"Wii zijn vertalers, geen censoren 1 Laat een vis niet al te lang sappelen vis sport NOS-VERTALER WIM HOHAGE: 77 ZATERDAG 5 AUGUSTUS 1978 PAGINA 19 HILVERSUM - „Nee. dank u, ik heb al een boek". Zo luidde enkele jaren geleden een knap bedachte slogan van de Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek. Hij was bedoeld voor die groep van Nederlanders die zelden of nooit een boek lezen en eindigde dan ook met de zin: „Oké, geef me nog maar een boek". Je staat er niet zo gauw bij stil, maar zelfs iemand die zich weinig om boeken of kranten bekommert, kan toch nog heel wat aflezen, zonder dat hij zich daarvan bewust is. Neem de ondertitels op de televisie. In Hilversum wor den er een miljoen per jaar uitgerammeld. Een vaste ploeg van 23 man verdient er het dagelijks brood mee: de NOS-vertaalafdeling. In deze tijd, gedurende de zo mermaanden, draait de ver- taalafdeling op topsterkte. Dat betekent dat niet alleen de vaste kern tot over de oren in het werk zit, maar dat ook de gehele groep van free-lan ce medewerkers is opge trommeld. „Dat zijn mensen, die vaak voor ons werken, maar daarnaast ook voor uit geverijen in touw zijn", zegt de 42-jarige chef van de ver- taalafdeling, Wim Hohage. „Maar daar hebben ze nu ab soluut geen tijd voor. Het is hier veel te druk". De reden is het feit dat de Nederlandse studio's 's zomers in revisie zijn en er dus geen eigen pro- dukties kunnen worden ge maakt. Gevolg: buitenlandse series. Wim Hohage: „De vertaalafde- ling is een facilitaire afdeling Dat wil zeggen dat we voor alle zendgemachtigden moe ten vertalen. Dat vertaalwerk omvat film, amusement (ook Nederlandse shows met bui tenlandse gasten), drama, sport en actualiteiten. Elke dag zijn er minimaal twee om roepen op de buis; voor dat werk maken we een planning vooruit. En voor de actualitei tenrubrieken, waarvan er ie dere dag wel één is, zitten er op de dag zelf twee man, die zich alleen daarmee bezig houden". De vaste ploeg van Hohage be staat uit twaalf vertalers En gels, twee vertalers Frans en eveneens twee voor het Duits hun werk komt via een pro- duktiebureau (drie admini stratieve krachten) en een eindredactie (drie man) bij de omroepen terecht. Van de vertalers hebben er sommi gen bij-talen in hun pakket Zo houdt een vertaler Frans zich ook bezig met het Portu gees en een vakman Engels tevens met Maleis. „En de free-lancers - onze vaste kern omvat zes man - beheersen de gékste talen", aldus Wim Ho- Script - Wat gebeurt er nu precies op die vertaalafdeling vanaf het moment dat er een film bin nenkomt? (We kiezen het voorbeeld van een film, hoe wel het maken van onderti tels niet het enige werk van Hohage's ploeg is: ook het vertalen van gesproken tek sten bij natuurfilms en do cumentaires hoort erbij). Wim Hohage: „We ontvangen de film met een bijbehorend script (draaiboek waarin, als het goed is, alle gesproken teksten zijn opgenomen - red.). De film wordt op de montagetafel afgedraaid om te controleren of dat script klopt. Dat is niet altijd het ge val, maar we zullen er nu even vanuit gaan dat het goed Via de teller op de montageta fel nemen we nu exact het aantal seconden op dat elke dialoog duurt en dat noteren we in het script. Vervolgens gaan we met het script naar het kantoor terug om in te strepen, d.w.z. de verdeling te maken, waarin de tekst op de titelkaarten zal worden ge tikt" Die verdeling is geba seerd op een onderzoek, dat uitwees dat de gemiddelde kijker voor één titelkaart (70' spaties verdeeld over twee regels) maximaal zes secon den leestijd nodig heeft" Wim Hohage: „D.w.z. dat wij niet alleen vertalen, maar daarbij tevens samenvatten Je zit te comprimeren. Je sterntje werk af op de gemid delde kijker. Je moet het be vattingsvermogen van de gemiddelde Nederlander aanhouden. En toch moet je zo volledig mogelijk verta len" Klachten - Is dat moeilijk9 Hohage: „Je moet een keus doen. Dat valt niet altijd mee, maar je komt er wel uit. Je krijgt natuurlijk altijd klach- was