Oorlogsmisdaden
zouden niet
mogen verjaren
RUMOERRONDDE
PEURVERGUNNING
Zo vader
zo zoon
J vis
I sport
PvdA-kamerlid Stoffelen:
ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1978
DEN HAAG (GPD) - De mogelijkheid tot vervolging van
oorlogsmisdadigers moet open blijven. Piet Stoffelen,
PvdA-Tweede-Kamerlid, lid van de Raad van Europa, ge
boren en lange tijd getogen in Oldenzaal, heeft zich in die
ene zin vastgebeten met bewonderswaardige hardnek
kigheid.
Als de Europese landen, waar
ziéh nu nog „onbekende"
oorlogsmisdadigers bevin
den, niet voor 31q december
1979 een verdrag getekend
hebben, waarin vastgesteld is
dat oorlogsmisdaden niet
kunnen verjaren, stapppen
1 januari de oorlogsmisdadi
gers weer vrij en niet te straf
fen voor hun daden rond.
Op dit moment, daarvan is Stof
felen overtuigd, zijn er ook in
•ons land - en uiteraard vooral
in Duitsland en de Zuidame-
rikaanse landen - heel wat
Nederlanders die zich echt in
de oorlog misdragen hebben,
op vrije voeten. „Vooral in de
grensgebieden moeten er
nogal wat zitten. Tegen de
Duitse grens aan en aan de
andere kant tegen de Neder
landse grens aan", weet Stof
felen uit de tientalle reacties
die hij heeft gekregen nadat
bekend werd, dat hij zich op
de barricaden heeft geplaatst,
tegen verjaring van oorlogs
misdaden. Waarom juist in
het grensgebied? Waar
schijnlijk omdat ze bij onraad
snel naar Duitsland kunnen
vluchten en (als ze in het
Duitse gebied wonen) toch
niet al te ver hoeven te reizen
naar Nederland.
In de eerste plaats was er de
Franse petitie van de vader
wiens zoon door Claus Barbie
was vermoord. Barbie is naar
ik weet de enige nog in vrij
heid levende oorlogsmisda
diger die ergens tussen Boli
via en Paraquay zwerft. Die
man moet naar Europa wor
den gehaald. In de tweede
plaats is het zaak dat de leden
van de raad een verdrag teke
nen om - te voorkomen - dat
oorlogsmisdaden kunnen
verjaren", zegt Stoffelen ter
inleiding.
„Ik ben bij de kwestie van de
oorlogsmisdaden bétrokken
geraakt door mijn werk in de
Raad van Europa. Ik werd als
rapporteur aangewezen om
twee zaken te onderzoeken
^a een, zorgvuldige bestude
ring, na veel gesprekken en
honderden schriftelijke reac
ties is er bij Stoffelen de over
tuiging gegroeid dat Frank
rijk en West-Duitsland moe-
Door
Arnold Fortuin
t Piet Stoffelen
ten aandringen op uitlevering
van Barbie. „Dat zaakje stinkt
ontzettend. Na zijn veroorde-,
ling, direct na de oorlog,
kreeg hij toch een baantje bij
de Amerikaanse inlichtin
gendienst, zonder zijn straf
uit te hoeven zitten. Na ver
volgens wat jaren „rustig" in
de Bondsrepubliek te hebben
gewoond, kon hij naar Zuid-
Amerika uitwijken. Terwijl ik
met deze zaak bezig was,
groeide de stapel informaties
Nu weet ik dat er nog veel
oorlogsmisdadigers op vrije
voeten zijn"
De brutaliteit en het gevoel van
onaantastbaarheid van deze
mensen is vaak zo groot, dat
ze zich weer regelmatig, zon
der kennelijk gevaar voor
vervolging, durven te laten
zien. Als er voor 31 december
volgend jaar niets gebeurt,
hoeven ze zelfs niets meer te
vrezen. Dat is toch afgrijse
lijk. Zeker voor de mensen
die nu na zoveel jaren van
vrijheid nog leven met de
duidelijke sporen van vijf
verschrikkelijke oorlogsja
ren", vervolgt de PvdA-jurist,
eraan toevoegend dat hij geen
propaganda wil maken voor
een heksenjacht, maar dat het
rechtsgevoel eist dat vervol
ging door moet kunnen
Naast de behoefte aan
rechtvaardigheid is er nog
iets ahders dat Stoffelen ér
toe gebracht heeft met haast
en hardnekkigheid door te
werken. Het neo-nazisme
bloeit weer op, in alle hevig
heid. Waarbij georganiseerde
nazi-gangs ook in de grens
streek vöor geèn énkel drei
gement èn uitvoering daar
van terugschrikken. In dat
gezelschap zullen de straks
„bevrijde" oorlogsmisdadi
gers zich thuis kunnen voelen
en naar gevreesd wordt met
bewondering gekoesterd,
Stoffelen' kreeg drie soorten
reacties. „In de eerste plaats
warén eii de duidelijke aan
duidingen over aanwezigheid
van oorlogsmisdadigers in
oris land, al ziet het er niet
naar uit dat het hier om de
zeer zware gevallen gaat. In
de tweede plaats waren er nog
wat antisemitische reacties,
en zelfs puur anti-joodse bij,
die een andere kijk op de
•schuldvraag van de oorlog
verraden dan met de waar
heid en de feiten overeeri-
komt. In de derde plaats wa
ren er tientallen brieven van
mensen die aanspoorden
doorte gaan met mijn strijd.
