Peron, Peron! - Hoe een
naamArgentinië beheerst
Verpozing voorde kleine intellectueel
Nieuwste van
Utta Danella:
wijdlopig
maar sfeervol
IK BEN
PARAGNOST
Leuke voetbaltaal in
voetbalwoordenboekje
ZATERDAG 22 JULI 1978
PAGINA 25
Soms zijn er boeken die je wilt be
spreken maar waarvan je, na le
zing. denkt: ach, laat maar ei
genlijk Het boek in kwestie
hoeft niet slecht te zijn, maar is
evenmin van flitsende kwaliteit-
men zou van een niemendal kun
nen spreken. Dat ik niettemin
toch Gerrit Krol's bundel "Over
het huiselijk geluk en andere
gedachten" (Querido. Amster
dam 1978) ter sprake breng, mag
in dit licht misschien wel als posi
tief worden opgevat. Ik had hel
ook kunnen laten. Toch zijn er in
dit vrij oppervlakkige bundeltje
"gedachten'' wel eigenschappen
aan te wijzen die het gebrek aan
diepzinnigheid niet alleen com
penseren. maar zelfs aan dat ge
brek een charmant effect geven.
Allereerst moet vermeld worden
dat de tekstjes eerder al versche
nen zijn in de VPRO-gids, weke
lijks dus. Dat betekent een van
oorsprong zekere luchtigheid in
schrijfwijze en bespreking van
allerhande onderwerpen, varië
rend van bladzijkorte "gedach
ten" over huiselijkheid, schaken
en tv tot de "schoonheid van ge
tallen"fagocytose (ja. haal het
woordenboek er maar bij) en het
gezang van de nachtegaal. Vijf
enzeventig stuks in totaal: waar
haalt zo'n man ze vandaan? Een
r-rijk zieleleven? Enfin.
Charmant
Het charmante aspect wordt aan
de filosofietjes verleend door. zo
als gezegd de bijna volstrekte on
opzettelijkheid, achteloosheid,
pretentieloosheid, helder en lees
baar neergepend ondanks een
overvloed aan komma's. Onge
dwongen, soms haast ironisch
babbelt Krol over eenvoudige za
ken. over boeken, over Adam.
stambomen, menselijke motive
ringen, logica, enz. Kwalitatief -
althans inhoudelijk - wel ver
schillend: zo zijn de opstelletjes
over getallen .meetkunde en de in
tellectuele omkeringsspelletjes
gewoonlijk irritant en vervelend:
maar ik houd me voor dat dat
komt omdat ik er niets van snap
(Krol zou me dat terstond onder
de neus wrijven) - net als vroeger
op school krijg je de neiging je af
te sluiten en uit het raam testaren
naar de mussen die over hel
schoolplein hippen.
Dat neemt niet weg dat de meester
soms. opeens, belangstelling wekt
en zelfs een glimlachje oproept.
zoals bij deze passage over "scha
ken": "Ik ben dan ook niet
een sterke schaker. Mijn dochter
schaakt nog veel minder. We
speelden eens een partijtje, lagen
daarbij over de vloer, bord tussen
ons in.Op mijn vraag waarom zij
een toren die zij nemen kon. niet
nam, antwoordde zij dat ze dal
wel had gezien, maar 'ze kon er
niet zo goed bij.' Zij zowel als ik
zijn, wat je kunt noemenestheti
sche schakers .(p.l2).Of.op
dezelfde bladzijde: "Iemand die
een tijdje overspannen was heb ik
's horen zeggen: ik was overspan
nen, niet omdat ik het zo druk
had, maar omdat het zo'n rotzooi
was in mijn hoofd." Passages als
deze laatste komen nogal eens
voor: het zijn leukere, want (on
gedwongen) anekdotische. Deze
en dergelijke observaties veraan
genamen hel lezen voor de tot
geestelijke inspanning niet be
kwame vakantieganger, en ver
dringen de vaak gehanteerde
meetlat, het piepende schoolmees-
terskrij tjeen x y =z2 ...Al met
al bevat "huiselijk gelukniet
meer de waarde dan door de
schrijver van de stukjes bedoeld:
pretentieloze verpozing voor de
kleine intellectueel. En me dunkt,
dat moet wel een compliment(je)
zijn
ROB VOOREN
Hoe vaak al heeft de zee een beslissende rol ge
speeld in de geschiedenis der volken!