weer niks.. Komen er vaak klachten7 Wij krijgen vrij veel klachten binnen, ja. Via de omroepen, die ze doorsturen. Of recht streeks, via onze telefoniste Maar de meeste klachten zijn vaag, en doorgaans onge grond. Om van dat laatste een voorbeeld te geven, het zijn vaak mensen die gekwetst zijn. Wanneer wij een buiten landse vloek vertalen, met „verdomme", eventueel „godverdomme dan krijgen we zo'n klacht. Ook bij andere krachttermen, of obscenitei ten. Zo'n klacht noem ik on gegrond. Wij zijn vertalers geen censoren" - Sommige krachttermen zijn niet te vertalen, en toch wor den ze soms vertaald. Zo zag ik „motherfucker" eens on dertiteld met „mafkees" Hohage: „Ja, als zoh woord moeilijk of niet te vertalen is, dan zoek je de dichtstbijzijn de term. Je informeert wat in bepaalde milieus een gebrui kelijke uitdrukking is. En als zoiets op zichzelf staat, dan laat je het weg. Dat is een voordeel van die zes secon den. Je kunt er soms moei lijkheden mee omzeilen. Je moet tóch comprime- Even terug naar het boven ge schetste arbeidsproces. Wan neer het script is ingestreept en de verdeling dus is ge maakt, wordt de in moten ge hakte (buitenlandse) tekst vertaald (dus tevens samen gevat) en op een titellijst ge typt. Volgens die titellijst worden de ondertitels op kaarten getikt. Het zijn deze kaarten, die in het filmbeeld worden geprojecteerd en bij iedere druk op de knop van de titelregisseur wisselen. Na afloop van de uitzending worden de kaarten vernie tigd, omdat ze te kwetsbaar zijn om te bewaren. (Voor het geval van een herhaling van een film of serie worden script en titellijst tien jaar bewaard.) Ramp Hohage: „Met een filmpje v 25 minuten - de tijdsduur x een korte aflevering van e gebruikelijke serie - zijn we anderhalf tot twee dagen be zig. Het intypen van de titel kaarten meegerekend. Een grote aflevering, die door gaans vijftig minuten duurt, kost ons drie tot vier dagen werk. Maar dat geldt alleen als het script klopt. Als dat niet het geval is, komt er voor een korte aflevering één dag, en voor een lange nog eens twee dagen bij" - Gebeurt dat vaak? Hohage: „Dat komt regelmatig voor. „Baretta" is qua script erg slecht. En programma's van komieken als Tommy Cooper en Marty Feldman. Dat is een ramp. Daar klopt niets van. Die lui dóen maar wat!" - Over komieken gesproken, het vertalen van humor valt niet altijd even gelukkig uit, vind ik. Hohage: „Ik weet dat de men sen daar vaak niet tevreden mee zijn. Je kunt humor nu eenmaal vaak niet vertalen De Muppet-show bijvoor beeld. Wij vinden zelf dat we het aardig doen. Je moet be denken dat er voor het be denken van de oorspronke lijke serie in Engeland een hele ploeg tekstschrijvers aan het werk is. Bij ons zit één man al die grappen te verta len. Dat is inderdaad altijd dezelfde vertaler, ja, want als je daar de ene week hém en de volgende week een ander op zet, dan wordt de hele sfeer van de vertalingen an ders" „Die grapjes in de Muppet- show zijn vaak echt Ameri kaans of Engels. Als je die let terlijk zou vertalen, dan maak je ze kapot. En als je, zoals wij doen, er een beetje mee speelt en ze op een Nederlandse si tuatie afstemt, dan worden het hele andere grappen. Bei de gevallen zijn niet juist, maar er is geen tussenmoge lijkheid. Buitenlandse humor is heel moeilijk te vertalen. Maar je moet iets doen, an ders kan de helft van de kij kers het helemaal niet vol gen". Liedjes Over het vertalen van liedjes, waar men soms zelfs de regels laat rijmen, is Hohage zelden tevreden. „Ik sta op het standpunt, dat je liedjes he lemaal niet moet vertalen. Dat werkt alleen maar storend. Een uitzondering maak ik wel voor typisch verhalende liedjes, waar het belangrijk is datje de tekst tóch meekrijgt. Maar dan moet je niet gaan rijmen in je vertaling" ^Maar ja, ik heb het ook niet voor het zeggen. Als een pro grammamaker wil, dat ik een liedje ga vertalen - en dat willen er nogal veel - dan heb ik dat maar te doen. Wij wer ken in opdracht van