Tanzania
ontwikkelt
zich langs
lijn dorpsgemeenschap
Politieke
filosofie
van
Julius
Nyerere
ZATERDAG 8 JULI 1978
DAR-ES-SALAAM - „Ro-
tary-bij eenkomst elke
woensdag in het Agip-ho-
tel" staat er op een tegen
de muur gespijkerd bord
in de morsige en klamme
aankomsthal van het in
ternationale vliegveld van
Dar-es-Salaam. Ik kijk wat
verbaasd naar dit blijk van
typisch westerse groep
jesgeest.
Tanzania is het land van Julius
Nyerere, de grote leraar, de
„Mwalimu". Hij houdt zijn volk al
jaren met voorbeeldige vasthou
dendheid voor dat ze het met z'n
allen zelf moeten opknappen. Op
basis van gelijkwaardigheid.
Daar is de intuitieve achterdocht
mee vermengd tegenover de wes
terse mogendheden, die als im
perialistisch en kolonialistisch
gedoodverfd worden. Maar ziet,
desondanks dat Rotary-bord, en
Lions laat zich evenmin onbe
tuigd, dan wel donderdags en in
een ander hotel, de Kilimanjaro,
een heel efficiënte behuizing die
uitziet op de prachtige haven van
Dar-es-Salaam waar 's avonds de
tientallen lampjes oplichten van
schepen die op de rede liggen te
wachten. Want kades zijn schaars
in Dar-es-Salaam, een Arabische
naam, die „Haven van de vrede"
betekent.
Volgende week dinsdag arriveren
koningin Juliana en prins Bern-
hard voor hun staatsbezoek aan
Tanzania. Ik krijg echter niet de
indruk dat Dar-es-Salaam al in
opgekropte spanning naar dit
evenement toe leeft. Een week te
rug heeft er in de Daily News (het
enige dagblad in het Engels en
door de regering gecontroleerd)
een berichtje gestaan dat er hoog
bezoek uit Nederland te ver
wachten was. Het heeft de win
keliers in elk geval nog niet geïn
spireerd tot vingeroefeningen in
hun volgestouwde etalages.
Opwinding
Van meer opwinding is sprake in de
Nederlandse kolonie (er leven
zo'n vierduizend landgenoten in
Tanzania). Op de ambassade is de
spanning te snijden. In de kamer
van de ambassadeur, de voor de
pers zeer behulpzame heer v. d.
Willigen, betrekkelijk nieuw ter
plaatse, hangt niet alleen een sta
tieportret aan de muur, maar er
staat ook nog een identiek exem
plaar op de grond voor alle zeker
heid.
Van der Willigen - in zo'n crème
kleurig safaripak met korte
mouwen, waar de blanke voor
mannen Uit bankwereld en di
plomatie dol op zyn, maar de
zwarten wat minder - meldt met
spijt in de stem dat „Lepeltak"
niet komt. Lepeltak verzorgt de
Stan Huygensrubriek in een be
kend ochtendblad. Daarentegen
doet het hem deugd dat TROS-
Aktua met drie man is aagekon-
digd en dat de speciaal op de be
levenissen van het Oranjehuis
ingerichte periodieken hun
grootste kanonnen in stelling
zullen brengen.
^mbassadesecretaris Frank Ma
joor heeft geen kamer meer en
sleept de vroege journalist alle
vertrekken door om hem ten slot
te een stencil over het land ter
hand te stellen dat in groten ge
tale lijkt te zijn aangemaakt.
Eiland van rust in deze woelige tro
pische zee is Willem van den Ber
ge van de Ryksvoorlichtings-
dient. Een man die bij koninklij
ke bezoeken op vele breedtegra-
den met hetzelfde bijltje hakte, 22
jaar lang. Het is zijn laatste klus,
want hij is bijna 65 jaar. „Dan ga
ik een boek over prins Hendrik
schrijven", zegt hij aan de bar,
„die man heeft altijd ten onrechte
een slechte pers gehad". Van den
Berge nipt aan de plaatselijke
whisky, „Duncan" geheten, een
gebaar van hoffelijkheid jegens
het gastland. Opgezette zebra
koppen kijken op hem neer.
