Nieuw vernieuwd Rover 2600 wmm m Datsun Sunny ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1978 ■l-^W De Parijse Autosalon begint 5 oktober. Het is de eerste ten toonstelling van een fikse reeks, waarin ook de RAI (van 8 tot en met 18 februari) is opgenomen. Tal van auto- fabrieken gebruiken deze autoshows om hun produk- ten voor het eerst te tonen. Tevoren krijgt de autopers meestal gelegenheid er ken nis mee te maken. In de afge lopen tijd hebben wij in aan tal van die nieuwe of ver nieuwde modellen kunnen rijden. Op deze pagina vindt men daar de weerslag van. De Audi 80 is groter, sneller, stiller en natuurlijk ook duurder gewor den. In één zin de belangrijkste wijzi gingen die de Audi-fabrieken in de 80-serie hebben doorgevoerd. En het opvallendste gevolg daar van is dat de Audi- en Volkswa genmodellen sterker uit elkaar gaan groeien. Audi moet om zo te zeggen de luxueuze dochter van de Volkswagen-familie worden. Daarom zal de VW-Passat - die zoals men zich wellicht zal herin neren destijds uit de Audi 80 is voortgekomen - de vernieuwin gen van die Audi 80 dan ook niet volgen. Het zijn overigens alleen uiterlijke vernieuwingen. Het hart van de wagens is precies hetzelfde geble ven. Aan de motoren is niets ver anderd. Er blijven vier versies mogelijk: met een.1,3 liter motor van 60 pk, met een 1,6 liter motor van 75 of 85 pk en tenslotte de machtige 1,6 liter motor met elek tronische inspuiting die een ver mogen van 110 pk kan produce- Maar al is er aan die krachtbron nen niets veranderd, de ingrij pende carrosserie-wijzigingen hebben wel voor een totaal andere wagen gezorgd. De karakteristieke lijnen vqn de Audi 100 vindt men deze 80. De fabriek in Ingolstadt heeft bij de vormgeving de hulp ingeroepen vande bekende Ita liaanse ontwerper Giorgetto Giugiaro. In vergelijking met het vorige model is de nieuwe Audi 80 meer dan 13 cm langer en meer dan 8 cm breder geworden. Met als prettige consequentie een ruimere spoorbreedte en wielba sis, wat natuurlijk de wegligging ten goede is gekomen. Veel aandacht is geschonken aan het interieur. De kleuren van de bekleding kunnen worden aan gepast aan die van de carrosse rie. Ook het dashboard verraadt de invloed van de Italiaanse ont werper. Smaakvol en praktisch. Nieuw is een standaard gemon teerde benzine verbruikmeter die aangeeft hoeveel brandstof wordt verbruikt. Deze meter werkt op het vacuum van de motor. De bui tenspiegel is van binnenuit ver stelbaar. Nieuw is dat niet de ge hele spiegel wordt versteld maar alleen het glas. Als de spiegel wordt weggéklapt bijvoorbeeld tijdens het wassen blijft de instel ling correct. Opvallende bijzonderheden zijn verder bijvoorbeeld het derde zij raam waardoor het glasopper vlak nog verder is vergroot, de kolossale bagagebak met het re servewiel zo geplaatst dat het ook met een volle bak. gemakkelijk te voorschijn kan worden gehaald en de grote inhoud van de veilig weggewerkte brandstoftank. Er kan niet minder dan 68 liter in wat goed is voor een actieradius van minstens 600 kilometer. Alles is verder gedaan om de rij- kwaliteiten en het comfort nog verder te vergroten. Onder meer door ruimschoots gebruik te ma ken van isolerend materiaal. Tij dens de korte proefritten die wij met de nieuwe modellen konden maken viel dan ook op hoe rustig het in de cabine bleef. Mei kan verwachten dat zo'n wa gen van dik 900 kilo met een 1.3 liter motor niet als een pijl uit de boog schiet maar we kregen toch altijd nog zo'n kleine 150 km op de teller. Naarmate de motor sterker is ligt die top natuurlijk hoger met als- onverwachte uitschieter de 80 GLE (110 pk), waarin de naald zelfs uit de teller liep. Bere kening achteraf leerde dat wé toen 192 echte kilometers draai den terwijl de fabriek als top 182 km opgeeft. Maar ja, we gingen ook een hellinkje af... Die "krachtpatser" in de nieuwe 80- serie (waarvoor een acceleratie van 0 tot 100 km in amper tien seconden wordt opgegeven) komt overigens pas in januari naar ons land. Èn wat die dan gaat kosten zit nog in de koker van i m porteur Pon in Leusden. Maar de andere versies zullen eind oktober al in de showrooms staanFraaie, ruime en comfortabele wagens. Echter niet goedkoop. Van f.18.821 voor de simpelste (60 