek of wellicht ook spe
ciale hobbyruimte.
Voor een scheidingswand wordt
eerst een regelwerk van latten
van 45 bij 48 millimeter vastge-
timmerd op de vloer en langs de
zijwanden en het plafond. Daar
tegen wordt spaanplaat getim
merd. Een dikte van 13 millime
ter is voldoende. De platen zijn
makkelijk te verwerken. Zagen
en timmeren hoeven geen
problemen op te leveren. Men
kan desgewenst ook met houtve
zelplaat aan de slag gaan.
Wanneer op de zolder geen licht
punt aanwezig is, zal voordat men
met betimmeren begint, een goe
de elektriciteitsvoorziening no
dig zijn. Leidingen en lichtpun
ten zijn dan probleemloos achter
•en weg te werken
Het is vanzelfsprekend ook mp-
gelijk hiermee te wachten tot de
wanden gereed zijn. Men zal dan
dikwijls moeten werken bij het
schijnsel van een looplamp.
Zijn de spaanplaatmuren eenmaal
aangebracht dan wordt ter ver
steviging aan de onderkant nog
een plint getimmerd. Tegen het
plafond komt een daklijstje. De
afwerking kan gebeuren met be
hang, structuurverf of schro
ten.
Extra raam
Dakramen zijn kant en klaar te
koop. De bouwmaterialenhandel
levert die compleet met goot-
stukken ter wille van de water
dichtheid. Bij elk dakraam wordt
een inbouwtekening geleverd die
een duidelijke werkbeschrijving
illustreert. Vóór alles geldt dat
men bij Bouw- en Woningtoe
zicht van de gemeente informeert
naar voorschriften over het ver
lenen van een bouwvergunning
voor het maken van een extra
dakkapel.
Voor het inrichten van een verblijf
voor permanente bewoning is in
het algemeen een vergunning
nodig. Plattegrond, doorsnede en
aangezichtstekeningen moeten
daarom bij de gemeente worden
ingeleverd. Alle verbouwde ka
mers dienen brandremmende
muren, plafonds en'deuren te
hebben.
Als voorwaarde zal de plaatselijke
overheid ook stellen dat een ver
bouwde zolder via een goed
begaanbare trap met handgrepen
of leuningen bereikbaar is.
Wil men een extra raam maken, dan
moet de minimummaat voor eer
vensteropening een achtste van
de totale oppervlakte van de ver
MÊÊÊÊÊ
De zolder is met niet al te veel
pV
i te bouwen tot een fijne studeerkamer
bouwde ruimte bedragen. De in
bouw van een raam, onverschillig
van welke type, kan nooit zonder
vergunning gebeuren.
Voor inbouw op een bestaande zol
der zijn dakramen wel geschikt,
maar niet voldoende. De bouw
verordening schrijft voor dat bij
een verbouwde zolder minstens
èèn verticaal staand te openen
raam als „vluchtweg" aanwezig
moet zijn.
Een dakkapel moet uiteraard ook
aan alle voorschriften voldoen.
Voordeel van een „koekkoek" is
dat men binnen meer ruimte
krijgt.
Heeft men eenmaal permissie van
hogerhand, dan worden op de
plaats waar het dakraam komt de
dakpannen verwijderd. Men
geeft de maat van het raam aan op
de houten beschotten. Dat wordt
met een decoupeerzaag uitge
zaagd. De binnen- en buitenko
zijnen worden er ingezet. Op de
buitenkant monteert men de
gootstukken van het nieuwe
raam. Van binnenuit, op zolder
dus, timmert men de bovenzijde
van het uitgezaagde stuk hori
zontaal af. Met de onderzijde doet
men hetzelfde. Daar kan ook nog
een vensterbank worden ge
plaatst. De afstand van vloer naar
dc bovenste betimmering moet
195 tot 205 centimer bedragen.
Voor volwassenen is dit een goe
de hoogte.
