Staatsbezoek reizend circus ZATERDAG 22 JULI 1978 Door Han Mulder KILIMANJARO - Hare Excellentie E. L. Barones de Landas Wyborgh-de Meyier, grootmeesteres van hare majesteit de Koningin, kijkt niet zon der vertedering naar een ebbenhoutkleurige dreumes en zegt: „Mooi zwart kereltje". Zijne Excellentie W. F. K. Bischoff van Heemskerck, grootofficier en eerste stalmeester van hare majesteit de Koningin peinst wat voor zich uit en antwoordt: „Ja, verdomde zwart en dat is juist het probleem". Wie durft er nog te beweren dat de hofentourage van de boze en barre wereld is afgeschermd en leeft tussen de gouden bord jes en de zijden baldakijnen? De bondige dialoog speelt zich af in Msowero, midden in Tanzania. Een klein kliniekje voor moeder en kind, mogelijk gemaakt door vrijgevig Nederland. Het staats bezoek aan Tanzania is aan zijn tweede dag begonnen. Staatsbezoeken lijken wat op rei zende circussen. Zeker in van die grote, onherbergzame landen als Tanzania. Maar in een circus ver liest een koorddanser nog wel eens tot algemener ontzetting het evenwicht. Bij een staatsbezoek gebeurt dat nimmer. Dat kan ook niet, want het is zelf het even wicht. Slechts onversneden zon nige naturen onder de journalis ten kunnen jaar in jaar uit staats bezoeken verslaan, zonder scha de aan de ziel te lijden. Immers, alles wat van de doorluchtige ta fels valt, zijn kruimels, maar het leesgraag thuisfront wil dat daar van hele broden worden gebak ken, telkens weer. De Nederlandse pers komt met hetzelfde vliegtuig aan als de do zen Moët et Chandon voor de prins. Zonder deze champagne vaart niemand van goede smaak wel en zeker de prins niet. Zijn valet Leser („Sam") zal er de hele week met alle inzet die in hem is voor zorgdragen dat de Moét op temperatuur is en binnen prinse lijk handbereik. „Meer dan vijf krijgt hij er niet", zegt de goed lachse knecht. Maar hij heeft ook altijd nog wodka, merk Relsky, bij zich. Reizen doet hem wel wat, maar het enige dat hem echt blijvend in spireert, is zijn achtertuin, juist om de hoek bij Soestdijk, rich ting Bilthoven. „Vroeger gingen ze wat meer weg", zegt hij, „maar ze worden een dagje ouderen ook na Lockheed is het een stuk min der geworden" Folklore Tot de vaste folklore bij welk staatsbezoek dan ook behoort het voorstellen van de vaderlandse kolonie aan koningin en prins. In Londen moesten ze daarvoor de complete Banquet Hall in West minster afhuren, omdat het vele tienduizenden leden tellende clubje Nederlanders in het Ver enigd Koninkrijk had laten we ten in groten getale te zullen op komen. In Tanzania echter is de ambtswoning van de ambassa deur groot genoeg. De dames en heren arriveren vroeg en vol ver wachting. De japonnen zijn meestentijds een merkwaardige compositie, waarbij de eventuele draagbaarheid voor een soort deftigheid is ingeruild. En ruilen is huilen, zoals ook nu weer door een koele observator in die fraaie residentie aan Dar-cs-Salaams Oyster Bay kan worden waarge- nenzak van de modaal gebouwde Nederlander, daarentegen is het weer te klein om voor de gele genheid het mededragen van zo'n zwarte diplomaten- annex verte genwoordigerskoffer te rechtvaardigen. Daarom staat ie dereen achter elkaar in de rij met zijn oorkonde in de hand. In de tuin is er om redenen van veilig heid een hoekje afgescheurd. Dat zal ook wel de kant zijn waarmee hij in het plakboek wordt beves tigd. Aan het eind van het mid dellange wachten is het nog even spannend of men het meegedra gen halfgeleegde glaasje nog bij wijze van noodlanding op eni