pk) tot f.21.700 voor de voorlopig sterkste (85 pk). Deze typen draaien echter alle op normale benzine Het in ons land jongste Japanse merk - Daihatsu - heeft binnen twee maanden al duizend Char mants verkocht. Volgens de im porteur werd zoiets nog niet eer der vertoond dóór een splinter nieuw merk met zijn eerste auto. In elk geval heeft hij halsoverkop een extra autoschip moeten laten Die technisch nogal conventioneel uitgevoerde Charmant krijgt nu gezelschap van een veel opmer kelijker wagentje: de Daihatsu Charade. Opmerkelijk niet door zijn uiterlijk. Een wagentje zoals men er vandaag de dag zoveel ziet. Vlot gestileerd. Vijf deuren. Genoeg ruimte voor vier perso nen. Het is een voorwielaandrij ver met een dwars geplaatste mo torvoorin. Maar juist in die motor •zit het opmerkelijke: een drieci linder viertakt. Om automobielen mooi te laten lopen hielden de constructeurs het door de jaren heen op even aantallen cilinders. Mercedes en Audi hebben echter ook wagens met vijf cilinders. Maar hoe groter het aantal cilin ders hoe gemakkelijker het is om onèffenheden weg te werken. Moeilijker wordt dat bij drie, zo als men binnenkort in de Chara de kan tegenkomen. Bij een motor van duizend kubieke centimeter vonden de construc teurs vier cilinders eigenlijk te veel en twee weer te weinig. Ze hebben voor drie gekozen en de daardoor ontstane "onbalans" weggewerkt met een balansas. Een soort as die wij ook al bij Mit subishi hebben gezien. Zo is het ogenschijnlijk nadeel van de driecilinder viertakt opgeheven en blijft een zuinige krachtbron over. Volgens de importeur zal men al heel gek moeten rijden wil men de één op veertien niet ha len. De Charade wordt voorlopig alleen vijfdeurs gemaakt. Er zijn drie uitvoeringen die technisch vrij wel identiek zijn. Het verschil in prijs (van f.11.300 tot f. 13.380) zit hoofdzakelijk in de uitrusting. Als topsnelheid wordt 140 km per uur opgegeven. Er hoefde anderhalf jaar geleden geen koffiedik-kijkerij aan te pas te komen om te durven voor spellen dat de Mazda 323 een klapper zou worden op de Ne derlandse automarkt. Een leuk, vlot wagentje met een erg gunstig prijskaartje erop. In dat aas zou men wel happen. Het gebeurde ook prompt. Vorig jaar nog be reikte men een verkoop van meer dan twaalfduizend stuks. Het til- de Mazda meteen naar de tiende plaats op de Nederlandse auto hitparade. Het succes heeft niet stilgestaan bij de jaarwisseling. Onverdroten is Mazda op de ingeslagen weg doorgehold en kortgeleden werd importrice Auto Palace - de Binckhorst in Den Haag de eerste Mazda-organisatie in Europa die de 100.000 volmaakte- Dat gebeurde op een dealerbijeen komst in Brabant, waarop men meteen kon kennismaken met twee nieuwe varianten in de 323- serie: een sportievere uitvoering met een 1400 cc motor (70 DIN- pk) en een 323-stationwagen met dezelfde krachtbron. De grotere cilinderinhoud werd verkregen door een vergrote boring. De "sportieveling" in de 323-feerie moet 14.945 gulden opbrengen, de stationwagen kost 15.195 gul den. Mazda had trouwens nog meer nieuws: de Legato, een nieuw ontworpen model in de twee-liter klasse. Het zal in twee modellen verkrijgbaar zijn, namelijk een vier-deurs sedan en een zoge naamde "pillared hardtop" (een coupé dus). Beide wagens zijn na tuurlijk weer zeer compleet uit gerust. Alles erop en eraan. Maar de coupé krijgt nog meer dan dat. Zo hoort men bijvoorbeeld een muziekje als men vergeet de lich ten uit te doen. En in de console zit een zogenaamde controle-box, waarop men in één oogopslag kan zien of alles goed functio neert. Verder heeft men op deze wagen koplamp-sproeiers, elek trische zijspiegels en een digitaal klokje. Maar voor dat alles moet men dan ook twee mille meer be talen. Immers, Mazda's eerste se dan met een twee-liter motor blijft duidelijk beneden de twin tigduizend gulden (18.895) terwijl de hardtop er met 20.895 ruim boven zit. In de naaste toekomst zijn van Mazda nog enkele modellen te verwachten. Zo zal begin volgend jaar de reeds voor de eigen en de Amerikaanse markt gelanceerde sportwagen met rotatiemotor, de RX-7, naar Europa worden geëx porteerd. Dit model heeft op de genoemde markten zo'n gunstig onthaal gehad, dat men ondanks de maandelijkse