Denk eens aan de slag bij Salamis
in 480 voor Chr., waar de Grieken
onder aanvoering van de sluwe
vlootvoogd Themistocles de Per
zische vloot van Xerxes vernie
tigden en daarmee de grondslag
hielpen leggen voor de cultuur
van Europa. Of denk aan een veel
latere tijd. toen tallozen een weg
naar Indië zochten. Columbus
ontdekte zodoende Amerika.
Magelhaes zeilde om de wereld,
Willem Barentsz. vond Spitsber
gen en Nova Zembla, Abel Tas
man ontdekte Tasmanië en
Nieu w-Zeeland en Stuyvesant en
Van Rietbeeck legden de basis
De Boekerij - Zuid-Hollandsche
Uitgeversmij in Baarn zond ons
kort achter elkaar maar liefst drie
boeken van de Westduitse
schrijfster Utta Danella. Van huis
uit is zij journaliste. Met goede
relaties in de uitgeverswereld.
Zodat het haar destijds geen
moeite kostte haar eerste roman
van de persen te krijgen.
Maar dat is alweer een fikse tijd ge
leden. Inmiddels zijn er vijftien
gevolgd. Met "Vergeet als je wilt
leven" (f.24.90) als voorlopige
laatste.
Het is het verhaal van een vrouw,
die - ho wel redelijk gelukkig ge
trouwd in Amerika - haar jeugd
op de grens van Polen en Duits
land niet kan vergeten. Een
jeugd, die een bitter einde kreeg
toen haar geliefde door een nazi
de dood werd ingedreven. Zij kan
het niet vergeten en gaat zonder
dat iemand er iets van weet in
Duitsland op zoek naar dat verle
den. Dat ze terugvindt in de per
soon van de dader. De ontmoe
ting heeft een noodlottig verloop.
Dezelfde geest die de moeder dreef,
drijft ook haar dochter. Ze wil
weten waarom haar moeder "zo
maar" werd vermoord Tijdens
die speurtocht ontmoet ze een
sympathieke jonge Duitser. Maar
het noodlot - in de persoon van
schepper Utta Danella - heeft iets
anders in petto dan lieve roman
tiek. Om gewoon verder te kun
nen leven kan ze het trieste verle
den maar beter vergeten.
U tta Danella heeft ongetwijfeld een
uitstekende woordkeus, bouwt
haar zinnen zorgvuldig op en kan
prettig vertellen. Al is ze hier en
daar hinderlijk wijdlopig. Des
ondanks heeft het verhaal sfeer
en laat zich goed lezen. Kan de
jonge generatie het lijden en de
schuld van de ouders vergeten en
leven zonder de last van het ver
leden? Utta Danella werpt met
haar boek kennelijk die vraag op
maar of het antwoord dat zij geeft
ook de lezer zal passen is een zaak
waar wij een duidelijk vraagte
ken bij zetten. Haar visie doet ons
nogal geforceerd aan. In elk geval
is het de onze niet.
Daarom hebben wij eigenlijk met
meer plezier haar andere boekjes
gelezen: "Een meisje van stand"
en "Vakantie in Venetie" (beide
f. 14.50). Ongecompliceerde ver
halen. waarvan we nu nog niet
goed weten voor wie ze in feite
zijn bestemd. Hoofdpersoon is de
scholiere Pony. die in het eerste
verhaal tijdens haar verblijf in
een internaat en in het tweede
verhaal tijdens haar latere vakan
tie nogal avontuurlijke beleve
nissen tegen het lijf loopt. Erg
gemakkelijk en vlot geschreven.
En bij zulke boekjes neemt men
de ongerijmdheden gemakkelijk
op de koop toe.
KOOS POST
van New-York en Kaapstad en
daarmee van de Verenigde Sta
ten en Zuid-Afrika. En dit was
dan nog maar het begin van de
periode waarin de oceanen tot
handelswegen werden: na de gro
te activiteit van de Nederlandse
en Engelse Oostindische com
pagnieën met haar af en aan va
rende vloten kwamen de thee
klippers. de stoomschepen, de
luxueuze passagiersschepen, de
tankers en de containerschepen.
