Auto met moker te lijf voor goed doel [PUBLIEK hoeven te worden gedood" Nobelprijs: resultaat van slecht geweten „Er kan iets moois uit voortkomen99 Livinio Stuyck, directeur van de Koninklijke Tapijtenfabriek Spanje en achtste telg uit een uit Vlaanderen afkomstig geslacht. Verre voorvaderen van Livinio stichtten in 1721 op aandringen van Filips V de fameuze fabriek MADRID - De directeur van de Koninklijke Tapijtenfa briek te Madrid, Livinio Stuyck, heeft alle reden tot la chen, want het spook van de naderende bedrijfssluiting is verdreven. Pio Cabanillas, minister van cultuur, heeft namens de regering toegezegd dat de regering borg zal staan voor de continuïteit van deze unieke artistieke in stelling, die in Spanje 257 jaar geleden werd opge richt. Met het ingrijpen van de Spaanse overheid wordt de werkgelegen heid van negentig kunstzinnige werknemers gegarandeerd. Het kabinet-Suarez heeft met de toe zegging van overheidssteun te vens een historische fout goed gemaakt de concurrerende Stichting van de Generalissimo Franco krijgt voortaan geen op drachten meer om tapijten of go belins voor de Spaanse staat te herstellen of te vervaardigen. „Ja", zegt Livinio Stuyck opge wekt, „de eer van ons familiebe drijf is voorlopig weer gered. Als de overheid niet had ingegrepen dan had ik de fabriek in decem ber moeten sluiten. Wij zijn het enige familiebedrijf ter wereld dat tapijten en gobelins maakt volgens de methoden van onze voorvaderen. In Parijs staat de fabriek „Gobelins", maar dat is een staatsbedrijf dat de Franse burgers jaarlijks 17 mihoen gul den kost. De laatste tijd hadden wij op een aantal fronten met moeilijkheden te kampen. Aan vankelijk verkochten wij veelaan de Verenigde Staten, maar door het aanhoudend zakken van de dollar werden deze inkomsten voor ons niet aantrekkelijk meer. Daarnaast kregen wij vrijwel geen opdrachten meer van de Spaanse staat. In deze economi sche crisistijd is subsidie de enige manier om de zaak overeind te houden". Livinio Stuyck, de achtste Spaanse telg van een uit Antwerpen af komstig geslacht, wil kost wat kost de traditie van zijn voorva deren handhaven. Een Ameri kaanse aanpak van zijn familie bedrijf of het machinaal vervaar digen op grote schaal van tapijten en gobelins interesseert hem niet. Ook wil hij niets weten van ver snelde produktiemethoden. Het oude ambacht moet in zijn oor spronkelijke vorm bewaard blij ven. Met een jaarproduktie van 1200 m2 aan vloerkleden en 120 m2 aan gobelins is Livinio Stuyck dik tevreden. Alle tapijten of gobelins worden op bestelling gemaakt, geheel naar wens van de opdrachtgever. De gemiddelde prijs van een vloerkleed bedraagt op het ogenblik bijna duizend gulden. Ruim zeven maal meer moet men neertellen vooreen vierkante me ter gobelin, dat op bijna dezelfde manier wordt gemaakt als in de middeleeuwen. Het enige ver schil met vroeger is dat de weef- ramen rechtop staan en dat de draden, waarvan sommige met chemische kleurstoffen zijn be werkt, mechanisch gesponnen zijn. „Met de subsidieverlening komt onze zelfstandigheid niet in ge vaar. Zoals vanouds blijven wij een familiebedrijf ten dienste van het Spaanse koningshuis. Ko ning Juan Carlos heeft grote be langstelling voor ons bedrijf. Ko ningin Fabiola van België kwam voor haar huwelijk veel in de fa briek. Ook in de perioden dat Spanje geen vorst had hielden wij de banden met de Kroon in het buitenland aan". - Hoe was de verhouding tijdens de dictatuur van Franco? „Tot 1963 hadden wij zeer goede contacten met Don Juan, de va der van Juan Carlos", vertelt Li vinio Stuyck neerslachtig, terwijl hij zijn ogen richt op een gobelin uit 1721, dat gemaakt is door Ja cobus van der Goten, de stichter van de Koninklijke Tapijtenfa briek. „Voor de rest wil ik er lie ver niet over praten". In die tijd had dictator Franco nog geen duidelijke voorstelling over zijn opvolger. De Generalissimo