Groter wonen, maar verhuizen komt er niet aan te pas ALS DE ZOLDER DIENST GAAT DOEN Problemen bij overlijden tijdens de vakantie Creatieve hobby: hout branden en schilderen Linolzuur tegen hart- en vaatziekten Doperwten Reclame voor medicijnen MAANDAG 23 OKTOBER 1978 PAGINA 9 Wanneer iemand plotseling over lijdt tijdens de vakantie - een mogelijkheid waar niemand graag rekening meehoudt - kun nen naast alle leed ook nog finan ciële problemen ontstaan. De term ..plotseling" overlijden geeft dikwijls aanleiding tot al lerlei problemen omdat deze niet van toepassing zijn op personen die leden aan kanker of hartaf wijking. In zo'n geval neemt het verzekeringsbedrijf contact op met de huisdokter. Als dan blijkt dat de gestorvene een kwaal had, dan kan men in de problemen komen. Nu ook de wintervakantie steeds belangrijker wordt, leek het ons nuttig hierover wat meer infor maties in te winnen. Van het Bureau Voorlichting Ver zekering in Den Haag, dat wij de kwestie voorlegden, kregen we de volgende inlichtingen: „Tal van verzekeraars hebben de dek king van de reisverzekering en de annuleringsverzekering belang rijk uitgebreid. Zo hebben zij de medische uitsluitingen wat be treft bestaande ziekten en-of af- wijkingen en zwangerschapsom standigheden geheel laten ver vallen. Bestaande kwalen zijn dus volledig meeverzekerd". Gesproken wordt over „tal van ver zekeraars", hetgeen betekent dat niet alle verzekeringsbedrijven zo ver zijn. Reden te meer om ex tra te letten op de polisvoorwaar de. In het algemeen omvat de dekking volgens het bureau voorlichting onderstaande pun ten: 1. Verzekering van de reisbagage tegen beschadiging, diefstal of vermissing. In de meeste geval len is ook een bedrag aan geld en geldswaardig papier mee te ver zekeren. 2. Een bedrag voor de kosten van geneeskundige behandeling of verpleging als gevolg van een on geval en-of ziekte. Zowel voor ziekenfondsverzekerden als voor particulierverzekerden is het no dig bij reizen naar het buitenland een reisverzekering te sluiten, omdat niet alle in het buitenland gemaakte medische kosten on der de ziekenfondsverzekering of de ziektekostenverzekering val len. Men moet overigens wel beseffen dat het recht op geneeskundige hulp bijna nergens zo omvangrijk is als in Nederland. In een aantal landen bestaat de mogelijkheid te profiteren van de sociale ver dragen, welke Nederland met die landen gesloten heeft. In de EG- landen hebben verplicht verze kerden dezelfde rechten op ge neeskundige hulp als de verze kerde inwoners van dat land. Ziekenfondsverzekerden moe ten bovendien bij hun zieken fonds een verklaring vragen, waarmee ze in een aantal landen geneeskundige hulp kunnen verkrijgen. 3. Kosten voor vervoer van het stof felijk overschot in geval van overlijden door ongeval of ziek te. 4. Extra reis- en verblijfkosten, die moeten worden gemaakt voor langer verblijf wegens bijvoor beeld ziekte, ongeval en in geval van terugroeping naar Nederland wegens dringende familieom- standigheden. 5. Een ongevallenverzekering met een kapitaaluitkering bij overlij den en een kapitaaluitkering bij blijvende invaliditeit. 6. Bij ernstige ziekte wordt in de meeste gevallen overkomst van de familie tot in de tweede graad gedekt. 7. In het geval dat de familie wenst over te komen om de overledene naar het eigen land te begeleiden moet dit als extra op te nemen voorwaarde met de verzeke ringsmaatschappij besproken worden. 