Blijde klaag
zangen van
Ben Borgart
SF-llteratuur heeft
evolutie doorgemaakt
Handleiding voor hoge-bloeddrukpatienten
Indianen
Bomen en
struiken
voor
klein en
groot...
WOENSDAG 27 SEPTEMBER 197:
Medische raadgever voor hoge
bloeddruk-patiënten, door
prof. dr. K.D. Bock, prijs
19,50 uitgeverij Hollandia bv
in Baarn.
Prof. Bockdirecteur van de af
deling nier- en huge-bloed-
druk-patiënten van de klin iek
en polikliniek van het acade-
misch ziekenhuis in Essen,
gaat in zijn boekje van nau
welijks honderd pagina's in
op alle facetten die de bloed
druk kunnen beïnvloeden.
Hoge bloeddruk is een ziekte,
die bijna alle mensen die er
aan lijden, hun hele leven met
zich meedragen. Omdat het
haast niet mogelijk is dat art
sen op hun spreekuur alle
vragen uitvoerig beantwoor
den. kan dit werkje voor hen
als voor de lijders aan deze
ziekte een hulp zijn bij de be
handeling.
Pre aat praktisch alle
vakjargon achterwege. Dit
maakt het lezen van het boekje
ook voor de leek een stuk ge
makkelijker. De intellectuele
voorwaarden om de inhoud te
kunnen "vatten", zijn zeker
niet hoger gesteld dan de ge
bruiksaanwijzing van een
motor. De Duitse arts heeft
duidelijk naar een midden
weg gezocht. Misschien zullen
sommige lezers bepaalde de
tails niet begrijpen. Daaren
tegen hoeven meer geschool
den zich aeen moment te ver
velen als zij zich in de materie
"hoge bloeddruk" verdiepen.
In de eerste instantie geeft het
boekje een omschrijving hoe
de bloeddruk in ons lichaam
wordt geregeld, welke afwij
kingen een verhoogde bloed
druk tot gevolg kunnen heb
ben en wat er aan kan worden
gedaan om de druk te doen
dalen. Ieder mens heeft zijn
eigen bloeddmk. die van de
normen kunnen afwijken. Dit
hoeft echter niet te betekenen
dat het ziekelijk is. Vaak st ijgt
de bloeddruk bij het ouder
worden.
Hoge-bloeddruk kan een erfelij
ke aangelegenheid zijn. Tal
rijke familie-onderzoeken
hebben aangetoond dat de
voorouders aan deze ziekte
leden. Keukenzout speelt ook
een rol. Bij het consumeren
van grote hoeveelheden stijgt
de bloeddruk.
Wat die hoge-bloeddruk alle
maal teweeg kan brengen in
nselijk lichaam heeft de
professor in begrijpelijke taal
omschrevenDe Ehiitse arts
waarschuwt er ernstig voor
uit te kijken dat men niet te
zwaarlijvig wordt.
De medicamenten die de lijders
aan hoge-bloeddruk moeten
slikken worden uitvoerig on
der de loep genomen. Hun
eventuele bijwerkingen inclu
sief.
De patiënt kan ook zelf zijn
bloeddruk meten.Ervaringen
hebben aangetoond dat de
waarden van de druk in het
dagelijks leven van depatii
vaak zeer verschillend zijn
van die welke de arts tijdens het
spreekuur meet. De waarden
van de bloeddruk in het da
gelijks leven zijn echter van
wezenlijk belang. Wel moet
het apparaat zijn voorzien
van een geldig ijkmerkteken
Bovendien verdient het aan
beveling om de zelfmeetappa-
ratuurom de twee jaar bij een
goede instrumenten zaak op
nieuw te laten nakijken.
Prof. Bock drukt de bloed
druklijders op het hart dat zij
roken beter achterwege kun-
laten. Roken zij toch, dan
niet meer dan een of twee si
garen.na hel eten. Of een pijp.
