Johnny Rep, het goudhaantje itsicn De noten op de zang van Tony Nolten "Voor de toeschouwers is het voetbal hier aantrekkelijk individueel is het allemaal knapmaar tactisch, ho maar" ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1978 PAGINA 23 Rep, altijd het middelpunt van de belangstelling BASTIA - De grap mislukt, 's Ochtends meldt Johnny Rep dat hij licht geblesseerd is aan zijn voet. „Af en toe doet het pijn, maar zo erg is het nou ook weer niet", zwakt hij zelf onmiddellijk af in het bijzijn van altijd aanwezige fans. Hij bewijst het door zich met soepele gang te verwijderen van het restaurantje „Chez Anna" dat zo ongeveer als clubhuis voor de Bastia-spe- lers fungeert. 's Avonds voor het hotel waar de voorbereiding voor de thuiswedstrijden van de Cor- sicaanse club pleegt plaats te vinden (meteen gezamenlijke maaltijd van een kwartier en een uur verveling) lijkt de ernst van de kwetsuur danig toegenomen. Tenminste... Rep heeft vreselijk veel moei te de paar meter van zijn auto naar de deur te overbruggen. Hij geeft er een perfecte imi tatie weg van een man die geen stap meer kan verzetten, vlak voor de ogen van trainer Cahuzac. Die ziet het geploe ter van zijn flankspeler aan zonder een spier te vertrek ken, waardoor de lol er snel af is voor Rep die onmiddellijk al zijn spieren weer in wer king stelt. „Ik wilde hem stangen, maar die man is ijskoud. Die raakt niet zo snel in paniek. Af en toe, ja, af en toe schiet hij wel eens uit zijn slof, maar hij blijft een kerel met karakter. Een man om respect voor te hebben. Heel anders dan die Herrera die ik het laatste jaar bij Valencia heb meege maakt. Dat was een mafkees, ook in z'n trainingen. Altijd hetzelfde..." Sleur Die sleur werkte dodelijk op Johnny Rep (26), die van ver anderingen houdt. De trans fer naar Bastia, een jaar gele den nu, kwam hem dan ook uiterst gelegen. Hij viel op Corsica met zijn neus in de boter, maakte zich populair met zijn grillige, maar crea tieve bevliegingen, zijn soms fraaie goals, die hij altijd juist dan scoorde als hij ze het meest nodig had. In de UEFA Cupwedstrijden bijvoor beeld. „Bij Newcastle United maakte ik net zo'n goal als te gen Schotland tijdens het WK. Alleen was het nog wat verder van de goal en zat er een fraaie curve in, maar ik kreeg 'm net zo lekker op m'n voet") en na de ontnuchtering door PSV ook tijdens het we reldkampioenschap. Rep's kostje was daardoor óók op Corsica, waar zijn populari teit met die van het elftal was gedaald, onmiddellijk weer gekocht. Het typeert zijn carrière. John ny Rep, een „goudhaantje. Anders dan Wim Rijsbergen, die zich via Roodenburg en PEC Zwolle naar Feyenoords eerste moest knokken (en daar „wel eens dubbelge vouwen over het veld lag als ik een te grote mond had te gen Israël en Laseroms") ging het bij Rep bijna als vanzelf. Zonder zorgen voor de toe komst. „Ik heb altijd alle medewerking gekregen van mijn vader. Die had een fruitgrossierderij, waar ik altijd nog terecht kon. Alleen bij Ajax heb ik moeten knokken om erin te komen. Swart was natuurlijk de lie veling en ik moest het als jo chie van 19, 20 nog helemaal gaan maken. Maar ik ben heerlijk binnengekomen. Maakte als invaller twee goals tijdens Ajax-Indepediente. Daarmee had ik gelijk be hoorlijk naam gemaakt. Ge luk? Misschien. Je moet altijd was geluk hebben, maar dat is het niet alleen. Je moet er na tuurlijk wél staan óók". Hij stond er dit seizoen vijf keer met succes in.de Franse com petitie. Voert zelf aan dat dat te weinig is in de kortstondige mijmeringen over zijn toe komst bij Bastia. „Het hangt er van af, hoe lang ik hier nog blijf. Eigenlijk ben ik voor vier jaar aangetrokken, maar er staat een clausule in het contract dat ik met medewer king van de club al na twee jaar kan vertrekken. De mo gelijkheid bestaat dat ik te duur wordt voor Bastia; als ze geen Europa-Cupvoetbal gaan spelen, een heel mager jaar maken. In de zomer maanden heeft de club dan wel meer toeschouwers ge trokken dan ooit (50.