8. Indien de familie overeenkomt de overledene ter plaatse te be graven, wordt de overkomst van de familie tot in de tweede graad veelal gedekt. Uiteraard heeft elke verzekeraar zijn eigen voorwaarden. Bestu dering ervan lijkt wel op zijn plaats. Weinig huizen hebben te veel plaats. In de meeste woningen wordt over ruimtetekort geklaagd. Toch zou het eigen home veel meer expansie mogelijkheden bieden als de zolder beter werd benut. Doorgaans wordt de topverdieping voornamelijk gebruikt als opslag voor allerlei attributen. De cv-ketels staan er en men droogt er de was. Toch is de zolder veelal groot ge noeg om behalve als berging ook als extra woonvertrek dienst te doen. Vooral voor scholieren, die behoefte hebben aan een rustig studeervertrek. Met wat handig heid en simpele materialen kan een uitstekende kamer worden geconstrueerd. Bouwmaterialenhandels en doe- het-zelf-zaken hebben een ruim aanbod in kant en klare attribu ten, zoals dakvensters, deuren, kozijnen en onderdelen voor scheidingswanden. Desgewenst kan de vakman er ook voor zor gen dat houtwerk of plaatmate riaal precies op maat wordt ge zaagd. Met scheidingswanden kunnen schuine kanten worden afge schut. Daarachter kan men nog een praktische bergplaats creë ren. Kampeerspullen, winter sportartikelen en ander gerei dat slechts een deel van het jaar in gebruik is,, vindt hier een plaats Het restant van de zolder wordt een extra slaapkamer, een stu deervertrek of wellicht ook spe ciale hobbyruimte. Voor een scheidingswand wordt eerst een regelwerk van latten van 45 bij 48 millimeter vastge- timmerd op de vloer en langs de zijwanden en het plafond. Daar tegen wordt spaanplaat getim merd. Een dikte van 13 millime ter is voldoende. De platen zijn makkelijk te verwerken. Zagen en timmeren hoeven geen problemen op te leveren. Men kan desgewenst ook met houtve zelplaat aan de slag gaan. Wanneer op de zolder geen licht punt aanwezig is, zal voordat men met betimmeren begint, een goe de elektriciteitsvoorziening no dig zijn. Leidingen en lichtpun ten zijn dan probleemloos achter •en weg te werken Het is vanzelfsprekend ook mp- gelijk hiermee te wachten tot de wanden gereed zijn. Men zal dan dikwijls moeten werken bij het schijnsel van een looplamp. Zijn de spaanplaatmuren eenmaal aangebracht dan wordt ter ver steviging aan de onderkant nog een plint getimmerd. Tegen het plafond komt een daklijstje. De afwerking kan gebeuren met be hang, structuurverf of schro ten. Extra raam Dakramen zijn kant en klaar te koop. De bouwmaterialenhandel levert die compleet met goot- stukken ter wille van de water dichtheid. Bij elk dakraam wordt een inbouwtekening geleverd die een duidelijke werkbeschrijving illustreert. Vóór alles geldt dat men bij Bouw- en Woningtoe zicht van de gemeente informeert naar voorschriften over het ver lenen van een bouwvergunning voor het maken van een extra dakkapel. Voor het inrichten van een verblijf voor permanente bewoning is in het algemeen een vergunning nodig. Plattegrond, doorsnede en aangezichtstekeningen moeten daarom bij de gemeente worden ingeleverd. Alle verbouwde ka mers dienen brandremmende muren, plafonds en'deuren te hebben. Als voorwaarde zal de plaatselijke overheid ook stellen dat een ver bouwde zolder via een goed begaanbare trap met handgrepen of leuningen bereikbaar is. Wil men een extra raam maken, dan moet de minimummaat voor eer vensteropening een achtste van de totale oppervlakte van de ver MÊÊÊÊÊ De zolder is met niet al te veel pV i te bouwen tot een fijne studeerkamer bouwde ruimte bedragen. De in bouw van een raam, onverschillig van welke type, kan nooit zonder vergunning gebeuren. Voor inbouw op een bestaande zol der zijn dakramen wel geschikt, maar niet voldoende. De bouw verordening schrijft voor dat bij een verbouwde zolder minstens èèn verticaal staand te openen raam als „vluchtweg" aanwezig moet