Hoog en laag
Behalve het dakvenster of wellicht
een dakkapel, is op de meeste
zolders weinig glas waar daglicht
naar binnen komt. Vaak is
kunstlicht als aanvulling no-
Daar waar het schuine dak lager
wordt dan twee meter, begint een
gedeelte waar men niet gemak
kelijk kan staan. Deze twee-me-
ter-lijn kan worden gebruikt als
optische waarschuwingszone,
hieronder wordt het plafond la
ger. Men bereikt dat effect door,
verschil in kleuren of speciale
verlichting aan te brengen. Dat
geeft een goede oriëntatie tussen
hoog en laag.
Wordt de zolder als slaapvertrek
ingericht, dan kan de kleurschei-
ding de zithoogte onder het
schuine dak markeren. Hetzelfde
geldt voor een werkvlak. Het is
nuttig direct te merken waar de
sta- of zithoogte begint en op
houdt.
Isoleren
De isolatie van de zolder verdient
uiteraard ook aandacht. Vooral
wanneer men er een permanent
vertrek van wil maken. Bekleed
de kap bijvoorbeeld eens met de
coratieve vezelplaten. Die wor
den in warme bruine tinten gele
verd. De rug is van polystyreen
schuim. Men spijkert ze makke
lijk tegen de horizontale balken
(gordingen) in de kap van het
huis.
In oudere woningen ontbreekt een
echte trap naar de zolder. Men
kan er alleen komen via een luik.
Zo'n luik is al voldoende om er
een harmonicatrap in te monte
ren. Vliezotrappen zijn eventueel
ook te gebruiken. Het nadeel is
echter dat ze tamelijk zwaar in
het hanteren zijn en op zolder een
flinke ruimte in beslag nemen.
Als men zich wil houden aan de
bouwvoorschriften, is een trap
met stevige leuningen meer aan
te bevelen. Jlet gat voor een luik
biedt dan voldoende ruimte voor
een spiltrap. De montage daarvan
is eenvoudig. Bespreek met de
vakman bij de aanschaf van een
dergelijke trap wel waar het
steunpunt komt. Dat is van es
sentieel belang.
Kasten
Bij zolders met een sterk hellend
plafond moet men veelal werken
met lage kasten of planken langs
de kant. De zolder als slaapkamer
vraagt echter ook om een hang
kast. Gebruik daarvoor een ta
melijk hoge wand. Plaats tegen
de muur een groot aantal ogen-
schroeven. waaraan een royaal
aantal kledinghangers kan ko
men. Een stevige verchroomde
buis kan ook als roede dienen.
Maak voor die garderoberuimte
een wand die verschoven kan
worden op een rail. Een regel
werk van latten, bespannen met
kaasdoek, is licht doorlatend, zo
dat men in de kast zelf geen licht
punt hoeft te maken.
In het algemeen is een scheidings
wand met dunne stof bespannen
attractief. Kaasdoek is te koop in
winkels waar decoratie- of etala
gemateriaal verkrijgbaar is. Bij
een breedte van 150 centimeter
kost het ongeveer f 5 per meter.
Het wordt in verschillende kleu
ren geleverd. Tegen een donkere
achtergrond zal een lichte tint het
beste effect hebben.
Zo ontstaat een zolder die een aan
vullende leefruimte in huis ople
vert. Met betrekkelijk weinig
middelen en kosten is men er dan
in geslaagd zonder te verhuizen
groter te gaan wonen.
Branden en schilderen in hout is
een vrijetijdsbesteding waarmee
fraaie resultaten te bereiken zijn.
Het is een eeuwenoude volks
kunst, die men vroeger beoefen
de met behulp van ijzeren stiften
met verschillende profielen. Te
genwoordig wordt een elektrisch
brandapparaat (220 volt, 30 watt)
gebruikt, dat op het stopcontact
kan worden aangesloten. Hierbij
heeft men dan nog brandstiftcn
nodig, waarmee de diverse
grondvormen kunnen worden
ingebrand.
De brandapparaten, met alles wat
daarbij hoort, zijn verkrijgbaar in
speelgoed- en doe-het-zelf-zaken.
