Het is stil bij de PvdA Ex-PvdA- ministers lopen met hun ziel onder de arm... "Schrijnende tijden voor den cigarenrooker MAANDAG 29 MEI 1978 "Het kabinet-Van Agt heeft het gemakkelijker dan wij dachten", zei de anti-revolutionaire partijvoorzitter Hans de Boer zaterdag op de AR- partijraad in Hoogeveen. „De oppositie slaapt. Den Uyl verkeert nog in de roes van „zijn" kabinet, kan niet aantonen dat het beleid vandaag-de- dag zo veel anders is dan dat van het vorige kabinet". „Tja", voegde hij er snierend aan toe, „de marges van de democratie zijn smal". Is dat werkelijk de reden waarom het zo stil bij de PvdA geworden is? Een verkenning naar de PvdA-in-de-oppositie aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen. Tot het laatste tóe heeft Den Uyl het volge houden. „Het tweede ka binet-Den Uyl, dat komt er toch". Zelfs nadat de PvdA de kabinetsformatie verloren had, bleef de PvdA-aanvoerder opti mistisch. Het kabinet-Van Agt-Wiegel was een kort leven beschoren. Slechts een kortstondig intermez zo. Centrum-links had de toekomst. Terwijl in de wandelgangen de kater over de afloop van de kabinetsformatie al op kwam, hield Den Uyl in januari het PvdA-congres voor dat er nog niets verlo ren was. 'Dat kabinet van jou, komt daar nog iets van? - zo hoor ik de men sen soms onuitgesproken vra gen", zei hij. En zijn antwoord was: „Wenn du es willst, ist es kein Marchen". Als je het wilt, is het geen sprookje. Den Uyl's hoop was gevestigd op de linkervleugel van het CDA. Die zou toch niet tolereren dat dit centrum-rechtse kabinet lang aan het roer bleef? Keer op keer putte hij hoop uit Aantjes' kritiek op de VVD. Dat de coalitie van CDA en WD waarschijnlijk een kortstondig huwelijk zou zijn, dat het kabi net-Van Agt-Wiegel op grote maatschappelijke weerstand zou stuiten - dat waren de uitgangs punten van de oppositietaktiek- van de PvdA. Terwijl in zijn partij al druk gespe culeerd werd over een .koerswij ziging, hield Den Uyl vol dat de PvdA voorlopig het CDA nog niet kon missen om het Catshuis te bereiken. Aan luchtspiegelingen over een opening naar de WD of een linkse meerderheid gaf de almachtige leider zich niet over. En hij zette zijn zin door. Op Den Uyl's voorstel besloot de PvdA- fractie eind vorig jaar om niet het eigen verkiezingsprogramma, maar het regeerakkoord dat in de loop van de formatie met het CDA werd gesloten tot uitgangs stelling van de oppositie tegen het kabinet te nemen. Door het CDA niet te veel van de PvdA te vervreemden hoopte Den Uyl te bereiken dat hij op elk moment de wacht weer kon overnemen. Maar dan moest wel het CDA los gemaakt worden uit de armen van Wiegel. De hele oppositie was er op toegesneden een wig te drijven tussen CDA en WD om vervolgens de christen-democra ten - met behulp van Aantjes en de zijnen - te dwingen weer met links in zee te gaan. "Vijfde Kolonne" Maar dat optimisme ("het komt er toch") is weggeebd. Na vijf maanden bewind-Van Agt- Wiegel heeft de kater zich nu ook meester gemaakt van Den Uyl. De top van de PvdA gaat er nu van uit dat de oppositieperiode toch wel eens wat langer kan gaan duren dan aanvankelijk was aangenomen. Het vertrouwen in Aantjes en zijn „Vijfde Kolonne" die zich steeds vaster aan het ka binet binden, is tanende. Aan dat „gekantelde vooruitzicht" (een uitdrukking van een PvdA- kamerlid) heeft Den Uyl nu ook zijn parlementaire taktiek aan gepast. De neiging om toe te slaan bij de eerste de beste geruchten over spanningen en onenigheid in het regeringskamp wordt nu zo veel mogelijk onderdrukt. Aan vankelijk wilde de PvdA de rege ring (en het liefst premier Van Agt zelf) elke week in de Tweede Kamer aan de tand voelen en het vuurtje opstoken. Zelfs werd de Kamer van paasvakantie terug geroepen. Maar al die spectacu laire parlementaire acties worden de laatste tijd maar achterwege gelaten. ,Ons devies is nu: liever af en toe een rake klap dan elke week een averechtse", zegt een vooraan staande PvdA'er. die liever onge noemd wil