zijn. Een dakkapel moet uiteraard ook aan alle voorschriften voldoen. Voordeel van een „koekkoek" is dat men binnen meer ruimte krijgt. Heeft men eenmaal permissie van hogerhand, dan worden op de plaats waar het dakraam komt de dakpannen verwijderd. Men geeft de maat van het raam aan op de houten beschotten. Dat wordt met een decoupeerzaag uitge zaagd. De binnen- en buitenko zijnen worden er ingezet. Op de buitenkant monteert men de gootstukken van het nieuwe raam. Van binnenuit, op zolder dus, timmert men de bovenzijde van het uitgezaagde stuk hori zontaal af. Met de onderzijde doet men hetzelfde. Daar kan ook nog een vensterbank worden ge plaatst. De afstand van vloer naar dc bovenste betimmering moet 195 tot 205 centimer bedragen. Voor volwassenen is dit een goe de hoogte. Hoog en laag Behalve het dakvenster of wellicht een dakkapel, is op de meeste zolders weinig glas waar daglicht naar binnen komt. Vaak is kunstlicht als aanvulling no- Daar waar het schuine dak lager wordt dan twee meter, begint een gedeelte waar men niet gemak kelijk kan staan. Deze twee-me- ter-lijn kan worden gebruikt als optische waarschuwingszone, hieronder wordt het plafond la ger. Men bereikt dat effect door, verschil in kleuren of speciale verlichting aan te brengen. Dat geeft een goede oriëntatie tussen hoog en laag. Wordt de zolder als slaapvertrek ingericht, dan kan de kleurschei- ding de zithoogte onder het schuine dak markeren. Hetzelfde geldt voor een werkvlak. Het is nuttig direct te merken waar de sta- of zithoogte begint en op houdt. Isoleren De isolatie van de zolder verdient uiteraard ook aandacht. Vooral wanneer men er een permanent vertrek van wil maken. Bekleed de kap bijvoorbeeld eens met de coratieve vezelplaten. Die wor den in warme bruine tinten gele verd. De rug is van polystyreen schuim. Men spijkert ze makke lijk tegen de horizontale balken (gordingen) in de kap van het huis. In oudere woningen ontbreekt een echte trap naar de zolder. Men kan er alleen komen via een luik. Zo'n luik is al voldoende om er een harmonicatrap in te monte ren. Vliezotrappen zijn eventueel ook te gebruiken. Het nadeel is echter dat ze tamelijk zwaar in het hanteren zijn en op zolder een flinke ruimte in beslag nemen. Als men zich wil houden aan de bouwvoorschriften, is een trap met stevige leuningen meer aan te bevelen. Jlet gat voor een luik biedt dan voldoende ruimte voor een spiltrap. De montage daarvan is eenvoudig. Bespreek met de vakman bij de aanschaf van een dergelijke trap wel waar het steunpunt komt. Dat is van es sentieel belang. Kasten Bij zolders met een sterk hellend plafond moet men veelal werken met lage kasten of planken langs de kant. De zolder als slaapkamer vraagt echter ook om een hang kast. Gebruik daarvoor een ta melijk hoge wand. Plaats tegen de muur een groot aantal ogen- schroeven. waaraan een royaal aantal kledinghangers kan ko men. Een stevige verchroomde buis kan ook als roede dienen. Maak voor die garderoberuimte een wand die verschoven kan worden op een rail. Een regel werk van latten, bespannen met kaasdoek, is licht doorlatend, zo dat men in de kast zelf geen licht punt hoeft te maken. In het algemeen is een scheidings wand met dunne stof bespannen attractief. Kaasdoek is te koop in winkels waar decoratie- of etala gemateriaal verkrijgbaar is. Bij een breedte van 150 centimeter kost het ongeveer f 5 per meter. Het wordt in verschillende kleu ren geleverd. Tegen een donkere achtergrond zal een lichte tint het beste effect hebben. Zo ontstaat een zolder die een aan vullende leefruimte in huis ople vert. Met betrekkelijk weinig middelen en kosten is men er dan in geslaagd