Uit al die reacties blijkt, dat
geen onderwerp zo intens bij
de mensen leeft als juist de
vervolging van deze misdadi
gers"
Er zijn goede -verwachtingen
dat Nederland binnenkort het
verdrag zal tekenen. Stoffelen
meent "dat de opsporingsacti
viteiten ook in ons land inten
siever moeten worden en dat
op Europees'niveau de in
spanningen op dit terrein ge
bundeld moeten worden. Hij
vindt het tekenend, dat- Ne
derlandse journalisten en
particulieren het belangrijk
ste opsporirigswerk moeten
verrichten. „Ik streef ernaar",
zegt de PvdA'er, „te achter
halen hoeveel oorlogsmisda
digers er nog ongestraft
rondlopen. Verder wil ik on
derzoeken in hoeverre de op
sporingsactiviteiten kunnen
worden verbeterd. Tenslotte
moét ik weten welke moge
lijkheden er zijn om ernstige
criminelen uit Zuid-Amerika
of uit Europese landen te
kunnen pakken", vat hij zijn
taakstelling samen.
Tenslotte merkt hij op: „Je be-
vecht geen oude mannen en
vrouwen, maar een helaas
herlevende geest. Het is niet
alleen iets historisch; het op
komende neo-nazisme maakt
het nodig iedere poging om
het oorlogsverleden te ver-
goeilijken te verhinderen. We
moeten doorgaan en duide-,
lijk maken, dat in een rechts
staat zware oorlogsmisdaden
niet ongestraft kunnen blij
ven. Of ik me bij dat werk on-
bedreigd voel? Daar ben ik
niet geheel zeker van".
Peuren heeft een aparte be
koring. Voor velen is het niet al
leen het vangen maar ook de
"fijne nasmaak" die zo'n nacht
je op het water kan opleveren.
Het vangen van vis aan de hen
gel wordt tegenwoordig al
gemeen als een sport be
schouwd. Niet voor niets
wórdt de hengelaar betiteld
als sportvisser. Toch is het
nog niet zo heel lang geleden,
dat het vissen ook een belang
rijke rol speelde in de voed
selvoorziening.
Zo in de jaren twintig en dertig,
vooral in de crisisperiode,
was het gebruikelijk dat de
visser zijn buit mee naar huis
toe bracht en dat de gevangen
vissen na van ingewanden,
kop en schubben te zijn ont
daan in de koekepan beland
de. Op menig tafel verscheen
bij het avondeten gebakken
riviervis.
Met de stijgende welvaart na de
Tweede Wereldoorlog werd
de roep om de gevarigen vis
terug te zetten steeds ster-
ker.De groep schrijvende vis-
sers, die propageerde om toch
vooral weidelijk te vissen,
nam steeds meer toe. Het
pleidooi voor de terugzetting
had vooral betrekking op de
steeds teruglopende roofvis-
stand, met name de snoek.
Maar ook de vissoorten, die
minder schaars werden, zijn
in de loop der tijd steeds va
ker teruggezet.
