Een idee
na tien
jaar werken jaar vrij
Verschil tussen dobberen pen is groot
vis
I sport
ZATERDAG 10 JUNI 1978
Twee jonge beleidsmedewer
kers van het ministerie van
CRM bepleiten in een nog
niet gepubliceerd rapport
„een grootscheepse herver
deling van arbeid en vrije
tijd" in ons land.
Ze stellen voor om op "hoog
niveau" te laten bestuderen
hoe de werkgelegenheids
problemen kunnen worden
opgelost. Daar is dan ook alle
reden toe: op dit moment
hebben 210.000 mensen geen
baan, en hun aantal groeit
beangstigend snel naar de
300.000.
De CRM-beleidsmedewerkers
kiezen zelf voor een „inte
graal systeem van wederke
rend anders bezig zijn, in
samenhang met het vormen
van een verlofsysteem".
Dat is een hele mond vol voor
een totale omwenteling, die
iedere werkende en niet-
werkende aangaat: niet lan
ger een baan met daarna
pensioen. Maar voortaan een
regeling die inhoudt dat ie
dereen (bijvoorbeeld) tien
jaar werkt, om zich daarna
een jaar aan andere dingen
(onderwijs, vrijwilligers
werk) te kunnen wijden met
behoud van inkomen.
Het idee is verrassend van een
voud: op dit moment be
draagt de werkloosheid (ge
registreerd en .onofficieel')
tien procent. Op elke honderd
mensen hebben er dus tien
geen baan. Waarom zou je die
.oneerlijkheid' niet opheffen
door de werkloosheid beter-
te verdelen?
Bijvoorbeeld door het instellen
van een soort rouleringssys-
teem waarbij iedereen aan
spraak op werk kan maken,
maar na tien jaar 'n baan ge
had te hebben, recht heeft op
een jaartje vrijaf.
Zo'n „tiende jaar' zou dan kun
nen worden gebruikt voor het
volgen van aanvullend on
derwijs, voor het verrichten
van maatschappelijk nuttige
bezigheden: vrijwilligers
werk dat de directe of indirec
te woon- of leefomstandighe
den ten goede komt. Of je zou
dat jaar kunnen gebruiken
om gewoon niks te doen - een
jaar arbeidsloos luieren, om
krachten te verzamelen voor
de volgende tien jaar werk,
maar intussen wel doorbe
taald.
Drs. Louise Groenman (37, so
cioloog) en drs. Regine Aal-
ders (26, sociaal-pedagoog)
beiden beleidsmedewerkers
directie sociaal-cultureel
werk van het ministerie van
CRM, hebben over dit uit
gangspunt uitvoerig nage
dachten hun onderzoekingen
plus aanbevelingen neerge
legd in een kanariegeel rap
port dat op publicatie wacht.
Het rapport maakt deel uit
van de discussie die op dit
moment wordt gevoerd bin
nen CRM. Op deze wijze wor
den de ideeën ingebracht in
de voorbereiding van andere
CRM-studies, die daarna
worden besproken met ande
re ministeries.
Het idee van afwisselend wer
ken/vrij zijn, maar dan wel
voor iedereen, waardoor de
huidige categoriewerklozen
zou verdwijnen en de ar-
beidslast door ons allemaal
wordt gedragen, kwam oor
spronkelijk van minister Al-
beda van sociale zaken. Hij
lanceerde dat denkbeeld toen
hij nog geen bewindsman
was.
Uitdiepen
Louise Groenman en Regine
Aalders, elkaar afwisselend-.