- a 60.000 in totaal) maar in de winter komen er nooit zoveel. Het hangt er maar van af hoe we spelen". „Als het goed gaat is het leven hier geweldig; gaat het slecht dan is het bepaald geen pretje. Niet dat ze gevaarlijk zijn, zoals in Italië waar sup porters je auto in elkaar slaan na een nederlaag, maar het wordt wel vervelend als je er elke dag over moet horen. Het is nog even afwachten wat we gaan doen. Met Bastia is het net als met alle Franse clubs: het kan alles worden, of het wordt niks". Hopeloos „Niks" wordt het voorlopig in ieder geval met het Neder lands elftal. Althans waar het de speelmogelijkheden voor Rep en Rijsbergen betreft, eenvoudig omdat veel Oran je-duels pal voor en pal na de wedstrijden van Bastia (op dinsdag en vrijdag) zijn ge pland. Rijsbergen vindt dat alleen maar .jammer, maar daarna zie ik wel, ik weet dat ik me met iedereen kan me ten, Rep vindt het „hope loos". „Zeker in de eerste helft van het seizoen zullen we vrijwel niet kunnen spe len", weet hij. „Daarna is het HILVERSUM - „De enige zeker heid die een free-lance muzikant heeft, is dat hij na zijn 55e minder wordt gevraagd en dus minder gaat verdienen". Dat zegt Tony Nolte, 46 jaar, or kestleider en sinds januari diri gent van het AVRO-dansorkest The Sky masters. Tony Nolte kijkt blijkbaar verder dan de laat ste rij van de kopersectie. En wat hij daar achter ziet, stemt hem tot nadenken, ook al zou de toevalli ge bezoeker van de live-uitzen dingen van The Skymasters van uit Nick Vollebregts Jazzcafé in Laren dat niet direct zoeken ach ter zijn lange en jongensachtige gestalte. Hij is bedachtzamer en geconcentreerder dan hij er met zijn krullerig en vaak lachend hoofd uitziet. Hij is bezig met de positie van de free-lancer, met de kwaliteit van de arrangementen, met de kilometervergoeding van de muzikanten en met de sfeer in het orkest. Dat hoort er allemaal bij. Tony Nolte geniet van de vrolijke stemming in het orkest. Want een goede sfeer is doel. Goede mu ziek komt van goede muzikanten, die in een goede sfeer samen spelen. Dat is ook doel. En dan een repertoire zoeken, dat een zo breed mogelijk publiek bereikt. Dat is hoofddoel. Het is bijna niet voor te stellen, dat een man met zulke opvattingen over muziek en die gedurende zeven jaar het muzikale gezicht van een tv-programma als „Eèn van de acht" heeft bepaald, ooit in een grijs verleden boekhouder is geweest op een kantoor. Toch is hij dat geweest: een boekhou der die eigenlijk alleen maar mu ziek wilde spelen en daarom na zijn militaire diensttijd naar Duitsland vertrok. Naar de Ame rikaanse bases met hun vele clubs. Vijfenzeventig procent van de muzikanten van Tony Nolte's generatie is zijn loopbaan in Duitsland begonnen. Elke nacht van 8 tot 4 uur en en dat zeven dagen in de week. In zijn gezellig huis aan de Kromme Rade, tussen Hilversum en Loosdrecht, vertelt hij van die stormachtige tijd, waarin hij overdag studeerde en 's nachts piano speelde. ,Op kantoor verdiende ik 35 gulden per week. In Duitsland 150. Dat was heel wat, want in een Neder lands toporkest kon je maar 120 gulden verdienen. Ik speelde in overwegend Duitse orkestjes. Steeds betere en dat eindigde met een contract bij Hazy Oster- wald. Dat was in die tijden onge veer de top van watje in Europa kon bereiken. Wat dat betaalde, dat was helemaal te gek. Die man betaalde ook de vakanties ge woon door... hoe moetje