OnlspanJiing in het weekein
de noemt hij van wezenlijk
belang. Sport is goed. Kracht
sporten kunnen de bloed
drukpatiënten beter niet
doen. Daarentegen zijn lopen
stekend 'geschikt. Sauna, win
tersportvakantie. vliegen en
zwangerschap bespreekt de
Duitse arts eveneens. En de
vooruitzichten van een hoge-
bloeddruk-lijden
JAN WESTERLAKEN
Het vele literaire proza van eigen potaard dat jaarlijks de
uitstalkasten der noodlijdende boekhandels ontsiert,
moet voor een groot en vreselijk deel ook door de school
jeugd gelezen worden. Wij beseffen dat te weinig. Puilen
de, torenhoge stapels letterkunde worden onze, naar cul
tuur en eindexamenpapiertje hongerende jongeren als
ontelbare struikelblokken in de weg gelegd. Eindeloze
rijen Hermansen, Reves en Vestdijken trachten - niet zel
den met succes - de ongelukkige scholier de voet dwars te
zetten op zijn roemloze tocht naar werkloosheid, een
huurflat of een kantoorbaan bij de NS. Onmogelijke lite
raire hersengymnastiek, vaak.
Het is een verademing ten
van onze schuldgevoelens als
somtijds blijkt dat niet altijd de
leerling dreigt te stikken in de
misbaksels van ons eigentijds
proza. Zo is onlangs uit een en
quête gehouden door het
weekblad Vrij Nederland onder
middelbare schoolgangers Jan
Wolkers aangeduid als de meest
gelezen en/of populaire auteur -
een lofuiting die niet gering is.
Een andere schrijver die hoog
scoorde, is Ben Borgart wiens
eerder verschenen "De vuilnis
roos" en "De slakken van Canét
d'Olt" op maar weinig boekenlij
sten van eindexaminanten ont
breken. "Herkenbaarheid" en
"identificatie" zijn naast realisti
sche en vernieuwingsargumen
ten algemeen aanvaarde kriteria
wanneer het gaat om de kwali
teit van een letterkundig werk
stuk aan te duiden.
Als dat klopt, dan mag Borgart ze
ker beschouwd worden als een
onderschat auteur: niet bij scho
lieren gelukkig, die een instinc
tief vermogen bezitten om
"goed" van "slecht" te onder
scheiden. Wel bij onze Literaire
Nabeschouwers en Universitaire
Betweters die hun goedkeurin
gen en lintjes liever hechten aan
jonge, maar nü al onleesbare
schrijvers als - pakweg - Kooy-
man en Kellendonk.
Onterecht
Die onverschilligheid ten aanzien
van een levensgenieter en - be
schrijver als Borgart, die bepaald
niet onderdoet voor vergelijkba
re collega's als Wolkers en Jan
Cremer, is onverklaarbaar en
vooral onterecht! Ook mijn eigen
waardering voor Borgart's werk
is plots met sprongen gestegen na
lezing van zijn twee nieuwste ro
mans. Kriteria aanleggen van
kwaliteit en een boek Uitgelezen
krijgen zijn immers twee ver
schillende zaken? Op onbevan
gen wijze zijn beide bij Borgart
verenigd.
Niet vaak heb ik een boek zo vlot
verwerkt als "Blauwe Nachten"
(De Bezige Bij, Amsterdam 1978,
24,50), en evenmin heb ik me zo
gemakkelijk kunnen indentifice-
ren met de realistische avonturen
die de hoofdpersoon doormaakt.
In een wervelwind van woorden
worden de machteloze activitei
ten beschreven van "Ben", de ik
figuur, de schrijver zelf, die een
weinig intellectueel, maar voor
de lezer amusant leven leidt aan
de rand van de Rotterdamse zelf
kant. Trubbels met ega Annie (en
misselijk zoontje Henkie!) en on
rechtvaardig ontslag uit haven
arbeid brengen de Beklagens
waardige tot het portierschap van
een sexclub.