zonder te verhuizen groter te gaan wonen. Branden en schilderen in hout is een vrijetijdsbesteding waarmee fraaie resultaten te bereiken zijn. Het is een eeuwenoude volks kunst, die men vroeger beoefen de met behulp van ijzeren stiften met verschillende profielen. Te genwoordig wordt een elektrisch brandapparaat (220 volt, 30 watt) gebruikt, dat op het stopcontact kan worden aangesloten. Hierbij heeft men dan nog brandstiftcn nodig, waarmee de diverse grondvormen kunnen worden ingebrand. De brandapparaten, met alles wat daarbij hoort, zijn verkrijgbaar in speelgoed- en doe-het-zelf-zaken. Verder heeft men nog nodig een schroevendraaier voor het los- of vastmaken van de brandstiftcn, een staalborstel waarmee de stif ten worden schoongemaakt, en een tangetje waarmee de stiften worden verwisseld. Er kan wor den gewerkt op een keukentafel die voorzien is van een werk blad. Voor het versieren door middel van branden, komen verschillende houtsoorten in aanmerking. Lin dehout kan gemakkelijk inge brand worden Dit is evenals po pulierehout een zachte hout soort. De kans op doorbranden is daarbij vrij groot. De ingebrande lijnen worden dan onregelmatig. Door het hout iets nat te maken, wordt dit enigszins voorko- Met beukehout kan ook goed ge werkt worden. Het duurt wat langer, maar de lijnen worden gelijkmatig en scherp. Bij eike hout worden de lijnen vaak wat rafelig. Het beste resultaat krijgt men met het branden in es doornhout. Voordat men „echte" een stuk afvalhout. Us men eenmaal wat handigheid heeft verkregen, kan men begin nen met bijvoorbeeld een onder zetter of een sigarenkistje. Voor de onderzetter wordt een houten schijf bewerkt. Een cirkelvormi ge versiering wordt met behulp van een passer voorgetekend en daarna met een fijne brandstift ingebrand. Kleine rondjes worden gemaakt door de stifthouder te gebruiken, waar normaal de stift wordt inge zet. Dichte rondjes brandt men in met de stift, waarbij in plaats van de punt nu de schacht wordt be nut. Natuurlijk kan de onderzetter ook dienst doen als wandbord. Voor wie minder goed zelf iets kan ontwerpen, zijn er in speelgoed- en doe-het-zelf-winkels ook voorgedrukte houten voorwer pen als sigaren- en sieradenkist- jes, kaarsenstandaards en derge lijke verkrijgbaar. De motieven kunnen dan' met een grove of fij ne stift worden ingebrand. Wil men de ingebrande werkstuk jes schilderen, dan moet men het hout eerst behandelen met blan ke vernis. De kleuren komen dan beter tot hun recht. Het beste kan men glazuurkleuren gebruiken. De houtstructuur blijft dan zichtbaar. Blauw, groen, geel en rood voldoen het meest. Als dek verf voorvlakken zijn de kleuren wit, groen en bruin geschikt. Het schilderen gebeurt met een zacht penseeltje. Nadien volgt weer een behandeling met vernis om beschadiging of verbleken van de kleuren te voorkomen. Is men deze vaardigheid eenmaal meester, dan zal wel blijken dat het branden en schilderen van hout geen moeilijk, maar wel een dankbaar werk is. dat veel vol doening schenkt! Er wordt zoveel reclame gemaakt voor meervoudig onverzadigd vetzuur dat je er als consument wantrouwend van wordt Ligt de belangrijkheid van linolzuur - het meest voorko mende meervoudig onverzadigd vetzuur - op hetzelfde niveau als eiken meubels, witter dan wit wassen en energierepen? De reclame plakt alles vol met etiketten zodat je de werkelijke in houd ervan niet meer kunt zien. Het voorlichtingsbureau voor de Voeding in Den Haag legt in het maandelijks verschijnend dagblad Voedingsinformatie uit waarom linolzuur wel degelijk kan bijdragen tot een ..gezonder" leven. Uit proeven met mensen en dieren is namelijk duidelijk