dat ver gelijken... twee keer een direc teurssalaris. Toen Osterwald in een schandaal verzeild raakte en zijn vrouw zelfmoord pleegde, was het gedaan met speken. Maar niet met de betaling". „Hij had nogal een slechte pers en kon geen orkest beginnen, maar ik had een orkest in Madrid voor hem opgezegd. Ik moest maar even naar Zurich komen om te praten. Ik had een contract gete kend met een enorme boeteclau sule voor diegene die zijn ver plichtingen niet nakwam. Hazy was er nooit van uitgegaan dat hij de partij zou zijn die in gebreke zou blijven. Die strafbepaling stond erin voor de muzikanten, voor het geval ze dronken kwa men spelen of helemaal niet kwamen opdagen. Blijkbaar wil de hij me erg graag hebben, te meer omdat ik niet zo raar deed als die anderen. Die pianist bij voorbeeld, voor wie ik in de plaats kwam, reed in een Facel Vega rond. Dat was nog veel aparter dan een Maserati, dus dan kun je nagaan wat dat voor een auto was". „Ikzelf had toen een Taunus. Dat kwam ter sprake tussen Oster wald en mij. Hij zegt: „Bevalt die Taunus? Prima, zeg ik, hij brengt me overal. Wilt u geen duurdere?, vraagt hij weer. Niet persé. Nou, zegt hij, afgezien van uw spelen, bent u de man die ik moet heb ben, want ik word zo langzamer hand doodziek van die muzikan ten. We spelen nu in Düsseldorf. Mijn auto's en de bussen voor het orkest kan ik afschrijven op de zaak, maar als ik een wagen koop van 50.000 franken, dan koopt de pianist er meteen een van 80.000. Ik woon in de Breitenbacher Hof op de derde verdieping voor een heleboel geld. Nou geef ik u te raden waar die pianist woont. Die woont in de suite. Ik word kost- misselijk van die mensen". Naar huis „Dan weet je zo'n beetje hoe het daar toe ging. Maar ik wilde spe len bij die man en de helft probe ren over te houden. Doch dat kon pas na een half jaar. We werden het eens over een onkostenver goeding van honderd gulden per dag". „Ik ging voor honderd gulden per dag met mijn vrouw op het strand liggen, maar na een week ging me dat stierlijk vervelen. Gelukkig belde Frans de Kok op. Die deed hier voor alle omroepen alle tele visiejobs. Of ik bij hem wilde komen spelen. En óf ik dat wilde! Spelen in de studio's was toch immers het doel van al die muzi kanten die naar Duitsland waren gegaan omdat hier geen werk was. Het spelen in studio's is ver schrikkelijk moeilijk voor ie mand die dat niet gewend is. Je kunt nog zo mooi spelen, maar als die rode lamp brandt, moeten ze gewoon iets anders hebben dan wanneer je 's nachts in de kroeg speelt. En iedere beginner in de studio maakt hetzelfde door. Je zweet peentjes en je gaat fouten maken. Ik ook". Televisie „Eerst bij Frans de Kok gespeeld. Toen ben ik een beetje meer gaan schrijven ook. Het eerste pro gramma voor televisie wat ik zelf deed, was „Fanclub". Ferdinand Povel, Eric van Lier, Fons Dierckx en ik; we stonden zo on geveer voor de eerste keer voor de televisie. Daarna „Zomaar een zomeravond" met Koos Postema en toen „Eén van de acht" vanuit Scheveningen. Eerst voor de VARA van 1969 tot 1973 en daar na nog driejaar bij de AVRO. En dan nu The Skymasters sinds be gin van dit jaar". - En aie Skymasters zijn veranderd in die korte periode. „Tja, dat zegt iedereen. En dat vin den ze zelf ook. Hoe komt dat nu? Ik ken perfect spelende mensen met een overmaat aan muzikale bagage, die totaal incapabel zijn om een stukkie in te studeren met een orkest, laat staan zo'n orkest van twintig man in de hand te houden. Er komen zoveel dingen kijken bij twintig huisvaders met al hun lieve en kwade dingen. Als je dat alléén niet kunt, dat sociale, dan zitten ze elkaar binnen de kortste keren achterna. Je krijgt een rotstemming. En dan kun je