Johnny Rep, het goudhaantje
itsicn
De noten op de zang
van Tony Nolten
"Voor de toeschouwers is het voetbal hier aantrekkelijk
individueel is het allemaal knapmaar tactisch, ho maar"
ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1978
PAGINA 23
Rep, altijd het middelpunt van de belangstelling
BASTIA - De grap mislukt, 's
Ochtends meldt Johnny Rep
dat hij licht geblesseerd is aan
zijn voet. „Af en toe doet het
pijn, maar zo erg is het nou
ook weer niet", zwakt hij zelf
onmiddellijk af in het bijzijn
van altijd aanwezige fans. Hij
bewijst het door zich met
soepele gang te verwijderen
van het restaurantje „Chez
Anna" dat zo ongeveer als
clubhuis voor de Bastia-spe-
lers fungeert.
's Avonds voor het hotel waar
de voorbereiding voor de
thuiswedstrijden van de Cor-
sicaanse club pleegt plaats te
vinden (meteen gezamenlijke
maaltijd van een kwartier en
een uur verveling) lijkt de
ernst van de kwetsuur danig
toegenomen. Tenminste...
Rep heeft vreselijk veel moei
te de paar meter van zijn auto
naar de deur te overbruggen.
Hij geeft er een perfecte imi
tatie weg van een man die
geen stap meer kan verzetten,
vlak voor de ogen van trainer
Cahuzac. Die ziet het geploe
ter van zijn flankspeler aan
zonder een spier te vertrek
ken, waardoor de lol er snel af
is voor Rep die onmiddellijk
al zijn spieren weer in wer
king stelt.
„Ik wilde hem stangen, maar
die man is ijskoud. Die raakt
niet zo snel in paniek. Af en
toe, ja, af en toe schiet hij wel
eens uit zijn slof, maar hij
blijft een kerel met karakter.
Een man om respect voor te
hebben. Heel anders dan die
Herrera die ik het laatste jaar
bij Valencia heb meege
maakt. Dat was een mafkees,
ook in z'n trainingen. Altijd
hetzelfde..."
Sleur
Die sleur werkte dodelijk op
Johnny Rep (26), die van ver
anderingen houdt. De trans
fer naar Bastia, een jaar gele
den nu, kwam hem dan ook
uiterst gelegen. Hij viel op
Corsica met zijn neus in de
boter, maakte zich populair
met zijn grillige, maar crea
tieve bevliegingen, zijn soms
fraaie goals, die hij altijd juist
dan scoorde als hij ze het
meest nodig had. In de UEFA
Cupwedstrijden bijvoor
beeld. „Bij Newcastle United
maakte ik net zo'n goal als te
gen Schotland tijdens het
WK. Alleen was het nog wat
verder van de goal en zat er
een fraaie curve in, maar ik
kreeg 'm net zo lekker op m'n
voet") en na de ontnuchtering
door PSV ook tijdens het we
reldkampioenschap. Rep's
kostje was daardoor óók op
Corsica, waar zijn populari
teit met die van het elftal was
gedaald, onmiddellijk weer
gekocht.
Het typeert zijn carrière. John
ny Rep, een „goudhaantje.
Anders dan Wim Rijsbergen,
die zich via Roodenburg en
PEC Zwolle naar Feyenoords
eerste moest knokken (en
daar „wel eens dubbelge
vouwen over het veld lag als
ik een te grote mond had te
gen Israël en Laseroms") ging
het bij Rep bijna als vanzelf.
Zonder zorgen voor de toe
komst.
„Ik heb altijd alle medewerking
gekregen van mijn vader. Die
had een fruitgrossierderij,
waar ik altijd nog terecht kon.
Alleen bij Ajax heb ik moeten
knokken om erin te komen.
Swart was natuurlijk de lie
veling en ik moest het als jo
chie van 19, 20 nog helemaal
gaan maken. Maar ik ben
heerlijk binnengekomen.