geworden dat een verhoging van de hoeveelheid linolzuur in de voeding een gunstige invloed kan hebben op het voorkomen van hart- en vaatziekten. Rijk aan linolzuur zijn zonnebloem-, saffloer-, soja- en maisolie. Deze bevatten minimaal 50 procent linolzuur. Slaolie bestaat tegenwoordig meestal uit soja-olie. Er is voorts dieetmargarine met 60 tot 65 procent linolzuur, en bak- en braadvet met 40 procent. Behoefte Dé eerste vragen die bij het lezen van het artikel in Voedingsinfor matie bij ons opkwamen waren: lopen mensen die geen vet ge bruiken. of heel weinig en daarom ook minder linolzuur, dan gauwer hart- en vaatziekten op? En hoe was het vroeger, toen men die bijzondere olie en margarine niet kende? Waar haalden de mensen destijds hun onverzadigde vetten vandaan die zo no dig zijn vooreen normale groei en functie van alle lichaamsweef sels? Het Voorlichtingsbureau schrijft dat een tekort aan linolzuur an dere directe gevolgen heeft, en wel verminderde groei, huid afwijkingen en een verhoogde vatbaarheid voor infecties. Vroeger bevatte de voeding wel voldoende linolzuur om een gebrek aan deze stof te voorkomen. Pas later heeft men ontdekt dat grotere hoeveelheden linolzuur gunstig zijn in verband met het voorkomen van hart- en vaatziekten. Volgens de landbouw- en voedselorganisatie van de V.N. en de FAO, is de minimumbehoefte aan linolzuur voor zuigelingen drie energieprocent, voor volwassenen vier tot vijf en voor zogenden vijf tot zeven. Voor de leek is het onmogelijk vast te stellen wanneer hij dat percentage kan bereiken. „Maar", zegt het voor lichtingsbureau, „dit geldt altijd bij het noemen van aanbevolen hoeveelheden voedingsstoffen. Deze moeten altijd worden „ver taald" in produkten". De hoeveelheid die wordt aanbevolen als een van de maatregelen om hart- en vaatziekten te voorkomen ligt aanzienlijk hoger dan de FAO-percentages. Adviezen van de Nederlandse Voedings raad komen op rond 10 energieprocent. Minder vet Het voorlichtingsbureau gaat het er overigens vooral om de totale vetconsumptie te beperken, en binnen die beperkte hoeveelheid waar mogelijk de „goede" soort vet te kiezen. Daarom moet het publiek de vetsoorten leren kennen. Weinigen realiseren zich bijvoorbeeld dat verzadigd vet niet alleen van dierlijke oor sprong, maar ook plantaardig kan zijn. Dat is onder meer het geval met kokosvet palmolie of cacaovet, die dus in geen geval gerekend mogen worden tot de gezonde (onverzadigde) vetten. Kans In de voorlichting moeten voorts ook de „verborgen" vetten aan dacht krijgen. Daaronder vallen de vetten in volvette kaas. vet vlees, gebak, koek en biscuit en dergelijke, allemaal leveranciers van verzadigd vet. De reclamemakers van kaas-uit-het vuistje streven duidelijk andere doeleinden na, hetgeen de meeste men sen wel hebben gemerkt. Het is opvallend dat ëén onder-onder afdeling van een ministerie waarschuwt tegen te veel vette kaas en de andere het eten ervan bevordert. Het voorlichtingsbureau zegt hierover „Hun uitgangspunten zijn dan ook geheel ver schillend, namelijk gezondheid tegenover economie". Het bureau betreurt het dat het linolzuur-gehalte op de pakjes margarine niet behoeft te worden vermeld. De informatie dat bijvoorbeeld soja-olie in margarine is verwerkt, garandeert niet dat het produkt ook een hoog gehalte aan linolzuur heeft. Bij het hardingsproces tijdens de bereiding kan veel linolzuur verloren gaan. Het bureau vermeldt daarom een aantal merken met ten minste 40 procent: Bona, Butella, Gouda's Glorie, Leeuwenzegel tafelmargarine, Keuls Potje, Vegana margarine en Venda zonne bloem. Halvarine bevat de helft minder vet, dus ook minder onverzadigd