natuurlijk zeggen: daar heb ik geen flikker mee te maken, want ze krijgen er voor betaald, dus moeten ze maar komen spelen, maar naar mijn smaak werkt het niet zo. Als je niet zorgt dat de sfeer in een orkest goed is, dan krijg je er volgens mij nooit goede muziek uit. Zorgen vooreen hap py orkest is een vakkie apart. De verveling en de ellende treden ook op bij slechte arrangemen ten. Dan krijg je een hekel aan een orkest. Ik tenminste wel. Goede arrangementen, een goede repetitietijd en een behoorlijke betaling, dat zijn allemaal dingen die tot de competentie van een orkestleider horen. En als hij een van die punten niet doet, dan krijgt hij een rotorkest". Repertoire „Maar daarmee speelt een orkest nog niet goed, natuurlijk. Je moet voor repertoire zorgen... nou, dat is een verschrikkelijke hoop werk. Je kunt niet alles zelf schrijven. Je moet mensen bena deren en die moet je goed vertel len wat je hebben wilt. En dan moetje goed uitkijken, datje niet alleen maar jazz-repertoire krijgt. Er is eèn groot tekort aan heden daagse muziek. Die funky rock muziek. Het is toch te gek dat je met een orkest van twintig man geen enkele jongere zou berei ken. En daaraan tegemoet komen is hooglijk interessant met de mogelijkheid van Rob Franken op z'n synthesizers. Het is muziek van vandaag, die met een big band fantastisch te spelen is. Net als latin-muziek. Daar is ook veel te weinig van. Daar moet je een breed repertoire mee opbouwen. Dan bereik je meer mensen". Kans De moeilijkheidsgraad is ook wat hoger. .Ja, de tijd van lange noten spelen is voorbij. Dat is oninteressant. Ik ben eigenlijk blij met de AVRO- leiding, want je moet natuurlijk ook wel de kans krijgen om een beetje interessante muziek te spelen. We hebben een paar we ken geleden een rhythm and blues-stuk gespeeld. De muzi kanten vonden het 't einde, het publiek bij Vollebregt vond het ook het einde, mijn dochter van 17 jaar viel bijna te pletter bij wij ze van spreken, maar als dan de bazen het óók 't einde vinden, dan schiet je al een goed end op, hé" ,Want dat is niet altijd het geval. Daar zijn voorbeelden te over van in dit land. En niet alleen in dit land. In Duitsland bijvoorbeeld heb je Max Gregor in München en Paul Kuhn in Berlijn, die alle bei ongeveer uitsluitend Glenn Millermuziek spelen. Daar is niets op tegen, maar er was er maar één die Glenn Miller kon spelen en dat was Glenn Miller. En als je dat uitsluitend moet spelen in 1978, dan krijg je daar als muzikant wel een sik van. Helemaal als ze die Duitse liedjes ook nog zó gaan arrangeren. Dat komt natuurlijk doordat de bazen dat willen. En dat is bij de AVRO niet 't geval. Die mensen zijn echt geïnteresseerd en als jet het zelf niet te gek maakt, dan lukt dat allemaal best". - Toen je eraan begon, heb je toen nog waarborgen gevraagd? „Ik heb een waarborg gevraagd, maar die ga ik hier niet vertellen Wat ik wel probeer, is wat meer vastigheid voor zo'n orkest te vinden. In wezen is het zo dat als een omroep - en dat geldt voor elke omroep - plotseling merkt dat ze wat slecht bij kas zitten (en daar zijn voorbeelden te over van), dan is de eerste die ze eruit flikkeren, een muzikant. Want zonder muziek kun je best. Er zijn nog maar afwachten of je ge kozen wordt. Concurrentie genoeg. Van Koster heb ik al goede berichten gehoord en Ling kan ook wel een beetje voetballen. En als je in het buitenland zit en niet veel mee kan spelen, heb je altijd meer kans om je plek te ver liezen". Heimwee heeft hij desondanks nooit gekend. Niet bij Bastia, niet bij Valencia, hoewel hij het daar soms moeilijk had. „Ik heb er geleerd te verlie zen. Hier is het goed, als je thuis maar wint. Voor de toe schouwers is