„Geen ijsblokjes nemen", waar
schuwt hij zijn gesprekspartner,
de vrouw van de ambassadeur
heeft me dat heel nadrukkelijk te
verstaan gegeven. En zy kan het
weten, want ze is arts.
Samenscholing
Dat Kilimanjaro-hotel lijkt bij uit
stek de plaats van samenscholing
te zijn voor alleman van Néèr-
lands stam. Er is trouwens in Dar
verder niet zo heel veel te verhap
stukken. Geen ambitieuze skyli
ne met gebouwen die pretentie
en afhankelijkheid hoog opstu
wen in het werk zoals in Nairobi.
Dar-es-Salaam houdt het over
zichtelijk. Er wonen niet meer
dan 500.000 mensen en alles is te
belopen. Wel goede schoenen
aantrekken, want de trottoirs ver
tonen de aanblik van een maan
landschap. Mijn linkerzool geeft
er de eerste dag de beste reeds de
brui aan en laat los van het lede
ren collectief. In een van de
smalle straatjes van de Arabische
wijk vind ik op straat een ware
duivelskunstenaar die" voor de
•somma van vier Tanzaniaanse
shillingen de boel weer fatsoe
neert. Zo'n shilling is omgere
kend 30 cent.
Nyereres politieke filosofie gaat er
van uit dat zijn land zich moet
Volgende week dinsdag
komen koningin Juliana
en prins Bernhard in
Tanzania aan voor een
staatsbezoek. Han Mul
der, hoofdredacteur van
het Leidsch/Alphens
Dagblad, die dit bezoek
voor de Gemeenschap
pelijke Pers Dienst zal
verslaan, is vooruit ge
reisd en van hem volgen
op deze pagina zijn eer
ste indrukken over het
land van Nyerere
Julius Nyerere, de grote leraar, tijdens
zijn Amerikaanse ambtgenoot Jimmy Carter
ontwikkelen langs de lijnen van
de dorpsgemeenschap, de ge
dachte van de „ujamaa", de grote
familiesaamhorigheid, erfgoed
van oude Afrikaanse waarden.
Negentig procent van de mensen
werkt in de landbouw. Nyerere
stelt zijn hoop op „het dorp", dat
is de plaats waar dit land, dat tot
de 25 armste ter wereld behoort,
zijn lange weg naar welvaart,
welzijn en dus menselijke waar
digheid moet aanvangen.
Het dorp, de „ujamaa" dus ja, de
grote stad neen. Dar-es-Salaam
kent niet, zoals vele hoofdsteden
van ontwikkelingslanden, held
haftige monumenten. De drukste
weg, Independence Avenue
(Kalverstraat en Lange Voorhout
tegelijk), moet het eerder van de
drukte dan van het gebodene
hebben. Ik koop er voor 640 shil
ling na enig vreugdeloos afdin
gen een nieuwe koffer van stevi
ge Chinese makelij. Mijn oude
exemplaar maakte de indruk bo-
van het vliegveld van Dar-es-Sa
laam uit de gevleugelde alumi-
niumvriend geworpen te zijn. Hij
lag open, het slot was onklaar, en
toen een kruier er de langdurige
eredienst van de Tanzaniaanse
douane mee wilde aanvangen,
brak het hengsel ook nog af.
Koffie
De Tanzanianen verbouwen koffie,
en ze zetten er een uitstekend
bakje troost mee, als ze dat wil
len. Maar ze willen dat kennelijk
niet zo graag. Vandaar dat men na
het eten of op de spaarzame ter
rasjes altijd weer wordt opge
scheept met de oploskoffie. waar
de Britten zo dol op zijn. Het is
trouwens niet het enige dat het
Verenigd Koninkrijk nog als re
likwie van koloniaal streven
heeft achergelaten. Het Engelse
sausje is dun maar hardnekkig.