Het weer terugzetten van de
vangst nam zelfs zo'n omvang
aan, dat er weer deskundigen
waren die schreven dat het te
rugzetten van alle vis toch
niét zo gunstig is, omdat het
tot een overbezetting kan lij
den, wat weer degeneratie tot
gevolg kan hebben. Het
woord "verbraseming" deed
in dit opzicht vooral opgeld.
Verbeelding
Toch is er één vissoort dat in
consumptief opzicht steeds
tot de verbeelding van de
hengelaar is blijven spreken.
Dat is de aal, vaker betiteld als
"paling". In gerookte en ge
stoofde vorm wordt het alge
meen gezien als een culinaire
lekkernij, die slechts weini
gen versmaden. Paling, dat is
door alle tijden en conjunctu
ren heen zo gebleven, wordt
zelden of nooit in het water
teruggezet.
Er is nog een facet waarin de aal
zich onderscheidt van de an
dere vissen. Hij wordt vaak op
een bijzondere wijze gevan
gen, namelijk met de peur.
Kort en gauw verteld is een
peur een stok, waaraan met
een lijn een bundeltje samen-
geregen wormen is beves
tigd. In nachtelijke uren
wordt aan deze peur paling
gevangen. Tenminste als de
"paling" wil lopen. Want ook
een peur is niet zoiets als een
toverstaf waarmee je altijd
kunt vangen.
Het vissen met de peur heeft in
Leiden en naaste omgeving
altijd sterk tot de verbeelding
van de hengelaars gesproken.
Misschien is het daarom niet
zo toevallig, dat in de Camera
Obscura een speciaal Hoofd
stuk wordt gewijd aan de
Leidse "peueraar". Een jaar
of wat geleden zag het er naar
uit, dat de peur een langzame
dood zou sterven. Immers op
het landelijk niveau was men
tot de overtuiging gekomen,
dat een verdeling van de vis
stand moest komen tussen de
beroeps- en de sportvisserij.
Schubvis
Uitgangspunt was daarbij dat
de schubvis, dus voorn, blei,
brasem, baars, snoekbaars en
snoek geheel beschikbaar zou
komen voor de sportvisserij
én dat de grondvis, en daar
werd met name de paling mee
bedoeld, alleen nog bevist zou
mogen worden door de be
roepsvissers. Dat standpunt
heeft ertoe geleid dat er een
uitkoopregeling werd opge
steld. Er werd een potje ge
vormd waaruit beroepsvis
sers werden betaald wanneer
ze bereid waren om afstand te
doen van hun recht op het
vangen van schubvis. Hoewel
hief en daar resultaten wer
den bereikt, was de oogst over
het algemeen nogal mager.
Ook werd er op bescheiden
schaal geknabbeld aan de ou
de peurrechten van de sport
visser. De bedoeling was dat
er jaarlijks een bepaald per
centage peurvergunningen
zou worden ingetrokken. Een
natuurlijk uitstervingsproces
dus. Zover is het niet geko
men. Hoe sterk een bepaalde
categorie hengelaars gehecht
is aan de peurvisserij bleek
vorige week overduidelijk
tijdens de vergadering van de
Hengelaarsbond voor Leiden
en omstreken. Uit de woor
den van voorzitter Mark
bleek, dat sommige vissers
die nog niet over zo'n vergun
ning beschikken, zelfs zover
gaan om het bestuur te be
dreigen. Vandaar ook dat op
de vergadering een motie
werd aangenomen waarin de
royementscommissie wordt
gemachtigd om leden die het
op dit punt te bont maken als
lid te schrappen.
Rumoer
Het rumoer binnen de henge
laarsbond is met name ont
staan sinds de beroepsvis
sers, die het visrecht van het
Kagerplassengebied bezitten,
de Van Nieuwkoops, besloten
om vijftig peurvergunningen
beschikbaar te stellen. De
Uitgifte daarvan moest gezien
worden als een proef. Achter
liggende gedachte van die
geste was onder meer dat de
ze vijftig peurders in nachte
lijke uren ook een oogje in het
zeil konden houden, zodat
een eind zou komen aan de
hand over hand toénemende
stroperij.
Want, omdat paling een be
geerde buit is, zijn er nogal
wat lieden, die in nachtelijke
uren fuiken lichten. Behalve
dat men de vangst meeneent
worden er vaak ook op grote
schaal vernielingen aange
richt. De verdeling van de
vijftig vergunnningen heeft
nogal wat voeten in aarde ge
had, omdat de beroepsvissers
als eis stelden dat de namen
voorgelegd zouden worden.
