Blijde klaag zangen van Ben Borgart SF-llteratuur heeft evolutie doorgemaakt Handleiding voor hoge-bloeddrukpatienten Indianen Bomen en struiken voor klein en groot... WOENSDAG 27 SEPTEMBER 197: Medische raadgever voor hoge bloeddruk-patiënten, door prof. dr. K.D. Bock, prijs 19,50 uitgeverij Hollandia bv in Baarn. Prof. Bockdirecteur van de af deling nier- en huge-bloed- druk-patiënten van de klin iek en polikliniek van het acade- misch ziekenhuis in Essen, gaat in zijn boekje van nau welijks honderd pagina's in op alle facetten die de bloed druk kunnen beïnvloeden. Hoge bloeddruk is een ziekte, die bijna alle mensen die er aan lijden, hun hele leven met zich meedragen. Omdat het haast niet mogelijk is dat art sen op hun spreekuur alle vragen uitvoerig beantwoor den. kan dit werkje voor hen als voor de lijders aan deze ziekte een hulp zijn bij de be handeling. Pre aat praktisch alle vakjargon achterwege. Dit maakt het lezen van het boekje ook voor de leek een stuk ge makkelijker. De intellectuele voorwaarden om de inhoud te kunnen "vatten", zijn zeker niet hoger gesteld dan de ge bruiksaanwijzing van een motor. De Duitse arts heeft duidelijk naar een midden weg gezocht. Misschien zullen sommige lezers bepaalde de tails niet begrijpen. Daaren tegen hoeven meer geschool den zich aeen moment te ver velen als zij zich in de materie "hoge bloeddruk" verdiepen. In de eerste instantie geeft het boekje een omschrijving hoe de bloeddruk in ons lichaam wordt geregeld, welke afwij kingen een verhoogde bloed druk tot gevolg kunnen heb ben en wat er aan kan worden gedaan om de druk te doen dalen. Ieder mens heeft zijn eigen bloeddmk. die van de normen kunnen afwijken. Dit hoeft echter niet te betekenen dat het ziekelijk is. Vaak st ijgt de bloeddruk bij het ouder worden. Hoge-bloeddruk kan een erfelij ke aangelegenheid zijn. Tal rijke familie-onderzoeken hebben aangetoond dat de voorouders aan deze ziekte leden. Keukenzout speelt ook een rol. Bij het consumeren van grote hoeveelheden stijgt de bloeddruk. Wat die hoge-bloeddruk alle maal teweeg kan brengen in nselijk lichaam heeft de professor in begrijpelijke taal omschrevenDe Ehiitse arts waarschuwt er ernstig voor uit te kijken dat men niet te zwaarlijvig wordt. De medicamenten die de lijders aan hoge-bloeddruk moeten slikken worden uitvoerig on der de loep genomen. Hun eventuele bijwerkingen inclu sief. De patiënt kan ook zelf zijn bloeddruk meten.Ervaringen hebben aangetoond dat de waarden van de druk in het dagelijks leven van depatii vaak zeer verschillend zijn van die welke de arts tijdens het spreekuur meet. De waarden van de bloeddruk in het da gelijks leven zijn echter van wezenlijk belang. Wel moet het apparaat zijn voorzien van een geldig ijkmerkteken Bovendien verdient het aan beveling om de zelfmeetappa- ratuurom de twee jaar bij een goede instrumenten zaak op nieuw te laten nakijken. Prof. Bock drukt de bloed druklijders op het hart dat zij roken beter achterwege kun- laten. Roken zij toch, dan niet meer dan een of twee si garen.na hel eten. Of een pijp. OnlspanJiing in het weekein de noemt hij van wezenlijk belang. Sport is goed. Kracht sporten kunnen de bloed drukpatiënten beter niet doen. Daarentegen zijn lopen stekend 'geschikt. Sauna, win tersportvakantie. vliegen en zwangerschap bespreekt de Duitse arts eveneens. En de vooruitzichten van een hoge- bloeddruk-lijden JAN WESTERLAKEN Het vele literaire proza van eigen potaard dat jaarlijks de uitstalkasten der noodlijdende boekhandels ontsiert, moet voor een groot en vreselijk deel ook door de school jeugd gelezen worden. Wij beseffen dat te weinig. Puilen de, torenhoge stapels letterkunde worden onze, naar cul tuur en