hollandia news Nederlandse krantjes in Canada 'Epidemie' slaat gaten in rij Weense koffiehuizen - Positie van kabinet aanzienlijk versterk] canada a vanderheide publication ~-l /0- ""v lêhoahVote winst bij statenvermez.ngen «OEBFr idealisme dat telt. Als er zo'n achthonderd dollar (1600 gul den) per week binnenkomt speelt men quitte. Naast de Nederlandstalige adverteer ders is het vooral de Canadese regering die met grote adver tenties geld in het laatje brengt. "Dat houdt ons op de been". Het nieuws uit Canada zelf wordt verzorgd door een aan tal medewerkers in den lande. Het zijn meest "menselijke verhalen", zoals "De lange weg van Gerry en Lori van Santen". Er is elke week een politiek overzicht. Binding bewaren In een voorstad van Vancouver bevindt zich de redactie en opmaak van de Windmill He rald, een krantje dat elke twee weken naar ruim zesduizend abonnees gaat in het westelijk deel van Canada. Om in het Oosten, met name Ontario voet aan de grond te krijgen nam uitgever Albert Vander heide enkele jaren geleden daar de Hollandia News over die naar zo'n vierduizend abonnees gaat. Zakelijkheid en idealisme gaan bij hem hand in hand. Om het Nederlandse nieuws zo com pleet mogelijk weer te kun nen geven maakt hij gebruik van verschillende Neder landse persdiensten en kran ten. Hij zal daarbij niet uit het oog verliezen wat zijn abon nees willen: niet alleen probe ren hij en zijn drie medewer kers een zo'n algemeen mo gelijk produkt te maken, ook wordt zoveel mogelijk gepro beerd uit alle delen van Ne derland iets te brengen. Er wordt daarnaast redactioneel commentaar geleverd op de Canadese politiek, en aan dacht wordt besteed aan pun ten die van specifieke interes se zijn voor Nederlanders. Dat kan variëren van de moord op de vier Nederlanders in Vancouver tot grootsemina rist Boomars die de eeuwige gelofte aflegt - het gezin Boomars vertrok in 1954 van uit Haarlem naar Winnipeg. Het kerkelijk nieuws neemt een niet onbelangrijke plaats in, te verklaren uit de christe lijke achtergrond van Van derheide zelf, maar ook uit het feit dat het een goede klantenbinder is. Vanderheide zelf wil dat wie in Holland op bezoek gaat zich daar snel thuisvoelt aan de hand van zijn berichtgeving. "De taak is de binding met Holland te bewaren" "Nostalgie zit daar altijd in, daarvoor is het een ethnisch blad. Een mooi Nederlands plaatje slaat altijd in. Tot voor twee jaar hadden we altijd een typische nostalgiefoto op de voorpagina, nu gebruiken we meer nieuwsfoto's". Voor het mozaïek Canada dra gen de Nederlanders zo hun steentje bij. Of zoals Theodo ra Schryer zegt "Waarom zouden we onze eigen cultuur niet hooghouden?" TORONTO/VANCOUVER - De Windmill Herald, de Hollandia News. Namen van Nederlandstalige blaadjes in Canada. Vanzelf komen daarbij meewari ge gedachten op over emigranten vol heimwee, ver van het knusse vaderland. En wat te denken van "De weg terug", een door de Nederlandse Courant in To ronto uitgegeven boekje over een immigrant die te ruggaat naar Nederland, daar echter het Canadese leven zo mist dat hij besluit zich toch maar weer in dat verre, grote land te vestigen? Die meewarigheid doet geen recht aan het werk van de redacteur. Allicht speelt er een portie heimwee mee. Maar uitgever Albert Vanderheide bijvoorbeeld, die elke twee weken ruim tienduizend Nederlandstalige krantjes de deur uit doet, ziet een heel duidelijke taak in het geven van voorlichting over wat er in het thuisland gebeurt. "Je ziet altijd dat de emigrant en het thuisland uit elkaar groeien. En als men geen nieuws meer hoort uit het thuisland, raakt het contact met de familie snel verloren. Die kloof hoeft met een Ne derlandstalige krant niet zo groot te worden. Ik geloof niet dat wij de heimwee bevorde ren met de krant in de hand is men minder geneigd het thuisland te idealiseren. De cultuurschok is dan ook min der als men er op bezoek gaat" Uitgeefster Theodora Schryer van de Nederlandse Courant "Toen de goedkope char tervluchten kwamen tussen Amerika en Europa ging men zich weer interessëren voor Nederland, men wilde Ne derlands nieuws blijven