de om roepverenigingen en zij heb ben de eindverantwoorde lijkheid voor de vertaling. Zij krijgen een kopie van de ti tellijsten. Die corrigeren ze en als ze iets niet zint, dan han gen ze aan de bel. En we had den het daarnet over vloeken en obsceniteiten, nou, er zijn er een paar die erg voorzichtig zijn. Wat me overigens opvalt bij klachten, is dat het vrijwel altijd om dit soort dingen gaat en nooit over bijvoorbeeld geweld. Dat ontgaat me een beetje" Nasynchromsatie Wim Hohage en het overgrote merendeel van zijn ploeg me dewerkers zijn erg gekant te gen het systeem van de na- synchronisatie. „Ik ben dan ook erg blij dat een kijk- en luisteronderzoek heeft aange toond dat het merendeel van de kijkers er ook tegen is. Ik zelf vind nasynchronisatie iets afgrijselijks. Dat je een Robert Redford ziet, die met de stem van Jeroen Krabbé spreekt. Begrijp me goed, ik vind dat een goede acteur hoor, maar hij heeft niet de stem van Redford. Volgens mij maak je een film met na- synchronisatie helemaal dood" ..Daar komt bij, dat sommige mensen denken dat het on dertitelingssysteem leerzaam is. De kijker zou wat van de oorspronkelijke taal meepik ken. Ik betwijfel dat. Vooral door dat sterke comprimeren, denk ik dat de meeste kijkers in hun vermeende educatieve beinvloeding niet veel verder komen dan „yes" en „no". Je kunt je afvragen wat er bij ondertiteling overblijft in verhouding tot nasynchroni satie. Ja, minder natuurlijk, maar ik denk wel voldoende om een duidelijk beeld te ge ven van de inhoud van de film". De vertalers moeten doorgaans een MO-diploma op zak heb ben om bij de NOS over de drempel te komen, maar daarnaast is het van groot belang, dat ze een goede al gemene ontwikkeling heb ben. Ze moeten weten wat er in Nederland en daarbuiten speelt en tevens is een beetje vlotte pen vereist. Iedere as pirant NOS-vertaler wordt getest, om te kijken hoe hij op het specifieke vak van tv-ver- talen reageert. Wanneer ie mand zich sterk concentreert kan een bedrijfsdoofheid op treden - iets dat men, met name wanneer er haastwerk is te verrichten, niet kan heb ben". Haastklussen - Haastklussen worden in hoofdzaak geleverd door de actualiteitenrubrieken. Hohage: „Dat is vrijwel altijd tegen de klok werken, omdat de redacteuren - begrijpelij kerwijs - zo actueel mogelijk willen zijn en dus hun spullen op het laatste nippertje inle veren. De kwaliteit van het vertaalwerk mag daar na tuurlijk niet onder lijden, maar het is een feit dat je in tijdnood niet zo ontspannen werkt als normaal". ,De dienstdoende vertaler zit zeer gespannen te luisteren en als hij op zo'n filmpje dan ook nog bijvoorbeeld een Afrikaan treft die Engels spreekt, dan wil het nog wel eens gebeuren, dat hij me thuis opbelt om te vragen of ik even langskom - ik woon hier namelijk vlak om de hoek. En dan ga ik maar". „Die haastklussen, dat gespan nen werken... Er zijn mensen die vinden dat dat z'n beko ring heeft. Anderen zeggen: ik ben vertaler, zó kan ik niet werken. Ik behoor tot de eer ste categorie..." Fred Veltman Het aangewezen adres voor al uw hengelsport. Vissen verspelen vindt nie mand leuk. Zeker niet als het vissen zijn op wier aanbeet je lange tijd hebt moeten wach ten. Als het om vissen gaat. die moeilijk vangbaar zijn of als je ein-de-lijk eens een echte grote joekel hebt aange tikt. Hangt die zo begeerde grote vis eenmaal, is de haak gezet, dan moet er worden gedrild. Worden daarbij veel vissen verspeeld? Niet zo erg veel, volgens mij. Naar mijn smaak ontstaan de grootste moeilijkheden als de vis moet worden geland. Waarom dit zo is, kan ik snel uit de doeken doen. De hoofdre den is dat allerlei zaken die tot vlak voor dat landen in het voordeel van de visser waren, nu in zijn nadeel gaan wer ken. En ook het kleinste foutje, ook de geringste onge rechtigheid, veroorzaakt door de visser zelf of te wijten aan foutief gekozen of verkeerd gehanteerd landingsmate riaal, wordt onmiddellijk af gestraft en wel met het ver spelen