Realiteit
Een beschrijving op pag. 55/56
schetst de realiteit van dit thea
ter "Van buiten ziet het opge
verfde pand er wel fraai uit, bin
nen daarentegen, nu, zonder
floersig kleurenlicht en muziek
en zonder zoemende filmrollen in
het duister en zonder de ver
wachting om een goddelijk ge
heim te zien te krijgen, doet deze
inrichting akelig goedkoop aan
als tussen de staketsels achter
een bordkartonnen gevel van een
saloon in een Hollywood-dorp
Krakende scharnieren. Lapwerk'
Onze stappen klinken hol op de
planken. Hier loopt een mens
haast als vanzelf te fluisteren als
of ie in een lijkenhuis verzeild is
geraakt. Het bordje aan een van
de muren met 'NO SELF-SER
VICE' - is dat humoristies be
doeld of als een waarschuwing?
Achter die houten bune, wat
vroeger misschien de keuken van
de gebakwinkel was, thans hun
Jan Wolkers: volgens enquête meest gele:
bij middelbare schoolganger:
kleedhok, ligt er van allerlei
rommel, spiegels, kunstfallussen
en kledingstukken door elkaar
heen, gaan de kakkerlakken er
vandoor"
Troosteloosheid
Enzovoorts, een omgeving vol
troosteloosheid en vaag, on bena
drukt en gerelativeerd verdriet -
waaraan de hoofdpersonen zich
overigens niet klakkeloos en pas
sief overgeeft. Treurnis blijft het
niettemin voor "Ben", ook als hij
vanwege een schuld naar Parijs
trekt om drie Birmaanse meisjes,
smokkelwaar, op te pikken; ook
als hij na diverse avonturen
zwaarmoedig via België terug
reist en, toevallig, in het Zeeuwse
Breskens terechtkomt en zich
daar vreselijk bedrinkt; en treur
nis volgt hem onafwendbaar bij
zijn arrestatie wegens het "in
omloop brengen van vals geld",
en tijdens daaropvolgende ge-
vangenisverblijf samen met een
keur van types doorgebracht.
Treurnis Leed. maar onbevangen
en onbedoeld-ironisch verteld.
Bovendien - een Borgart is niet
klein te krijgen: tenslotte zwaai
en de gevangenisdeuren open.
"Op vrfje voeten. Buitenlucht
inademen. De wolken en de stra
ten van een stad. Geluiden, au-
toos, fietsers, de tram, de massa.
't Liefst was je- de eerste de
beste kroeg binnengestapt om
het maar eens te gaan vieren'
Gelukkig weet ik deze verleiding
te weerstaan: niet alleen omdat
de uitgaanskas slechts enkele
tientjes bedraagt waarmee een
voorlopig levensonderhoud be
taald moet worden en zo, een
zoektocht voor een onderdak, ik
heb me heilig voorgenomen om
nu opnieuw te beginnen en an
ders dwz. voorzichtiger en tries
ter dan vroeger. Zoiets zal nooit
meer gebeuren" (p. 251)
„Rooiers"
Zoiets misschien niet, nee, maar bjj
Borghart blijven de dingen ge
beuren - gelukkig voor de han
denwrijvende, zich verkneute
rende lezer die veilig met zijn
voetzolen voor de open haard
verder leest, in "Rooiers" ditmaal
(De Bezige Bij, Amsterdam 1978,
21,50). Andermaal treffen we
hier - zij het toch wat meer inge
togen - het uitbundige en popu
laire taalgebruik dat dicht bij dat
van de lezer staat en indentifica-
tie vergemakkelijkt.
Het verhaal, dat de belevenissen
van een jong en vrij alternatief
echtpaar in de Flevopolder be
handelt (zonnedaken, windmo
lens, langharige knechten, paard-
en-ploeg in plaats van een fat
soenlijke tractor), is duidelijk
strakker gecomponeerd. Ironie
en spot zijn grover, waardoor de
personages en hun be^
wat minder "realistisch'
komen.