eindexamenpapiertje hongerende jongeren als ontelbare struikelblokken in de weg gelegd. Eindeloze rijen Hermansen, Reves en Vestdijken trachten - niet zel den met succes - de ongelukkige scholier de voet dwars te zetten op zijn roemloze tocht naar werkloosheid, een huurflat of een kantoorbaan bij de NS. Onmogelijke lite raire hersengymnastiek, vaak. Het is een verademing ten van onze schuldgevoelens als somtijds blijkt dat niet altijd de leerling dreigt te stikken in de misbaksels van ons eigentijds proza. Zo is onlangs uit een en quête gehouden door het weekblad Vrij Nederland onder middelbare schoolgangers Jan Wolkers aangeduid als de meest gelezen en/of populaire auteur - een lofuiting die niet gering is. Een andere schrijver die hoog scoorde, is Ben Borgart wiens eerder verschenen "De vuilnis roos" en "De slakken van Canét d'Olt" op maar weinig boekenlij sten van eindexaminanten ont breken. "Herkenbaarheid" en "identificatie" zijn naast realisti sche en vernieuwingsargumen ten algemeen aanvaarde kriteria wanneer het gaat om de kwali teit van een letterkundig werk stuk aan te duiden. Als dat klopt, dan mag Borgart ze ker beschouwd worden als een onderschat auteur: niet bij scho lieren gelukkig, die een instinc tief vermogen bezitten om "goed" van "slecht" te onder scheiden. Wel bij onze Literaire Nabeschouwers en Universitaire Betweters die hun goedkeurin gen en lintjes liever hechten aan jonge, maar nü al onleesbare schrijvers als - pakweg - Kooy- man en Kellendonk. Onterecht Die onverschilligheid ten aanzien van een levensgenieter en - be schrijver als Borgart, die bepaald niet onderdoet voor vergelijkba re collega's als Wolkers en Jan Cremer, is onverklaarbaar en vooral onterecht! Ook mijn eigen waardering voor Borgart's werk is plots met sprongen gestegen na lezing van zijn twee nieuwste ro mans. Kriteria aanleggen van kwaliteit en een boek Uitgelezen krijgen zijn immers twee ver schillende zaken? Op onbevan gen wijze zijn beide bij Borgart verenigd. Niet vaak heb ik een boek zo vlot verwerkt als "Blauwe Nachten" (De Bezige Bij, Amsterdam 1978, 24,50), en evenmin heb ik me zo gemakkelijk kunnen indentifice- ren met de realistische avonturen die de hoofdpersoon doormaakt. In een wervelwind van woorden worden de machteloze activitei ten beschreven van "Ben", de ik figuur, de schrijver zelf, die een weinig intellectueel, maar voor de lezer amusant leven leidt aan de rand van de Rotterdamse zelf kant. Trubbels met ega Annie (en misselijk zoontje Henkie!) en on rechtvaardig ontslag uit haven arbeid brengen de Beklagens waardige tot het portierschap van een sexclub. Realiteit Een beschrijving op pag. 55/56 schetst de realiteit van dit thea ter "Van buiten ziet het opge verfde pand er wel fraai uit, bin nen daarentegen, nu, zonder floersig kleurenlicht en muziek en zonder zoemende filmrollen in het duister en zonder de ver wachting om een goddelijk ge heim te zien te krijgen, doet deze inrichting akelig goedkoop aan als tussen de staketsels achter een bordkartonnen gevel van een saloon in een Hollywood-dorp Krakende scharnieren. Lapwerk' Onze stappen klinken hol op de planken. Hier loopt een mens haast als vanzelf te fluisteren als of ie in een lijkenhuis verzeild is geraakt. Het bordje aan een van de muren met 'NO SELF-SER VICE' - is dat humoristies be doeld of als een waarschuwing? Achter die houten bune, wat vroeger misschien de keuken van de gebakwinkel was, thans hun Jan Wolkers: volgens enquête meest gele: bij middelbare schoolganger: kleedhok, ligt er van allerlei rommel, spiegels, kunstfallussen en kledingstukken door elkaar heen, gaan de kakkerlakken er vandoor" Troosteloosheid Enzovoorts, een omgeving vol troosteloosheid