Bovendien heeft het bestüur
steeds geweigerd om de na
men van diegenen, die zo'n
vergunning kregen bekend te
maken. Dat heeft bij een be
paalde groep die buiten de
boot viel nogal kwaad bloed
gezet, met het bovenvermel
de gevolg.
Gemoederen
Inmiddels zijn de gemoederen
enigszins tot bedaren ge
bracht omdat het aantal ver
gunningen zal worden uitge
breid tot honderd zodat nog
eens vijftig peurlustigen op
de Kagerplassen terecht
kunnen. Daarnaast heeft de
Leidse bond nog een flink
aantal peurvergunningen die
geldig zijn voor het water dat
de bond in bezit heeft of voor
de Ringvaart rondom de
Haarlemmermeer. Ze moeten
elk jaar opnieuw worden in
geleverd. Wie dat op tijd doet,
kan erop rekenen dat hij er
ook op het volgende jaar weer
een krijgt. Niet opgehaalde
peurvergunningen worden
tijdens een ledenvergadering
onder belangstellenden ver
loot.
De meest democratische ma
nier van distributie zou zijn
om alle peurvergunningen
jaarlijks opnieuw te verloten,
zodat iedereen evenveel kans
heeft. Maar omdat op de le
denvergadering de houders
van peurvergunningen altijd
sterk vertegenwoordigd zijn,
maakt een dergelijk voorstel
geen enkele kans van slagen.
Fred Veltman
Het aangewezen adres voor
al uw hengelsport.
"Zolang het (de emancipatie
van de vrouw P.W.) beperkt
blijft tot het roepen van de
ober, vind ik het best." Ap
plaus van de zaal. Aldus mi
nister-president Dries van
Agt. Natuurlijk heb ik naar
de uitzending "Zo vader zo
zoon" met de vier bekende po
litici gekeken. Wie niet.Bij die
geestige bedoelde uitspraak
ben ik blijven steken en ik ben
er veel over gaan nadenken
Op het ogenblik ben ik bezig met
een klein manuscript over de
gedachten die in mij opkwa
men de laatste uren dat ik
da,cht nog te zullen levend Ik
wil daar wat achtergrond
aan geven. Ik vertel daarin
van de grote afkeer die ik heb
van de congregatie waartoe
ik behoor. Het moge vanzelf
spreken dat ik niemand wil
beledigen of kwetsen of schok
ken. Maar het kan misschien
enkele zaken verklaren.
Vanaf mijn twaalfde tot mijn
vijfentwintigste jaar ben ik
op het seminarie geweest. Het
kleinseminarie was een ver
derfelijke instelling. Van het
begin af aan was er sprake
van de meest gruwelijke soort
indoctrinatie die men zich
kan voorstellen. Door volkor
men ondeskundige mensen
was een leefreglerhent samen
gesteld waaraan zeer streng
de hand werd gehouden. Het
jezelf versterven, het niet dóen
waar je zin in had werd wel
als de hoogste deugd aange
praat. Elke dag werd overla
den met alle mogelijke ver
plichte godsdienst-oefenin
gen.
Natuurlijk zal iemand zeggen,
je hebt in die jaren toch ook
veel plezier en vreugde be
leefd. En dat is ook zo. Maar
ook herinner ik me dat ik ja
renlang als jongen van 12 tot
16 jaar elke avond op de don
kere slaapzaal op mijn bed
knielde en vijf onzevaders en
vijf weesgegroeten bad, opdat
ik toch maar niet ouder zou
worden dan 33 jaar. De leef
tijd van Hem bij wie ik me
veilig wist.
Achteraf gezien moet het ergste
geweest zijn datje al die jaren
absoluut elke invloed miste
van de vrouw. De angst voor
alles wat met sexualiteit te
maken had werd er in geha
merd. Waar je ook was, je
mocht nooit met tweeën gezien
worden. En "misdrijven" in-
zdke homosexualiteit werdén
zeer streng, meestal met heen
zendingbestraft. Moederlijke
liefde en tederheid en gezins-
warmte zijn onmisbaar bij de
opvoeding. Het grootste ge
deelte van de opvoeding komt
gewoonlijk op de moeder neer
Een jongen zoveel jaren
moedwillig en gedwongen dit
alles ontzeggen is misdadig.