produktie van meer dan 5000 stuks al tegen le vertijden van een half jaar zit aan te kijken. Verder wordt de moge lijkheid bestudeerd om lichte bedrijfswagens naar Europa te gaan exporteren. Overigens heeft Mazda wel een wij ziging gebracht in het beleid. Men doet het voorlopig wat voor zichtiger aan met de rotatiemo tor. In het verleden was het nor male produktiemodel dat met ro tatiemotor terwijl voor sommige exportlanden - zoals Nederland - de zuigermotor standaard werd geleverd. Omdat de klachten over het hoge benzineverbruik bleven aanhouden, wat de totale naam van Mazda schade zou kunnen berokkenen en mede omdat deze Japanse fabriek toch de enige is dite op grote schaal met rotatiemotoren werkt, geeft men er nu voorlopig de voorkeur aan alle modellen standaard met een zuigermotor uit te rusten. De ro tatiemotor kan desgewenst wor den geleverd. Ifflït De nieuwe Datsun Sunny die de Datsun 120Y heeft opgevolgd is een weinig opvallende wa gen. Dat kunnen we wei-zeg gen na er een tijdje mee te hebben rondgereden. Meteen na de introductie konden wij zo'n Sunny meenemen. Meestal trekt zo'n gloed nieuw model de nodige aan dacht. Ditmaal nauwelijks. Men had het kennelijk alle maal al gezien. Toch heeft de directie van Dat sun Nederland in Lisse daar geen moeite mee. Men heeft er goede verklaring voor. De wagen staat immers geprijsd in de klasse, waarin bijna de helft van de nieuwe auto's in' ons land wordt verkocht: na melijk die tussen de twaalf en de vijftien mille. En in die zelfde klasse veroverde de "klassiek" gelijnde auto's als de Opel Kadett, de Ford Es cort en de Volkswagen Derby verreweg het grootste deel •van de markt. Daarop baseert men de in Lisse de verwach ting dat ook deze "klassiek" gevormde Sunny een zonnige toekomst tegemoet rijdt. - Het klinkt zinnig en misschien lukt het ook wel. De prijs is in elk geval niet ongunstig: tus sen de 12.300 en 15.250 gul den. Men kan kiezen uit acht uitvoeringen. Er zijn twee motoren: 1200 en 1400 cc. En kinderziekten behoeft men •van het model niet meer te verwachten want het rijdt inmiddels al meer dan een jaar in Japan rond. Wij hadden een 1400 2-deurs GL ter beschikking. Prijs: bijna veertien mille. Met de meeste luxe derhalve, behoudens de automatische versnellings bak die duizend gulden moet kosten. Het bleek een prettig en handzaam wagentje dat in vele opzichten nog wel aan zijn voorganger deed denken, maar toch ook duidelijke ver schillen liet noteren. In de eerste plaats was daar de grotere binnenruimte. Uiter aard is het bij zo'n kleiner model altijd woekeren met de beschikbare ruimte. Na veel passen en meten hebben de Japanse constructeurs er drie centimeter lengte, zeven cen timeter breedte en twee tot vier centimeter hoogte kun nen aanbreien. Een niet te verwaarlozen verbetering, maar daarbij moet men wel bedenken dat de 120Y nogal krap wasbemeten. Dus, het is beter maar nog niet best. Verder benadrukt de fabriek dat de motor zoveel stiller is geworden. Bij honderd kilo meter een geluidsniveau van niet meer dan 72 decibel, con stateert men niet zonder trots. "Daar kan geen enkele con current zich mee meten". In derdaad is de krachtbron tot om en nabij die honderd ki lometer opvallend rustig. Bij zonder stil zelfs. Maar boven die honderd neemt de ge luid s- omvang vrij snel toe. Endaar men een top - althans in onze testwagen - van ongeveer 150 km op de teller kan halen kon het geluid ook nog flink groeien. Maar alles bij elkaar kan men wel spreken van een opvallend rustige wagen. En dat - we hebben het al meer gezegd - vinden wij een kostelijk stuk comfort. Om het comfort nog meer te vergroten heeft men driftig aan het onderstel zitten dok teren. De starre achteras is nu opgehangen door middel van vier reactie-armen en de bladveren zijn vervangen door schroëfveren. Ook hier gel(it dat het een verbetering is maar dat het ideale nog niet is bereikt. Die starre achteras maakt dat de wagen op wat minder gelukkige wegdek- leen te levendig blijft. De on effenheden worden nog te duidelijk doorgegeven. Ver beterde vering en schokdem- ping hebben dat niet hele maal kunnen wegwerken. Maar men kan voor die prijs ook niet alles hebben. Ook in de autowereld is alle waar naar "zijn geld. In