„Bij CRM werd gezegd -
waarom zouden we dat idee
niet eens wat uitdiepen. Ten
slotte, korte termijn-maatre
gelen om de snel toenemende
werkloosheid terug te drin
gen zijn vanzelfsprekend no
dig. Maar op de lange duur zal
er toch iets anders moeten
gebeuren, iets structureels
Bovendien - intussen is er een
rapport van de Wetenschap
Drs. Groenman (links) en drs. Aalders: Hoe de verlofcoupon een eind maakt c
i de werkloosheid
pelijke Raad voor het Rege
ringsbeleid verschenen onder
de titel „Maken wij er werk
van", waarin wordt gesteld
dat er nog veel arbeidsplaat
sen te scheppen zijn: in de
niet-winstbeogende dienst
verlenende sector. Maar is dat
wel zo?
Er komen toch steeds meer
aanwijzingen waaruit blijkt
dat er niet meer zo gemakke
lijk werk te scheppen is. Dan
dringt zich toch de conclusie
op: hoe verdelen we het nog
overgebleven werk beter over
ons allemaal?
De beide CRM-beleidsmede
werkers zijn zelf de eersten
om te stellen dat er, wanneer
het om de praktische uitwer
king en om de financiering
van hun plannen voor ,tien
jaar werken, een jaar vrij
gaat, nog veel aanvullend on
derzoek moet plaatsvinden
Toch moet de overheid iets
doen. Nu voeren we een vol
gend beleid - we kijken wat
we aan de gevolgen van de
werkloosheid kunnen doen
W i j zien meer in een voor
uitlopend beleid. Er zullen
wegen aangegeven moeten
worden om tot een andere
.waardering' van arbeid en
vrije tijd te komen. Werk en
niet-werken zouden bijvoor
beeld verdeeld kunnen wor
den via een stelsel van verlof
coupons. Bij het afsluiten van
het funderend onderwijs
krijgt men dan verlofcou
pons, die men onder bepaalde
voorwaarden in zijn latere le
ven kan opnemen.
Scholing
Zo'n jaar .ontplooiingsverlof
waarop een coupon recht
geeft, kan worden gebruikt
voor beroepsscholing of voor
scholing die meer is gericht
op de individuele belangstel
ling: club of buurthuiswerk,
kunstzinnige vorming, stads-
verfraaiing, milieuverzorging
en maatschappelijke dienst
verlening. Wat je dan zou ver
dienen? Dat moet nog wor
den uitgewerkt - het laatstge
noten loon, het minimum
loon, of iets daartussen. Om
dat misschien tevelen ge
neigd zouden zijn dat jaartje
met .niets doen' te vullen, zal
je bepaalde voorwaarden
moeten stellen voor invoering
van zo'n verlof. (Bijvoor
beeld: het vaststellen van een
aangepast, zeg maar lager, in
komen - Th. de J.).
Zou het bedrijfsleven, dat toch
al niet floreert, die last op zich
willen nemen om na tien jaar
een medewerker op 'n be
paalde stoel gehad te hebben,
voor de duur van het ,vrij-
af-jaar, over te schakelen op
een nieuweling. Dat alles om
dat de eerste medewerker
met de verlofcoupon in de
hand is begonnen aan z'n so
ciaal-educatief verlof, maar
na dat jaar zich weer bij de
personeelschef meldt?
Drs. Aalders en drs. Groenman:
„Je zou die wisselingen per
bedrijf of per bedrijfstak
kunnen aanpakken. Maar is
die overschakeling wel zo
diepgaand, want hoe is de si
tuatie op dit moment? Het
gemiddeld ziekteverzuim is
nu toch al opvallend hoog?
Hoeveel werknemers bekla
gen zich niet over het feit dat
zij steeds meer premies en
belastingen moeten opbren
gen om het huidige systeem
van WW en WAO te kunnen-
financieren?
Als iedereen weet - na tien jaar
komt mijn vrije jaar, neemt
ook de motivering toe waar-
Door
Theo de Jong
mee men z'n werk verricht.
En dat is zeker in het belang
van de werkgevers. Waarom
zou je geen proeven nemen -
bijvoorbeeld bij de overheid.
