iPÜBLIËK Affiche wil luxe op stoep aan kaak stellen Alleen om mijn naam: Denie PAGINA 4 VARIA VRIJDAG 16 JUNI 1978 Tips voor deze rubriek kunt U elke morgen tot 10.00 uur aan mij kwijt, tel. 071-144941, toestel 215. U mag ook schrijven. Hoe groot is de kans op snelle ontdekking als iemand in de uitgestrekte duinen onwel wordt en niet meer bij machte blijkt een ander te waarschuwen? Volgens de Noordwijkse boswachter Arno Bosch is die kans groot, mits zo iemand zich niet al te ver van de offi ciële fiets- en wandelpaden heeft begeven. "Anders is het in veel gevallen een kwestie van geluk", zegt hij, "het is nu eenmaal geen haalbare kaart om elke dag het hele gebied uit te kammen". Van geluk mag zeker spreken de Amsterdammer Gerrit Herlaar. De 74-jarige groot handelaar in papier begaf zich deze week ook even op een afgelegen stuk duinterrein. Om een grote boodschap te doen. Kreeg ter plaatse een lichte beroerte en belandde in een greppel waar hij uit eige ner beweging niet meer uit kon komen. Roepen lukte hem ook niet. Toch zag hij vanuit zijn benarde positie korte tijd later hulp opdagen dankzij een van de twee poedels die hij mee uit wandelen had genomen en die kans had gezien met zijn geblaf de aandacht van een boswachter te trekken en de ze toen ook naar zijn baas leidde. Gisteren werd daar in deze krant melding van ge maakt. Was het slecht met hem afgelopen als die honden er niet zouden zijn geweest? Uitgedroogd Het duingebied van Staatsbos beheer, dat zich uitstrekt van Scheveningen tot aan de grens Noordwijk/Zandvoort, is 2600 hectare groot. Er wordt dagelijks in gepa trouilleerd. Door de Noord wijkse politie, die een route heeft uitgestippeld over fiets en wandelpaden, en door de surveillancedienst van Staatsbosbeheer die daar naast vaak ook het terrein in trekt. Beide bewakingsdiensten hou den de recreant in het oog. Kijken bijvoorbeeld of er niet illegaal wordt gekampeerd, nieuwe aanplant wordt ver nield, honden loslopen of met vuur wordt gespeeld. En na tuurlijk dient men attent te zijn op duinbezoekers die zich niet alledaags gedragen. Een voorbeeld. Twee jaar ge leden maakte een groepje vakantiegangers onder lei ding van een boswachter een excursie door het duingebied van Staatsbosbeheer. Tijdens die rondgang passeerde de groep een man op leeftijd die, zo leek het tenminste, heerlijk languit van de zon lag te ge nieten. Tot een dag later de boswachter weer die plek passeerde en die man nog in precies dezelfde houding aan trof. Bleek deze door een hartaanval te zijn getroffen en inmiddels bijna te zijn uitge droogd. De hulp kwam net op tijd. De surveillancedienst van Staatsbosbeheer bestaat uit drie man, maar in het zomer seizoen worden er daar nog eens vijf aan toegevoegd. Ge zamenlijk rijden zij dagelijks alle kilometers fiets- en wan delpaden onder de dienst- wielen door. Bosch: "Je kan dus zeggen dat de duinstrook langs die paden regelmatig wordt gecontroleerd. Anders wordt het natuurlijk als men sen verderop gaan. Of zich bijvoorbeeld schuil houden in delletjes of dicht struikge was. Maar dan nog hoeven ze niet lang onopgemerkt te blijven. Het grofhuisvuil dat Nederlanders eens in de zoveel weken in sla gorde op hun stoep opstellen is door de jaren heen een luxer aanblik gaan vertonen. TV's, fauteuils, wasmachines, centrifu ges, schilderijen. Een degelijk doorgeroeste spiraal, matras of een partij vermolmd hout is er nauwelijks meer bij. Oud-Valkenbur ger Jan Juffermans, nu inwoner