Verder heeft men nog nodig een
schroevendraaier voor het los- of
vastmaken van de brandstiftcn,
een staalborstel waarmee de stif
ten worden schoongemaakt, en
een tangetje waarmee de stiften
worden verwisseld. Er kan wor
den gewerkt op een keukentafel
die voorzien is van een werk
blad.
Voor het versieren door middel van
branden, komen verschillende
houtsoorten in aanmerking. Lin
dehout kan gemakkelijk inge
brand worden Dit is evenals po
pulierehout een zachte hout
soort. De kans op doorbranden is
daarbij vrij groot. De ingebrande
lijnen worden dan onregelmatig.
Door het hout iets nat te maken,
wordt dit enigszins voorko-
Met beukehout kan ook goed ge
werkt worden. Het duurt wat
langer, maar de lijnen worden
gelijkmatig en scherp. Bij eike
hout worden de lijnen vaak wat
rafelig. Het beste resultaat krijgt
men met het branden in es
doornhout. Voordat men „echte"
een stuk afvalhout.
Us men eenmaal wat handigheid
heeft verkregen, kan men begin
nen met bijvoorbeeld een onder
zetter of een sigarenkistje. Voor
de onderzetter wordt een houten
schijf bewerkt. Een cirkelvormi
ge versiering wordt met behulp
van een passer voorgetekend en
daarna met een fijne brandstift
ingebrand.
Kleine rondjes worden gemaakt
door de stifthouder te gebruiken,
waar normaal de stift wordt inge
zet. Dichte rondjes brandt men in
met de stift, waarbij in plaats van
de punt nu de schacht wordt be
nut.
Natuurlijk kan de onderzetter ook
dienst doen als wandbord. Voor
wie minder goed zelf iets kan
ontwerpen, zijn er in speelgoed-
en doe-het-zelf-winkels ook
voorgedrukte houten voorwer
pen als sigaren- en sieradenkist-
jes, kaarsenstandaards en derge
lijke verkrijgbaar. De motieven
kunnen dan' met een grove of fij
ne stift worden ingebrand.
Wil men de ingebrande werkstuk
jes schilderen, dan moet men het
hout eerst behandelen met blan
ke vernis. De kleuren komen dan
beter tot hun recht. Het beste kan
men glazuurkleuren gebruiken.
De houtstructuur blijft dan
zichtbaar. Blauw, groen, geel en
rood voldoen het meest. Als dek
verf voorvlakken zijn de kleuren
wit, groen en bruin geschikt.
Het schilderen gebeurt met een
zacht penseeltje. Nadien volgt
weer een behandeling met vernis
om beschadiging of verbleken
van de kleuren te voorkomen. Is
men deze vaardigheid eenmaal
meester, dan zal wel blijken dat
het branden en schilderen van
hout geen moeilijk, maar wel een
dankbaar werk is. dat veel vol
doening schenkt!
Er wordt zoveel reclame gemaakt voor meervoudig
onverzadigd vetzuur dat je er als consument wantrouwend van
wordt Ligt de belangrijkheid van linolzuur - het meest voorko
mende meervoudig onverzadigd vetzuur - op hetzelfde niveau
als eiken meubels, witter dan wit wassen en energierepen? De
reclame plakt alles vol met etiketten zodat je de werkelijke in
houd ervan niet meer kunt zien.
Het voorlichtingsbureau voor de Voeding in Den Haag legt in het
maandelijks verschijnend dagblad Voedingsinformatie uit
waarom linolzuur wel degelijk kan bijdragen tot een ..gezonder"
leven. Uit proeven met mensen en dieren is namelijk duidelijk
geworden dat een verhoging van de hoeveelheid linolzuur in de
voeding een gunstige invloed kan hebben op het voorkomen van
hart- en vaatziekten. Rijk aan linolzuur zijn zonnebloem-,
saffloer-, soja- en maisolie. Deze bevatten minimaal 50 procent
linolzuur. Slaolie bestaat tegenwoordig meestal uit soja-olie. Er is
voorts dieetmargarine met 60 tot 65 procent linolzuur, en bak- en
braadvet met 40 procent.