Wellicht moet je dan wel toe
naar een nieuw' type perso
neelslid, dat gemakkelijker -
en in diverse functies - onder
ling uitwisselbaar is. Dat is
ook een kwestie van oplei
ding.
Overigens - die periode van tien
jaar werken - een jaar vrij is
ook geen wet. Aan de hand
van de ontwikkelingen op de
arbeidsmarkt en andere
conjunctuurfactoren zou je
de grootte van het percentage
werkers dat met verlof is, de
betaling en de lengte van het
verlof kunnen aanpassen."
Kosten
Zoals gezegd, de betaling van
het project moet nog worden
bestudeerd. Maar de kosten
zouden wel eens kunnen
meevallen, als bezien wordt
hoeveel miljardenuitgaven
aan WW, WAO, WWV en an
dere sociale uitkeringen (gro
tendeels) overbodig zouden
worden.
Een ander en zeer groot voor
deel, verbonden aan invoe
ring van het systeem, aldus
drs. Aalders en Groenman:
„Nu rust er op degene die
werkloos is, het stigma: jij
doet niks, en wij moeten jou
onderhouden.
Die tegenstellingen lijken
steeds scherper te worden.
Via het verlofcouponsysteem
weet iedereen: straks ben ik
ook aan de beurt voor m'n
jaartje vrijaf. Bovendien krij
gen veel werkzaamheden, die
nu nog niet echt als ,werk'
worden gezien (bijvoorbeeld
wat huisvrouwen en huis
mannen doen) de aandacht
die ze verdienen. Huisvrou
wen krijgen (meer ont
plooiingsmogelijkheden, ge
legen in wederkerend onder
wijs en andere zinvolle bezig
heden die onder meer hun
maatschappelijke betrok
kenheid kunnen vergroten.
Activiteiten in de vrijwilli
gerssector krijgen dan de
zelfde erkenning als arbeid
waarvoor men beiaald
krijgt." Tot slot stellen de
twee CRM-beleidsmedewer-
kers met nadruk: „Een rijke
samenleving als de onze moet
zich nu al beraden op de vraag
hoe er voor iedereen in de
toekomst een zinvolle tijds
besteding mogelijk is. Zinvol
voor degene die werkt, en
zinvol voor de maatschappij.
Wij zouden dan ook het creëren
van een „denk-tank" willen
bepleiten: een door de over
heid in het leven geroepen
groep van mensen die de
waarde en de samenhang van
verschillende mogelijke op
lossingen voor de werkloos
heidsproblemen moet bestu
deren. Bij zo'n „denk-tank"
zouden eveneens werkgevers
en werknemers moeten wor
den ingeschakeld, en ook
deskundigen op het gebied
van de collectieve en sociale
voorzieningen, want het hui
dige pensioen- en sociale
voorzieningensysteem moet
op de helling"
Vuile werk
Drs. Aalders en drs. Groenman
laten er geen misverstand
over bestaan dat bij het werk
van die „denk-tank" minder
leuke zaken, zoals het ver
richten van vuil, zwaar en on
aangenaam werk, nu nog gro
tendeels in handen van gast
arbeiders, eveneens onder
werp van studie moeten-
worden.
,Naar mate de welvaart in de
landen waar de gastarbeiders
vandaan komen, toeneemt -
hoe minder ze bereid zullen
zijn naar de rijke landen te
komen. De rijke landen moe
ten, door middel van steun en
ontwikkelingshulp, in die
richting juist bewust mee
werken. Toch moet er bij ons
een hoeveelheid onaange
naam werk gebeuren. Veel is
te automatiseren. Wat over
blijft zal alleen acceptabel zijn
als het over zoveel mogelijke
mensen wordt verspreid.
Hoe? Door te discussieren
over de noodzaak, en - in laat
ste instantie - door het ver
plicht te stellen.