Maakte als invaller twee goals
tijdens Ajax-Indepediente.
Daarmee had ik gelijk be
hoorlijk naam gemaakt. Ge
luk? Misschien. Je moet altijd
was geluk hebben, maar dat is
het niet alleen. Je moet er na
tuurlijk wél staan óók".
Hij stond er dit seizoen vijf keer
met succes in.de Franse com
petitie. Voert zelf aan dat dat
te weinig is in de kortstondige
mijmeringen over zijn toe
komst bij Bastia. „Het hangt
er van af, hoe lang ik hier nog
blijf. Eigenlijk ben ik voor
vier jaar aangetrokken, maar
er staat een clausule in het
contract dat ik met medewer
king van de club al na twee
jaar kan vertrekken. De mo
gelijkheid bestaat dat ik te
duur wordt voor Bastia; als ze
geen Europa-Cupvoetbal
gaan spelen, een heel mager
jaar maken. In de zomer
maanden heeft de club dan
wel meer toeschouwers ge
trokken dan ooit (50.- a 60.000
in totaal) maar in de winter
komen er nooit zoveel. Het
hangt er maar van af hoe we
spelen".
„Als het goed gaat is het leven
hier geweldig; gaat het slecht
dan is het bepaald geen
pretje. Niet dat ze gevaarlijk
zijn, zoals in Italië waar sup
porters je auto in elkaar slaan
na een nederlaag, maar het
wordt wel vervelend als je er
elke dag over moet horen. Het
is nog even afwachten wat we
gaan doen. Met Bastia is het
net als met alle Franse clubs:
het kan alles worden, of het
wordt niks".
Hopeloos
„Niks" wordt het voorlopig in
ieder geval met het Neder
lands elftal. Althans waar het
de speelmogelijkheden voor
Rep en Rijsbergen betreft,
eenvoudig omdat veel Oran
je-duels pal voor en pal na de
wedstrijden van Bastia (op
dinsdag en vrijdag) zijn ge
pland. Rijsbergen vindt dat
alleen maar .jammer, maar
daarna zie ik wel, ik weet dat
ik me met iedereen kan me
ten, Rep vindt het „hope
loos". „Zeker in de eerste
helft van het seizoen zullen
we vrijwel niet kunnen spe
len", weet hij. „Daarna is het
HILVERSUM - „De enige zeker
heid die een free-lance muzikant
heeft, is dat hij na zijn 55e minder
wordt gevraagd en dus minder
gaat verdienen".
Dat zegt Tony Nolte, 46 jaar, or
kestleider en sinds januari diri
gent van het AVRO-dansorkest
The Sky masters. Tony Nolte
kijkt blijkbaar verder dan de laat
ste rij van de kopersectie. En wat
hij daar achter ziet, stemt hem tot
nadenken, ook al zou de toevalli
ge bezoeker van de live-uitzen
dingen van The Skymasters van
uit Nick Vollebregts Jazzcafé in
Laren dat niet direct zoeken ach
ter zijn lange en jongensachtige
gestalte. Hij is bedachtzamer en
geconcentreerder dan hij er met
zijn krullerig en vaak lachend
hoofd uitziet. Hij is bezig met de
positie van de free-lancer, met de
kwaliteit van de arrangementen,
met de kilometervergoeding van
de muzikanten en met de sfeer in
het orkest. Dat hoort er allemaal
bij.
Tony Nolte geniet van de vrolijke
stemming in het orkest. Want een
goede sfeer is doel. Goede mu
ziek komt van goede muzikanten,
die in een goede sfeer samen
spelen. Dat is ook doel. En dan
een repertoire zoeken, dat een zo
breed mogelijk publiek bereikt.
Dat is hoofddoel.