blijven. („Anders zeg gen ze weer dat ik Joop voor de voeten loop"). ,Ja", beaamt hij, „in het begin gin gen we er hard tegenaan. In de fractie was afgesproken dat met name de ex-bewindslieden - als een soort schaduwkabinet - er telkens weer in zouden springen. Om de zwakte van dit kabinet aan te tonen. En om te laten zien hoe wij het op die plaats gedaan zou den hebben. Ja, we waren alle maal vol vuur om het rechtse ka rakter van dit kabinet te ont maskeren" .Natuurlijk, dat naar voren schui ven van de ex-bewindslieden had ook een andere bedoeling. We waren bang dat de meeste oud- ministers en staatssecretarissen hun draai in de kamerbanken niet zouden kunnen vinden en elke kans om weg te komen zou den aangrijpen. Vooral Den Uyl had er een hard hoofd in om zijn ploeg bij elkaar te houden. Wij moeten ze wat om handen geven, was daarom het motto" Door Jan Sohinkelshoek .Ik denk dat dat ook een reden van de matheid is. Desondanks is het eigenlijk niet gelukt om de ex- bewindslieden te motiveren voor het parlementaire werk. Opposi tie voeren is ook zo'n vruchteloos werk, he. Aan hun gezicht kan je het al zien: ze lopen met de ziel onder de arm. Alsof ze iets mis sen. Ja, zij hebben de grootste klap van de formatie moeten verwerken Er vast op gerekend terug te komen - de meesten dan... En nu? Ze kunnen hun draai maar niet vinden, 't Is ook een hele teruggang van minister naar gewoon kamerlid". ,Die matheid heeft om zich heen gegrepen. De hele fractie sjokt er momenteel maar wat bij. Geen zin meer. Het gevoel het niet meer te zien zitten". „Joop - Den Uyl dus - heeft zich nog er het meest manmoedig door heen geslagen. Tjonge, wat een veerkracht heeft die man. Maar ik moet me al heel sterk vergissen als er zich ook bij hem geen vermoeidheidsverschijn selen optreden." Op kousevoeten ..Komt nog bij dat we van dit kabi net bijna nog niets gezien heb ben. Het wachten is op de grote ombuigingsoperatie. Die kan ons nieuwe moed geven... Mischien ook niet. Ik denk dat Van Agt en Wiegel er wel voor zullen oppas sen de lagerbetaalden - jan-met- de-pet, zeg ik altijd - aan te pak ken. Zouden ons daarmee mooi in de kaart spelen. Nee, 't zal wel bezuinigen op kousevoeten wor den". „Natuurlijk wordt het niet hardop gezegd. Maar bijna allemaal gaan we er van uit dat Van Agt er tot 1981 zit. Mischien nog wel langer. Dat heeft een verlammende uit-- werking op ons, dat vooruitzicht. We weten niet goed raad met ons zelf. We hebben onszelf bedro gen. Jammer, maar helaas" De PvdA heeft welbewust de ka nonnen van de parlementaire oppositie wat gedempt, wordt me van alle kanten verzekerd. In af wachting van de bezuinigings plannen. Misschien nog wel lan ger. Ondanks het mooie succes bij de statenverkiezingen heeft die harde oppositie niet opgele verd wat er van verwacht werd: een veroordeling van het kabinet- Van Agt-Wiegel door de kiezers. Eerder het tegendeel werd be reikt. Het kabinet zit vaster dan ooit in het zadel. De regeringspar tijen CDA en WD zijn dichter naar elkaar toegekropen. Een genadeloze aanpak doet Van Agt meer goed dan kwaad. In een positie gedrongen van de „un derdog", de fel belaagde, maar het toch zo goed met iedereen bedoelende politicus, is hij op zijn best. „Dan weet hij de meelij van jan-en-alleman op te roepen en zijn wij - de PvdA - de boos doeners, de smeerlappen, die de ze arme man niet met rust kun nen laten, die hem het bloed on der de nagels vandaan willen ha len. Zo is hij toch ook door die affaire-Menten heen gerold. Neemt hij de pose aan van: Hier sta ik, ik kan niet anders. Levert hem weer zo veel stemmen meer op. Nee, voorlopig moeten we Van Agt maar met rust laten" Nieuwe aanpak Vastgelopen met het optimisme en de oppositietaktiek is de PvdA nu aan het bezinnen geslagen. Vandaar de opmerkelijke stilte in de anders zo rumoerige socialis tische gelederen. De PvdA is op zoek naar een nieuwe aanpak van Van Agt, naar eigen oplossingen voor de hedendaagse problemen ("Laten zien dat het ook anders