van Boxtel, gaat die ontwikke ling aan het hart. Hij ontwierp een affiche dat hij landelijk wil invoeren en dat een steentje moet gaan bijdragen aan het in de wielen rijden van de wegwerpmaatschappij. De achterliggende gedachte is: er is een schaarste te verwachten aan energie en aan grondstoffen dus moeten we er zo zuinig mogelijk mee omspringen. Met nog bruikbare spullen klaar zetten voor de kraakwagen wordt vol gens Juffermans het tegenovergestelde bereikt. Zijn voorstel dus: gooi niets meer weg maar probeer het op een of andere manier weer in omloop te krijgen. Dat zou dan bijvoor beeld kunnen via tweedehands-winkels of rommelmarkten, maar mocht dat niet lukken dan is er altijd nog zijn affiche dat hij nu voor een gulden per stuk aan milieubewust Nederland gaat proberen te slijten. Op het affiche, dat aan de binnenkant van het huiskamerraam dient te worden bevestigd, staat bovenaan met knotsen van letters "gebruikte spullen te koop" met daaronder ruimte om aan te geven wat er zoal te koop is en hoe laat en op welke dag geïnteres seerden aan de bel mogen trekken. In hoeverre Juffermans' hartekreet "Gooi geen oude spullen weg zolang er nieuwe gebruikers te vinden zijn", nu in kraakwagen- minded Nederland gehoor gaat vinden is de vraag. De kortgele den van start gegane verkoop van zijn affiches loopt, zacht ge- Immers onze mensen wijken vaak van de route af. Boven dien zwerven nogal wat wan delaars door het gebied om dat ze zich niet aan de aange geven paden houden. Dat mag natuurlijk niet maar het betekent wel een stuk extra controle. En dan zijn er nog de jagers die overal hun ogen de kost geven. Juist omdat je hier in de buurt te maken hebt met een paar inrichtingen voor psychiatrische patiënten zou je kunnen spreken van een extra oplettendheid waar het om mensen gaat", zegt Bosch. En hij laat er op volgen: "Het is dus niet zo gemakkelijk om in duin een paar dagen onop gemerkt te blijven. En dat is maar goed ook. Anders zou den er veel nare dingen ge beuren. Want als er niet voortdurend patrouilles rondgaan hoe moeten dan bijvoorbeeld bejaarde men sen zich zien te redden die tij dens een ritje door de duinen een lekke band hebben ge kregen en niet de fut hebben hun vervoermiddel een paar kilometer met zich mee te zeulen? We hebben al heel wat in paniek geraakte be jaarden een lift moeten ge- Bosch noemt nog een ander voorbeeld waaruit het nut zou moeten blijken van het fre quent doorkruisen van het gebied. "Op een keer troffen we 's avonds om acht uur op een van de wegen een invali de die pech had aan zijn ge motoriseerde wagentje. Komt op die plek niemand langs dan staat zo'n man daar de andere dag nog". Laurent Denie zit nu vijftien maanden in de Van Mesdagkliniek in Groningen. Vier dagen per week heeft hij verlof. Hij mag het buiten proberen, om niet straks met prikkende ogen De Maatschappij weer- binnen te stappen. Hoe spreekt iemand die vijftien van zijn 26 levensjaren in tehuizen, inrichtingen en klinieken heeft gezeten? Over zichzelf. Over zijn toe komst. het gevangeniswezen. Wat wacht hem straks? Zouden zijn verleden, sociale omstandigheden en kansen in de maat schappij dan toch bepalend kunnen zijn voor zijn gedrag? Een relaas vanachter de verkeerde kant van de deur. Laurent Denie, op een van zijn vier „vrije" dagen op een zonnig terras aan het strand: Vijftien maanden zit ik nou in de Van Mesdagkliniek in Groningen. Ik had vier jaar voor een schietpar tij, knokken met twee agenten en