Het is bijna niet voor te stellen, dat
een man met zulke opvattingen
over muziek en die gedurende
zeven jaar het muzikale gezicht
van een tv-programma als „Eèn
van de acht" heeft bepaald, ooit
in een grijs verleden boekhouder
is geweest op een kantoor. Toch
is hij dat geweest: een boekhou
der die eigenlijk alleen maar mu
ziek wilde spelen en daarom na
zijn militaire diensttijd naar
Duitsland vertrok. Naar de Ame
rikaanse bases met hun vele
clubs. Vijfenzeventig procent
van de muzikanten van Tony
Nolte's generatie is zijn loopbaan
in Duitsland begonnen. Elke
nacht van 8 tot 4 uur en en dat
zeven dagen in de week.
In zijn gezellig huis aan de Kromme
Rade, tussen Hilversum en
Loosdrecht, vertelt hij van die
stormachtige tijd, waarin hij
overdag studeerde en 's nachts
piano speelde.
,Op kantoor verdiende ik 35 gulden
per week. In Duitsland 150. Dat
was heel wat, want in een Neder
lands toporkest kon je maar 120
gulden verdienen. Ik speelde in
overwegend Duitse orkestjes.
Steeds betere en dat eindigde
met een contract bij Hazy Oster-
wald. Dat was in die tijden onge
veer de top van watje in Europa
kon bereiken. Wat dat betaalde,
dat was helemaal te gek. Die man
betaalde ook de vakanties ge
woon door... hoe moetje dat ver
gelijken... twee keer een direc
teurssalaris. Toen Osterwald in
een schandaal verzeild raakte en
zijn vrouw zelfmoord pleegde,
was het gedaan met speken. Maar
niet met de betaling".
„Hij had nogal een slechte pers en
kon geen orkest beginnen, maar
ik had een orkest in Madrid voor
hem opgezegd. Ik moest maar
even naar Zurich komen om te
praten. Ik had een contract gete
kend met een enorme boeteclau
sule voor diegene die zijn ver
plichtingen niet nakwam. Hazy
was er nooit van uitgegaan dat hij
de partij zou zijn die in gebreke
zou blijven. Die strafbepaling
stond erin voor de muzikanten,
voor het geval ze dronken kwa
men spelen of helemaal niet
kwamen opdagen. Blijkbaar wil
de hij me erg graag hebben, te
meer omdat ik niet zo raar deed
als die anderen. Die pianist bij
voorbeeld, voor wie ik in de
plaats kwam, reed in een Facel
Vega rond. Dat was nog veel
aparter dan een Maserati, dus dan
kun je nagaan wat dat voor een
auto was".
„Ikzelf had toen een Taunus. Dat
kwam ter sprake tussen Oster
wald en mij. Hij zegt: „Bevalt die
Taunus? Prima, zeg ik, hij brengt
me overal. Wilt u geen duurdere?,
vraagt hij weer. Niet persé. Nou,
zegt hij, afgezien van uw spelen,
bent u de man die ik moet heb
ben, want ik word zo langzamer
hand doodziek van die muzikan
ten. We spelen nu in Düsseldorf.
Mijn auto's en de bussen voor het
orkest kan ik afschrijven op de
zaak, maar als ik een wagen koop
van 50.000 franken, dan koopt de
pianist er meteen een van 80.000.
Ik woon in de Breitenbacher Hof
op de derde verdieping voor een
heleboel geld. Nou geef ik u te
raden waar die pianist woont. Die
woont in de suite. Ik word kost-
misselijk van die mensen".
Naar huis
„Dan weet je zo'n beetje hoe het
daar toe ging. Maar ik wilde spe
len bij die man en de helft probe
ren over te houden. Doch dat kon
pas na een half jaar. We werden
het eens over een onkostenver
goeding van honderd gulden per
dag".
„Ik ging voor honderd gulden per
dag met mijn vrouw op het strand
liggen, maar na een week ging me
dat stierlijk vervelen. Gelukkig
belde Frans de Kok op. Die deed
hier voor alle omroepen alle tele
visiejobs. Of ik bij hem wilde
komen spelen. En óf ik dat wilde!