en vaag, on bena drukt en gerelativeerd verdriet - waaraan de hoofdpersonen zich overigens niet klakkeloos en pas sief overgeeft. Treurnis blijft het niettemin voor "Ben", ook als hij vanwege een schuld naar Parijs trekt om drie Birmaanse meisjes, smokkelwaar, op te pikken; ook als hij na diverse avonturen zwaarmoedig via België terug reist en, toevallig, in het Zeeuwse Breskens terechtkomt en zich daar vreselijk bedrinkt; en treur nis volgt hem onafwendbaar bij zijn arrestatie wegens het "in omloop brengen van vals geld", en tijdens daaropvolgende ge- vangenisverblijf samen met een keur van types doorgebracht. Treurnis Leed. maar onbevangen en onbedoeld-ironisch verteld. Bovendien - een Borgart is niet klein te krijgen: tenslotte zwaai en de gevangenisdeuren open. "Op vrfje voeten. Buitenlucht inademen. De wolken en de stra ten van een stad. Geluiden, au- toos, fietsers, de tram, de massa. 't Liefst was je- de eerste de beste kroeg binnengestapt om het maar eens te gaan vieren' Gelukkig weet ik deze verleiding te weerstaan: niet alleen omdat de uitgaanskas slechts enkele tientjes bedraagt waarmee een voorlopig levensonderhoud be taald moet worden en zo, een zoektocht voor een onderdak, ik heb me heilig voorgenomen om nu opnieuw te beginnen en an ders dwz. voorzichtiger en tries ter dan vroeger. Zoiets zal nooit meer gebeuren" (p. 251) „Rooiers" Zoiets misschien niet, nee, maar bjj Borghart blijven de dingen ge beuren - gelukkig voor de han denwrijvende, zich verkneute rende lezer die veilig met zijn voetzolen voor de open haard verder leest, in "Rooiers" ditmaal (De Bezige Bij, Amsterdam 1978, 21,50). Andermaal treffen we hier - zij het toch wat meer inge togen - het uitbundige en popu laire taalgebruik dat dicht bij dat van de lezer staat en indentifica- tie vergemakkelijkt. Het verhaal, dat de belevenissen van een jong en vrij alternatief echtpaar in de Flevopolder be handelt (zonnedaken, windmo lens, langharige knechten, paard- en-ploeg in plaats van een fat soenlijke tractor), is duidelijk strakker gecomponeerd. Ironie en spot zijn grover, waardoor de personages en hun be^ wat minder "realistisch' komen. Maar opnieuw krijgt de roma de vaart en vooral de kennis van zaken t.a.v. het boerenbedrijf (voor zover ik beoordelen kan) een toon van "echtheid" die we zo graag tegenkomen in de Litera^ tuur. Kortom, twee vertellingen van een zwerver die we onder het genot van warme melk en koude borrel in natte jaargetijden of snijdende winters grijnzend mo gen vernemen. ROB VOOREN "De Indianen" (uitgave National Geographic Society/De Haan, vertaald door mr. N. Brink-Wes- sels, 400 pag. 440 ill., gebonden, prijs 57.— Een prachtig lees- en kijkboek over de Indianen van Noord-Amerika, geschreven door verschillende hooggeleerde anthropologen en ethnologen. Vele aspecten van deze in menig opzicht nog zo raadselachtige ethnische groep komen aan de orde. Dat gebeurt in een breed historisch perspec tief, hetgeen meer dan eens weer beschamend licht werpt op de rol van de blanke kolonisatoren en hun bloedig uitgelegde bescha vingsparool. De treurige situatie, waarin de In dianen ook hedentendage vaak verkeren wordt gelukkig royaal geschetst. Wat dat betreft is één van de hoofdstuktitels "Van Wounded Knee tot Wounded Knee" veelbetekenend. De Indianen hebben vooral een tragisch verhaal te vertellen. Het werkelijk prachtige fotomate riaal geeft soms alleen nog maar extra accent aan een schrijnend verleden: de Indianen blijken overeen zeer gevarieerde cultuur te hebben beschikt, die deels vermorzeld werd met de komst van de blanken, maar waarvan tot op de dag van vandaag interes sante resten zijn bewaard. De ereldbeschouwing van de In diaan is