Touwtrekken om vier miljoen gebitten PROTHETICI CONTRA TANDARTSEN ZATERDAG 21 OKTOBER 1978 LEIDERDORP - De Leider- dornse tandtechnicus H. is door de rijkspolitie is zijn woonplaats gehoord in ver band met een aanklacht die te gen hem is ingediend door het bureau onbevoegde uitoefe ning tandheelkunde. H. zou zich schuldig hebben gemaakt aan het op eigen houtje ver vaardigen en plaatsen van een prothese (kunstgebit) bij een van zijn patiënten. Volgens de Nederlandse wet heeft hij daartoe als gediplo meerd tandtechnicus niet de bevoegdheid. Tot zijn werk terrein behoort slechts het vervaardigen van de prothese en dan nog slechts in opdracht en samenspraak met de be handelend tandarts, bij wie uiteindelijk ook de eindver antwoordelijkheid rust. De rijkspolitie heeft proces verbaal opgemaakt en het is nu aan de officier van justitie in Zo ja, dan zal H. op zijn beurt ook een aanklacht indienen te gen de geneeskundige dienst in Leiden. Het bewijsstuk tegen de Leiderdorpse tandtechni cus is een rekening die hij uit schreef nadat hij een van zijn patiënten een prothese had aangemeten. H: "De vrouw om wie het gaat tobde al jaren met haar gebit. Haar tandarts kon daar geen verbetering in brengen. Dus heb ik haar geholpen. De kos ten heeft ze via het ziekenfonds proberen terug te krijgen maar daar werd ze verwezen naar de geneeskundige dienst. Daar is mijn rekening gecopieerd en vervolgens doorgestuurd naar een Leidse tandarts van wie bekend is dat hij optreedt als contactpersoon van het bu reau onbevoegde uitoefening tandheelkunde. Het is m.i. bij de wet verboden om zonder medeweten van de patiënt en in dit geval de tandtechnicus, ongevraagd rekeningen door te spelen aan derden". Om sterk te staan heeft H. zich inmiddels verzekerd van een schriftelijke verklaring van zijn patiënte waarin zij haar tevredenheid uitspreekt over de door de Leiderdorper ver vaardigde prothese die nu wel prima past. Bij zijn verhoor door de politie gaf H. grif de beschuldigingen toe. Dat lag in de lijn der ver wachting. Hij is een van de in totaal 88 Nederlanders die het diploma tandprotheticus (d.i. een gediplomeerd tandtechni cus die nog een aanvullende opleiding heeft gevolgd) op zak heeft. Die opleiding spitst zich juist toe op het zelfstandig vervaardigen en plaatsen van de gebitsprothese, onder ver wijzing weliswaar van een arts of tandarts. Probleem is echter dat het diploma tand protheticus geen rechtskracht tyezlt. 5-, v De Maatschappij tot bevorde ring der Tandheelkunde heeft geen goed woord over voor de ze opleiding en ook de over heid houdt nog de boot af waar het gaat om de legalisering van de activiteiten van de tand protheticus Tussen beide kampen is momenteel een felle strijd gaande. De Organisatie van Neder landse Tandprothetici (O.T.M.) is op de barricades ge klommen met onder meer een rapport over de tandprotheti- sche zorg in Nederland. De uit gangsstelling daarin is dat di verse maatschappelijke groe peringen, waaronder de grote politieke partijen en de con sumenten- en ziekenfondsor ganisaties, de nodige kritiek hebben op het functioneren van de tandheelkundige zorg in Nederland. Als een van de belangrijkste oorzaken noemt de O.N.T de onvoldoende mankracht in de tandheelkunde waardoor een grote achterstand in de cura tieve zorg is ontstaan, met na me bij de kleuters en de jeugd van de basisscholen. Een cijfer dat in dit verband boekdelen moet spreken: het O.N.T. re kent voor dat de tandartsen dichtheid regionaal varieert van 1 op de 2000 inwoners tot 1 op de 6000 i Meer dan vol Dat de Nederlandse tandart sen de handen meer dan vol hebben zou onder meer moeten blijken uit het feit dat drie kwart van hen de deur op slot houdt waar het gaat om het aannemen van nieuwe (onge- saneerde) ziekenfondspatiën ten, van wie er zich daarom veel noodgedwongen particu lier laten behandelen. Een andere constatering: als de jonge generatie (van 2,5 tot 20 jaar) adequate tandverzor- ging zou ontvangen, zou dit 88 procent van het bestaande po tentieel aan tandartsen op slokken. Dat een verhoging van de tandartsendichtheid het probleem zou oplossen vinden de rapporteurs een wat al te simplistische veronder stelling. Dus - is het tegenvoorstel - la ten de tandartsen wat meer ta ken uit handen geven aan hen die direct of indirect te maken hebben met tandheelkundige verzorging. Of anders gezegd men is voor een verdere ont wikkeling van het hulpkrach tenkorps. De tandartsen in Nederland hebben in het verleden al wat taken gedelegeerd. Aan de