Behoefte
Dé eerste vragen die bij het lezen van het artikel in Voedingsinfor
matie bij ons opkwamen waren: lopen mensen die geen vet ge
bruiken. of heel weinig en daarom ook minder linolzuur, dan
gauwer hart- en vaatziekten op? En hoe was het vroeger, toen
men die bijzondere olie en margarine niet kende? Waar haalden
de mensen destijds hun onverzadigde vetten vandaan die zo no
dig zijn vooreen normale groei en functie van alle lichaamsweef
sels?
Het Voorlichtingsbureau schrijft dat een tekort aan linolzuur an
dere directe gevolgen heeft, en wel verminderde groei, huid
afwijkingen en een verhoogde vatbaarheid voor infecties.
Vroeger bevatte de voeding wel voldoende linolzuur om een
gebrek aan deze stof te voorkomen. Pas later heeft men ontdekt
dat grotere hoeveelheden linolzuur gunstig zijn in verband met
het voorkomen van hart- en vaatziekten.
Volgens de landbouw- en voedselorganisatie van de V.N. en de
FAO, is de minimumbehoefte aan linolzuur voor zuigelingen drie
energieprocent, voor volwassenen vier tot vijf en voor zogenden
vijf tot zeven. Voor de leek is het onmogelijk vast te stellen
wanneer hij dat percentage kan bereiken. „Maar", zegt het voor
lichtingsbureau, „dit geldt altijd bij het noemen van aanbevolen
hoeveelheden voedingsstoffen. Deze moeten altijd worden „ver
taald" in produkten".
De hoeveelheid die wordt aanbevolen als een van de maatregelen
om hart- en vaatziekten te voorkomen ligt aanzienlijk hoger dan
de FAO-percentages. Adviezen van de Nederlandse Voedings
raad komen op rond 10 energieprocent.
Minder vet
Het voorlichtingsbureau gaat het er overigens vooral om de totale
vetconsumptie te beperken, en binnen die beperkte hoeveelheid
waar mogelijk de „goede" soort vet te kiezen. Daarom moet het
publiek de vetsoorten leren kennen. Weinigen realiseren zich
bijvoorbeeld dat verzadigd vet niet alleen van dierlijke oor
sprong, maar ook plantaardig kan zijn. Dat is onder meer het
geval met kokosvet palmolie of cacaovet, die dus in geen geval
gerekend mogen worden tot de gezonde (onverzadigde) vetten.
Kans
In de voorlichting moeten voorts ook de „verborgen" vetten aan
dacht krijgen. Daaronder vallen de vetten in volvette kaas. vet
vlees, gebak, koek en biscuit en dergelijke, allemaal leveranciers
van verzadigd vet. De reclamemakers van kaas-uit-het vuistje
streven duidelijk andere doeleinden na, hetgeen de meeste men
sen wel hebben gemerkt. Het is opvallend dat ëén onder-onder
afdeling van een ministerie waarschuwt tegen te veel vette kaas
en de andere het eten ervan bevordert. Het voorlichtingsbureau
zegt hierover „Hun uitgangspunten zijn dan ook geheel ver
schillend, namelijk gezondheid tegenover economie".
Het bureau betreurt het dat het linolzuur-gehalte op de pakjes
margarine niet behoeft te worden vermeld. De informatie dat
bijvoorbeeld soja-olie in margarine is verwerkt, garandeert niet
dat het produkt ook een hoog gehalte aan linolzuur heeft. Bij het
hardingsproces tijdens de bereiding kan veel linolzuur verloren
gaan. Het bureau vermeldt daarom een aantal merken met ten
minste 40 procent: Bona, Butella, Gouda's Glorie, Leeuwenzegel
tafelmargarine, Keuls Potje, Vegana margarine en Venda zonne
bloem. Halvarine bevat de helft minder vet, dus ook minder
onverzadigd vetzuur.
De verliezen aan linolzuur bij verhitten van frituurolie en dieet
margarine zijn in de praktijk te verwaarlozen. Het voorlichtings
bureau waarschuwt wel dat er zich kleine hoeveelheden schade
lijke stoffen kunnen vormen bij langdurig gebruik. Het is even
wel moeilijk aan te geven hoe vaak frituurvet mag worden ge
bruikt voordat zich gevaarlijke stoffen kunnen vormen. Het vet
mag zeker opnieuw worden gebruikt zolang het nog goed smaakt
en ruikt en het er nog goed uitziet. Een aanwijzing die ook voor
een aantal patat- en vis bakkers nuttig kan zijn.