vetzuur. De verliezen aan linolzuur bij verhitten van frituurolie en dieet margarine zijn in de praktijk te verwaarlozen. Het voorlichtings bureau waarschuwt wel dat er zich kleine hoeveelheden schade lijke stoffen kunnen vormen bij langdurig gebruik. Het is even wel moeilijk aan te geven hoe vaak frituurvet mag worden ge bruikt voordat zich gevaarlijke stoffen kunnen vormen. Het vet mag zeker opnieuw worden gebruikt zolang het nog goed smaakt en ruikt en het er nog goed uitziet. Een aanwijzing die ook voor een aantal patat- en vis bakkers nuttig kan zijn. Limonade uit een pakje De „fruitige frisse drank" en de „zonnige sinaasappelsmaak" uit een pakje roepen beelden op van oergezond fruit, maar er hoeft geen vruchtesap in te zitten. De kleurige pakjes oplosbare limonadepoeder zijn dit jaar op de Nederland se markt gebracht en hebben inderdaad enkele voordelen boven de limonade in flessen. Je kunt ze gemakkelijker vervoeren en ze nemen min der ruimte in. Menigeen wordt evenwel in verwarring gebracht door de kleurige opschriften met zonnige teksten en verkeert in de mening dat hij echt ge droogd vruchtesap koopt. De verpakking vermeldt wel duidelijk dat het gaat om een „instantdrank met vruch- tensmaak", geheel volgens de letter der wet, maar niet ie dereen kent de wet en weet hoe hij de informaties moet opvatten. De direct-klaar drank valt on der het jam- en limonadebe- Doperwten uit blik kunnen be ter niet meer worden ge kookt. Als de blikken geslo ten zijn worden de doperwten in de fabriek al gekookt. Ge beurt dat thuis nog eens, dan is dit nadelig voor de smaak en de voedingswaarde. Dit schrijft Albert Heijn in de „Huispost". Er zijn vijf sorteringen, zegt het winkelbedrijf: extra fijn, zeer fijn, fijn, middel fijn en mid del twee. Een opmerking die wij niet zo goed begrijpen. Zover onze kennis reikt zijn er fijne erwten, normale, gro ve, zeer grove en extra grove. Maar dat is een kwestie van meten. sluit van de warenwet. Die schrijft voor dat het poeder bereid moet zijn uit suiker, of een vervanging daarvan, ci troenzuur, wijnsteenzuur of melkzuur. Daaraan mogen worden toegevoegd: kleur stoffen, vruchtenessence of gedroogd vruchtesap. Het voorlichtingsbureau voor de voeding zegt erover dat een glas oploslimonade wat de voedingswaarde betreft geen vruchtesap kan vervan gen. Wat voor prachtige namen sommige limonades ook mo gen dragen, volgens de wa renwet hoeft er geen vruchte sap in te zitten. Wat als vruch tesap wordt aangeboden moet ook voor de honderd procent sap zijn. Vruchten- drank daarentegen hoeft nog niet voor de helft uit vruchte sap te bestaan. Vruchtenlimonade voldoet aan de wettelijke voorschriften wanneer er tien procent vruchtesap in zit. De zoge naamde Fruchtsaftgetraenke die uit West-Duitsland wor den ingevoerd lijken in de benaming veel op vruchten dranken. Zij bevatten 15 tot 20 procent sap en niet de voor vruchtendrank verplichte 30 tot 50 procent. Op de gedrukte reclame voor geneesmiddelen moet sinds 1 september de waarschuwing staan: „Lees echter eerst de gebruiksvoorschriften". De voorschriften worden ver meld op de bijsluiter van de verpakte medicijnen. Daarop wordt onder meer mee gedeeld welke bijwerkingen bij het gebruik van de ge neesmiddelen kunnen optre den en bij welke ziekten men de geneesmiddelen niet moet gebruiken. Voor de etherreclame (radio en tv) geldt deze (tijdelijke) re geling nog niet. Na 1980 wilde overheid voor de publiek- saanprijzingen van medicij nen strengere eisen gaan stellen. Het gaat om vrij ver krijgbare middelen, waaron der pijnstillers, laxeermid delen, hoesttabletten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 9