Spelen in de studio's was toch
immers het doel van al die muzi
kanten die naar Duitsland waren
gegaan omdat hier geen werk
was. Het spelen in studio's is ver
schrikkelijk moeilijk voor ie
mand die dat niet gewend is. Je
kunt nog zo mooi spelen, maar als
die rode lamp brandt, moeten ze
gewoon iets anders hebben dan
wanneer je 's nachts in de kroeg
speelt. En iedere beginner in de
studio maakt hetzelfde door. Je
zweet peentjes en je gaat fouten
maken. Ik ook".
Televisie
„Eerst bij Frans de Kok gespeeld.
Toen ben ik een beetje meer gaan
schrijven ook. Het eerste pro
gramma voor televisie wat ik zelf
deed, was „Fanclub". Ferdinand
Povel, Eric van Lier, Fons
Dierckx en ik; we stonden zo on
geveer voor de eerste keer voor
de televisie. Daarna „Zomaar een
zomeravond" met Koos Postema
en toen „Eén van de acht" vanuit
Scheveningen. Eerst voor de
VARA van 1969 tot 1973 en daar
na nog driejaar bij de AVRO. En
dan nu The Skymasters sinds be
gin van dit jaar".
- En aie Skymasters zijn veranderd
in die korte periode.
„Tja, dat zegt iedereen. En dat vin
den ze zelf ook. Hoe komt dat nu?
Ik ken perfect spelende mensen
met een overmaat aan muzikale
bagage, die totaal incapabel zijn
om een stukkie in te studeren met
een orkest, laat staan zo'n orkest
van twintig man in de hand te
houden. Er komen zoveel dingen
kijken bij twintig huisvaders met
al hun lieve en kwade dingen. Als
je dat alléén niet kunt, dat sociale,
dan zitten ze elkaar binnen de
kortste keren achterna. Je krijgt
een rotstemming. En dan kun je
natuurlijk zeggen: daar heb ik
geen flikker mee te maken, want
ze krijgen er voor betaald, dus
moeten ze maar komen spelen,
maar naar mijn smaak werkt het
niet zo. Als je niet zorgt dat de
sfeer in een orkest goed is, dan
krijg je er volgens mij nooit goede
muziek uit. Zorgen vooreen hap
py orkest is een vakkie apart. De
verveling en de ellende treden
ook op bij slechte arrangemen
ten. Dan krijg je een hekel aan
een orkest. Ik tenminste wel.
Goede arrangementen, een goede
repetitietijd en een behoorlijke
betaling, dat zijn allemaal dingen
die tot de competentie van een
orkestleider horen. En als hij een
van die punten niet doet, dan
krijgt hij een rotorkest".
Repertoire
„Maar daarmee speelt een orkest
nog niet goed, natuurlijk. Je moet
voor repertoire zorgen... nou, dat
is een verschrikkelijke hoop
werk. Je kunt niet alles zelf
schrijven. Je moet mensen bena
deren en die moet je goed vertel
len wat je hebben wilt. En dan
moetje goed uitkijken, datje niet
alleen maar jazz-repertoire krijgt.
Er is eèn groot tekort aan heden
daagse muziek. Die funky rock
muziek. Het is toch te gek dat je
met een orkest van twintig man
geen enkele jongere zou berei
ken. En daaraan tegemoet komen
is hooglijk interessant met de
mogelijkheid van Rob Franken
op z'n synthesizers. Het is muziek
van vandaag, die met een big
band fantastisch te spelen is. Net
als latin-muziek. Daar is ook veel
te weinig van. Daar moet je een
breed repertoire mee opbouwen.
Dan bereik je meer mensen".
Kans
De moeilijkheidsgraad is ook wat
hoger.