Piet Wesseling
Waarom dit verhaal?
Het heeft alles met de opmerking
van Van Agt te maken. Im
mers wanneer je op 25-jarigq
leeftijd priester gewijd wordt,
word je, zoals dat heet, op de
i losgelaten.
Via een onuitputtelijk arsenaal
oefeningen; missies, retraites,
tridua, geestelijke oefeningen
enz. enz. en vooral via de pa
rochies, werden de gelovigen
elke zondag- ze stonden im
mers onder de dwang van de
zondagsplicht - week-in week
uit jaar-in jaar-uit. voorge
licht omtrent de man-vrouw
verhouding door deze vol
strekt eenzijdig opgeleide
mannen. De man is het hoofd
van het gezin. Hij had de lei
ding in praktisch alles. De
vrouw werd in haar meisjes
tijd gezien als een gevaarlijk
object en als ze getrouwd was
als de moeder van de kinderen
op wie alle zorg neerkwam en
om wie het gezin draaide en
die daar maar genoegen mee
moest nemen.
wordt door mannen is geen
wonder. Je zou het christen
dom niet als één van de oorza
ken van de vrouwenonder-
d.rukking kunnen zienmaar
als de hoofdoorzaak. Natuur
lijk ben ik voor emancipatie
van de vrouw, overal waar
dat maar kan. Natuurlijk
komen er extreme dingen
voor, zoals in iedere nieuwe
beweging. En die zijn te ver
foeien en te begrijpen. Het
evenwiqht is nog lang niet be
reikt.
"grote" en in de "kleine" we
reld wanneer de vrouw het
mede voor het zeggen had ge
had. Haar wijsheid en haar
intuïtie b.v. zijn onmisbaar
Hoezeer de kerk, ik bedoel nu
het instituut, een mannen
maatschappij is, bleek op een
bijna grillige wijze bij de lan
ge uitzending van de KRO
van de intronisatie van paus
Johannes Paulus I. Er waren
louter mannen te zien uit heel
de wereld van wie de mijters
in Rome alsmaar schijnen te
groeien.
En dat de vernedering en de
wegcijfering van de vrouw
niet van vandaag of gisteren
is, bewees de nieuwe paus. In
zijn toespraak gaf hij nog
eens weer dat het christelijke
geloof, aanvankelijk steu
nend op de theologie van en
kele kerkvaderswaaronder
vooral Augustinus. en wijsge
ren,zijn apotheose had gekre
gen in Thomas van Aquino
die het christendom zijn defi
nitieve gestalte had gege-
.ven door er de leer van Aristo-
teles aan toe te voegen, de
grootste aller wijsgeren. Sint
Thomas, wiens theologie ver
plicht was voor alle semina
ries van de wereld,stelt in zijn
boek de Quest iones (Vragen)
de vraag: Heeft de vrouw een
ziel. Weliswaar komt hij tot
een positief antwoord, maar
de vraag alleen zegt al ge
noeg.
Zo denkt de curie en de nieuwe
paus maakt daar vanzelf
sprekend deel van uit. Over
zijn plannen die hij kenbaar
maakte tijdens diezelfde toe
spraak kan men alleen veel
optimisme koesteren. Hij is in
ieder geval een man die open
staat voor het gesprek. Maar
wel moet me nog van het hart
dat uit geen daden of woorden
van Jezus van Nazareth ook
maar de geringste achteruit
stelling ten opzichte van de
vrouw, laat staan minachting
is gebleken.
De discriminatie van de vrouw
kan 'dus in geen geval afkom
stig zijn van het christelijk
geloof pur sang. Dit is ei-
waarschijnlijk pas binnen
gedrongen toen keizer Con-
stantijn het christendom tot
staatsgodsdienst verhief.
Het is moeilijk om in zo kort be
stek alles te zeggen watje op je
hart hebt
Maar nog twee dingen
Waar het christendom het ini
tiatief genomen heeft tot ach
teruitstelling van de vrouw,
zou het zeer op zijn plaats zijn
en zeer christelijk als het nu
het initiatief nam tot erken
ning van de vrouw. Tenslotte:
nou heb ik nog niets gezegd
over de obers. Zeker die in de
buurt van het Binnenhof ver
wijlen doppen hun eigen
boontjes wel.