was er van overtuigd dat een voorzetting van zyn regime een zegen zou zijn voor Spanje. Waarom dan eigenlijk nog een Koninklijke Tapijtenfabriek dulden? Maar een meer dan twee eeuwen oude instelling ineens af schaffen zou kwaad bloed zetten. De chef van de dictatoriale hof houding in het Pardo, het verblijf van Franco, kwam op een gewel dig idee. De „Stichting Genera lissimo Franco", een kunstnij- verheidsinstelling, die op een kunstmatige manier oude Spaanse ambachten in leven hield, kon het werk van de Ko ninklijke Tapijtenfabriek ge makkelijk overnemen. Met vol doening zag Franco dat vanaf die tijd tapijten en gobelins voor overheidsinstellingen werden gemaakt en hersteld in de naar hem genoemde stichting. Voor de familie Stuyck zat er niets an ders op dan genoegen te nemen met orders uit het buiten land. Livinio Stuyck herstelt zich. Nu zijn bedrijf uit de impasse is ge raakt vervolgt hij enthousiast: „Samen met het ministerie van cultuur gaan wij een nieuwe weg inslaan. Naast de voortzetting van onze gobelins met klassieke motieven, zoals van de schilder Goya, die vanaf 1786 tot zijn dood bij ons in vaste dienst was, gaan wy ook gobelins vervaardigen van werken van hedendaagse schilders. Op het ogenblik den ken wij aan Salvador Dali, de M^jorcaanse schilder Juan Miro en zelfs aan reproducties van Pablo Picasso". De jonge directeur van de Konink lijke Tapijtenfabriek te Madrid is een afstammeling van de be roemde weefkunstenaar Jacobus van der Goten, die in 1721 op aandringen van koning Filips V, de eerste Spaanse vorst van het huis Bourbon, zich in Madrid vestigde. Eigenlijk was Jacobus van der Goten het eerste slachtof fer van „brain-drain" (het aan trekken van buitenlandse intel lectuelen), want toen de Zuid- Nederlandse autoriteiten er ach ter kwamen dat Filips V met be hulp van Jacobus de beroemde Nederlandse gobelin-industrie in Spanje wilde vestigen en daar mee een geducht concurrent zou kunnen worden, vloog Van der Goten negen maanden de gevan genis van Antwerpen in, en wer den zijn goederen verbeurd ver klaard. De familie Stuyck (de Van der Go- tens zijn uitgestorven) zijn een in Spanje diep ingewortelde fami lie. Alle leden van de familie zijn lid van de culturele vereniging „Real Diputacion de San Andrès de los Flamencos" (Sint Andrè van de Vlamingen), die door Kei zer Karei V werd gesticht. De voorwaarde om lid te mogen zijn is de Spaanse nationaliteit en af komst uit Zuid-Nederland; het lidmaatschap gaat bij het berei ken van de 21-jarige leeftijd over van vader op zoon. Een van de Stuycks, die er in de recente geschiedenis uitsprong, is Gabino Stuyck, de oom van de directeur van de Koninklijke Ta pijtenfabriek, die jarenlang de stierenvechtersarena „Las Ven tas" in Madrid exploiteerde. Neef Livinio over zijn oom: „Zijn ge heim was dat hij niet van stieren- vechten hield. Daardoor bekeek hij de exploitatie van de arena puur nuchter en zakelijk in te genstelling tot de hobbyisten, die met hun vriendjespolitiek het gebeuren zakelijk verzie ken". Na acht generaties zit de Neder landse nuchterheid er nog in. OSLO - Op 10 december zal in Oslo weer de Nobelprys voor de Vrede worden uitgereikt. Een verheven gebeuren, met een ordinaire achter grond, want de prijs is het resultaat van het slechte geweten van de Zweedse wapenfabrikant Alfred Bernhard Nobel, die in 1896 stierf. Bijna zijn hele leven besteedde deze industrieel aan het uitvinden, ont wikkelen en verbeteren van wapens. In 1865 vond hij het dynamiet uit, waarop de produktie van een hele serie andere explosieve stoffen volg de. In zyn fabrieken werden kanonnen en mijnen vervaardigd en Nobel wist bovendien zyn oorlogsindustrie naar het buitenland uit te breiden, waar zijn moordende produkten in licentie werden geproduceerd. Het kapitaal dat de basis vormt voor de Nobelprijzen werd verdiend op de slagvelden en in de loopgraven. Pas