Misschien is de belangstelling
te vergroten door vuil, zwaar
en onaangenaam werk met
extra-verlofcoupons te belo
nen. Overigens staat de vak
beweging positief tegenover
het denkbeeld het vuile werk
te verdelen. FNV voorzitter
Wim Kok heeft gezegd best te
voelen voor het invoeren van
een soort sociale dienstplicht"
Omdat de ideeën van drs. Aal
ders en drs. Groenman intern
bij het ministerie van CRM
nog in bespreking zijn, heb
ben zij hun gedachten neer
gelegd in een artikel, dat nog
gepubliceerd moet worden,
maar binnenkort wel wordt
verwacht.
Niet mis te verstane slotconclu
sie van de twee beleidsme
dewerkers: „Korte termijn-
maatregelen zijn nodig, maar
we moeten dringend toe naar
lange termijn-maatregelen op
het gebied van basis-inko
men, andere arbeidsverde
ling, vrijwilligerswerk, be
taald verlof, huisvrouwen-
loon, sociale dienstplicht
voor maatschappelijk nuttig
en vuil of onaantrekkelijk
werk. Daarvoor dient een ka
der te komen waarbinnen ge
richt wordt gewerkt - nu gaan
helaas losse flodders, betrek
king hebbend op deelgebie
den, een eigen leven leiden"
Drs. Aalders en drs. Groenman
beschikken bij dat alles over
een gezonde dosis realisme.
Ze zeggen: „Ook als wordt
besloten tot het instellen van
een „denk-tank", die zich
over al deze zaken gaat bera
den, dan geldt nog aan het
eind van nieuwe onderzoe
kingen en beleidsaanbeve
lingen: de politici moeten het
uiteindelijke besluit nemen.
Zelfs als het gaat om invoe
ring van zo'n ingrijpend sys
teem van „tien jaar werken -
een jaar vrijaf'
En zullen de politici de moed
hebben om dat aan hun kie
zers te verkopen?"
Yamaha, de meest verkochte
buitenboordmotor in Nederland.
>•4 Speciale Aanbieding bij opening Visseizoen 1978
Geldig van 13 Mei t/m17Juni
3,5 AL lang vanaf f.767-
BUITENBOORDMOTOREN VAN
1,5 kW(2 PK)TOT 40,5 kW(55 PK)
Hoofdrayon-dealer Leiden - en
de Rijnstreek:
BOOT-CENTRUM b.v.
Hoge Rijndijk 93 - 2382 AC
Zoeterwoude-Rijndijk.
Telefoon: 071-126966.
VERHEYEN watersport
m
Als er één attribuut uit onze hengeluitrusting een tegen
strijdige functie vervult dan is dat wel het dobbertje, lie
ver gezegd de pen. Het kleine rode puntje even boven het
wateroppervlak brengt haarscherp in beeld, wat er ergens
inde diepte - of in de ondiepte - gebeurt. Het verschaft de
hengelaar kijkplezier, en daarom heeft de vaste hangel
nog altijd een zeer hechte plaats in de hengelwereld
verzwaarde pennen, die het vooral met ruw weer op breed water uitstekend doen.
Maar er zijn ook nadelen verbon
den aan het gebruik van de pen.
Want hoe rank de antenne ook is,
hoe bescheiden ook het drijfli-
chaam, een zekere vorm van
weerstand blijft de pen in het wa
ter veroorzaken. En weerstand
betekent, dat de kans erin zit, dat
de toehappende vis onraad be
speurt en het aas loslaat. Daarom
is het ook van vitaal belang om
een pen steeds goed uit te loden,
want het kan een beslissende fac
tor zijn tussen vangen en niet
vangen.
Alvorens daarop wat dieper in te
gaan wilde ik eerst de verschil
lende soorten pennen en hun
kwaliteiten en gebreken op de
korrel nemen. De keuze die de
sportvisser geboden wordt, wan
neer hij zich een paar nieuwe
pennetjes wil aanschaffen, is zeer
uitgebreid. Zowel in kleur en
vorm als in gewicht en prijs. Wie
niet goed de weg weet in „pen-
nenland" koopt snel een pen
netje, dat er op het eerste gezicht
aardig uitziet, maar dat in de
praktijk op geen enkele wijze
blijkt te voldoen.