De verkeersborden en de num
mers op de auto's zijn volledig
Brits; de schoolkinderen dragen
uniformpjes. Enje krijgt melk bij
de sterke thee. De petten van de -
overigens opvallend zeldzame -
politie bieden de schok der her
kenning voor iedereen die vaak
naar Engelse tv-series kijkt.'
Over televisie gesproken, die is er
nog niet op het vasteland van
Tanzania. Wel op het eiland Zan
zibar (een kwartier vliegen van
Dar-es-Salaam), waarmee het
vroegere Tanganjika samen sinds
1964 de republiek Tanzania
vormt. De vice-president komt
altijd van Zanzibar. Maar verder
gaan beide delen nogal hun eigen
gang. De rechtspraak is anders;
de zeden zijn verschillend; de
economie is niet gekoppeld.
Vandaar dat het Zanzibar door de
kruidnagelen wat meer voor de
wind gaat dan het Tanzaniaanse
vasteland, ofschoon Indonesië,
grootste importeur van die
kruidnagelen, bezig is zelf de
verbouw ter hand te nemen. Het
welvaren van Zanzibar uit zich in
die televisie. Nyerere wil er op het
vasteland niet aan. Daarbij han
teert hij het argument dat het
medium pas acceptabel is wan
neer het hele land er tegelijkertijd
de beschikking over krijgt. Dat
kan nog wel even duren, want
Tanzania is even groot als Frank
rijk, West-Duitsland, Oostenrijk
en de Beneluxlanden samen en er
vijftien miljoen men-
Nu spreekt de Mwalimu zijn volk
dagelijks rond de klok van acht
uur 's avonds via de radio tien
minuten toe. Het staat op band
jes. Nyerere spreekt er over zijn
hoop en verwachting, over de in
zet die allen steeds moeten beto
nen bij de opbouw van het land.
En hij praat over de fouten die
worden gemaakt, ook door hem
zelf. Daarom alleen al is Tanzania
een uniek land; een oase van sta
biliteit. Sinds de onafhankelijk
heid in 1961 is er altijd Nyerere als
leider geweest. Als hij een jaar te
rug trad, deed hij dat om zich te
bezinnen op de verdere weg. Zo
bouwde hij zijn ujamaa-theorie
uit en ook de andere pilaar onder
het politieke bouwsel van Tanza
nia, de „self reliance", het voor
jezelf zorgen, zoveel mogelijk zelf
de dingen maken die je nodig
hebt. Met grondstoffen die je in
huis hebt. Met eigen verantwoor
delijke mensen. De adviseurs die
van buiten worden aangetrok
ken, worden nooit managers van
de ontwikkelingsprojecten. De
eigen mensen zijn de baas. Een
politieke keuze en niet een eco
nomische. „Soms rijzen je de ha
ren te berge", zegt een Neder
landse adviseur.
In een zijzaaltje van Kilamanjaro
tref ik 25 landgenoten bijeen die
via video-tape kennis nemen van
de wedstrijd Nederland-Italië,
veertien dagen na dato. Er wordt
pils bij gedronken. Er wordt
zwijgzaam geluisterd naar Kuip-
hofs college, maar om zyn grap
pen wordt hier nog gelachen. Bij
spannende blessures wordt de
band nog eens een keer extra te
rug gedraaid. Er ligt een brom
fietshelm op een tafel. Het zijn
allemaal leden van de Neder
landse vereniging in Tanzania
„Er is hier niet zoveel aan de
hand; dit is echt een uitje", zegt
een van de vrouwen. Arie Haan
scoort. Een ovatie, de snaarin
strumenten als ornamenten langs
de wanden trillen mee met de
emotie.