Maar opnieuw krijgt de roma
de vaart en vooral de kennis van
zaken t.a.v. het boerenbedrijf
(voor zover ik beoordelen kan)
een toon van "echtheid" die we zo
graag tegenkomen in de Litera^
tuur. Kortom, twee vertellingen
van een zwerver die we onder het
genot van warme melk en koude
borrel in natte jaargetijden of
snijdende winters grijnzend mo
gen vernemen.
ROB VOOREN
"De Indianen" (uitgave National
Geographic Society/De Haan,
vertaald door mr. N. Brink-Wes-
sels, 400 pag. 440 ill., gebonden,
prijs 57.—
Een prachtig lees- en kijkboek over
de Indianen van Noord-Amerika,
geschreven door verschillende
hooggeleerde anthropologen en
ethnologen. Vele aspecten van
deze in menig opzicht nog zo
raadselachtige ethnische groep
komen aan de orde. Dat gebeurt
in een breed historisch perspec
tief, hetgeen meer dan eens weer
beschamend licht werpt op de rol
van de blanke kolonisatoren en
hun bloedig uitgelegde bescha
vingsparool.
De treurige situatie, waarin de In
dianen ook hedentendage vaak
verkeren wordt gelukkig royaal
geschetst. Wat dat betreft is één
van de hoofdstuktitels "Van
Wounded Knee tot Wounded
Knee" veelbetekenend.
De Indianen hebben vooral een
tragisch verhaal te vertellen. Het
werkelijk prachtige fotomate
riaal geeft soms alleen nog maar
extra accent aan een schrijnend
verleden: de Indianen blijken
overeen zeer gevarieerde cultuur
te hebben beschikt, die deels
vermorzeld werd met de komst
van de blanken, maar waarvan tot
op de dag van vandaag interes
sante resten zijn bewaard.
De
ereldbeschouwing van de In
diaan is nauwelijks bondiger
vvoort als in deze regels:
1 door
Ziet ge, ik sta in goede relatie tot de
aarde
Ziet ge, ik sta in goede relatie tot de
goden
Ziet ge. ik sta in goede relatie tot u
Ziet ge, ik leef, ik leef.
Dat vuur is nooit helemaal gedoofd:
de inhoud van dit boek "De In
dianen" bewijst het weer eens.
HAN MULDER
Bomen, er zijn mensen die denken datje er alleen maar
tegenaan kunt plassen of er je naam in kunt kerven.
Een grandioze misvatting. Mensen zijn in hun be
staan meer van bomen afhankelijk dan zo op het
eerste gezicht lijkt.
Neem nou de mythologie. Yggdrasil, de reusachtige es
uit de Germaanse Asenwereld, was de boom van het
leven, waarvan de kruin de kosmos omvatte en de
wortels de wereldbol. Hij bracht de eerste mensen
voort en verborg diep in zijn binnenste de bron van
het leven. Zo, als drager van het leven, kom je de
boom trouwens in praktisch elke godsdienst en bij
praktisch ieder volk tegen. Dat geldt voor de Romei
nen, cte Grieken, de Galliërs, de Germanen, de boe
ddhisten. Zelfs de christenen hebben de boom in
hun geloofsbeleving een niet meer weg te denken
plaats gegeven.
De boom is echter gedemythologiseera, ontaaan van
zijn bovennatuurlijke krachten, de mensen hebben
de boom aan zich ondergeschikt gemaakt. En dan
blijkt de boom een schier onuitputtelijke leverancier
te zijn van grondstoffen voor de papierindustrie,
voor de looierij, de verfindustrie, de farmacie, de tex
tielindustrie, de rubberindustrie. Om van de boom
als fruitleverancier maar niet te spreken. Zelfs als de
boom dood is dient hij zijn omgeving, want humus
maakt de aarde vruchtbaar en in die aarde verandert
hij in steenkool en voor degene die lang genoeg wil
wachten zelfs in diamant.