tandtechnicus, aan de mond hygiëniste en kortgeleden diende zich een nieuwe catego rie aan: de kindertandverzorg- sters, populair aangeduid als "de meisjes met de boor". Hun opleiding is voornamelijk ge richt op het boren van kleine gaatjes. De Maatschappij tot bevordering der Tandheel kunde heeft schoorvoetend de borende meisjes geaccepteerd. Voor de tandprothetici is die erkenning er niet. Een in 1976 gehouden NIPO- enquête wees uit dat 42 pro cent van alle volwassen vrou wen en 38 procent van de Ne derlandse mannen een kunst gebit heeft, wat neerkomt op een totaal van ongeveer 4 mil joen prothese-dragers. In het rapport over de tandprotheti- sche zorg in Nederland wordt iiitgegaan van een gemiddelde levensduur van een tandpro these van ongeveer zeven jaar en dat zou dan betekenen dat er jaarlijks een half miljoen vervaardigd moeten worden. Volgens de samenstellers van het rapport is in de huidige si tuatie sprake van een fa brieksmatige produktie van de tandprothesen. Daardoor zou het erg vaak voor komen dat ze slecht passen of helemaal niet ogen in de mond van de drager. Dat zou dan niet zozeer liggen aan de vakbekwaamheid van de rond 1800 personen die in Nederland in de tandtechni sche sector werkzaam zijn, alswel aan het gebrekkige con tact dat er bestaat tussen pro these-drager en prothese-ver vaardiger. Immers het is de tandarts die de opdracht voor het vervaardigen verstrekt en daar ook de verdere controle op uitoefent. Opdracht De tandtechnicus maakt de prothese alleen maar. Daarbij zijn informatie puttend van een opdrachtbriefje. Een van de klachten is dat die briefjes vaak onvolledig zijn ingevuld. De tandtechnicus weet dik wijls niet of hij werkt aan het gebit van een man of vrouw of hem ontbreekt informatie over de leeftijd van de drager. Ge gevens die wel relevant zijn. Want, redeneert men bijvoor beeld, aan een man van tachtig kun je nu eenmaal niet een spierwit gebit afleveren. De O.N.T. meent dat een goed functionerend en estetisch verantwoorde prothese slechts kan worden vervaar digd als men in direct contact kan treden met de patiënt. Dus zelf de afdruk nemen voor de goede pasvorm (happen), zelf de beetregistratie verrichten, zelfde tandprothese passen en plaatsen en ook zelf het mond- onderzoek verrichten. Ze zegt daarin gesteund te worden door vele buitenlandse colle ga's. In een aantal landen buiten Nederland is het beroep tand protheticus wel erkend. Onder meer in de meeste provincies van Canada, Finland, Zwitser land en in Denemarken, waar de opleiding tot tandprotheti cus ongeveer dezelfde is als die nu in Nederland plaats heeft. Wat die opleiding hier te lande betreft: de Maatschappij tot bevordering der Tandheel kunde heeft er geen hoge pet van op, althans vindt de studie onvoldoende om de zich tand protheticus noemende tand technicus - vooropleiding mi- numaal LTS-zwakstroom of MAVO - zijn gang te laten gaan met de prothese. Brouwer"Ik weet dat ik in de gaten wordt gehouden" De stichting Nederlands Tandprothetisch Instituut is in september 1971 begonnen met de opleiding tandprothe ticus. Duur van de cursus in to taal tweeënhalf jaar. Om de twee weken wordt les gegeven in een praktijklqkaal in Amersfoort. Tot degenen die les geven behoren tandartsen. Er zijn vrijwilligers die als proefkonijn fungeren. De Rotterdamse tandarts Cor- nelissen, die zich nogal inten sief bezig houdt met de be strijding van de onbevoegd uitgeoefende tandheelkunde, heeft ernstige bedenkingen te gen het instituut. staan we stuiten op tandartsen met een dubieus verleden, die uit de Maatschappij zijn gezet of scheepsartsen die niet be voegd zijn. Maar helaas maak je ze niets zolang ze niet op he terdaad worden belrapt. Men houdt niet voor niets angstval lig geheim waar les wordt ge geven. Als we er achter komen kan er zeker een inval van de politie worden verwacht". Een van de mensen die les ge ven in het Amersfoortse insti tuut is Leidenaar Brouwer, inmiddels ook in het bezit van het diploma tandprotheticus. Brouwer verkeert in eenzelfde situatie als de „betrapte" Lei derdorpse tandtechnicus H. Heeft ook een (verboden) prak- tijkje alsprotheticus maar kon tot nu toe steeds de dans ont springen. Hij komt er openlijk voor uit dat hij in een achteraf ruimte binnen zijn bedrijfje praktijken bedrijft die niet door de wet worden gedekt. In de gaten "Ik weet dat ik in de gaten wordt gehouden", zegt hij, "en dat men mij zal aangeven zo dra men over bewijzen be schikt. Maar daar lig ik geen minuut van wakker. Ik sta volkomen