Mij wordt het verenigingsblaadje
uitgereikt. Er blijkt een enquête
onder de leden te zijn gehouden
om speelfilms naar Tanzania te
halen. Iedereen wilde dat wel, en
nu is er een strookje opgenomen
met titels van films. Rondje van
gewenste rolprenten-in-kleur s'il
vous plait. Een keuze uit die ti
tels: „Pikant gevrij in de Alpen
wei, De Godfather, Help de dok
ter verzuipt, „Strawdogs. „Made
in Sweden en Emmanuelle". Ie
mand zegt „Denk maar niet dat
je hier één blote bil ziet in de bio
scoop. Dat wordt allemaal ge
knipt door de censuur". Geen
bloot dus, maar geweld blijkt in
het land van de zachtmoedige
Nyerere geen bezwaar. „Ik ben
laatst nog voor het eerst van mijn
leven weggelopen. Rollerhockey,
heette het. Ze sloegen mekaar
onder groot enthousiasme van de
zaal letterlijk de hersens in", zegt
diezelfde i
Museum
Voordat ik een bezoekje aan het
ministerie van buitenlandse za
ken breng, loop ik even het na
tionaal museum binnen. Het is in
Dar-es-Salaam allemaal te belo
pen, dat heb ik al gezegd. Om te
spreken over een overweldigen
de collectie items, zou wat ovcr-
drevenfcdotg bil ziet in de vio-
van de nomo erectus, voorganger
van de mens. die een miljoen jaar
of meer geleden in deze contreien
bivakkeerde. Daarnaast veel kle
derdrachten, speren en bij
len.
Dat museum is intussen een van de
weinige plekken waar nog iets
aan de koloniserende Duitsers
herinnert. Keizer Wilhelm wilde
immers ook een imperium over
zee. Een kleine halve eeuw heb
ben de Duitsers in Tanganjika
gezeten. Prins Claus was er een
van, zij het een hele kleine. Er
hangen vergeelde fotografieën
waarop Pruisische heelmeesters
in uniform met pet op de zwartjes
tegen velerlei euvels
Ook hangt er een deerlijk geha
vende patrijspoort van een Duit
se kanonneerboot, getorpedeerd
door de Britten in de Eerste We
reldoorlog. Dat was ook het einde
van het koloniale avontuur zoals
bekend. De Duitsers verloren en
Tangajika werd een Engels man
daatgebied.
Klapstuk van het museum is de
Rolls Royce. Een prachtig exem
plaar uit 1934. Hij staat in een gla
zen vertrek. Een kleine buts op
het linkerspatbord mag geen
naam hebben. Verder strak op
zijn bandjes, een goudhaantje. In
dit fraaie exemplaar reed Julius
Nyerere in 1961 naar de onafhan
kelijkheidsplechtigheid. Er
hangt iets strijdbaars om die wa
gen, zoals met de Aurora in de
haven van Leningrad of met het
ruiterharnas van Hendrik de
Achtste in de Londense Tower.
De geschiedenis zet graag haar
uitroeptekens achter paarden of
voer- en vaartuigen. De man van
het museum zegt dat het maar
een haartje had gescheeld of de
Rolls Royce had er niet gestaan:
men wilde hem bij opbod verko
pen en van de opbrengst weer al
lemaal hoogst nuttige projecten
aanpakken.
In de Daily News ontspon zich alras
een felle woordenstrijd. De men
sen die ervan afwilden, schreven
dat de Rolls Royce het laatste
stukje herinnering was aan een
imperialistisch verleden. Dege
nen die hem wilden behouden,
onderhielden hun tegenstanders
over het gebrek aan historisch
besef. De laatsten wonnen. Niet
door de kracht van hun argumen
ten, maar omdat die verkoop veel
te weinig dreigde op te brengen.
Toen hebben ze de Rolls maar
naar het museum gesleept. Dat
had ook nog heel wat voeten in de
lemen aarde. Halverwege de Mo-
rogomo Road is-ie nog door de
assen gegaan.
Op het ministerie van buitenlandse
zaken stelt men mij alle mede
werking in het vooruitzicht. De
Mwalimu spreken; wij zullen ons
best doen. Een ujamaa-dorp be
zoeken: dat valt te regelen. Naar
Zanzibar: u zegt het maar. Uw ho
tel en kamernummer en u hoort
Fries
Intussen ga ik met Pieter
Breeuwsma en zijn vrouw Mar
lies naar de internationale han
delstentoonstelling, die juist deze
week een kilometer of vijf buiten
Dar-es-Salaam wordt gehouden.