gerlei bijzettafeltje kan droppen. Dan nog een schietgebedje dat de knoop van het al te zeer in de vorm van een te krap maliënkol der gemodelleerde colbertjasje het zal houden en het is zover. „De heer Mulder, gemeenschappe lijke persdienst en NOS-radio", klinkt het ter rechterzijde. Dan de oversteek naar het koninklijk paar. De colbertknoop, flitst het nog even en is verder wel alles gesloten dat gesloten moet zijn7 „Dag meneer Mulder", zegt de koningin vriendelijk en voor het snelle verloop van de procedure wordt aanbevolen om iets ondui delijks, maar in elk geval niet ver staanbaars terug te mompelen. Lancering, het arriveren in de baan, en daarop de splashdown binnen de gin-and-tonic klok kende menigte, heeft veertig se conden geduurd. De colbert- knoop blijkt niet gedeserteerd. Staatsbezoeken vertonen behalve trekken van een reizend circus ook die van een pianoconcert. Vrijwel alles heeft de componist op noten gezet, maar er blijft een stukje wit. Dat mag de pianist zelf bedenken: de cadens. Ook het koninklijk concert voor Dar-es- Salaam en verre omstreken ver toont dat stukje wit. Zeerzachten met de grootste terughoudend heid te spelen, andante modera to. Plaats van handeling is "het zwembad van het Kilimanjaroho- tel, het grootste, maar waar schijnlijk niet het aangenaamste betaalde onderkomen van Dar- es-Salaam. De vorstelijke perso nen zijn dan twee en een half uur officieel op Tanzaniaanse bodem en zijn aan een koele duik toe. in vet en tanga stekende hotel gasten de mededeling dat zij om twee uur het bad verlaten dienen te hebben en dat zulks een bij zondere reden heeft. Het denken en handelen van Oranjereporters, vooral de fotograferende onder hen, is op dergelijke van subtili teit overlopende mededelingen gespitst. Het nieuws bereikt hen op verschillende manieren, maar vooral toch via het hotelperso neel zelf, dat, zoals bekend, tot de meest praatgrage beroepscatego rieën behoort. Om kwart voor twee hebben de fotografen hun stellingen betrokken in kamer 103; het enige vertrek bij de Ne derlandse journalistieke delega tie dat op het zwembad uit kijkt. Waar wordt geregisseerd, worden fouten gemaakt. Weldra ver schijnt een beweeglijke heer Spierenburg, hoofd van de vei ligheidsdienst van het koninklijk huis, op de aan het zwembad grenzende parkeerplaats en ver derop aan de straat staat de assis tent hotel-manager hoopvol naar elke snel naderende rook- of stofwolk te turen. Intussen is de oorspronkelijke oe kaze aan de gewone, zeg maar louter op verkwikking en ledig heid gerichte baders, verzacht: zij mogen blijven, echter slechts aan èèn zijde van het bassin. Vanaf die plaats zal zich dan ook later de vrouw van de Canadese consul- generaal terdege weren. Om even over tweeën brengen gebroken- witkleurige Mercedessen, een zeldzame verschijning in het ar me Dar-es-Salaam, het vorstelijk gezelschap. En niet lang daarna betreedt koningin Juliana in een blauw gehouden bad-complet het zwembad, het hoofd met een witte badmuts bedekt. Zij wordt op de voet gevolgd door prins Bernhard in een rode zwem broek. De prins trekt enigszins strakker gesneden banen door het water dan de koningin, maar daar staat tegenover dat hij veel eerder het trapje opzoekt om op het droge te stappen. Het gevolg heeft zich intussen eveneens in kloeke zwemkledij gestoken en daarbij trekt vooral de waardige zwarte badpantalon van baron van Lynden. groot meester van het huis van hare majesteit, de aandacht. Op de eerste etage in kamer 103 steken door de gordijnen de telecilin- ders, gekoppeld