een bankoverval. Eerst in Haarlem gezeten. In de Koepel. Dat was wel goed. Veel sporten en zo. Er wordt daar veel aandacht aan de mensen besteed. Ik had een cel-bezoekster. Een hele toffe vrouw was dat. Daar deden ze wat voor de jongens, die achter de deuren zaten. Elke dinsdag film. Veel voetbal, geen boksen jammer genoeg. Mocht niet. Ze waren bang dat we dat tegen de bewaarders gingen gebruiken. Daar heb ik tien maanden gezeten. Ik moest nog langer hoor. Maar ze wisten geen raad met mij. Want ik sta bekend als een vervelend man netje in het gevangeniswezen. Vaak op de vuist met de bewaarders en zo. Ik heb er een keer een jaar voor gehad. Toen had ik er een bijna ge wurgd. Die is er nog goedkoop van af gekomen. Ze trokken me d'r van af, anders had ik z'n keel dicht ge houden. Die vent deed 's ochtends de deur open en ik deed 'em uit de gein weer dicht. En ineens geeft hij mij een gooi. Ik had em in een keer beet. Hij was nog de beste bewaar der, die er rond liep. Maar ja, ik ben altijd ochtendziek. Toen ben ik naar de jeugdgevangenis in Am sterdam gegaan. Ik was zes jaar, toen ik van huis ging. Het heeft nooit meer opgehouden. Allemaal door de voogdij gekomen. Die heb ben me helemaal verpest. In tehui zen kon je twee dingen doen. in breker worden of homofiel. Ik heb voor inbreker gekozen. Dat is wei- zo goed, he. Ik heb wel een vak geleerd: knij pers maken. En zakkies plakken. Die knijpers zijn me nog het beste bevallen. Daar krijg je geen vieze handen van en ze zitten gauwer in mekaar. Ik heb wel eens gezegd - tegen professor Van Hattum was dat - edelachtbare heer, zolang er buiten geen knijperfabrieken staan zal je me hier wel terug zien. Dat is altijd uitgekomen. Voor schut Maar ik heb wel een vak willen le ren. Groepsleider of zo. Van wees kinderen. Of sportleider. D'r is nooit wat van gekomen. Je hebt er de kans niet voor gehad. Ik heb in het circus gewerkt en op de kermis. Maar wat heb je daar aan? Ik heb steeds voor schut gezeten. In die gevangenis kwam een zootje van het ministerie en toen heb ik gezegd dat ik overgeplaatst wilde worden. Ik zat er acht uur van de dag achter de deur. En een slam pamper van een directeur. Ik zat in de Bunker. Met alle maten hadden we afgesproken om de boel kort en klein te slaan. Maar ik was de enige en ik werd ook als enige overge plaatst naar Utrecht. Daar heb ik een tijdje gezeten en vandaar ben ik naar de Mesdag ge gaan. Avereest, dat was het ergste wat ik heb meegemaakt. Ik heb daar in '74 gezeten. En ik ben daar al op m'n naam veroordeeld. Ik werd stren ger in de gaten gehouden. Ze waren erg kortaf. Ik heb nog nooit zulk vies tuig meegemaakt. Ach man, als ik daar over ga praten ben ik nou nog in staat ze de nekken af te'snij den. Gewoon jennen, die bewaar ders. Met bezoek ook. Bij mij zat er altijd iemand bij. Dat ging me zo vervelen dat ik een spiegel naar die kerel toegooide. En gelijk op het alarm, he. Dus ik rende m'n cel in om een stoel te pakken. Maar gelijk vijf man tegen de deur aan. Ik ren naar achteren en spring met volle kracht tegen die deur op. En die vliegt in ene open. Daar lag een bewaarder en daar een en daar. Toen pakten ze me met z'n allen beet. Maar ik rukte me los en strui kelde over mijn eigen schoen de cel weer binnen. Die deur stond hele maal krom. Met een man of twintig hebben ze me in de isolatie gedaan. Daar zat ik een maand. Je hebt wel eens de man van zes miljoen gezien. Nou als ik het geld kreeg, waarvoor ik in de lik