De vermaarde Amerikaanse Natio
nal Geographic Society is er in
geslaagd veel van die ontwikke
lingen bijeen te brengen in een
prachtig-geillustreerd boek van
ruim vierhonderd bladzijden,
dat. dankzij de durf van de Ne
derlandse uitgeverij De Haan
(Unieboek, Bussum) nu ook in
onze eigen taal is verschenen on
der de titel Het avontuur van de
zee (prijs f57). De voornaamste
auteur is kapitein Alan Villiers,
een van de grootste zee-schrijvers
van deze tijd en beschikkend
over een schat aan ervaring op
vaartuigen van allerlei soort, zo
als windjammers, Arabische
dhows, landingsvaartuigen, door
kernenergie aangedreven sche
pen enz. De tekst is niet uitslui
tend van hem, want ook andere
£ee-avonturiers leverden bijdra
gen aan dit imposante boek, dat
verdeeld is in de volgende hoofd
stukken: de mens leert zeilen, hij
ontdekt nieuwe werelden, hij
maakt oceanen tot handelswe
gen, hij vervolmaakt zijn sche
pen, hij maakt gebruik van
stoomkracht en ("de gouden
eeuw der jachten"') de mens zeilt
opnieuw.
Van de 423 illustraties zijn er 294 in
voortreffelijke kleuren en vaak
een volle pagina groot. Geen
wonder overigens, dat deze illu
straties een indrukwekkend
beeld geven van "de zee" en wat
zich daarop afspeelde, want die
ruim vierhonderd afbeeldingen
werden gekozen uit een totaal
van... honderdduizend. Daartoe
bezocht redacteur-uitgever Merle
Severy musea, tentoonstellingen,
bibliotheken, schilderijenverza-
melingen en privé-collecties in
meer dan 20 landen...
Speciale tekenaars maakten recon-
structieschetsen van oude sche
pen of historische gebeurtenis
sen, cartografen ontwierpen dui
delijke kaarten. Van dit boek ver
schenen, in de eerste twee Ame
rikaanse drukken, niet mindei
dan 300.000 examplaren en de
belangstelling is nog altijd on
verminderd. Want de Nederland
se editie is gelijk aan een nieuwe
en geheel herziene druk met vele
afbeeldingen en verha
len.
Een onderwerp als dit is uiteraard
zo omvangrijk, dat er een hele
bibliotheek nodig zou zijn om de
details uit alle landen bijeen te
brengen. Het kan dus onmogelijk
iedereen ten volle bevredigen,
ook al omdat het natuurlijk het
stempel draagt van zijn Ameri
kaanse afkomst. Toch is ook Ne
derland op niet onbevredigende
wijze vertegenwoordigd, in het
bijzonder in het hoofdstuk over
"De Verenigde Oostindische
Compagnie", daarvóór in de ver
wijzing naar de rol die de Water
geuzen speelden bij de vernieti
ging van de Spaanse Armada en
verder o.m. in de passage over
Cornelis Drebbel, die al in 1620
een onderzeeboot vervaardigde.
Maar de sleepboten in onze tijd
komen nauwelijks aan bod en
dus ook niet de belangrijke rol
van onze vaderlandse maat
schappijen op dit specifieke ter
rein van de zeevaart. Het zij zo
Een boek als dit bock, in één deel,
moet hanteerbaar blijven én be
taalbaar.
Zeevaartschool
Overigens, wat een schat aan be
langwekkende verhalen bevat dit
wondermooie boek, zoals over de
beroemde Portugese konings
zoon Hendrik de Zeevaarder, die,
vreemd genoeg, nooit naar verre
landen reisde, geen onbekende
Een beeld van de laat
ste grote zeilschepen, zo
als die in de zomer van
1972 voor Kiel te zien wa
ren. Later zou zo iets ook
op het IJ voor Amsterdam
getoond worden"Sailing
Amsterdam" Maar. hoe
aantrekkelijk op zichzelf,
zo'n afbeelding steekt
maar schamel af bij de
bijzonder fraaie kleuren
platen op prachtig papier
in "Het
landen ontdekte, als een kluize
naar leefde, maar zijn bijnaam
verkreeg door het bijeenbrengen
van wiskundigen, cartografen,
astronomen, loodsen, zeelieden
en reisbeschrijvers. Zo vormde
hij, vijfhonderd jaar geleden, als
het ware de eerste Europese zee
vaartschool, waar ook een nieuw
type schip werd ontworpen: de
karveel, waarmee de Portugese
kapiteins, gestuwd door Hendrik
de Zeevaarder, hun rejzen om de
aardbol steeds verder konden
uitbreiden.