kan"). Maar vooral ook is er een bezinning gaande op de koers. Moet de PvdA zijn kaarten blijven zetten op het CDA? Moet er een opening naar de WD gemaakt worden? Of dient het oude ideaal van een progressieve meerderheid weer te worden opgevat? Over een ding lijken byna alle PvdA'ers - ontredderd door de afloop van de formatie - het eens: er moet gebroken worden met de traditionele voorkeur voor de christen-democraten. „Ik heb er mijn buik vol van gekregen om mijn politiek af te stemmen op delen van het CDA", zei Ed van Thijn, de tweede man in de PvdA- fractie, kort geleden. „Daar heb ben we leergeld voor betaald" Zijn opvatting geeft die van de fractiemeerderheid weer. Geknapt Den Uyl zelf is zo ver nog niet. wordt me gezegd. Maar ook hij begint te aarzelen. Als bewijs wordt gewezen op Den Uyl's ver haal bij het eerste optreden van het kabinet-Van Agt in de Twee de Kamer. Toen beklemtoonde hij dat er iets „geknapt" was tus sen PvdA en CDA. Dat gev.oel zou nadien alleen maar sterker zijn geworden. Vooral de jongere garde in de PvdA wil af van de gebondenheid aan het CDA. In hun ogen zijn de Joop den Uyl (sigaretje rollend op deze archieffoto) heeft zich er nog het meest manmoedig door heen ge slagen. christen-democraten even „con servatief' als de liberalen. Sa menwerking met CDA of WD is volgens hen lood om oud ijzer. De ex-ministers Pronk en Duisen- berg hebben deze geluiden al la ten horen. Een stroming in de PvdA ziet niets in het doorbreken van de muur die socialisten en liberalen sinds het einde van de jaren '50 scheidt. „Wij leven niet in sprookjesland, waar met rechtse mensen links geregeerd kan worden", schreef oud-fractieleider Burger, nu lid van de Raad van State, enige tijd geleden in het PvdA-tijdschrift „Socialisme en Democratie" Ook een hernieuwd samengaan met het CDA moet de PvdA voor de toekomst maar vergeten, meent de man die in '73 de weg vrijmaakte voor het kabinet-Den Uyl. Want evenmin als met de VVD is volgens hem met de christen-democraten een pro gressief beleid te voeren. Meerderheid Wat dan wel? De grijze eminentie van de PvdA wil weer de weg in slaan die de socialisten na de Nacht van Schmelzer (1966) op gingen, maar in 1973 om te kun nen regeren verlieten: het néOa- gen van een progressieve meer derheid door samenwerking van de linkse partijen. Volgens Bur ger hoort dat pu tot de mogelijk heden. PvdA, PPR en D'66 heb ben samen 64 zetels in de Tweede Kamer. „Er hoeft niet zo veel te gebeuren of links heeft het hele CDA niet meer nodig", meent hij. De ongenoemde PvdA'er "Ja. we moeten hoognodig weer bij onze positieven komen. Weten wat we willen. Er komt wel weer een tijd dat we achter de regeringstafel zitten. Waarom niet?" Een handje niet te achterhalen vezels, gerold in een soort pa piertje, en dan voorzien van een welluidende naam - dat is de ,Mga.ar" die je bij onder andere de kruidenier kunt kopen. Weliswaar zal het voorwerp, bij intiem verkeer met een lucifer, rook afschei den, maar het is spotten met de stelling dat een tevreden roker geen onruststoker is. Want tevreden is een groepje nauw met de sigaar samen hangende vaderlanders al lerminst. Vandaar dat ze het Genoot schap van Sigarenrokers ,Jlust en Bedachtzaamheid" hebben opgericht. Een clubje van genieters is het, mannen die er de tijd voor nemen om met door ervaring gelouterde gebaren het puntje van een si gaar te knippen en er voor gaan zitten om hem, inder daad in rust en bedacht zaamheid, op te roken. Sa voureren is in dit verband een passend woord. Zoals bestuurslid Huib van Veen zegt: Jk hou niet van die machinale sigaren die al af gesneden zijn. Er moet een kopje op zitten dat je zelf af snijdt. Dat hoort er bij, het is de voorbereiding tot iets heel moois." Hij glimlacht er ver zaligd bij, een bourgondische figuur die de sigaar op de voorgeschreven wijze vast houdt: vertikaal tussen duim en wijsvinger. Oud-sigaren handelaar Van Wijngaarden dan ook: tfJa, een sigaar zon der kopje, dat is net zoiets als