Rommel
Want laat ik dat even voorop stel
len, er is een ongelofelijke hoe
veelheid rommel in de handel.
Als je ziet wat voor werk er aan
een werkelijk met deskundige
hand gemaakte pen zit, dan zal
het voor iedereen duidelijk zijn,
dat goede pennen niet erg goed-
koop zijn. Niet erg goedkoop
künnen zijn. In de eerste plaats is
van groot belang welke materiaal
er wordt gebruikt. Voor de kwali
teitspen zijn de meest gebruikte
ingrediënten: balsa (een zeer lich
te houtsoort), tonkin (ook erg
licht), riet (wat zwaarder) en ny
lon (nauwelijks drijfvermogen),
in verschillende combinaties.
De vorm die over het algemeen het
meest gebruikt wordt is een bal-
sadrijflichaam met een ton
kin-antenne, hoewel de laatste
ook de nylonantenne steeds meer
in zwang komt. Dat niet elke'
pennenproducent het zo nauw
neemt met de materiaal keuze,
mag blijken uit het feit, dat ik
pennetjes heb gezien, waarvan
het drijflichaam bestond uit sa
mengeperst houtafval (nog te
slecht voor de bak van de cavia),
terwijl de antenne werd gevormd
uit niets meer of minder dan een
cocktailprikkertje.
Barsten
Het geheel was van een uiterst mi
niem laagje verf voorzien, dat na
een of meer keren te zyn gebruikt
al flinke barsten vertoonde en er
af sprong. Kijk aan zo'n inferieur
stukje werk is elke cent, die eraan
besteed wordt, in het water ge
gooid. Want door de slechte ma
kelij is het onmogelijk om dit
pennetje goed uit te loden. Het
hout - of wat daarvoor door moet
gaan - zuigt zich tijdens het vis
sen vol met water waardoor het
drijfvermogen verandert. Het
kan gebeuren dat u meteen goed
uitgelode pen begint en na enkele
uren ziet dat het een „zinker" is
geworden.
Vaak blijkt ook de rest van de af
werking de toets van de kritiek
niet te kunnen doorstaan. Het
oogje aan de onderkant van de
pen is er meestal gewoon met
twee minuscule pennetjes inge
drukt en valt er na een paar keer
vissen uit. Het kraaltje op de pen
is van zulk zacht materiaal, dat
het na een paar keer schuiven
met de lijn al is ingescheurd.
Beschermd
Goede pennen daarentegen be
schikken over een kraaltje of
drijvertjes dat vele jaren meekan
en bovendien aan de binnenzijde
voorzien is van een beschermend
laagje. Dat voorkomt het inslijten
en zorgt er ook voor dat het water
niet in het kraaltje kan binnen
dringen. Dan wat de vorm be
treft. Er zijn pennen, die met
recht de naam dobber verdienen.
Door de grote drijver op de an
tenne en de logge antenne kun
nen deze pennen niets anders dan
dobberen. Zo hebben veel te veel
omvang om voor enige raffine
ment te zorgen.
De antennes van goede pennen zijn
uiterst dun en hebben een be
scheiden drijfvermogen. Het gro
te verschil met de tuimelaartjes,
de varkenspennen van vroeger
jaren is duidelijk. De jaren, dat
een hengelaar al blij was, wan
neer zijn pen snel ging staan zijn
voorbij. Tegenwoordig wordt er
op subtielere wijze gevist. Een
groot misverstand, dat in sommi
ge kringen nog hardnekkig blijft
voortleven is, dat bepaalde vis
soorten bepaalde pennen voor
schrijven.