.Ja, de tijd van lange noten spelen
is voorbij. Dat is oninteressant. Ik
ben eigenlijk blij met de AVRO-
leiding, want je moet natuurlijk
ook wel de kans krijgen om een
beetje interessante muziek te
spelen. We hebben een paar we
ken geleden een rhythm and
blues-stuk gespeeld. De muzi
kanten vonden het 't einde, het
publiek bij Vollebregt vond het
ook het einde, mijn dochter van
17 jaar viel bijna te pletter bij wij
ze van spreken, maar als dan de
bazen het óók 't einde vinden,
dan schiet je al een goed end op,
hé"
,Want dat is niet altijd het geval.
Daar zijn voorbeelden te over van
in dit land. En niet alleen in dit
land. In Duitsland bijvoorbeeld
heb je Max Gregor in München
en Paul Kuhn in Berlijn, die alle
bei ongeveer uitsluitend Glenn
Millermuziek spelen. Daar is
niets op tegen, maar er was er
maar één die Glenn Miller kon
spelen en dat was Glenn Miller.
En als je dat uitsluitend moet
spelen in 1978, dan krijg je daar
als muzikant wel een sik van.
Helemaal als ze die Duitse liedjes
ook nog zó gaan arrangeren. Dat
komt natuurlijk doordat de bazen
dat willen. En dat is bij de AVRO
niet 't geval. Die mensen zijn echt
geïnteresseerd en als jet het zelf
niet te gek maakt, dan lukt dat
allemaal best".
- Toen je eraan begon, heb je toen
nog waarborgen gevraagd?
„Ik heb een waarborg gevraagd,
maar die ga ik hier niet vertellen
Wat ik wel probeer, is wat meer
vastigheid voor zo'n orkest te
vinden. In wezen is het zo dat als
een omroep - en dat geldt voor
elke omroep - plotseling merkt
dat ze wat slecht bij kas zitten (en
daar zijn voorbeelden te over
van), dan is de eerste die ze eruit
flikkeren, een muzikant. Want
zonder muziek kun je best. Er zijn
nog maar afwachten of je ge
kozen wordt. Concurrentie
genoeg. Van Koster heb ik al
goede berichten gehoord en
Ling kan ook wel een beetje
voetballen. En als je in het
buitenland zit en niet veel
mee kan spelen, heb je altijd
meer kans om je plek te ver
liezen".
Heimwee heeft hij desondanks
nooit gekend. Niet bij Bastia,
niet bij Valencia, hoewel hij
het daar soms moeilijk had.
„Ik heb er geleerd te verlie
zen. Hier is het goed, als je
thuis maar wint. Voor de toe
schouwers is het voetbal hier
aantrekkelijk, individueel is
het allemaal knap, maar tac
tisch... ho maar..."
De omgekeerde volgorde van
de laatste opsomming lijkt
vaak te worden aangehouden
in Nederland, waar AZ nog
interesse had in de beide
gastvoetballers van Bastia.
Voor Rijsbergen was de be
langstelling nooit officieel;
Rep was te duur. „Maar hoe
veel rechtsbuitens hebben ze
nu al niet gekocht?", reageert
hij triomfantelijk. „Die Oos
tenrijker Welzl, Ressel, Jaan
de Graaf. Als ik terug zou ko
men zou ik nog veel geld op
moeten brengen, maar wie
zegt dat ik kom? Misschien
blijf ik hier nog twee jaar,
want ik heb het hier best naar
mijn zin. Alleen 's winters is
het een beetje rustig, dan kan
het soms ook vijf, zes dagen
achter elkaar regenen en
waaien. Voor de rest is het
hier prima".
Eèn keer slechts heeft hij het
moeilijk gehad. De vrouw van
zijn inmiddels verdwenen
collega Mariot betichtte Rep
van „zakkenvullerij" na de
verloren UEFA-Cup-finale.