aan zo'n snelle opnamemotor. Klik, klik, klik. Wat Story knipt, mag Privé niet missen. De camera's worden wel wat gehandicapt door een pilaar, die de fotografische blik op het koninklijk gezelschap belem mert. Architecten van zwemba den zouden daarmee in het ver volg rekening dienen te hou den. Aan de bassinrand mag gerust van opwinding gesproken worden. De Canadese mevrouw maakt zich tolk van veel van haar sekse genoten door bijna verstikt, maar tegelijk heel goed hoorbaar uit te roepen: „Isn't he handsome, isn't he lovely, prince Bernhard! Hal lo. hallo, prince Bernhard, we lo ve you" Op die manier valt er voor de prins niet zoveel te lezen in het boekje dat hij heeft meege nomen en het is rondweg sneu voor majoor J. J. C. van Rossum de Chattel, zijn militair adjudant, die de meest wonderlijke duik- techniek, een soort looping-the- loop met de benen, beoefent zonder dat hij daarvoor de vèr- diende bewondering mag incas- De dertien journalisten, schrijvend fotograferend en pratend, zijn ei genlijk een pseudo-stukje van het gevolg. Op de laatste dagen van het bezoek, als het gezelschap zich doorgaans in de wildparken ophoudt, eet de journalistieke meute in dezelfde ambiance als het vorstelijk paar en de rest. Zij rijden mee in dezelfde karavanen aan achter een eenkennige neus hoorn of de zoveelste opdringeri ge olifant. De enige die de entou rage met enige onrust schijnt te vervullen, is de redactrice van Privé. Zij blijkt als enige van de journalisten met naam, voor naam èn titel bij mr. J. van der Hoeven bekend te wezen, de par ticulier secretaris van de konin gin. ta die een meisje in haar studen tentijd sieren) laat het gezel schap, de giraffen en de verrekij kers twee dagen in de steek om het geboortehuis van Claus (zoals bekend in Tanganjika) op het zil vernitraat vast te leggen. Is dat een smoes, wat is Privé van zins. waar worden de deuren ontsloten die voor anderen gesloten blij ven? Mr. Van der Hoeven is er weinig gerust op en gaat het zijn jonge mede-ingewijde in de rechtswetenschap direct na te rugkeer speciaal nog eens vra gen. En dat is uniek. Want de en tourage vraagt niets aan de jour nalisten; de journalisten mogen iets aan de entourage vragen en hopen vervolgens op een ant woord. Wie wel wat vraagt, is prins Bern hard. Of de heren van het NOS- journaal nog wat 16 mm kleur hebben. Daar is misschien wel wat aan te doen, als prins Bern hard dan weer over een bepaald spoeltje beschikt. De transactie blijft in de goede voornemens steken. „Ik zit er ook zeker niet op te springen", zegt èèn van de NOS-makkers, „dat opspoelen is een rot werk". De prins filmt een wrattenzwijn en het gevolg wacht gelaten in de stofnevel. Met een civetkat, zelfs in de overvloed van de Ngorogo- rokrater een zeldzame klant, lukt dat minder. Maar 25 stationair draaiende Landrovers jagen zelfs de meest brutale bavianen nog gemakkelijk op de vlucht. Later zegt prins Bernhard in een ge sprek met een paar journalisten: „Zo'n gezelschap is natuurlijk veel te groot". Maar, spoeltjes of niet, de prins schiet de ene rol na de andere vol en bezorgd mag geinformeerd worden of met al dat cinematografisch geweld nog het een en ander gedaan wordt. „Jazeker", haast zich de heer E Vernède, particulier secretaris van prins Bernhard, „daar is hij zeer zorgvuldig in. Hij is er avonden mee in de weer". Er schijnen trouwens geregeld uit geverijen bij Soestdijk op de stoep te staan, die wel wat zien in zo'n fraai foto-album van de prin selijke avonturen met de camera. Iedereen die