elk geval krijgt men een vrij tijdloos gesty- leerde middenklasser die als de meeste Japanse auto's goed en volledig is afgewerkt. Het interieur ziet er leuk uit. Eindelijk is men afgestapt van die al te pompeuze dash boarden. De versnellingsbak functioneert weer feilloos. De stoelen zitten redelijk goed. De rechter voorstoel schuift bij het naar voren klappen van de leuning ook automa tisch wat naar voren, waar door de achter-inzittenden iets meer ruimte hebben bij het instappen. Maar als ie mand aan de linkerkant in stapt moet de bestuurder he laas weer opnieuw de leuning instellen. De wagen levert bij de bestu ring weinig problemen op. De wegligging is heel behoorlijk. De windgevoeligheid is niet geheel verdwenen maar is ten opzichte van de 120Y wel aan zienlijk minder geworden. Alles bij elkaar zijn wij niet on gelukkig met dit jongste mo del van Datsun dat het wapen zal moeten worden waarmee Datsun het kleine beetje ver loren terrein op de Neder landse automarkt wil herver- overen. Het lijkt wel moge lijk. Temeer omdat ook deze Sunny met redelijk gunstige cijfers van de benzinepomp kwam. Ons verbruik variëer- de tussen de één op twaalf en de één op veertien. En dat ziet er goed uit. Zoals de hele Sunny er trouwens goed uit ziet... De sierlijke en technisch bijzon der goed doortimmerde Rover 3500, waarmee British Ley- land het toch wel begeerde predikaat "Auto van het jaar" kon veroveren, heeft niet alleen in de publiciteit waardering gevonden. Het feit dat binnen een jaar niet minder dan 1500 van die dure wagens werden verkocht spreekt wat dat betreft boek delen. Want men moet er nog altijd meer dan 35.000 gulden voor neertellen. Nu groeit het aantal auto's in de klasse boven f. 25.000 gestaag. Dit jaar tot ongeveer veertig duizend stuks. Maar dat ver klaart nog niet waarom Bri tish Leyland in dat stukje markt een stijging van niet minder dan 400 procent kon waarmaken. Voor een deel was dat natuurlijk te danken aan het feit dat British Ley- landvrijwel uit voorraad kan leveren. Niet iedereen is be reid hét maandenlange ge duld op te brengen dat andere merken moeten vragen voor zij een nieuwe auto voor de deur kunnen zetten. Maar het zou niet juist zijn het grote succes van de Rover alleen toe te schrijven aan de leve ring smoeilijkheden van an deren. Onder motorkap Het unieke èoncept, het aan trekkelijke uiterlijk en de voortreffelijke rij-eigen- schappen maken dat deze wagen ook zonder hulp van buitenaf zijn weg wel kan vinden. Het gaf alleen wat ex tra wind in de zeilen. En het ziet er naar uit dat Bri tish Leyland nog meer in dit marktsegment zal kunnen gaan doen nu er ook een Rover 2600 is uitgekomen. Uiterlijk is er nauwelijks verschil met de Rover 3500. Men zal naar de verschillen moeten zoeken. Die zitten voornamelijk onder de motorkap. In plaats van een achtcilinder V-motor treft men daar een volkomen nieuw ontwikkelde zescilin der lijnmotor aan. Met een vermogen van 136 pk, goed voor een topsnelheid van over de 190 kilometer per uur. En volgens de fabriek is deze pit tige krachtbron nog zuinig ook: 7,4 liter super per 100 km bij een snelheid'van 90 km per uur. Overigens een snelheid die men met zo'n auto zelden zal handhaven. Natuurlijk is die zescilinder motor wat minder fel dan zijn grotere achtcilinder broer. En men zal het in deze Rover 2600 voorts zonder elektrisch be diende zijruiten moeten stel len. En zonder een centrale sluiting op de vijf deuren. Maar men behoudt alle vei ligheidsvoorzieningen die ook in de Rover 3500 zitten. En verder de stuurbekrachti ging, de rembekrachtiging, het verstelbare stuur, de van binnen uit te verstellen zij spiegels en andere aardighe den. Het grootste verschil zit m de prijs. De wagen is met f29.500 net beneden de der tigduizend geblevenzodat er vele duizenden guldens ver schil is met de Rover 3500. En dat maakt nogal wa tuit. ZeiJs woonlijk niet op een duizend je kijkt. Wil men in plaats van de handgeschakelde vijfver snellingsbak een Borg-War- ner-automaat hebbendan moet men tweeduizend gul den meer betalen. Het zou ons niet eens verbaze als deze Rover 2600 mei trek zou gaan vinden da als auto van hel jaa kroonde voorganger.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 29