Breeuwsma is een Fries uit Ny-
land, 32 jaar, bondige uitspraken
Ook niet zo dat safaripaktype. De
minister-president, Ndugu Ed
ward Sokoine, opent de tentoon
stelling. Voor één shilling kan ie
dereen naar binnen; grote rijen
voor de kassa. Een groepje Chi
nezen voor de ingang doet er on
geveer een kwartier over om zich
te laten fotograferen. Elke keer
een andere opstelling. Veel ge
lach: de opera van Peking aan de
De Chinezen hebben de Tanzan-
spoorweg van Dar-es-Salaam
naar Lusaka in Zambia gebouwd,
20.000 man werkten eraan. In
1975 kwam hij klaar: 1800 kilome
ter. Breeuwsma wijst op de huis
jes waar de Chinezen woonden,
een golfijzeren bedekking op een
soort voorgebakken hut van be
ton.
Premier Sokoine houdt zijn gehoor
voor „U denkt toch niet dat het
volk van Tanzania blij is dat het
voor een paar schoenen meer dan
400 shilling moet betalen? Nou,
en dat geldt precies zo voor ande
re volken die eventueel onze
spullen moeten kopen. Dus moe
ten we goedkoper produce-
Nyereres Afrikaans socialisme
voorziet wat de industrie betreft
in semi-overheidsbedrijven („pa-
rastatals") en coöperaties. Effi
ciency is doorgaans niet het
sterkste punt. Dat heeft vaak
weer met armoe en gebrek aan
kennis te maken. De armen ver
liezen altijd, heeft Nyerere eens
geschreven.
De handelstentoonstelling is op
een groot open terrein. Pavil
joens en loodsen die ervoor door
gaan zijn er in overvloed.
Breeuwsma zegt dat het verleden
jaar een stuk uitgebreider was,
maar dat komt omdat in 1978 de
hoofdtentoonstelling in een an
dere regio wordt gehouden. Dat
houdt verband met Nyereres po
litiek om de aandacht en de be
langen over het ganse land uit te
Pieter Breeuwsma is vooral geïn
teresseerd in het paviljoen van de
Sido-organisatie. Daar werkt hij
nu al twee jaar voor. Sido moet
kleine bedrijfjes van particulie
ren of coöperaties mee helpen op
Doten zetten. Sinds Nyerere. door
scnade en schande gelouterd,
weer wat meer ruimte voor parti
culiere ontplooiing heeft gescha
pen, komt er wat meer beweging
in die sector. Vijf man zetten een
meubelfabriekje op, anderen
starten een bedrijfje waar vuilnis
emeers worden gemaakt of het
aluminium skelet van autobus-
ramen. Breeuwsma is belast met
het goed laten marcheren van de
gemeenschappelijke voorzienin
gen waarop die bedrijfjes moeten
kunnen terugvallen. In zijn
werkplaats midden op het Sido-
complex ver buiten Dar-es-Sa-
laam staan bijvoorbeeld inge
wikkelde draaibanken. Een troe
telkind is de eigen ijzergieterij.
Daar worden nu gietstukken
voor complete waterpompen
gemaakt. Water is heilig in Tan
zania; waar water is, is hoop. Ver
tederd bijna kijkt hij in het pa
viljoen naar aluminium waterre
servoirs voor op de daken van de
huizen. Daarmee wordt de wa
terdistributie in de woonblokken
van de Tanzanianen iets minder
stotend en verdrietig. Breeuws
ma: „Toen we hier pas waren,
hebben we in een Afrikaanse
wijk gewoond. Je moest midden
in de nacht eruit, want alleen tus
sen twee en vier kwam er water
uit de kraan. Je stond in het holst
van de nacht te douchen"
Vul maar in
Breeuwsma's baas is ook in het Si-
do-paviljoen. „Djambo", zegt hij
en glorieert. Djambo betekent
van alles. Goedendag en hoe gaat
het, vul maar in. Bij Breeuwsma's
hts-opleiding kan deze Tanza-
niaan niet in de schaduw staan.