zich tijdig heeft laten inschrijven, heeft een uitnodi ging gekregen van de ambassa deur. Het formaat van het schrij ven is wat ongelukkig gekozen. Het is te groot voor broek- of bin- Improviseur Nu ontstaat zoiets wat in de catego rie „improviseren" thuishoort. De bedrevenheid op dit terrein lijkt bij de entourage niet tot in de perfectie ontwikkeld. Discretie is het doel van de geheimzinnige operatie „Oranjebad"; het resul taat is echter dat het journalistiek muskietenvolk tot op de zonne- kappen van de telelenzen gemo biliseerd wordt. Het begint zo: om half twee krijgen de rond het bassin gedrapeerde, Het gevolg gelooft meer in foto's van de wilde beesten met het vor stelijk paar erop dat zelf ook die wilde beesten staat te kieken. Als het paar enige keren rechtsom keert maakt en als het ware het gevolg tegemoet rijdt, wordt er geapplaudisseerd. Willem van den Berge, de grijze eminentie van de RVD: „We moe ten de koningin niet storen. We moeten proberen om de relatie tussen het paar en die geweldige dierenwereld te leggen. Dat is niet gemakkelijk. We hebben ze niet aan een touwtje. Ik hoop er maar het beste van. De groepen gaan gescheiden. Wij enkele ki lometers er achteraan". Terzijde van Van der Klaauws voorlichter drs. Jan-Willem Bertens: „Als lokaas". Van den Berge: „Het is onmogelijk ze steeds te volgen. Er is ook geen sanitaire stop". Marijn de Koning (NOS-journaal): „Kandij slik ken". Van den Berge: „Die Ngo- rogorokrater, allemaal kuddes daar. Allemaal dezelfde beesten dus. Ik heb het vergeleken met de Ark van Noach. Ze leven rustig naast elkaar en van tijd tot tijd vreet de een de ander op. Ik zie liever een mooie kleurenfilm Luipaard op schoot dus" Zoek Op de glooiende heuvel voor het Lake Manyara Hotel met een prachtig uitzicht op het meer zelf en de onstuimige flora en fauna, staat nog een kijker, waaraan éen lens ontbreekt. Zoiets betekent moeizaam turen. Een groepje heeft zich om de vorstin gerang schikt. „Relaxt kijken", houdt de ambassadeursvrouw Van der Willigen de majesteit voor, „bij de miek kijken ze ook altijd de eer ste keer verkeerd". Ze is van huis uit arts. Bij de koffie self-service zegt ze tot de toevallige buurman: „Als u even wilt inschenken, want ik ben m'n bril kwijt. Is woensdag bij het diner op de re sidentie zoekgeraakt". Op de hobbel-expeditie door de parken gloort onvermijdelijk iets van een gelijkheidsprincipe. De Landrovers en combi's van ko ningin en de anderen verschillen eigenlijk niet noemenswaard. En air-conditioning is evenmin mo gelijk in de vorstelijke auto, want wil je iets zien van de overvloedi ge fauna, dan moet het dak open. Bovendien moet de koningin duidelijk tegen haar zin nog een extra passagier meenemen (prins Bernhard: „Neen. mammie, dat is een security-officier. Die moet mee in de auto"). Na enige dagen is een zekere lande righeid onvermijdelijk. Net zoals verzadigde leeuwen nog wel eens ongeinteresseerd met hun vier poten naar beneden bungelend op een lage boomtak kunnen suf fen - niemand heeft ze gezien - zo kunnen mensen bij al te veel dierlijk aanbod hun oog niet blij vend op de sportzoeker laten rus ten. Fotografische ambitie zoekt zich nauwelijks een weg meer in de paraattas bij het aanschouwen van de 835e olifant. En dat zal waarschijnlijk niet anders zijn voor de mensen het meest voor aan in het gevolg, voor wie crea tieve journalistiek een aantal werktitels heeft bedacht. Zo gaat de heer Ph. W. Osieck, ka- Thee ester Het gevolg fotografeert rechts majoor Van Rossum du Chatel tweede links de