Boeiend is ook het hoofdstuk over
de ontdekking van de "Wasa".
het 1400 ton metende Zweedse
galjoen, dat in 1628 tijdens de
proefvaart bij Stockholm om
sloeg en zonk. Het zou tot 1965
duren voordat een Zweedse ma
rine-officier, Anders Frazén, het
graf van de "Wasa" wist te vin
den. Met veel inspanning werd
het boven water gebracht, geres
taureerd en sindsdien tentoonge
steld als 's werelds best
bewaard gebleven oorlogs
schip. En dan is er de geschiede
nis van de "Bounty", waarop
zich, bijna twee eeuwen geleden,
in de Zuidzee een dramatische
muiterij afspeelde en waarvan in
1957 de resten gevonden werden
bij het rotsachtige Pitcairn ei
land.
Het zou niet veel moeite kosten de
ze voorbeelden van vaak meesle
pende zeeverhalen, waaraan dit
boek zo rijk is, met vele te ver
meerderen. Voor liefhebbers van
de zee is dit uitzonderlijk fraaie
en goed verzorgde boek een
kostelijk geschenk, omdat daarin
- om een dichtregel van Willem
Kloos te gebruiken - van de eer
ste tot de laatste bladzijde "de zee
voortklotst in eindeloze deining"
Intussen, mocht er nog eens een
herdruk van deze Nederlandse
uitgave verschijnen, dan zou de
vreemde fout op bladzijde 354
verbeterd kunnen worden, waar,
in de kop nog wel, wordt mede
gedeeld. dat Shackleton schip
breuk "leidt" in het Zuidpoolge
bied.
C. J. ROTTEVEEL
Boekbespreking 'Ik Ben Parag
nost' door de auteur Cor Heilij-
gers. Uitgave: 'Stichting Tot
Bevordering der Toegepaste Pa-
rapsychologie', Van Houtenlaan
134, Groningen.
'Ik ben paragnost": er zijn velen die
dit beweren, doch weinigen, die
het werkelijk zijn. Een paragnost
gebruikt zijn gaven om z'n me
demens te helpen, altijd en zoveel
hij maar kan. Hij die dit beweert
te zijn, gebruikt zijn medemens
om zichzelf financieël te spek
ken. De huidige tijd wordt ge
kenmerkt door het 'meer willen
weten van de menselijke geest'.
Waarschijnlijk vormen vooruit
gang van wetenschap en tech
niek (waardoor verklaringen van
klinisch-gestorvenen mogelijk
gemaakt worden) de impuls voor
die gedachte. Alles wat wij in ons
leven, al is het maar voor een en
kel moment, gezien of gehoord
hebben, wordt in het oneindig re
servoir van ons onderbewustzijn
opgeslagen. Wanneer het van pas
komt, wordt het weer aan het be
wustzijn doorgegeven, hoewel de
herinnering er aan niet eens hoeft
te bestaan. Heilijgers houdt zich
vooral bezig met de opsporing
van vermiste personen. Zodra hij
in het woonhuis van de vermiste
is, weet hij of deze nog leeft dan
wel dood is. Relevant hierbij is, of
deze informatie uit het bewust
zijn van de paragnost komt of uit
het bewustzijn van de vermiste.
De auteur van dit boek heeft zich
daarnaast laten onderwerpen aan
z.g.n. 'koude' wetenschappelijke
proeven door prof. W.H.C. Ten-
haeff. Ook de Duitse parapsy
chologen prof. dr. Hans Bender
en dr. Karl Hagenbuchner ver
richtten wetenschappelijke
proeven met hem, teneinde zijn
paranormale gaven aan te tonen.