heb gesloopt, dan kost ik meer dan zes miljoen. Jennen In de isolatie heb ik meer dan een maand gezeten. Een beveiligde cel met gepantserde glazen. En mij maar jennen. Overslaan met eten en zo. D'r was een verwarming en daar zat ik tel kens op te bonken. Mijn mede-be woners konden er niet van slapen. En dat waren toch al van die vieze schijtluizen. Ik ging de kelder in. In de strafcel. Daar heb ik een halfjaar gezeten. Zonder daglicht. Als een- zwijn ben ik.... We praten nou wel eens over andere landen, he. Maar laten we eerst maar eens naar dit land kijken. D'' r gebeuren zo verschrikkelijk veel mensonwaardige dingen in de ge vangenis. Dat is met geen pen te beschrijven. In die reclassering ook. Die hebben een keer voor de rechtbank in Den Bosch geroepen dat de bezem eens door de familie Denie moest. Nou, ze kunnen beter eens de bezem door de boezem van de justitie douwen. Daar heeft die officier van justitie ook een dreun voor gehad van mijn broertje Daan, want die zei dat ie het er mee eens was. Maar over de Mesdag. Daar zit ik nou vijftien maanden. Op het ogenblik ben ik met proefverlof. Ik mag er elke week vier dagen uit. Dat is al een maand zo. Mijn erva ring is dat men de mensen zoveel mogelijk hun gang laat gaan. Ze kunnen er leren zelfstandig te wor den in de maatschappij. Dan wordt er wel veel viezigheid geschreven over de Mesdag, dat er valse paspoorten worden gemaakt en dat daar de bron van de misdaad zit. Maar laten we eerlijk zijn. Ie mand krijgt daar de kans met een begeleider de stad in te gaan. Dan loopt men soms gewoon weg, wat ik laf vind. Zo'n goser krijgt de kans om even aan de maatschappij te wennen. Om even iets te kopen, om even contact te hebben met ande ren. En dan laat men zo'n man in z'n hemd staan. En als ze dan weer ge pakt worden is het hoge nood. Dan duurt de straf te lang en weet i- k wat niet meer. AWBZ Ik zit daar voor een schietpartij in een bank aan het Hildebrandtplein. Maar ik heb niemand vermoord. Nog nooit. Laten we het afkloppen, mensen. Nee, ik heb niet het recht andermans leven te nemen. Maar ik ben verloend door Harry de Jood. Ik hoop hem nooit meer tegen te komen. We zitten met een man of vijftig in de Mesdag. Je hebt veel ontspan ning. Het is alleen jammer, he. Er staat daar voor een paar miljoen aan materiaal in de werkzalen. Maar sinds men die uitkering heeft, en die AWBZ, wordt er nauwelijks ge bruik meer van gemaakt. Da s wel jammer, want je kan daar ook een vak leren. D'r zitten eersteklas vakmensen. Als je ontslagen wordt kun je daarvan een diploma in je zak steken. Dat is toch prachtig. Maar ja, ik heb er het geduld niet voor. En al zal ik een diploma heb ben. Ik kom toch niet terecht bij een baas, geloof mij nou. Alleen wegens mijn naam, Denie. Ik heb het zo vaak gewild, maar tel kens krijg ik afwijzend beschikt. Als ik een valse naam opgeef zou het misschien lukken, maar ze ko men er toch achter. En dan krijg je weer valsheid in geschrifte, he Praten Bijna iedereen krijgt een uitkering, in de Mesdag. Als je vroeger op de werkplaats zat, kreeg je dertig gul den per maand. Nu driehonderd van de volksgezondheidsdienst, of weet ik veel. D'r zijn zeker jongens die er een goed vak hebben geleerd. Timmeren, letterzetten. Maar ik heb een vak. Dat is steeds inbreker geweest. Ik hoop dat het daar niet meer van komt. Maar ja, je weet het toch niet. Ik kan je nou wel stroop in je bek gaan zitten smeren. Ik ben nou 26 en ik ben ruim vijftien jaar in