lak de koningin, sinds de eerste dag van wildparkbezoek als „Dorus Rijkers" door het leven. Hij dankt deze verwijzing naar de grote mensenredder aan het feit dat hij zijn schedel met een hoofddeksel beschut dat nog het meest aan een zuidwester doet denken. Eerder genoemde baron van Lynden valt vooral de dames in het journalistieke gezelschap op door zijn originele keuze van sa- faripakken en hij mag de werkti tel .jonkheer Wulfsen en Wulf- sen" stellig als een waardig epi theton beschouwen. Tenslotte gaat achter de benaming „baron Schuifdeur" het komische talent schuil van eerder aangetipte majoor Van Rossum du Chattel. Tussen de schuifdeuren ont kiemt bij traditie jong acteerta lent. Het aardige van zo'n lichtelijk pri mitieve variant van een konink lijk bezoek is, dat wie goed oplet, over de schouder meekijkt, zon der onbeleefd te worden. Hij ziet - zoals in de Ngorogoro Wildlife Lodge - tot zijn verbijstering de ober met zijn rekening voor de wijn naar de koningin lopen, na mededeling dat hij ook tot de „queen's party" behoort. De ko ningin tekent gul, dat wel. Hij ziet de makkelijke espadrilles aan de koninklijke voeten, zowel rond de verrekijker van Hotel Manyara als op de receptie van Nederlan ders in Arusha, waarbij het gezel schap zo laat van nog weer een keertje safari is teruggekeerd dat de koningin het sneu vindt de in spanning verzamelde landgeno ten nog langer te laten wachten. Hij ziet prins Bernhard zijn buurman op de suikerfabriek in Kilombero van melk in de koffie voorzien („Say Stop"), aandach tig zijn foto van een vroegere ontmoeting met president Nye- rere bekijken. En natuurlijk is het hegje tussen royalty en gewone man laag ge snoeid ver in de bush. Prins Bernhard, glas Moët in de hand, vertelt journalisten, pilsje aan vankelijk bij gebrek aan glas di rect aan de mond („Dat heb ik op safari zo vaak gedaan") over zijn bekommernis inzake het olifan tenbestand. Er zijn er te veel van in Zambia en te weinig in Kenia. Overbrengen met de Tanzam- spoorweg? „Nee. dat is te duur, maar voor neushoorns zou het wel gaan". Gepeperde kantteke ningen bij de corruptie in Kenia en het niet altijd slagvaardige be heer in het gastland: „Ik heb des tijds mijn farm aan de Tanza niaanse regering gegeven. Er zijn toen Indiërs voor het beheer in gekomen. Ik geloof niet dat het nog echt functioneert". De koningin zichtbaar ontroerd in het dorpje Msowero: „Ach God, maar dat kan toch niet". Ze weegt op dat moment kleine zwarte ba- by'tjes in een soort driehoekige luier, niet zoveel anders als de ooievaars in de bek hebben op geboortekaartjes. Kosten Wat kost zo'n staatsbezoek nu aan een arm land als Tanzania? Dat zal niet mis zijn. Behalve het ko ninklijk paar moet het officiële gevolg van dertien te eten, te drinken en te slapen krijgen. Dat geldt ook voor de dienaren die koningin en prins privé ten dien ste staan, zoals valet, kameniers, kleedsters en kooksters. En niet te vergeten die actieve, kleine la kei, die tegen half zeven nog staat de filmen in de Ngorogorokrater, terwijl iedereen zijn dakje al heeft dichtgeschoven. Twee ranke, tweemotorige Twin- Ottertoestellen zijn permanent in de weer en dat betekent dal in 'U week van 10 tot 16 juli het bin nenlands luchtvervoer nagenoeg stil ligt. want ze hebben er maar drie van. En op het eerste gezicht ziet Tanzania natuurlijk niet zo veel terug. Op die batterij lege flessen Moët et Chandon zit geen statiegeld. Van den BergeRVD voor het vrijheidsmonument

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 15