Rep schokschoudert: „Haat
en nijd van die vrouw, die kon
het met niemand vinden. Ma
riot was mijn beste vriend, tot
zij kwam. Dat ze me bij Bastia
geen zakkenvuller hebben
gevonden, is trouwens wel
bewezen. Anders hadden ze
me wel weggedaan.
Cp de terugweg naar de auto
doet Rep nog één poging Ca
huzac uit zijn evenwicht te
brengen, met een lichte hink-
beweging. Er komt opnieuw
geen reactie. Een uur later in
de wedstrijd heeft hij aan een
aantal fraaie acties voldoende
om de socios weer voor enige
tijd aan zich te verplichten.
Het blijkt bij Chez Anna. Hij
is er het middelpunt van de
belangstelling. Een goud
haantje.
PAUL DETOMBE
OP
platen!? En het kan ook
zijn dat programmatisch een or
kest niet past, zodat ze je mis
schien maar eën keer in de maand
nodig hebben".
Wankel
„Als zo'n groot orkest erg z'n best
gaat doen, ik bedoel dat extra
schepje wat die jongens er bo
venop willen gooien, dan is het
toch erg zonde dat hun muziek
ineens niet meer nodig is of zo.
Dat hele free-lancespul is toch al
zo'n wankele boel. De enige ze
kerheid die een free-lancer heeft,
is dat als hij 55 is hij minder gaat
verdienen. Daarbij komt dat de
free-lancemusici in Nederland
waarschijnlijk de enige groep is
zonder pensioenregeling. Het is
toch te gek dat een lichaam als de
NOS (die via de VARA-inbreng
toch wel socialistische denk
beelden zou kunnen koesteren)
een behoorlijke pensioenrege
ling willens en wetens tegen
houdt. Nog steeds! Voor free-lan-
ce-acteurs is wel een regeling be
dacht. Ik heb dat twee jaar terug
al aangekaart. Waarom acteurs
wel en wij niet? Er werd gezegd
dat dat komt doordat de acteurs
niet met de trendverhoging zijn
meegegaan. Daardoor konden
wij dit doen voor hen. Ik blijf het
een verschrikkelijk belachelijke
zaak vinden dat in 1978 in zo'n
sociaal land als dit voor muzikan
ten niets te regelen valt op dit ge
bied".
„Het ligt misschien ook wel aan de
muzikanten zelf, die er niet hard
genoeg tegenaan gaan. Ik had een
gesprek met Marcel van Dam. Hij
zei: Nou, dan moeten jullie het
bijltje erbij neergooien. Ben je
dan klaar, dan halen ze twee Bel
gische orkesten op of 'n Engels
orkest met hun slechte pond
Daar bereiken we niets mee. Hij
dacht dan van wel... Ach, ik zeg
het niet direct voor mezelf, want
ik sta er, geloof ik, wat beter voor
dan de gemiddelde muzikant...
maar je ziet het vaak. Met 55 jaar
loopt het af met spelen. Blazers
krijgen wat aan hun gebit, vrouw
moet erbij gaan werken en ze
eindigen in de bijstand als ze
geen regeling getroffen hebben,
waardoor ze zelf een beetje cen
ten hebben. En die hebben een
hele hoop muzikanten niet. Dus
de bijstand. Dat is hun zekerheid,
als ze niet uitkijken. Ik vind dat
een waanzinnige zaak. Een muzi
kant wordt sowieso niet
oud".
Oud worden
- Waf zou de gemiddelde leeftija
zijn waarop een muzikant dood
gaat?