De status ligt altijd op de loer.
„Hij moest wat minder ijdel zijn",
zegt Breeuwsma. Fricties zyn er
altijd wel; „Mensen die niks ge
studeerd hebben, daar heb je
geen last van. Het middenkader
aast vaak op een hogere post. Ze
zijn bang om dingen te doen die
ze beneden hun stand vinden.
Vuile handen maken. En het is al
helemaal mis als ze in het bui
tenland zijn geweest. Ik heb twee
mensen die in Nederland zijn op
geleid. maar die zie je sindsdien
niet meer in de werkplaats. Maar
eerlijk is eerlijk, daarin onder
scheiden ze zich natuurlijk niet
van blanken"
By de loods vain de CCM speelt een
Cuba-achtig bandje en deint de
massa vanuit de heupen. Ieder
voor zich. Geen paren. De CCM is
de eenheidspartij van Tanzania,
de recente samensmelting van de
TANU op het vasteland en het
zusje op Zanzibar. De partij
vormt het framewerk voor Nye
reres Afrikaans socialisme. Zij-
wijst de regering aan en organi
seert de parlementsverkiezingen
(met de keuze uit partijleden). De
CCM moet de continuïteit van de
Tanzaniaanse opbouw waarbor
gen. De Arusha-verklaring van
1967 (genoemd naar de noorde
lijke stad waar de partij by een
kwam) heeft de lijnen uitgezet
voor „ujamaa" en „op eigen be
nen staan", maar heeft ook de
morele eisen geformuleerd waar
aan de hoge partijkaders dienen
te voldoen: geen baantjesjagerij.
noch belangenvermenging of
corruptie.
De praktijk? Breeuwsma: „In ver
gelijking met landen als Kenya
redelijk. Maar de corruptie steekt
toch wel zijn kop op. Als je een
auto wilt, moet je eerst een ver
klaring krijgen dat je ervoor in
aanmerking komt, en dan weer
moet je vergunning hebben om
de bepaalde auto die je wilt, te
kopen. In beide gevallen moetje
daar geld voor over hebben"
Maar bij de CCM gaat voorlopig het
dansen door. Een uitputtingsslag
tussen de dansers en het bandje
Tegen acht uur. oordeelt de com
plete duisternis: onbeslist.
Dar-es-Salaam telt opvallend wei
nig bedelaars. Wel verstijf ik bij
de aanblik van de meest afzichte
lijke die ik ooit heb aanschouwd.
Een door de bilharzis vervormde
kop als een nachtmerrie. Een
Barbapappa uit de onderwereld.
Voorbijgangers grijpt hij naar de
benen. Zyn vaste stek is de mar
meren koelte van een genationa
liseerd bankgebouw.
Schema
Willem van den Berge reikt mij het
definitieve schema aan van het
staatsbezoek. Men zal er veel op
uit trekken, „up country", zoals
dat hier heet. Ontwikkelingshulp
en wilde dieren, de Ngorongoro-
krater en de eeuwige sneeuw van
de Kilimanjaro. „We zullen er
maar het beste van hopen dat het
straks allemaal klopt", zegt hy
zwetend.
De Nederlandse Vereniging Tan
zania laat weten: „ledereen wordt
verzocht (en daarmee bedoelen
we ook iedereen) om dit hoge be
zoek op het vliegveld te komen
verwelkomen. Bij de ingang van
de „Waving Bay" staat samen
met de Tanzaniaanse security-of
ficer onze penningmeester, Louis
Kroes, om de toegangskaarten te
controleren Zyn vrouw zal alle
kinderen een rood-wit-blauwe
vlag en een oranje hoedje ge-
Op mijn hotelkamer tref ik een
zige tor met een prachtig cj
mei kleurig schild. Ik zet hem i
zonder beven op de gang
mompel: dat is Afrika. Dan ze
de airconditioning
„hoog".
ril-