gevangenissen en tehuizen ge weest. Als je eenmaal begint houdt het toch niet meer op Of je moet in een keer een flinke klap maken. In de Mesdag doe ik de hele dag niks. Ik kan niks, ik weet niks en ik doe niks. De psychiater heeft me altijd een stabiele jongen gevon den. Ja, wel in staat tot zelfvernieti ging, maar ik laat die gasten altijd maar praten. Je kan zoveel proble men hebben. Geen ene psychiater lost ze op. Gewoon met mekaar pra ten, dat is beter. Je moet het toch allemaal zelf doen. Ze hebben mij altijd koeien met gouden horens beloofd. DV is nog nooit wat van gekomen. In de Mesdag heb ik zelf beheersing geleerd. Vroeger sloeg ik er altijd meteen op los. Als ik het niet met woorden afkon. En ik heb d'r wat in mekaar geramd, hoor. Ze geven me nou een kans. En ik hoop bij God, dat ik het red. Aan vrienden heb je ook niks. Je groot ste vriend kan wel je grootste vij and blijkenZo heb ik eens een vent met tien kinderen geholpen. Ik help graag mensen. Ik heb voor hem toen ingebroken in de Sche- veningse gevangenis.. Ik heb voor achtduizend gulden loonzakkies weggehaald. In de krant stond: in breker waagt zich in hol van de leeuw. Maar die vent heeft me ver raden. Dat is binnen de lik ook. Je gaat van mekaar niet na wat je buiten hebt gedaan. Je leeft in een gemeen schap. En de slechtste kan wei eens de beste zijn. Kotalla Net als in Breda met Kotalla, Fi scher en Aus der Funten. Kotalla is het slechtste voor Nederland ge weest. In de nor was het de beste. Die Fisher, likte de kont van de di recteur Hij was schoonmaker Voordat 'ie begon ging 'ie eerst zelf onder de douche en dan ging 'ie de bureaux schoonmaken Dat van: bevel is bevel, dat hadden ze nog wel. Aus der Funten was de baas in de keuken. Daar had je dan ook niks te zeggen, want hij was er het langste. 27 jaar. In de Mesdag heb je contactavon den en discoavonden. En dan heb je nog die bond van wetsovertreders. Maar dat is allemaal sensatie. Die mengen zich in dingen, waar ze niks mee te maken hebben. Kijk, gekankerd moet er altijd wor den. Als dat uitblijft krijg je agres sie. Je kan de muren natuurlijk met goud behangen, maar het duurste wat je betaalt als je vast zit is je vrij heid. Ik loop liever in m'n nakie buiten, dan met de duurste bontjas binnen. Ik heb zo vaak vast gezeten, jongen. Daar word je ziek van. Dan denk je bij je eigen: waarom zou ik niet kunnen leven als die andere dertien miljoen Nederlanders. Waarom is het bij mij nou fout ge lopen. Ik ben gewoon het zwarte schaap geweest van de voogdij. Die deden maar gewoon met je wat ze wilden. Dat tuig moeten ze gewoon afschaf fen. Die groepsleiders, die trokken je gewoon het nest in. Ze sloegen met een sleutelbos een keer acht gaten in m'n kop. Toen was ik ze ven. Ik was weggelopen. De dag daarna moest ik met een bord op m'n rug lopen. Dat ik niet meer mocht weglopen. Het is in de Mesdag veel mens waardiger. We gaan om kwart voor tien achter de deur. Je hebt televi sie in je cel. En radio. Bezoek krijg je ook in je cel. Je kan ook een nummertje maken. Geen enkel probleem. Er komt niemand kij ken. Dat is een mooie regeling. Ik vind dat ze dat toch ook in gevan genissen moeten gaan doen. Want daar gaan veel huwelijken aan ka pot. Jeuk is erger dan pijn, hoor. Lachen Ik ben ook gescheiden van mijn vrouw door de gevangenis. Nou heb ik weer een huis in de Gerard Doustraat. We zitten allemaal moeilijk. De een heeft een meisje leren kennen en dan zit 'ie in de put. Maar als gasten