achter wat ik doe. En wat die opmerking van die tandarts uit Rotterdam be treft: hij braakt onzin uit. Dat instituut van ons heeft niets te verbergen. Is zelfs volkomen legaal. Iedere Nederlandse staatsburger is gerechtigd een opleiding op poten te zetten. In wat dan ook. Dat we niet er kend zijn, dat is een heel ande re zaak. Maar daar draait het nu niet om. Waar die mijnheer Cornelissen en al die andere collega's van hem bang voor zijn is dat we ze taken uit han den nemen. Dat ze hun mono polie-positie dreigen kwijt te raken. Daar knelt de schoen. Daarom gedragen ze zich zo agressief'. Brouwer is ook voorzitter van de Organisatie Nederlandse Tandprothetici. In die functie werd hij onlangs uitgenodigd een inleiding te houden tijdens een congres van de subfacul teit Tandheelkunde van de Vrije Universiteit in Amster dam. De Leidse tandtechnicus zei toen dat de klachten van veel prothese-dragers hun oorzaak vinden in het feit dat de tandartsen de begeleiding bij het vervaardi gen van een gebit als een rou tinebehandeling beschouwen "terwijl het een specialisme is". De opleiding tandprotheticus ("thans zijn we strafbaar als we ook maar met een vinger in de mond van een patiënt dur ven te komen") voorziet vol gens Brouwer in dat specialis me. Althans waar het gaat om het maken van een volledige (uitneembare) prothese en de halve prothese. De tandprothetici spreken te gen dat ze zich op het terrein van de tandheelkunde bege ven. "Wij zijn geen tweede rangs tandartsen", zegt Brou wer, "wij houden ons bezig met tandvervangkunde en geen heelkunde. Net zo goed als een chirug een invalide naar de or thopedisch instrumentenma ker verwijst voor bi jvoorbeeld het aanpassen van een kunst- armtzo kan de tandarts de 'ge bitsinvalide' verwijzen naar de protheticus'. Volgens Brouwer zal in dat ge val de verzorging van de pa tiënt zich verder moeten uit strekken dan alleen het passen en plaatsen van de uitneemba re prothese. De protheticus zou zich ook moeten bezig houden met de voorlichting en revali datie. Bijvoorbeeld een regel matige controle op slijmvlies afwijkingen en pasvorm van de prothese. Onbevoegden Zolang het de Nederlandse tandprothetici verboden is hun werk legaal te doen, met andere woorden als hun geen para-medische status wordt toegekend, ziet Brouwer de toekomst voor de prothese- drager somber in. "Het zonder meer afwijzen van deze voor uitstrevende groepering zal ongetwijfeld leiden tot nog meer van die verfoeilijke Rot terdamse Instituten", meent hij. Over die Rotterdamse Institu ten is de laatste jaren heel wat te doen geweest. Twee weken geleden nog legden de CDA Tweede-Kamer leden me vrouw Cornelissen en Van den Broeke de ministers van justi tie en volksgezondheid de vraag voor of er in Nederland op grote schaal door onbe voegden tandheelkunde wordt uitgeoefend en zo ja, hoe dit is te voorkomen. Daarbij doelden ze op de acti viteiten binnen tandheelkun dige inrichtingen die gespecia liseerd zijn in het aanpassen van een gebitsprothese in één dag. In Rotterdam wemelt het van die (puur commerciële) inrich tingen. Bekend is bijvoorbeeld dat er bijna wekelijks tiental len Italianen naar Rotterdam komen om daar een naar ver houding goedkope ééndagsbe- handeling te ondergaan. Ze reizen gezamenlijk per bus of per trein, die smalend de naam "Mummel-express" heeft gekregen. De laatste ja ren zijn enkele mensen over leden, na het rooien van een gebit in Rotterdam. Een van de instituten moet binnen kort voor de rechter ver schijnen. Binnen de Maatschappij tot Bevordering der Tandheel kunde (de vakbond van tand artsen) overheerst de mening dat de tandprotheticus niet meer bevoegdheden moet worden toegekend dan aan de tandtechnicus. Belangrijkste argument is dat de opleiding onvoldoende is. Door voorzitter Schoenmaker van de Maatschappij is wel een specialisme in de gebitszorg be pleit maar dat zou dan on derdeel moeten uitmaken van de tandartsstudie. De Vereniging van Laborato- riumhoudende Tandtechnici heeft de tandprothetici be stempeld als "gefrustreerde tandtechnici". De subfaculteit van de Vrije Universiteit gaat proberen de als twee kemphanen tegen over elkaar staande O.N.T. en de Maatschappij tot bevor dering der Tandheelkunde rond de vergadertafel te krij gen. Bij de minister van volksge zondheid en milieuhygiëne loopt nog een verzoek van de Nederlandse Organisatie van Tandprothetici om erken ning van het beroep binnen de Wet op de Paramedische Beroepen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 19