Lange pen
Je zult de hengelaars de kost moe
ten geven, die er nog steeds heilig
van overtuigd zijn, datje voor het
vissen op brasem een hele lange
pen moet gebruiken. „Om de op
stekers duidelijk te kunnen zien"
wordt er dan in één adem aan
toegevoegd. Maar ze zitten er
naast, falikant naast. De factoren,
die namelijk de doorslag geven
bij het bepalen van de lengte of
zwaarte van een pen is in de eer
ste plaats het weer en in de twee
de plaats de diepte van het water
waarin gevist wordt. Verder
speelt ook de dikte van de nylon-
lijn, die wordt gebruikt nog een
rol.
Om duidelijk te maken wat ik be
doel het volgende voorbeeld: als
we in een klein polderslootje
gaan vissen en het is die dag ook
nog windstil, dan zal het duide
lijk zijn, dat we niet met een 20
centimeter lange pen vissen, die
flink wat loodhagels kan hebben.
Vissen we daarentegen op een
grote plas met een flinke bries,
die een forse kabbel veroorzaakt,
dan vissen we niet met een mi
nuscuul frans pennetje van en
kele centimeters, die maar twee
kleine loodhageltjes nodig heeft.
De omstandigheden bepalen de
keuze en niet de vissoort waarop
we het toevallig gemunt hebben.
Zoals ik al eerder zei: de laklaag op
de pennen bepaalt voor een be
langrijk deel de kwaliteit. Let
daar bij de keuze van de pen ook
op. De keuze van de kleur is van
geen belang. Let op of de lak ge
lijkmatig over de pen verdeeld is
en of er geen haarscheurtjes in
zitten. En kijk bij de aanschaf niet
op een paar kwartjes. Een goede
pen gaat jaren mee, en als u het
over die termijn beziet is het een
relatief geringe investering.
Laklaag
Bovendien kunt u de levensduur
van een pen verlengen, door hem
met de nodige zorg te behande
len. Laat nooit een pen op uw
hengel zitten. Want de laklaag
wordt dan flink beschadigd en
het zal niet de eerste keer zijn, dat
bij het uitpakken de antenne
blijkt te zijn afgebroken. In de
handel zijn speciale pennenko-
kers, waarin ze kunnen worden
opgeborgen. En als u een beetje
handig bent kunt u van niet al te
dik pcv-buis zelf wel zoiets fabri
ceren. Voor pennetjes die met
een compleet tuig op een plankje
zitten gewonden, zijn er de ou
derwetse, maar toch erg handige
houten tuigendozen. Plastic uit
voeringen zijn er nu ook.
Hoe u de zaak ook opbergt zorg er
voor dat altijd één ding is ge
beurd. Dat is dat u de kraal of het
drijflichaam zover omhoog
schuift, dat er enige ruimte is tus
sen kraal en antenne. U loopt dan
niet de kans dat de zaak bij de
volgende visdag muurvast zit en
er geen beweging in te krygen is.
Ter afsluiting van deze rubriek
maak ik u nog even attent op een
jeugdviswedstrijd, die volgende
week zaterdag wordt georgani
seerd door de Hengelaarsbond
voor Leiden en Omstreken. De
wedstrijd wordt gehouden in de
Witte Singel tussen het Leidsch
Dagblad en de Herenstraat en de
deelname staat open voor jon
gens en meisjes van 10 tot 15 jaar
Aanmelden kan men zich by
hengelsporthuis Teunissen. Le
vendaal 28 en bij het bondskan-
toor aan de Morsweg 234 op dins
dagavond van 19 tot 22 uur. De
wedstrijd begint om negen uur 's
ochtends en om een uur 's mid
dags worden de prijzen uitgereikt
in het St. Antoniusclubhuis aan
de Lange Mare in Leiden.
Fred Veltman
Lage Rijndijk 36-40
Leiden, tel. 071-122293
Het aangewezen adres voor
al uw hengelsport.