'Ik ben paragnost' dient de men
sen aan te sporen tot het luisteren
naar het openhartig verhaal van
iemand met buitengewone ga
ven, die hij gaarne in dienst wil
stellen van de mensheid. Bij de
lezing van het boek blijkt, dat de
auteur reeds tijdens zijn jeugd
geconfronteerd werd met zijn pa
ranormale begaafdheid. Bij de
beëindiging van de Tweede We
reldoorlog kwam Heijligerstotde
ontdekking dat hij beschikt over
magnetische gaven. Evenals in
zijn eerder verschenen boek
'Mijn Dubbelleven' geeft de au
teur in deze uitgave voorbeelden
uit een zeer recent verleden van,
door zijn tussenkomst opgeloste,
vermissingsgevallen. 'Wat is de
waarde van uw dromen' en 'Wat
gebeurt er met de onstoffelijke
geest na de stoffelijke dood' zijn
onderwerpen, die de auteur in
zijn boek bespreekt.
BERT KOEKEBAKKER
Toen de beroemde Argentijnse lei
der Juan Peron in 1974 stierf
stonden honderdduizenden Ar
gentijnen meer dan veertig uren
in de rij om een blik te kunnen
werpen op het stoffelijk over
schot van de man die jarenlang
de belichaming was geweest van
hun hoop, hun politieke visie,
hun gevoel te behoren tot het Ar
gentijnse volk en hun strijd. De
voortdurende strijd om de macht,
die dit Latijnsamerikaanse land
al sinds het begin van deze eeuw
beheerst.
Wat het peronisme aan Argentinië
heeft gedaan en hoe de arbei
dersbeweging zich in deze woeli
ge jaren heeft ontwikkeld, staat
beschreven in "Niet verloren,
niet gewonnen", een bij de
Baarnse uitgeverij het Wereld
venster verschenen vertaling van
"Nicht besiegt und noch nicht
Sieger" van Sigrid Fronius.
Punt voor punt, beginnend bij Eu
ropese immigranten van de vori
ge eeuw en eindigend bij de we
reldkampioenschappen voetbal
van dit jaar, beschrijft Sigrid
Fronius het leven van de massa
beweging die peronisme heet.
Een beweging die al leefde voor
Peron er vanaf 1943 zijn onuit
wisbaar stempel op ging drukken
en die nog leeft, ondanks zijn
dood.
"Het peronisme is geen politieke
partij, maar een nationale bewe
ging en bergt alle nationale te
genstellingen in zich." Dit
schreef de Latijnsamerikaanse
dagbladcorrespondent Jan van
der Putten in 1973. Peron was
juist teruggekeerd van achttien
jaren ballingschap in het land van
wijlen dictator Franco. Toen, in
1973, kwamen de verschillen van
politieke visie binnen de peronis-
tische beweging, tussen rechts en
links peronisme, pijnlijk duide
lijk aan het licht.
Peron was niet meer de leider van
de beweging van de nationale
opbouw, die tussen 1946 en 1955
de buitenlandse ondernemingen
buiten de deur wist te houden ten
gunste van de eigen economie.
Onder de lange militaire dicta
tuur en van bovenaf gedirigeerde
"democratie" had zich dwars
door de Argentijnse samenleving
en dwars door de peronistische
beweging een scheidslijn ont
wikkeld, die eerst zijn laatste
vrouw en opvolgster Isabel in
1976 fataal zou worden.
In die drie jaren tussen de terug
komst van de grote voorman en
de staatsgreep van de rechtse mi
litairen waartoe ook de huidige
machthebber Videla behoorde,
verloor de Argentijnse arbei
dersbeweging (en de jeugd voor
op) stukje bij beetje het vertrou
wen. Eerst in de officiële, ooit
eens door Peron opgerichte, vak
bond en later in de leider zelf.
Maar het geloof in hem stierf niet,
zoals bleek op zijn begrafenis,
want voor het volk waren het de
militairen geweest, die Peron tot
zijn dood als een marionet ge
bruikten.
Wie het boek van Sigrid Fronius
leest kan concluderen dat eerst in
deze ontluisterende jaren de
klassenstrijd in Argentinië los
van het nationaal belang van de
kleinere ondernemers in het
land, tot rijping kwam. Vakbon
den en staatslichamen zijn nu
doortrokken van de macht van de
militaire junta. Het verzet in Ar
gentinië wordt gepleegd door
middel van sabotage in de bedrij
ven, militaire acties van de gue
rilla's, demonstraties van Argen
tijnen wier familieleden vermist
worden (de "dwaze moeders" die
wekelijks voor het paleis in Bue
nos Aires demonstreren) en het
dagelijks en steeds openlijker
schelden en protesteren van de
bevolking.