het voetbal hier aantrekkelijk, individueel is het allemaal knap, maar tac tisch... ho maar..." De omgekeerde volgorde van de laatste opsomming lijkt vaak te worden aangehouden in Nederland, waar AZ nog interesse had in de beide gastvoetballers van Bastia. Voor Rijsbergen was de be langstelling nooit officieel; Rep was te duur. „Maar hoe veel rechtsbuitens hebben ze nu al niet gekocht?", reageert hij triomfantelijk. „Die Oos tenrijker Welzl, Ressel, Jaan de Graaf. Als ik terug zou ko men zou ik nog veel geld op moeten brengen, maar wie zegt dat ik kom? Misschien blijf ik hier nog twee jaar, want ik heb het hier best naar mijn zin. Alleen 's winters is het een beetje rustig, dan kan het soms ook vijf, zes dagen achter elkaar regenen en waaien. Voor de rest is het hier prima". Eèn keer slechts heeft hij het moeilijk gehad. De vrouw van zijn inmiddels verdwenen collega Mariot betichtte Rep van „zakkenvullerij" na de verloren UEFA-Cup-finale. Rep schokschoudert: „Haat en nijd van die vrouw, die kon het met niemand vinden. Ma riot was mijn beste vriend, tot zij kwam. Dat ze me bij Bastia geen zakkenvuller hebben gevonden, is trouwens wel bewezen. Anders hadden ze me wel weggedaan. Cp de terugweg naar de auto doet Rep nog één poging Ca huzac uit zijn evenwicht te brengen, met een lichte hink- beweging. Er komt opnieuw geen reactie. Een uur later in de wedstrijd heeft hij aan een aantal fraaie acties voldoende om de socios weer voor enige tijd aan zich te verplichten. Het blijkt bij Chez Anna. Hij is er het middelpunt van de belangstelling. Een goud haantje. PAUL DETOMBE OP platen!? En het kan ook zijn dat programmatisch een or kest niet past, zodat ze je mis schien maar eën keer in de maand nodig hebben". Wankel „Als zo'n groot orkest erg z'n best gaat doen, ik bedoel dat extra schepje wat die jongens er bo venop willen gooien, dan is het toch erg zonde dat hun muziek ineens niet meer nodig is of zo. Dat hele free-lancespul is toch al zo'n wankele boel. De enige ze kerheid die een free-lancer heeft, is dat als hij 55 is hij minder gaat verdienen. Daarbij komt dat de free-lancemusici in Nederland waarschijnlijk de enige groep is zonder pensioenregeling. Het is toch te gek dat een lichaam als de NOS (die via de VARA-inbreng toch wel socialistische denk beelden zou kunnen koesteren) een behoorlijke pensioenrege ling willens en wetens tegen houdt. Nog steeds! Voor free-lan- ce-acteurs is wel een regeling be dacht. Ik heb dat twee jaar terug al aangekaart. Waarom acteurs wel en wij niet? Er werd gezegd dat dat komt doordat de acteurs niet met de trendverhoging zijn meegegaan. Daardoor konden wij dit doen voor hen. Ik blijf het een verschrikkelijk belachelijke zaak vinden dat in 1978 in zo'n sociaal land als dit voor muzikan ten niets te regelen valt op dit ge bied". „Het ligt misschien ook wel aan de muzikanten zelf, die er niet hard genoeg tegenaan gaan. Ik had een gesprek met Marcel van Dam. Hij zei: Nou, dan moeten jullie het bijltje erbij neergooien. Ben je dan klaar, dan halen ze twee Bel gische orkesten op of 'n Engels orkest met hun slechte pond Daar bereiken we niets mee. Hij dacht dan van wel... Ach, ik zeg het niet direct voor mezelf, want ik sta er, geloof ik, wat beter voor dan de gemiddelde muzikant... maar je ziet het vaak. Met 55 jaar loopt het af met spelen. Blazers krijgen wat aan hun gebit, vrouw moet erbij gaan werken en ze eindigen in de bijstand als ze geen regeling getroffen hebben, waardoor ze zelf een beetje cen ten hebben. En die hebben een hele hoop muzikanten niet. Dus de bijstand. Dat is hun zekerheid, als ze niet uitkijken. Ik vind dat een waanzinnige zaak. Een muzi kant wordt sowieso niet oud". Oud