in zijn testament deed Alfred Nobel een poging de naam Nobel een wat meer nobele klank te geven. Het is een prijs die - dankzij bloed, zweet en tranen - rond f350.000 oplevert voor degene die ze wil hébben. Het grootste gedeelte van zijn nalaten schap vermaakte Nobel aan een door hem opgerichte Nobelstichting, die nu elk jaar in Oslo in het parlement dit kapitaal ter beschikking stelt aan mensen als - oh schande - Henry Kissinger bijvoorbeeld. Een van de grootste blunders die het Nobelcomitè ooit heeft begaan, zo geeft men toe. Van de vijf prijzen voor natuurkunde, scheikunde, geneeskunde, letter kunde en vrede, wordt alleen de laatste in Oslo uitgereikt. De overige vier prijzen door de Zweedse Academie van Wetenschappen, het Karo- linische Medische Instituut en de Zweedse Literaire Academie. Alfred Nobel legde erin zijn testament de nadruk op dat een comité, bestaande uit vijf personen van de Noorse Storting (het parlement) ieder jaar de vredesprijs zou toekennen. Waarom juist Noorwegen en niet door het Zweedse parlement? Volgens het Noorse Nobel-instituut waar men deze zaak heeft onderzocht, was Nobel blijkbaar van mening dat Noorwegen indertijd een vrijer en meer vreedzaam land was. Juist in die tijd, kort voor de eeuwwisseling, stelde het Noorse Storting gelden beschikbaar voor vredesresearch, hetgeen diepe indruk maakte op de Zweedse wapenfabrikant. EERSTE KEER De eerste keer dat de vredesprijs werd toegekend was in 1901. Het geld werd toen gedeeld door de oprichter van het Rode Kruis, Henri Dunant, en de Franse pacifist Frederik Passi, die de Interparlementaire Unie stichtte. Ook de volgende jaren werd een dergelijke deling gemaakt, want waarschijnlijk vond men het aan de prijs verbonden bedrag te hoog voor slechts èèn individu. Nederland is slechts eenmaal in de vredesprijzen gevallen, België daaren tegen drie maal: 1909 A. Bernaert, 1913 H. la Fontaine en in 1958 Domini que G. Pire. Voor Nederland was het in 1911 prof. T. M. C. Asser, voorzit ter van de Conferentie voor Internationaal Privaatrecht en later lid van het Hof van Arbitrage. Hy hoefde de prijs toen met niemand te de len. Al snel kwam de politiek in het spel, iets waarvoor ook de prijs voor letterkunde nogal bevattelijk scheen te zijn. In 1906 kreeg de Ameri kaanse president Theodore Roosevelt de prijs, omdat de Noorse minis ter van buitenlandse zaken, die tevens woordvoerder van het Nobelco mitè was, de diplomatieke relaties wat wilde verbeteren. De vraag of de Nobelmedaille een oorlogsmedaille was werd gesteld toen de Ameri kaanse president Woodrow Wilson de prys kreeg in 1920 in verband met zijn werk voor de Volkenbond. Hij had net een bloedige oorlog met Duitsland achter de rug. Er kleeft dus genoeg bloed aan de vredesme- daille. Een staatshoofd dat ondanks alle hevige inspanningen nooit de vredes prijs kreeg was dé Italiaanse fascistische dictator Benito Mussolini. Zelfs een laatste poging de Nobelcommissie te vermurwen door het spelen met tinnen soldaatjes in Italië te verbieden leverde alleen maar gelach op. Begrijpelijkerwijze kon tijdens de Tweede Wereldoorlog in het door de Duitsers bezette Noorwegen geen vredesprijs worden uitge reikt. Wel werd met middelen uit het Nobelfonds naderhand een biblio theek gebouwd met een indrukwekkende collectie pacifistische litera tuur uit de hele wereld. Bekende winnaars van de Vredesprijs zijn de Duitse pacifist en anti-fascist Carl von Ossietzki, de voormalige Westduitse Bondskanselier Willy Brandt en de in 1968 vermoorde Amerikaanse negerleider ds. Martin Luther King. Wie dit jaar de prys gaat ontvangen is natuurlijk nog steeds geheim, maar wel is - ironisch genoeg - bekend geworden dat Kissinger Sadat heeft voorgesteld als kandidaat voor de Vredesprijs van 1978. Een redelijke kans maakt Sadat daarentegen wel, zo menen insiders in Noorwegen. woensdag is oktober 1978 door Herman' van Amsterdam