Het boek is pas na de wereldkam
pioenschappen in het Neder
lands uitgekomen, maar laat dat
de in Argentinië belangstellende
lezer niet weerhouden er toch
eens naar om te zien. Het geeft
overzichtelijke basisinformatie,
die nodig is om iets te begrijpen
van de moeite die de militaire
junta zich moet getroosten om dit
vurige volk onder de duim te
houden, zonder dat het interna
tionale aanzien daarbij al te zeer
geschaad wordt.
FEICO HOUWELING
"Niet verloren, niet gewonnen"
(Argentinië en de ontwikkeling
van de peronistische arbeiders
beweging), geschreven door Si
grid Fronius en uitgegeven door
het Wereldvenster in Baarn.
Dat voetbal vaak oorlog is,
blijkt niet alleen uit de televi
siebeelden van een finale
wedstrijd om het wereld
kampioenschap. Het is ook de
voetbaltaal, waaruit kan wor
den afgeleid dat het doel de
veelal agressieve middelen
heiligt. Termen als "bloed aan
de paal", "doodschop" en
"neerhalen" doen in dat op
zicht het ergste vrezen.
Toch is voetbaltaal niet alleen
curieus vanwege de oorlogs
zuchtige begrippen. Ze krijgt
ook een leuk aanzien door zg.
neologismen - nieuwe termen
die worden voorgesteld voor
gebruik. Zoals: "Oortje" (met
de zijkant van het hoofd ge
kopte bal), 'Locomotief
(schijnschot) en "Kontstop"
(het stoppen van de bal met
het achterwerk). Cootje Prins
en wijlen Charlie Tully van
Celtic moeten ware groot
meesters zijn geweest op het
gebied van deze kontstop. En
zo zal elk neologisme wel tot
een enkele superieure beoe
fenaar te herleiden zijn. Ik zou
me bijvoorbeeld kunnen
voorstellen dat René v.d.
Kerkhof het zg. krukje (in
bukhouding de tegenstander
laten vallen) tot in de vinger
toppen beheerst.
In het onlangs verschenen
"Voetbalwoordenboek" van
de in Leiden woonachtige
En
drs. Rob Siekmann is een heel
scala aan dit soort termen en
begrippen bij elkaar gezet. Op
zichzelf levert dat weliswaar
geen- complete en gezagheb
bende dictionaire op, maar
wel een prettig leesbaar
werkje.
e van voetbalprofessiohal tot
journalist getransformeerde
Jan Mulder schrijft in het
voorwoord van het boekje:
"Eén titel uit deze collectie
bevat soms voldoende stof
voor een kort verhaal van een
half -uur. Lang geleden zelf
beleefd, doch nooit opge
schreven".
het. Het "Voetbalwoor
denboekje" is - de ietwat
pompeuze titel ten spijt - een
boekwerkje dat menige lezer
een plezierig halfuurtje kan
verschaffen. Dat komt waar
schijnlijk door de enorme
reikwijdte die sommige voet
baltermen in zich dragen. Wie
bijvoorbeeld het woord 'Pi(e)
nantie" tot zich neemt, denkt
immers niet alleen aan ver
bastering van de Engelse pe
nalty. Er is meer. Hij denkt
ook aan de harde "mets" met
de "vliegende kieps" op het
bobbehge grasland langs de
spoordijk. De gekanaliseerde
oorlogshandeling tegen de
jongens uit de andere buurt.
Het "Voetbalwoordenboek" is
daarnaast ongetwijfeld een
bron van genot voor taalpu
risten. Rob Siekmann, die een
indrukwekkende literatuur
lijst (met een aantal doublu
res) aan zijn boekje heeft toe
gevoegd, heeft zich namelijk
ook grondig verdiept in rela
ties van de voetbaltaal met die
uit andere landen. En dat zijn
er vele. Het boekje bevat ten
slotte ook de officiële spelre
gels van het voetbal, ontleend
aan de Handleiding voor
scheidsrechters van de
KNVB. Dat is misschien han
dig voor diegenen die willen
nagaan of een "doodschop"
wel mag. WIM WIRTZ
(Prisma Voetbalwoordenboek,
drs. Rob Siekmann Uitgeve
rij Het Spectrum BV, 5,90)