Al met al voldoende redenen om de boom eens met
meer aandacht te bekijken. Dat vond in ieder geval
Peter Kouwenhoven, die bovendien van mening is
dat je daarmee niet vroeg genoeg kan beginnen.
Vandaar dat hij bij uitgeverij Luttingh "Het kinder
bomen en struiken boek" heeft gepubliceerd, waar
van de ondertitel luidt "een lees-, kijk- en doe-boek".
En dat is zo ongeveer de beste omschrijving van het
132 pagina's tellende kinderboek. Alhoewel die be
naming lichtelijk misleidt. Ook al schrijft Kouwen
hoven naar de kinderen toe, het boek staat zo bar
stensvol wetenswaardigheden, dat ook volwassenen
er het een en ander uit kunnen opsteken.
"Het kinder bomen en struiken boek" is een on-af
boek, een soort cahier dat je niet leest maar gebruikt,
waarbij heel nadrukkelijk een beroep wordt gedaan
op de creativiteit van de gebruikers. Het boek is lo
gisch in elkaar gezet. De hoofdstukken sluiten op
elkaar aan en de laatste pagina's zijn gereserveerd
voor allerlei grappige verhalen en praktische tips.
Zoals bijvoorbeeld het recept van rozebotteljam en
thee van vlierbloesem, grootmoeders middeltje te
gen griep. Dat alles geïllustreerd met simpele teke
ningen
Soms vraag je je wel af of het allemaal net niet te veel is
Het hoofdstuk over de bestuiving bijvoorbeeld is
best wel helder geschreven, maar staat zö boordevol
intormatie dat je het twee keer moet lezen om het
allemaal op te pakken. Voor het overige is "Het kin
der bomen en struiken boek" een prima boek, dat
wellicht, met enkele aanpassingen, voor nog meer
kinderen dan die van de hoogste klassen van de lage
re school toegankelijk zal zijn. Natuurvoorlichting.je
kunt er immers niet vroeg genoeg mee beginnen
Voor degenen die het boek
zijn ontgroeid is er de gids
en struiken
termineren
herkennen
derscheiden
Peter Kouwenhoven
Oleg Polunin "Bomen
Europa", een boek waarmee het de-
bomen kinderspel is geworden. Het
bomen lijkt zo simpel, een spar on-
n een knotwilg is dat namelijk ook.
Maar als je de honderden soorten bomen en struiken
die in Europa zijn te vinden op een rij zet wordt het
wat anders.
Dat determineren, het herkennen van bomen en plan
ten is een kunst op zich. Het vereist kennis over de
bloeiwijze, de bladvorm, de verschillen in de schors,
de omgeving van de boom. Voor de dendroloog, de
"boomdeskundige", gesneden koek, voor de recht
geaarde amateur een doolhof, waar hij zonder de
terminatietabellen waarschijnlijk niet uitkomt.
Ook Oleg Polunin heeft dat begrepen. In "Bomen en
struiken van Europa" heeft hij dan ook een determi
natiesysteem opgenomen, waarvan de bladvorm het
uitgangspunt vormt. Jammer genoeg heeft hij het
daarbij gelaten, zodat zijn systeem, doordat het niet
verder is uitgewerkt, af en toe wat moeilijk is te han
teren.
Dat is dan zo ongeveer het enige wat op "Bomen en
struiken van Europa" is aan te merken. Het boek
geeft een prachtig beeld van al datgene wat in Euro
pa aan houtgewassen boven de twee meter groeit en
bloeit. Bovendien wordt ook nog uitvoerig uit de
doeken gedaan wat het nut van de verschillende bo
men is en geeft Polunin een overzicht van de schor
sen ygn de meest voorkomende bomen. Dat alles en
de meer dan duizend illustraties die deze bomengids
rijk is maken "Bomen en struiken van Europa" tot
een plezierig "gebruiksboek".