le- Klantenbinder De emigranten die vlak na de oorlog naar het buitenland vertrokken hadden het idee dat ze Nederland nooij. meer terug zouden zien. Alleen voorzover men brieven schreef bleef er contact met de familie overzee. In de na oorlogse jaren waren er hier in Canada heel wat Neder landse blaadjes. Vooral kerk- blaadjes in alle maten en soor ten speelden een grote rol. De meeste van die kerkblaadjes - nog steeds in de kerk onder de Nederlandse immigranten hier erg belangrijk - zijn nu verengelst. De vele blaadjes dienden om de nieuwkomers wegwijs te maken. De Ne derlanders onder elkaar kon den via de krantjes elkaar wat helpen in het grote avontuur. Soms zagen Nederlandse win keliers zo'n blaadje als een mooie klantenbinder. De Hollandia News werd ooit volgeschreven door 'n zaken man die het als goede gele genheid zag om zijn verzeke ringen, reizen en tweede hands goederen aan de man te brengen. Twee winkeliers verspreidden ooit onder de kop "Goed Nieuws" een gra tis nieuwsbrief waarin ze ge lijk hun kaas en textiel kon den aanprijzen. Mozaïek Niet vergeten moet worden dat de Canadese kranten in ver gelijking met Nederlandse kranten weinig buitenlands nieuws brengen, laat staan nieuws over zo'n vlek op de globe als Holland. Er moeten Molukkkers aan te pas komen wil Nederland hier een half kolommetje halen op een van de binnenpaginga's. Verder moet men in gedachten houden dat Canada niet een hechte eenheid is. Er zijn twee officiële talen, Frans en Engels, en de federale rege ring in Ottawa probeert een politiek van "multicultura lisme" door te voeren: iedere bevolkingsgroep heeft zekere rechten om zijn eigen levens stijl te behouden. Het is dus niet zo dat men zich als nieuwkomer aan een alge meen levensritme kan aan passen om helemaal "Cana- dees" te worden. Van de 24 miljoen inwoners zijn er vier miljoen immigranten die sinds de tweede wereld oorlog zijn binnengekomen. Deze bevolking leeft ver spreid in een land dat zich uit strekt over duizenden kilo meters tussen Atlantische Oceaan, Noordpool en Stille. Oceaan. Het is in zekere zin een verbrokkeld land; Cana dezen zelf spreken wel over een mozaïek. Al die immi granten, die ethnische groe peringen, laten hun sporen na. In Canada worden zo'n 200 ethnische krantjes uitge geven, waarvan 20 in Van couver en 52 in Toronto. De Nederlandstalige weekblaadjes zijn dus be paald niet een opmerkelijke minderheid. De belangrijkste zijn de Nederlandse Courant, en het koppel Windmill He- rald/Hollandia News. De Nederlandse Courant wordt uitgegeven in een voorstad van Toronto en bedient elke week ruim 4000 abon nees, voornamelijk gevestigd in Ontario. Het Nederlandse nieuws wordt weergegeven met knipsel uit de Telegraaf. Verder is er in het krantje veel mode, recepten en tuinieren te vinden. Kortom, de gezel ligheid overheerst. Theodora Schryer voert de redactie, in de drukkerij van haar man wordt de verdere lay-out verzorgd, haar doch ter helpt met de administra tie. Het is dus bepaald geen groot bedrijf, het is meer het Uitgeefster Theodora Schryer en haar dochter (die de administratie bijhoudt) Heurige-lokaal bij Stephansdom WENEN - De adem van de tijd zal ooit de Egyptische pira mides als gruis over de aard korst blazen. Als je 't zo be kijkt is wat er in Wenen op 't ogenblik gebeurt geen ramp. Maar wat koopt een echte We ner voor dat eeuwigheids-per spectief? Geen koffie, mokka, taartjes, geen Heurige of bier. H ij leeft vandaagEn daarom is het voor hem wel degelijk hoogst tragisch dat er ernstige gaten vallen in de rij van ge renommeerde koffiehuizen en cafes in zijn stad. Befaamde zaken, waar het goed kouten en krantenlezen was, ver dwijnen van de ene op de an dere dag. De Weense horeca spreekt van een epidemie. Natuurlijk, de horeca klaagt al gauw, maar een feit is dat re centelijk nog Gropl, Die Ko- ralle en cafe Reichsrat de deur definitief op slot hebben ge daan. En Eiles, in de Josef- stadterstrasseheeft het einde al aangekondigd. Er komt een Chinees in, een familiebe drijfje dat minder gebukt gaat onder personeelslasten. Omdat er „al" dertig van die bamihutten zijn, wordt