nauwelijks bondiger vvoort als in deze regels: 1 door Ziet ge, ik sta in goede relatie tot de aarde Ziet ge, ik sta in goede relatie tot de goden Ziet ge. ik sta in goede relatie tot u Ziet ge, ik leef, ik leef. Dat vuur is nooit helemaal gedoofd: de inhoud van dit boek "De In dianen" bewijst het weer eens. HAN MULDER Bomen, er zijn mensen die denken datje er alleen maar tegenaan kunt plassen of er je naam in kunt kerven. Een grandioze misvatting. Mensen zijn in hun be staan meer van bomen afhankelijk dan zo op het eerste gezicht lijkt. Neem nou de mythologie. Yggdrasil, de reusachtige es uit de Germaanse Asenwereld, was de boom van het leven, waarvan de kruin de kosmos omvatte en de wortels de wereldbol. Hij bracht de eerste mensen voort en verborg diep in zijn binnenste de bron van het leven. Zo, als drager van het leven, kom je de boom trouwens in praktisch elke godsdienst en bij praktisch ieder volk tegen. Dat geldt voor de Romei nen, cte Grieken, de Galliërs, de Germanen, de boe ddhisten. Zelfs de christenen hebben de boom in hun geloofsbeleving een niet meer weg te denken plaats gegeven. De boom is echter gedemythologiseera, ontaaan van zijn bovennatuurlijke krachten, de mensen hebben de boom aan zich ondergeschikt gemaakt. En dan blijkt de boom een schier onuitputtelijke leverancier te zijn van grondstoffen voor de papierindustrie, voor de looierij, de verfindustrie, de farmacie, de tex tielindustrie, de rubberindustrie. Om van de boom als fruitleverancier maar niet te spreken. Zelfs als de boom dood is dient hij zijn omgeving, want humus maakt de aarde vruchtbaar en in die aarde verandert hij in steenkool en voor degene die lang genoeg wil wachten zelfs in diamant. Al met al voldoende redenen om de boom eens met meer aandacht te bekijken. Dat vond in ieder geval Peter Kouwenhoven, die bovendien van mening is dat je daarmee niet vroeg genoeg kan beginnen. Vandaar dat hij bij uitgeverij Luttingh "Het kinder bomen en struiken boek" heeft gepubliceerd, waar van de ondertitel luidt "een lees-, kijk- en doe-boek". En dat is zo ongeveer de beste omschrijving van het 132 pagina's tellende kinderboek. Alhoewel die be naming lichtelijk misleidt. Ook al schrijft Kouwen hoven naar de kinderen toe, het boek staat zo bar stensvol wetenswaardigheden, dat ook volwassenen er het een en ander uit kunnen opsteken. "Het kinder bomen en struiken boek" is een on-af boek, een soort cahier dat je niet leest maar gebruikt, waarbij heel nadrukkelijk een beroep wordt gedaan op de creativiteit van de gebruikers. Het boek is lo gisch in elkaar gezet. De hoofdstukken sluiten op elkaar aan en de laatste pagina's zijn gereserveerd voor allerlei grappige verhalen en praktische tips. Zoals bijvoorbeeld het recept van rozebotteljam en thee van vlierbloesem, grootmoeders middeltje te gen griep. Dat alles geïllustreerd met simpele teke ningen Soms vraag je je wel af of het allemaal net niet te veel is Het hoofdstuk over de bestuiving bijvoorbeeld is best wel helder geschreven, maar staat zö boordevol intormatie dat je het twee keer moet lezen om het allemaal op te pakken. Voor het overige is "Het kin der bomen en struiken boek" een prima boek, dat wellicht, met enkele aanpassingen, voor nog meer kinderen dan die van de hoogste klassen van de lage re school toegankelijk zal zijn. Natuurvoorlichting.je kunt er immers niet vroeg genoeg mee beginnen Voor degenen die het boek zijn ontgroeid is er de gids en struiken termineren herkennen derscheiden Peter Kouwenhoven Oleg Polunin "Bomen Europa", een boek waarmee het de- bomen kinderspel is geworden. Het bomen lijkt zo simpel, een spar on- n een knotwilg is dat namelijk ook. Maar als je de honderden soorten bomen