onder mekaar kun nen we toch lachen. Ik heb es meegemaakt dat ik m'n balletje gehakt liet vallen. Dat ding stuiterde weg. Nergens meer te vinden. Ik denk, he. Ja, het eten is slecht geweest. Voorlopig is de kaas nu iets dikker. Vroeger, als ze een plakkie op je boek gooiden, kon je gewoon doorlezen, zo dun. De wasserij, dat wordt voor je gedaan. Je broeken worden in Veenhuizen gestoomd. Dat kost een paar knaken. Maar ja, d'r gebeuren rare dingen. Als je een sexprobleem hebt, zoals die jon gens die voor ontucht zitten, dan geven ze tienduizenden uit om dat op te lossen. Als je met een probleem zit en je moet bellen, dan geeft het niet hoeveel het kost. Maar als je een sportjasje van an derhalf meier als een babytruitje te rug krijgt, nou weinig vergoeding hoor Maar ja, dat is dan een probleem voor de heren psychia ters onder mekaar. Ik heb het er niet naar m'n zin, dat is logisch. Zo op een terrasje, ja, dan gaat er toch niks boven de vrijheid. De mensen in badpak, de zee, ja jongen- Ik wou dat iemand mij straks een goeie job kon geven. Wat ik zou kunnen? Paardestront verkopen aan de deur. Denk er om dat ik vroeger veel gevent heb, hoor. Maar de eerste moet nog uit de hoek ko men met een baantje. Ik zit nou op de ziekenafdeling. Er gens anders red ik het niet. Als je een wond hebt, word je daar gehol pen. Dat zijn hele toffe mensen, die ziekenverzorgers. Ze geven me raad en ik hen, als dat kan. Ik heb denk ik in dertig tehuizen en gevangenissen gezeten. Maar de Mesdag is wel de beste. Je gaat niet gauw de strafcel in. Ja, ze slaan me kaar wel veel op d'r bek. Oh, jee. Met de pollepels om de oren. Ik heb wel gezien dat er een om een plak kie kaas met een biljartkeu in me kaar werd geslagen, terwijl ze d'r ergens anders vier in de asbak gooiden. Kweekschool Het ergste is natuurlijk die kinder tehuizen. Daar gaan d'r veel de ver nietiging in. Die kinderen hebben niks te zeggen. De een komt voor een kist appels binnen, de ander voor een bromfiets, en zo leer je het van mekaar. Een kweekschool voor misdaad. Ik weet niet meer, waar voor ik ben binnengekomen. Het begint met een kwartje uit een por- temonnaie. Maar je krijgt de goeie en de slechte jaren. Ik hoop dat de goeie nog eens komen. Ik heb genoeg rottigheid meegemaakt. Nee, ik zou wel eens graag een kof- fietentje willen hebben. D'r is er niet een, die me daar nou eens wat voor zou willen lenen. Je naam, he. Als je een cheque gaat inwisselen krijgen ze een rooie kop. En dan beginnen ze zenuwachtig te doen. Nu lach ik er om. Vroeger werd ik kwaad. Alsof wij de grootste moor denaars en oplichters zijn. Maar we hebben nog nooit van de armen gestolen. Altijd van de rij ken. Als iemand met een ton op zak loopt heeft 'ie er ook nog wel een- paar achter de hand. Als je dat strand ziet, prachtig he Dan is er toch niks mooier dan het leven. Dat heb ik een tijdje gemist. Kun je je dan voorsellen datje daar binnen problemen krijgt. En geen een psychiater, die je daar over heen helpt. Je moet het allemaal zelf doen. Al die knakkers, je hebt er niks aan. Er gebeuren nog zelf moordpogingen. Ik zou het nooit doen. Je moet er, vind ik, toch wel een grote held voor zijn. Je weet nooit wat het leven brengt. Het is net een dobbelsteen. Je kan van een tot en met zes gooien En ik zeg al tijd maar zo: aan het einde hangt de prijs: de hoofdprijs of de troost prijs. Laurent Denïe: "Ik heb d'r wat in mekaar geramd hoor'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 4