„Geen idee, maar ik ken weinig
heel oude. Vergeet niet dat het
spelen in studio's met die rode
lamp steeds aan een behoorlijke
psychische belasting geeft. Dat is
onderzocht. Een psycholoog
heeft daar een rapport over ge
maakt, waar Karei van de Velden
alles van weet en daar staat in, dat
als een muzikant uitzicht wil
hebben op een beetje langer le
ven, dat hij zich moet beperken
tot 4,5 uur spelen in een studio
per dag, anders zit dat lange leven
er niet in. Maar als je die tijd in
een studio werkt, dan krijg je 125
gulden bruioen dan moetje maar
eens kijken of je er zeven in de
week kan krijgen. Daar kan een
muzikant met een gezin - gesteld
dat hij zeven studio-optredens
kan krijgen - niet van leven. Want
hij heeft een duur bestaan. Rei
zen, dure instrumenten... Maal
ais je twee optredens per dag
kunt krijgen, dan heb je waar
schijnlijk die hele pensioenrege
ling niet nodig".
- Je hebt het publiek vrij hoog. Dat
merk je, doordat je bijvoorbeeld
wilt dat het orkest gaat staan om
de mensen bij Vollebregt te be
danken voor het applaus. En er
wordt méér dan alleen de uitzen
ding gespeeld.
„In wezen ben ik bij Vollebregt
twee programma's aan het spelen
- twee keer zoveel muziek dan ik
normaal hoor te doen. Ik vind al
leen niet, dat je het de mensen
aan kunt doen om een half uur
enthousiast te zijn en daarna te
zeggen: daag. Kijk, dat orkest is
er niet voor de muzikanten, niet
voor de AVRO of voor Toontje
Nolte. Dat orkest is er voor 't
publiek. Dat is ook hetzelfde als
wat ik bedoel met het repertoi-
„Als we alleen voor onszelf gingen
spelen, dan speelden we veel jaz-
zy'er dan bij Vollebregt, hoewel,
zo jazzy is dat nou ook weer niet.
Nou. dat publiek komt. dat wil je
enthousiast maken en dat moetje
dus een programmaatje aanbie
den. Die mensen helpen in wezen
mee aan het programma. Dan
mag je toch wel een stukje extra
spelen? Ik vind het publiek ver
schrikkelijk belangrijk".
- Er komen vaak bekende Neder
landers uit omroepland luisteren
bij Vollebregt en dan hoor je wel
zeggen dat het orkest nodig voor
de televisie moet.
„Ja, Gerrit den Braber was er een
keer en die zei ook al: dat moet
voor de televisie".
Maar het geluid komt allemaal uit
een klein luidsprekertje naast de
buis.
„Ik heb meer televisiemuziek ge
speeld dan radio. Dit is eigenlijk
voor het eerst dat ik radio doe. En
ik moetje zeggen, dat ik televisie
met zijn mogelijkheden en met
zijn bereikbaarheid dusdanig in
teressant vind, dat ik me lang heb
moeten laten beleren, dat radio zo
belangrijk is".
- Maar radio klinkt beter.
„Jaja, maar als jij tegen me zegt dat
ik publiek zo belangrijk vind, dan
heb je dat goed door. Je moet niet
vergeten, dat als ik bij „Eèn van
de acht" een liedje achter een
vraag speelde, dan deed ik dat
wel voor zes a zeven miljoen Ne
derlanders, en dit zeg ik niet om
dat ik nou zo beroemd wil wor
den. Want. hoi hoi, Toontje Nolte
staat in beeld, dat zegt me hele
maal niets. Maar op de radio is
150.000 mensen het maximum
wat je kunt bereiken. Het is niet
zo dat ik het onderschat, want ik
vind die honderd man bij Volle
bregt al belangrijk. Maar ik was
dat nu eenmaal gewend, dus ik
heb me lang moeten laten bele
ren, dat radio zoveel beter was.
Op zaterdagavond was het wel zo,
dat als Toontje een fout maakte,
dan was-ie wel meteen voor zes
miljoen. En als je wat goed speel
de, dan natuurlijk ook".
„Jij vindt het tclevisiegeluid min
der dan radio, maar hoeveel
dacht je dat er van je orkest over
blijft als de muziek uit een auto
radio komt? Als half Nederland
in de auto zit, ben je immers nóg
verder van huis".