en struiken die in Europa zijn te vinden op een rij zet wordt het wat anders. Dat determineren, het herkennen van bomen en plan ten is een kunst op zich. Het vereist kennis over de bloeiwijze, de bladvorm, de verschillen in de schors, de omgeving van de boom. Voor de dendroloog, de "boomdeskundige", gesneden koek, voor de recht geaarde amateur een doolhof, waar hij zonder de terminatietabellen waarschijnlijk niet uitkomt. Ook Oleg Polunin heeft dat begrepen. In "Bomen en struiken van Europa" heeft hij dan ook een determi natiesysteem opgenomen, waarvan de bladvorm het uitgangspunt vormt. Jammer genoeg heeft hij het daarbij gelaten, zodat zijn systeem, doordat het niet verder is uitgewerkt, af en toe wat moeilijk is te han teren. Dat is dan zo ongeveer het enige wat op "Bomen en struiken van Europa" is aan te merken. Het boek geeft een prachtig beeld van al datgene wat in Euro pa aan houtgewassen boven de twee meter groeit en bloeit. Bovendien wordt ook nog uitvoerig uit de doeken gedaan wat het nut van de verschillende bo men is en geeft Polunin een overzicht van de schor sen ygn de meest voorkomende bomen. Dat alles en de meer dan duizend illustraties die deze bomengids rijk is maken "Bomen en struiken van Europa" tot een plezierig "gebruiksboek". Het kinder bomen en struiken boek; auteur Peter Kouwenhoven; uitgever Luitingh Laren; prijs, f 17,50. Bomen en struiken van Europa; auteur Oleg Polunin; uitgever Zomer en Keunig Wageningen; prijs f. 29,50 WIM SCHEURER Vroeger meende ik dat sf per definitie zijn beslag had in: a) de toekomst en b) de (buitenaardse) ruimte. Verhalen en avonturen waarin getentakelde wezens per bolvormig voertuig van de planeet Zwanskra in het jaar 6003 de vredelievende, in Griekste gewaden gehulde Aardse mens aanvielen: zo hoorde het. Zo was het dan ook, in de jaren dertig, maar ook de science fiction-literatuur heeft een onvermijdelijke evolutie doorgemaakt. Er zijn verha len die in het verleden spelen, of zelfs in een gefingeerde pe riode; de gebeurtenissen kunnen plaatsvinden op aar de, in de ruimte, in een paral lelle of niet-beslaande ruim te, in het binnenste van de aarde, op andere verzonnen planeten; en dan noem ik maar enkele voor de hand lig gende mogelijkheden die ie dereen verzinnen kan - want een beetje fantasierijke sf-au- teur weet er nog veel meer uit zijn duim te zuigen. Het is misschien aardig om deze keer aan de hand van een aan tal recent uitgekomen sf- pockets en -paperbacks te kijken hoe het zit met tijd en ruimte waarin de publicisten hun dolle invallen weten te si tueren. Een zuiver aardse aangelegen heid is het zondvloed-motief in John Bowen's „Na de re gens" (Bruna SF 85, 1978, 5,50), oorspronkelijk ge schreven in 1958, en zich af spelend in de niet al te verre toekomst van 1985 of daarom trent. Tamelijk conventioneel dus, ook kwalitatief, want het groepje dobberaars vergaat als wijlen Noach: "En zo kwamen we eindelijk aan land, een land dat groen, weelderig en vruchtbaar was - het Beloofde Land van de Nieuwe Samenleving zou Ar thur het hebben genoemd p. 174.) Al even conventioneel, zij het nog nauwelijks science fic tion te noemen ("horror op z'n best" prijst de omslag indrin gend en leugenachtig), is Dodelijke nevel" van James Herbert (uitg. Luitingh, 1978, 17,90. Andermaal spelen de gruwelij ke, vooral bloederige gebeur tenissen zicli af in een aardse omgeving, in casu Engeland. Het tijdstip schijnt er niet veel toe te doen: terugblad erend kon ik geen jaartallen ont dekken: geen probleem, want het is duidelijk dat een en an der in onze eigen tijd zou kunnen plaatshebben. Door blunders met militaire proefnemingen komt er een gifgas vrij dat de slachtoffers krankzinnig en