In Oude Wetering is zaterdagavond de Nederlandse première van een volksvermaak dat in Amerika snel in populariteit groeit na melijk het zogenaamde auto-slaan. De spelregels zijn van zeer eenvoudige snit. Men neme een auto (de Amerikanen gebruiken doorgaans een splinternieuwe), eert zware moker en vervolgens is het zaak de vierwieler aan gort te slaan. Ieder op zijn beurt een dreun. Goed doel Tegen betaling uiteraard, want de kostprijs van de auto moet er wel uitkomen. Hoe duurder de auto hoe prijziger het uitdelen van een klap. Het auto-slaan gebeurt vaak voor een goed doel. Dus het is wel zaak dat er geld aan wordt overgehouden. Dat is zeker de opzet in Oude Wetering, waar het auto-slaan onderdeel uitmaakt van het open weekeind dat daar wordt georganiseerd door de jeugdvereniging Ranonkel. In de was Voor de première komt overigens geen nieuwe auto onder de ha mer, maar een goed ogend sloopexemplaar, ter beschikking ge steld dooreen sloper uit Leimuiden. Ze hebben er twee gekregen, dus ook een reserve. En mochten die twee niet voldoende zijn, dan kunnen ze er nog meer komen halen. De in de puinpoeier te rammen auto's worden wel eerst schoonge maakt en keurig in de was gezet. Om het allemaal wat echter te doen lijken. Deelnemers aan het auto-slaan zullen voor elke klap een gulden moeten neertellen. Tollen Ranonkel probeert dit weekeinde wat meer bekendheid te geven aan het jeugdwerk in Alkemade-oost. Het kijkje achter de scher men gaat gepaard met de nodige (kas spekkende) festiviteiten Zaterdag zullen bij het clubgebouw in de Weteringlaan (ook de plaats van handeling voor het auto-slaan) liefhebbers hun hart kunnen ophalen aan Oudhollandse spelletjes zoals hoepelen, tollen, straathinkelen en kussen-vechten. Voor zondag staat onder meer op het programma een wandelpuz- zeltocht door Oude Wetering en Roelofarendsveen. Tips voor deze rubriek kunt U elke morgen tot 10.00 uur aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215. U mag ook schrijven. De Javaanse aap die afgelopen weekeinde in Alphen aan den Rijn uit zijn kooi ontsnapte en vervolgens in woede zijn 51- jarige bazin, mevrouw De Jong, de pezen en slagaders van beide polsen doorbeet, had het leven moeten worden gespaard. Althans, dit is de mening van Susan Meiboom uit Lisse, se cretaris van de stichting AAP, een organisatie die in Am stelveen (er bestaan ook plannen voor een opvangcen trum in de Bollenstreek) be schikt over een asiel voor apen die als huisdier niet meer kunnen aarden. Haar reactie op het gebeuren: "Mevrouw de Jong wist na tuurlijk niet dat een aap geen huisdier is, maar een groeps- dier. En als zodanig wil het opklimmen in de rangorde initiatief levensvatbaar is zal afhangen van de alleen staanden. Vergelijk het maar met het leggen van een eitje in het gras. Gaat men er bo ven op staan dan is het ei naar de knoppen, maar wordt het uitgebroed dan komt er iets moois uit voort". "Het is nu zaak dat we de con tactavonden organisato risch in goede banen leiden. We zullen bijvoorbeeld op den duur een bestuur moeten kiezen. Verder is het afwach ten of we het zelfde zaaltje van nu als plaats van sa menkomst houden. Het groepje wat er de eerste keer was kon daar net in terecht. Het kan best zijn dat nu meer alleenstaanden de contact avonden gaan bezoeken. Dan zullen we binnen café 't Trefpunt naar wat groters moeten uitzien". Op 27 oktober volgt de tweede contactavond. Het streven is om de veertien dagen bijeen te komen. Het adres is Schoolstraat 11 in Lisse. De vereniging in oprichting maakt gebruik van het bo venzaaltje, dat ook via de zij ingang te bereiken is. "Voor mensen met drempelvrees", zegt Bon. van de groep. Dat gebeurt zo dra de aap volwassen is. Dét tijdstip was nu blijkbaar aan gebroken. Ik kan me levendig voorstellen dat die aap zich in zijn kooi heeft zitten verbij ten. Hij had er duidelijk be hoefte aan zich buiten