van de vis. De lijn, of liever gezegd de leng te van die lijn, is tot op het moment van het landen toe in het voordeel van de visser geweest. Die lijn was lang. Die lijn rekte. Die lijn ver toonde speling. Die lijn deed dienst als een soort schok- breker. Maar vlak voor het landen is die lijn heel erg kort geworden. Rekken doet hij nauwelijks meer en rukken kan hij slecht opvangen. De hengel, die tijdens de dril zo prachtig gebogen stond, ver toont nu een zeer gevaarlijke bocht en de hoek tussen de lijn en de hengeltop is ex treem scherp geworden. Dat betekent dat de slip, noodza kelijk om de lijn heel te hou den, slecht haar taak kan ver richten. Dan zijn we er nóg niet, want de vis heeft vlak voor het landen meer zaken "tot zijn beschik king" die in zijn voordeel kunnen werken. Hij is nu bij voorbeeld vlak bij de boot en daar wil hij maar al te graag onder wegduiken, waarbij de lijn verward kan raken in de buitenboordmotor, het an- ,o|( De schrijver van onze weke lijkse visrubriek, Bram van Leeuwen, is met vakantie. Daarom zult u de komende weken op deze plaats een aantal gastschrijvers aan treffen. Het spits wordt deze week afgebeten door de be kende hengelsportauteur Kees Ketting. kertouw of de steekstokken - narigheid genoeg. Hetzelfde geldt wanneer er vanaf de kant wordt gevist, want nu kan de vis zich bij zijn pogingen die prikkelende haak los te schudden laten helpen door rietpollen, wier bedden, gezonken bomen, takken, paaltjes van een schoeiing, enz. Goed landen van een vis begint al bij de dril. Je kunt een vis pas veilig landen als hij be hoorlijk gedrild is. Behoorlijk gedrild betekent dat de vis min of meer moe is. Je kunt een vis weliswaar uitdrillen totdat-ie als een witte vaat doek met zijn buik naar bo ven op het water drijft. Maar dat is niet direct de manier als je van plan bent de vis terug te zetten. Het is namelijk wetenschappe lijk bewezen dat geheel uit- gedrilde vissen na het ontha- ken vrolijk wegzwemmen, maar dat ze na verloop van korte tijd - waarschijnlijk door een overmaat aan melk zuur in het lichaam - toch sterven. Dat ziet de visser echter niet. Daarom: dril snel, laat een vis niet te lang sappelen (daarbij wordt de kans de vis te ver spelen alleen maar groter). Dat goed en snel drillen alleen kan gebeuren als je aangepast materiaal gebruikt, ligt voor de hand. Snel drillen dus. Dit betekent natuurlijk niet dat men met alle geweld moet proberen de vis zo spoedig mogelijk dichterbij te trek ken. Er moet met verstand en overleg gehandeld worden. Je kunt het beste zeggen: de vis hoeft niet volkomen lam en wezenloos in het water te drijven - men moet de vis volkomen onder controle hebben. Acht u de vis eenmaal rijp om te landen, kijk dan eerst eens waér u de vis wilt landen. Vist u vanuit een bootje dan is de keuze niet zo groot (haal op dat anker, als u een joekel aan de lijn hebt!), maar vist u van af de oever, dan is het vaak aan te raden de vis niet te lan den op de plek waar u toeval lig vist. Het kan best zijn, dat een paar meter verderop een plek is die beter geschikt is (minder riet, geen hangende takken in het water, oever minder drassig of glad enz.) Loop dus, als de vis gedrild is, of zelfs tijdens het drillen, naar die betere landingsplek toe, en vergeet vooral niet om het net mee te nemen.... De vis neemt u bij dit verplaat sen als het ware op sleeptouw, waarbij u zijn kop boven wa ter probeert te houden, dat vermoeit hem het snelst. Steek als het zover is het net onder een hoek in het water. Wacht totdat het net goed nat is (en zinkt) en trek vervol gens de vis erboven. Is hij'er geheel boven, dan kan het net omhoog worden getrokken. Wat je daarna nogal eens aan de waterkant ziet is dat men het met vis en al uit het water tilt. Op zo'n manier molt men een net. In het water weegt de vis name lijk veel minder dan uit het water. Trek het net daarom door het water heen naar u toe. Til hem vervolgens op. Niet aan de steel, vooral niet als het om een