Het kinder bomen en struiken boek; auteur Peter
Kouwenhoven; uitgever Luitingh Laren; prijs,
f 17,50.
Bomen en struiken van Europa; auteur Oleg Polunin;
uitgever Zomer en Keunig Wageningen; prijs f. 29,50
WIM SCHEURER
Vroeger meende ik dat sf per definitie zijn beslag had
in: a) de toekomst en b) de (buitenaardse) ruimte.
Verhalen en avonturen waarin getentakelde wezens
per bolvormig voertuig van de planeet Zwanskra in
het jaar 6003 de vredelievende, in Griekste gewaden
gehulde Aardse mens aanvielen: zo hoorde het.
Zo was het dan ook, in de jaren
dertig, maar ook de science
fiction-literatuur heeft een
onvermijdelijke evolutie
doorgemaakt. Er zijn verha
len die in het verleden spelen,
of zelfs in een gefingeerde pe
riode; de gebeurtenissen
kunnen plaatsvinden op aar
de, in de ruimte, in een paral
lelle of niet-beslaande ruim
te, in het binnenste van de
aarde, op andere verzonnen
planeten; en dan noem ik
maar enkele voor de hand lig
gende mogelijkheden die ie
dereen verzinnen kan - want
een beetje fantasierijke sf-au-
teur weet er nog veel meer uit
zijn duim te zuigen.
Het is misschien aardig om deze
keer aan de hand van een aan
tal recent uitgekomen sf-
pockets en -paperbacks te
kijken hoe het zit met tijd en
ruimte waarin de publicisten
hun dolle invallen weten te si
tueren.
Een zuiver aardse aangelegen
heid is het zondvloed-motief
in John Bowen's „Na de re
gens" (Bruna SF 85, 1978,
5,50), oorspronkelijk ge
schreven in 1958, en zich af
spelend in de niet al te verre
toekomst van 1985 of daarom
trent. Tamelijk conventioneel
dus, ook kwalitatief, want het
groepje dobberaars vergaat
als wijlen Noach: "En zo
kwamen we eindelijk aan
land, een land dat groen,
weelderig en vruchtbaar was
- het Beloofde Land van de
Nieuwe Samenleving zou Ar
thur het hebben genoemd
p. 174.)
Al even conventioneel, zij het
nog nauwelijks science fic
tion te noemen ("horror op z'n
best" prijst de omslag indrin
gend en leugenachtig), is
Dodelijke nevel" van James
Herbert (uitg. Luitingh, 1978,
17,90.
Andermaal spelen de gruwelij
ke, vooral bloederige gebeur
tenissen zicli af in een aardse
omgeving, in casu Engeland.
Het tijdstip schijnt er niet veel
toe te doen: terugblad erend
kon ik geen jaartallen ont
dekken: geen probleem, want
het is duidelijk dat een en an
der in onze eigen tijd zou
kunnen plaatshebben.
Door blunders met militaire
proefnemingen komt er een
gifgas vrij dat de slachtoffers
krankzinnig en bloeddorstig
maakt, of zelfs tot zelfmoord
drijft zoals de hele bevolking
van het plaatsje Bourne
mouth. Meer onsmakelijke
details moet u zelf maar lezen:
een spannend boek op een
wat platte r
Complexer
Heel wat complexer -is het ge
steld met de roman „Kinde
ren van de aarde (Prisma SF
1815. uitg. Het Spectrum dus,
een bedrijf dat vaker al betere
en geavanceerde sf op de
markt brengt: 1977 is de al wat
oudere verschijningsdatum).
De titel geeft al aan dat an
dermaal de Aarde en zijn be
woners uitgangspunt zijn,
maar dan wordt het wei
moeilijker; de hoofdpersoon
is een uitermate begaafde te
lepaat die afwisselend in he
den, verleden, toekomst en op
andere werelden vertoeft, al
blijft Moeder Aarde de basis.