bloeddorstig maakt, of zelfs tot zelfmoord drijft zoals de hele bevolking van het plaatsje Bourne mouth. Meer onsmakelijke details moet u zelf maar lezen: een spannend boek op een wat platte r Complexer Heel wat complexer -is het ge steld met de roman „Kinde ren van de aarde (Prisma SF 1815. uitg. Het Spectrum dus, een bedrijf dat vaker al betere en geavanceerde sf op de markt brengt: 1977 is de al wat oudere verschijningsdatum). De titel geeft al aan dat an dermaal de Aarde en zijn be woners uitgangspunt zijn, maar dan wordt het wei moeilijker; de hoofdpersoon is een uitermate begaafde te lepaat die afwisselend in he den, verleden, toekomst en op andere werelden vertoeft, al blijft Moeder Aarde de basis. Interessant is he ch op kan nemen een wat mytisch aandoend verhaal van een soort die we bij de schrijver Roger Zellaz- nv. ook in ander werk veel vuldig tegenkomen. Nog vreemder toeren met tijd en ruimte verricht de stapel gekke en allengs ook in Ne derland aan faam winnende R.A. Lafferty door de caprio len van zijn hoofdpersoon in "Om over kamelen maar te zwijgen" (Prisma SF 1825, 1978). Hier wordt voortdurend met (geheel verzonnen) tijden en ruimtes gespeeld, waarbij de lezer zich geducht moet con centreren op de activiteiten van de (Duivelse?) hoofdper soon die onafgebroken van identiteit wisselt. Komisch en fel geschreven werk: de bete re sf. Aards Min of meer "aards" zijn de mv- tische en sprookjesachtige (de achterflap geeft weer het "Tolkien'-epitheton. ditmaal niet geheel ten onrechte, zij het dat de kwaliteit én kwan titeit van die gigant natuurlijk niet gehaald worden) avontu ren in "Magisch Land", als beschreven door de bekende Amerikaanse fantasy-schrij- ver Clifford D. Simak - éen van mijn eerste en blijvende favorieten. (Luitingh SF. 1978, 17,90; en in een bijzon der aardige vertaling van Marjan Oleff). Alweer doet de tijd er niet toe. sprake van drie parallelle Aardes. op éen waarvan de gebeurtenissen zich afspelen. Het uitgangspunt is zuivere "fantasy": een middeleeuws aandoend tijdperk, met ka bouters. heksen, betoverde zwaarden, gruwelijke mon sters, bijgeloof en natuurlijk het queeste-motief. Aardig is dat toch een verband gelegd tor. Geen wereldverbeterend 'si-werk (gelukkig), maar wel uitstekend amusement!. Soorgelijk is ..De Krijtreu- zen"(Born SF73.1978) van de Engelse "New Wave'-auteur Keith Roberts, maar hij schiet ver naast het doel door een te hoge snelheid en veel te in gewikkelde schijnbewegin gen. Van vroeger En dan, eindelijk, nog wat science fiction zoals ik me die van vroeger herinnen Robert Heinlein, meest conservatief sf-auteur aller tijden, met een titel-zoals-het-hoort, "Tijd voor de sterren" (Bom SF, Nova-reeks 7, f 10,90, 1978). Ach, de gebruikelijke, vermoe delijk in anderhalve dag met koffiepauze geschreven, Heinlein-sentimentaliteit: 't gebeurt in de 21ste eeuw, speelt zich afwisselend op de Aarde en andere bewoonde planeten af, of in de ruimte, en de hoofdpersonen zijn iden tieke, telepatische tweelin- Afgezaagd ja. maar bedenk dat het al geschreven is in 1956, en dat Heinlein altijd leesbaar is. Een tussendoortje, zou ik zeggen. Even befaamd is zijn collega erk overigens jammer genoeg al even kritiekloos gepubli ceerd wordt. "Piraten van de asteroïden" (Born SF, No var reeks 8. 1978. f 10,90) specu- leert op allersimpelste sf- verslaving en is niet meer dan een gewoon avonturen-, de tective-, of spionage-verhaal in de ruimte. De achterflap verstrekt ons allerlei onzin, en eigenlijk is het prettig te lezen dat topfiguur David Starr ei genlijk helemaal geen su per gev ordt met de ander den, en ke el- elijk npleet wil heb- ROB VüüREN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 23