zware vis gaat, maar door de randen van de beugel te pakken en nu de vis op de kant of in de boot te trekken. Te oordelen naar de grootte van de netten, die je zolangs de waterkant in gebruik ziet, zijn de meeste vissers erg pessi mistisch ingesteld voor wat betreft de grootte van de vis die ze hopen te vangen. Met andere woorden: de meeste netten zijn veel te klein. Tip: koop een groot net en doe dit met een beslist optimistische verwachting voor wat betreft de afmetingen van uw vang sten. Denk ook aan de kleur van de mazen. Wit is niet zo bijster geschikt omdat het ex tra opvalt. Kies liever een net met bruine of groene mazen. Katoenen mazen vereisen onderhoud, maar hoeveel on derhoud - voornamelijk uit spoelen - u ook pleegt, na verloop van tijd verrotten ze toch. Tweede narigheid: ha ken kunnen er zich prachtig in vastzetten; vooral een tweede dreg op kunstaas is wat dat betreft berucht. Diepe netten zijn handiger voor het landen van grote vissen dan ondiepe. Het is verba zingwekkend te zien welke vissen men tóch nog veilig kan landen met een klein net, mits de zak van het net diep ge noeg is. Grondregel: het net moet tenminste anderhalf maar liever nog tweemaal zo diep zijn als het breed is. En hoe breed moet het net zijn? Naar mijn smaak zo'n drie kwart van de lengte van de vissen die u hoopt te vangen. En welke vorm is het ge schiktst? Rond of driehoe kig? Zonder twijfel rond, om dat de bruikbare opening van een rond net groter is dan dat van een driehoekig exem plaar. Netten zijn verkrijgbaar met een vaste of een telescopische steel. Die "telescoopnetten", zijn handig zolang men vist. Moet er geland worden dan willen ze vaak niet openklap pen. Of de beugel zit verward in de mazen. Of de steel springt na de druk op de knop niet uit. Of het uitklappen lukt niet zo best. Kies daarom, als u een telescopisch net wenst, een net dat zo simpel mogelijk werkt. Vooral in dien u een poldervisser bent, die zo'n net voortdurend in dichtgeklapte toestand mee draagt. Tip: én voor de kunstaasarties- ten én voor de vliegvisen thousiasten; Kies een net met een behoorlijk lange of lang te maken steel (tenminste een meter) O ja, en let ook op de sterkte van zo'n telescopische of uitklapbare of uitschuifba- re steel. Sommige ervan bui gen al gevaarlijk knarsend door op een brasempje van 40 cm.... Toch heb je voor het landen van bepaalde vissoor ten geen net nodig. Ik denk nu speciaal aan snoek en snoekbaars (behalve na tuurlijk als het gaat om zeer grote exemplaren). Snoeken en snoekbaarsen kunnen vol gens mij, beter worden ge land door ze te pakken en wel vlak achter de kop. Men grijpt de vis als het ware in zijn nek en drukt hem daarbij enigs zins de kieuwen dicht. De vis kan nu niet wild om zich heen slaan in het net (waarbij hij zijn slijmhuis beschadigt) en men kan hem nu vrij gemak kelijk onthaken. De meeste vissen gaan er met berekracht nóg eens vandoor als ze de visser of het net be speuren. Schakel daarom nooit de anti-retour in bij het landen. Druk liever met uw wijsvinger tegen de spoel- rand om bij te remmen en laat, als u vliegvisser bent, de vliegenlijn tussen het hand vat en de vingers van de werphand doorlopen tijdens dat landen. Met de andere hand bedient u dan het net. In beide gevallen kan men de vis snel lijn geven door de vinger op te heffen, want de hand is, gelijk bekend, sneller dan het oog. Dat de slip van de werp- molen niet te zwaar mag staan afgesteld is duidelijk, dacht ik. Ziet u dat de tweede dreg van het kunstaas uit de bek van de vis hangt, zorg er dan voor dat de kop van de vis zo hoog mo gelijk in het net terecht komt. Blijft die vrije dreg hangen in één van de mazen (zoms zelfs aan de buitenkant van het net), dan is Leiden in last. De belangrijkste tip over het veilig landen van vis bewaar de ik tot het laatst, het is er eentje die slechts vier woor den telt, en die gemakkelijk te onthouden is.... Raak nooit in paniek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 19