worden - Waf zou de gemiddelde leeftija zijn waarop een muzikant dood gaat? „Geen idee, maar ik ken weinig heel oude. Vergeet niet dat het spelen in studio's met die rode lamp steeds aan een behoorlijke psychische belasting geeft. Dat is onderzocht. Een psycholoog heeft daar een rapport over ge maakt, waar Karei van de Velden alles van weet en daar staat in, dat als een muzikant uitzicht wil hebben op een beetje langer le ven, dat hij zich moet beperken tot 4,5 uur spelen in een studio per dag, anders zit dat lange leven er niet in. Maar als je die tijd in een studio werkt, dan krijg je 125 gulden bruioen dan moetje maar eens kijken of je er zeven in de week kan krijgen. Daar kan een muzikant met een gezin - gesteld dat hij zeven studio-optredens kan krijgen - niet van leven. Want hij heeft een duur bestaan. Rei zen, dure instrumenten... Maal ais je twee optredens per dag kunt krijgen, dan heb je waar schijnlijk die hele pensioenrege ling niet nodig". - Je hebt het publiek vrij hoog. Dat merk je, doordat je bijvoorbeeld wilt dat het orkest gaat staan om de mensen bij Vollebregt te be danken voor het applaus. En er wordt méér dan alleen de uitzen ding gespeeld. „In wezen ben ik bij Vollebregt twee programma's aan het spelen - twee keer zoveel muziek dan ik normaal hoor te doen. Ik vind al leen niet, dat je het de mensen aan kunt doen om een half uur enthousiast te zijn en daarna te zeggen: daag. Kijk, dat orkest is er niet voor de muzikanten, niet voor de AVRO of voor Toontje Nolte. Dat orkest is er voor 't publiek. Dat is ook hetzelfde als wat ik bedoel met het repertoi- „Als we alleen voor onszelf gingen spelen, dan speelden we veel jaz- zy'er dan bij Vollebregt, hoewel, zo jazzy is dat nou ook weer niet. Nou. dat publiek komt. dat wil je enthousiast maken en dat moetje dus een programmaatje aanbie den. Die mensen helpen in wezen mee aan het programma. Dan mag je toch wel een stukje extra spelen? Ik vind het publiek ver schrikkelijk belangrijk". - Er komen vaak bekende Neder landers uit omroepland luisteren bij Vollebregt en dan hoor je wel zeggen dat het orkest nodig voor de televisie moet. „Ja, Gerrit den Braber was er een keer en die zei ook al: dat moet voor de televisie". Maar het geluid komt allemaal uit een klein luidsprekertje naast de buis. „Ik heb meer televisiemuziek ge speeld dan radio. Dit is eigenlijk voor het eerst dat ik radio doe. En ik moetje zeggen, dat ik televisie met zijn mogelijkheden en met zijn bereikbaarheid dusdanig in teressant vind, dat ik me lang heb moeten laten beleren, dat radio zo belangrijk is". - Maar radio klinkt beter. „Jaja, maar als jij tegen me zegt dat ik publiek zo belangrijk vind, dan heb je dat goed door. Je moet niet vergeten, dat als ik bij „Eèn van de acht" een liedje achter een vraag speelde, dan deed ik dat wel voor zes a zeven miljoen Ne derlanders, en dit zeg ik niet om dat ik nou zo beroemd wil wor den. Want. hoi hoi, Toontje Nolte staat in beeld, dat zegt me hele maal niets. Maar op de radio is 150.000 mensen het maximum wat je kunt bereiken. Het is niet zo dat ik het onderschat, want ik vind die honderd man bij Volle bregt al belangrijk. Maar ik was dat nu eenmaal gewend, dus ik heb me lang moeten laten bele ren, dat radio zoveel beter was. Op zaterdagavond was het wel zo, dat als Toontje een fout maakte, dan was-ie wel meteen voor zes miljoen. En als je wat goed speel de, dan natuurlijk ook". „Jij vindt het tclevisiegeluid min der dan radio, maar hoeveel dacht je dat er van je orkest over blijft als de muziek uit een auto radio komt? Als half Nederland in de auto zit, ben je immers nóg verder van huis".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 23