onge rust gedaan over het opruk kende „gele gevaar". Maar het zijn niet alleen de lo nen van de kelners die de tra ditionele Weense zaken de das om doen. Vroeger waren de koffiehuizen en cafes prak tisch dag en nacht open. Dat moest ook wel in het oude kei zerrijk, maar de sociaal-de- mocratie heeft daar 'n stokje voor gestoken. De kelner heeft ook recht op een vrij weekein de. Dus is er zaterdags en zon dags niet zoveel meer te doen in de stad en „de loop" raakt er uit. Om een. idee te krijgen van de monarchie der Habsburgers, die zo'n stempel op Oostenrijk heeft gedrukt dat cultureel ge zien nog overal de schimmen ervan aanwezig zijn, is een bezoek aan slot Schonbrunn een „must". Het ligt net buiten Wenen en het is maar een paar haltes met de Stadtbahn. „Jes ses, wat prollerig", hoorde ik er een Nederlands vrouwtje zeggen, dat eigen bankstel en wandmeubel kennelijk verre verkoos boven het aan schouwde. Niet geheel onbegrijpelijk, want de vijfenveertig van de ruim duizend vertrekken waar kuddes toeristen doorheen worden geleid, zijn op een verpletterende manier gede coreerd. Keizerin Maria The- resia liet de barokke orna menten, die de wanden als wijnranken overwoekeren, met echt bladgoud bedekken, zodat die in elk geval geen on derhoud behoeven. Volg de gids naar „de mooiste slaap kamer" en hoor hem - onge twijfeld voor de duizendste keer - er vettig aan toevoegen: Willen de dames me maar volgen..." Een grap die school heeft gemaakt, want ik herin ner me een gids in het palais de Compiegne, die hetzelfde zei in lichtvoetig Frans. Na keizerrijk en derde rijk is het met Wenen wat vreemd ge steld. Het blijft een aantrek kelijke stad met. over 't alge meen vriendelijke mensen. Maar het heeft iets provin ciaals, dat je er toch niet zou verwachten als je er voor de eerste keer komt. Wenen, Oos tenrijk, heeft zich na de oorlog nooit zo op het bereiken van een Wirtschaftswunder ge stort als die andere verliezer ao.n de benedenloop van de Donau. Weners geven het zelf toe: Nee, bruisend kim je 't hier niet meer noemen. Om het „waarom" te begrijpen kan men het best terecht bij dr. Ernst Gehmachereen socio loog die onlangs in een artikel in „Die Presse" de ziel van de Oostenrijker blootlegde. Ons land heeft door zijn geschie denis al een achterstand op die staten, zegt hij, waar de industrialisering al eerder en krachtiger is begonnen. De versplintering van de monar chie na de eerste wereldoorlog heeft Oostenrijk daarbij tot een kleine staat gedegra deerd, die in combinatie met het culturele grootheidsgevoel regelrecht tot provincialisme heeft geleid. De tweede we reldoorlog heeft daarna nog de geest van ,fiet kan niet op" afgeremd en die van een noodlijdetide maatschappij lang in stand gehouden. Gehmacher meent dat de Oos tenrijker zich in de baaierd van deze tijd een eigen geluks- techniek heeft aangemeten: die van oost-west, thuis-best. Een groot economisch wonder hoeft men er niet te verwach ten, noch de opbouw van een echte socialistische maat schappij. Aan de redding van de wereld van morgen zal de Oostenrijker zich niet vertil len. Hij zoekt het in het kleine geluk". Desnoods op een bank je in het park. Goede praal-, drink- en eetgele- genheden zijn daarbij na tuurlijk onontbeerlijkDaar om is het ook zo kwalijk dat in het ouderwetse type de klad zit. Maar er blijven nog tallo ze zaken over waar men te recht kan; van Keiler, Kondi- torei en Beissel tot het be faamde hotel-caferestaurant Sacher. Laat dit schrijfsel dus niemand weerhouden een be zoek aan Wenen te brengen. Als je drie Viertel Heurige op hebt (jonge wijn van de laat ste oogst) kan de Donau er in 't maanlicht best blauw uitzien. E11 zondagmorgen om elf uur kan men zich na de uitspat ting van de avond tevoren geestelijk louteren in de Au- gustiner Kirche. Nergens klinken de cantates van Hay dnMozart of Schubert zo mooiNa afloop een kop koffie met Sachertorte op'n terrasje. Dan is het uur al niet ver meer dat je met lichte tred een of ander lokaal betreedt en wat wijn bestelt: ,£in Viertel, bit- ROBERT SCHOUTEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 23