Interessant is he
ch op kan nemen
een wat mytisch aandoend
verhaal van een soort die we
bij de schrijver Roger Zellaz-
nv. ook in ander werk veel
vuldig tegenkomen.
Nog vreemder toeren met tijd
en ruimte verricht de stapel
gekke en allengs ook in Ne
derland aan faam winnende
R.A. Lafferty door de caprio
len van zijn hoofdpersoon in
"Om over kamelen maar te
zwijgen" (Prisma SF 1825,
1978).
Hier wordt voortdurend met
(geheel verzonnen) tijden en
ruimtes gespeeld, waarbij de
lezer zich geducht moet con
centreren op de activiteiten
van de (Duivelse?) hoofdper
soon die onafgebroken van
identiteit wisselt. Komisch en
fel geschreven werk: de bete
re sf.
Aards
Min of meer "aards" zijn de mv-
tische en sprookjesachtige
(de achterflap geeft weer het
"Tolkien'-epitheton. ditmaal
niet geheel ten onrechte, zij
het dat de kwaliteit én kwan
titeit van die gigant natuurlijk
niet gehaald worden) avontu
ren in "Magisch Land", als
beschreven door de bekende
Amerikaanse fantasy-schrij-
ver Clifford D. Simak - éen
van mijn eerste en blijvende
favorieten. (Luitingh SF.
1978, 17,90; en in een bijzon
der aardige vertaling van
Marjan Oleff).
Alweer doet de tijd er niet toe.
sprake van drie parallelle
Aardes. op éen waarvan de
gebeurtenissen zich afspelen.
Het uitgangspunt is zuivere
"fantasy": een middeleeuws
aandoend tijdperk, met ka
bouters. heksen, betoverde
zwaarden, gruwelijke mon
sters, bijgeloof en natuurlijk
het queeste-motief. Aardig is
dat toch een verband gelegd
tor. Geen wereldverbeterend
'si-werk (gelukkig), maar wel
uitstekend amusement!.
Soorgelijk is ..De Krijtreu-
zen"(Born SF73.1978) van de
Engelse "New Wave'-auteur
Keith Roberts, maar hij schiet
ver naast het doel door een te
hoge snelheid en veel te in
gewikkelde schijnbewegin
gen.
Van vroeger
En dan, eindelijk, nog wat
science fiction zoals ik me die
van vroeger herinnen Robert
Heinlein, meest conservatief
sf-auteur aller tijden, met een
titel-zoals-het-hoort, "Tijd
voor de sterren" (Bom SF,
Nova-reeks 7, f 10,90, 1978).
Ach, de gebruikelijke, vermoe
delijk in anderhalve dag met
koffiepauze geschreven,
Heinlein-sentimentaliteit: 't
gebeurt in de 21ste eeuw,
speelt zich afwisselend op de
Aarde en andere bewoonde
planeten af, of in de ruimte, en
de hoofdpersonen zijn iden
tieke, telepatische tweelin-
Afgezaagd ja. maar bedenk dat
het al geschreven is in 1956,
en dat Heinlein altijd leesbaar
is. Een tussendoortje, zou ik
zeggen.
Even befaamd is zijn collega
erk
overigens jammer genoeg al
even kritiekloos gepubli
ceerd wordt. "Piraten van de
asteroïden" (Born SF, No var
reeks 8. 1978. f 10,90) specu-
leert op allersimpelste sf-
verslaving en is niet meer dan
een gewoon avonturen-, de
tective-, of spionage-verhaal
in de ruimte. De achterflap
verstrekt ons allerlei onzin, en
eigenlijk is het prettig te lezen
dat topfiguur David Starr ei
genlijk helemaal geen su
per
gev
ordt met de ander
den,
en ke
el-
elijk
npleet wil heb-
ROB VüüREN