de kooi te manifesteren. Maar mevrouw De Jong heeft natuurlijk niet begrepen wat het dier wilde. Een aap is van nature niet agressief. Alleen als hij wordt gedwarsboomd. En dat zal dit keer wel het ge val zyn geweest. Het is jam mer voor mevrouw De Jong dat haar dier dood is. Ik kan me best voorstellen dat ze daar verdriet van heeft, maar ze had zelf beter moeten we ten. Maar dat is juist het probleem met de meeste mensen die thuis een aap houden. Ze weten niet hoe ze de dieren tegemoet moeten treden. Als ze de moeite zou den nemen zich daarin te ver diepen zou er veel narigheid kunnen worden voorkomen". Jenever Nadat hij zyn bazin had gebeten werd de Javaanse aap met je never dronken gevoerd, waarna de Alphense dieren arts Mul hem met een spuitje afmaakte. Volgens Susan Meiboom had dat nooit mo gen gebeuren. Ze zegt: "We ten de heren-apendoders niet dat alle apen vallen onder de wet Bedreigde Uitheemse Diersoorten. In dit geval had de hulp moeten worden inge roepen van de politie en die zou dan contact hebben kun nen opnemen met de stich ting AAP. Daar heeft men al heel wat keren met dit bijltje gehakt. De kans was dan erg groot ge weest dat men de aap wéér in de kooi had terug gekregen. En zou dat niet zijn gelukt, dan was er altijd nog de mo gelijkheid geweest om van een verdovingsgeweer ge bruik te maken. Als men wat meer doordacht te werk was gegaan had geen onschuldig dier gedood hoeven worden", aldus de Lissese. Avondje-uit voor alleenstaanden Lisse Zonder dat daar naar de bui tenwacht toe veel rucht baarheid aan is gegeven, heeft in 't Trefpunt in Lisse de eerste contactavond plaats gevonden voor al leenstaanden uit de Bollen streek. Er kwamen er onge veer 25 opdagen. Een redelijke opkomst, vindt Lissenaar Bon, één van de initiatiefnemers. Hij is er van overtuigd dat er in de Bollenstreek een duidelijke behoefte bestaat aan wat géorganiseerd contact tus sen alleenstaanden. Hij is tot die conclusie gekomen na de nodige gesprekken met be trokkenen en na het polsen van diverse maatschappe lijke instanties. De contactavonden zijn in op zet bedoeld voor de leef tijdsgroep tussen de 30 en 60 jaar. Religie, gehuwd of on gehuwd, politieke overtui ging doen er niet ter zake. Bon: "Het is een voldongen feit dat zodra een man of vrouw alleen komt te staan hij of zij dikwijls het contact verliest met kennissen en de familie. Helaas is het nog zo dat je in deze maatschappij min of meer als een zonder ling wordt beschouwd wan- neer je niet (meer) past in het mannetjes-vrouwtjes pa troon". "Veel alleenstaanden hebben het daar moeilijk mee. Heb ben behoefte om daar over te praten. Het liefst ook met mensen die in hetzelfde schuitje zitten. Al is het be paald niet de bedoeling van deze contactavonden om daar zware bomen over op te zetten. Het gaat in de eerste plaats om de gezelligheid; discussiëren over een be paald onderwerp kan altijd nog". En onder gezelligheid verstaat Bon met name een kaartje leggen, sjoelen of zomaar een praatje maken, een drankje, een achtergrondmuziekje. In de toekomst zal er zo moge lijk ook nog een dansavond tussen zitten. "Al moet je daar voorzichtig mee zijn", meent Bon. "Op contact avonden voor alleenstaan den, zo heeft de praktijk el ders uitgewezen, is de toe loop van vrouwen over het algemeen groter dan man nen. Dus krijg je op een dansavond onwillekeurig te maken met muurbloempjes, vrouwen die aan de kant blijven zitten omdat ze niet worden gevraagd. Die kant moeten we niet op. Het gaat er juist om dat de alleen staanden met elkaar in con tact komen". De eerste avond zit er op. "Het was min of meer een proef op de som", zegt Bon. "Of ons Men neme een moker, een automobiel en een schare volk dat voor een piek per klap het voertuig in puinpoeier wil slaan Oude Wetering beleeft zaterdag de première van dit Amerikaansevermaak.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 4