Limonade uit een pakje
De „fruitige frisse drank" en de
„zonnige sinaasappelsmaak"
uit een pakje roepen beelden
op van oergezond fruit, maar
er hoeft geen vruchtesap in te
zitten. De kleurige pakjes
oplosbare limonadepoeder
zijn dit jaar op de Nederland
se markt gebracht en hebben
inderdaad enkele voordelen
boven de limonade in flessen.
Je kunt ze gemakkelijker
vervoeren en ze nemen min
der ruimte in.
Menigeen wordt evenwel in
verwarring gebracht door de
kleurige opschriften met
zonnige teksten en verkeert
in de mening dat hij echt ge
droogd vruchtesap koopt. De
verpakking vermeldt wel
duidelijk dat het gaat om een
„instantdrank met vruch-
tensmaak", geheel volgens de
letter der wet, maar niet ie
dereen kent de wet en weet
hoe hij de informaties moet
opvatten.
De direct-klaar drank valt on
der het jam- en limonadebe-
Doperwten uit blik kunnen be
ter niet meer worden ge
kookt. Als de blikken geslo
ten zijn worden de doperwten
in de fabriek al gekookt. Ge
beurt dat thuis nog eens, dan
is dit nadelig voor de smaak
en de voedingswaarde. Dit
schrijft Albert Heijn in de
„Huispost".
Er zijn vijf sorteringen, zegt het
winkelbedrijf: extra fijn, zeer
fijn, fijn, middel fijn en mid
del twee. Een opmerking die
wij niet zo goed begrijpen.
Zover onze kennis reikt zijn
er fijne erwten, normale, gro
ve, zeer grove en extra grove.
Maar dat is een kwestie van
meten.
sluit van de warenwet. Die
schrijft voor dat het poeder
bereid moet zijn uit suiker, of
een vervanging daarvan, ci
troenzuur, wijnsteenzuur of
melkzuur. Daaraan mogen
worden toegevoegd: kleur
stoffen, vruchtenessence of
gedroogd vruchtesap. Het
voorlichtingsbureau voor de
voeding zegt erover dat een
glas oploslimonade wat de
voedingswaarde betreft geen
vruchtesap kan vervan
gen.
Wat voor prachtige namen
sommige limonades ook mo
gen dragen, volgens de wa
renwet hoeft er geen vruchte
sap in te zitten. Wat als vruch
tesap wordt aangeboden
moet ook voor de honderd
procent sap zijn. Vruchten-
drank daarentegen hoeft nog
niet voor de helft uit vruchte
sap te bestaan.
Vruchtenlimonade voldoet aan
de wettelijke voorschriften
wanneer er tien procent
vruchtesap in zit. De zoge
naamde Fruchtsaftgetraenke
die uit West-Duitsland wor
den ingevoerd lijken in de
benaming veel op vruchten
dranken. Zij bevatten 15 tot
20 procent sap en niet de voor
vruchtendrank verplichte 30
tot 50 procent.
Op de gedrukte reclame voor
geneesmiddelen moet sinds 1
september de waarschuwing
staan: „Lees echter eerst de
gebruiksvoorschriften". De
voorschriften worden ver
meld op de bijsluiter van de
verpakte medicijnen.
Daarop wordt onder meer mee
gedeeld welke bijwerkingen
bij het gebruik van de ge
neesmiddelen kunnen optre
den en bij welke ziekten men
de geneesmiddelen niet moet
gebruiken.
Voor de etherreclame (radio en
tv) geldt deze (tijdelijke) re
geling nog niet. Na 1980 wilde
overheid voor de publiek-
saanprijzingen van medicij
nen strengere eisen gaan
stellen. Het gaat om vrij ver
krijgbare middelen, waaron
der pijnstillers, laxeermid
delen, hoesttabletten.