een fles wijn met een kroon- kurk." Ernst wordt er dus gemaakt van het sigaren roken: het is een plechtig soort genoegen, waarbij ik persoonlijk voor namelijk oudere heren in streepjespak met een solide zegelring op het oog heb. Maar dat blijkt een misverstand, want op een bijeenkomst die het genootschap vorige in Amsterdam hield was, bij voorbeeld, ook een in modieus leer gehulde jongeman die zich er over beklaagde dat de bolknak hem iets te zoet smaakte. Bestraffend werd hem toege voegd dat dit vermoedelijk lag aan de aard van de drank die hij voor of tijdens het ro ken had genuttigd want een bolknak kan gewoon niet zoet zijn. Ook verhaalde de jon geman van een gefailleerde patatboer die thans een win kel in rookartikelen drijft, maar op een vraag naar de kwaliteit van een bepaalde sigaar moest bekennen „er de ballen van te weten." Van Wijngaarden, gelaten: ,Ach, er zijn in Nederland geen tien winkeliers die zeg gen: nee meneer, dat verkoop ik niet, gaat u maar naar een ander. De smaakvervlakking is ook griezelig, de mensen stoppen maar wat in hun hoofd." Daar wil het genootschap iets aan gaan doen, want het be treft tenslotte een van de wei nige nog resterende geneug ten die men niet alleen in rust en bedachtzaamheid maar ook in eer en deugd kan on dergaan. In een ter kennis making verzonden communi que meent het voorlopig be stuur in dit verband en niet zonder plechtstatigheid: „Wij hebben bemerkt dat hetgeen wij zo prettig vinden in het le ven, het in rust en bedacht zaamheid toeven met vrin den, meestal gepaard gaat met een goede sigaar. De si gaar, het kenmerk van een rustig moment in deze jachti- ge, hijgende, paffende wereld. Ontspannen achterover zit ten, de sigaar in de ene hand, binnen het bereik van de an dere een goed gevuld glas." Ja, dat goed gevulde glas. u Ik voor mij vind dat het bouquet van de wijn en de geur van de sigaar elkaar slecht verdra gen,maar dat schijn ik,op ge zag van de genootschappelij ke voorliedentoch mis te heb ben. „Wijnen sigaar horen bij elkaar," zegt Huib van Veen onverbiddellijk ten antwoord op een collega die het lef heeft om op te merken dat die twee toch geen componenten van elkaar zijn. Maar wat, intussen, is nou een goeie sigaar? Het communique: „Wij wensen ons natuurlijk niet in te laten met de in slechte kartonnen doosjes verpakte bundeltjes toevallige tabak, die, omvat door een voorgepragdenog net naar tabaksveegsel rui kendefolie, ook als sigaar aan de man worden gebracht. De goede sigaar dus, knapperig droog, geurig zoals de echte Nederlandse met zijn Suma- tra-dekblad, of (nieuwe mo de), het Amerikaanse type, vochtig, op coronamaat ge sneden." Sumatra, het toverwoord is ge vallen. Het best denkbare dekblad, naar het schijnt, maar het kost dan ook negen tig gulden per kilo en je haalt er hooguit tweehonderd siga ren uit, dat is dus alleen al voor het omhulsel vijfenveer tig cent. Maar er zijn in ons gezelschap dan ook heren die het, als gold het een prijzige deerne, met genot hebben over sigaren van twaalf gulden vijftig het stuk. Dat zijn vijf pakjes sigaretten, denk ik, barbaar die ik ben. Vermoedelijk daarom slaag ik er niet in om de door hand sigarenmaker Gijs Poort ter plekke vervaardigde zware Braziliaan te roken met de se rene overgave waarmee de rest van de aanwezigen het, onder veel sigaarhjke kout, doet. Want ook dat hoort bij dit be daarde ritueel: verhalen ver tellen. Zoals van toen er tien jaar gele den bij een verbouwing m de Ritmeesterfabriek een muur tje gesloopt moest worden en er vijfduizend ten tijde van de oorlog verstopte sigaren ge vonden werden.Nu, dacht het personeel, dat wordt weer eens echt roken. Maar nee, men ging zowat tegen de grond, want door het veran derde smaakpatroon waren die sigaren veel te zwaar. Of zoals van toen die onderdui ker h?t leven rekte door zijn duizenden in de aanvang van de oorlog voor zes cent per stuk gekochte sigaren een rijksdaalder van de hand te doen - de sigaar als mensen redder, dus. Maar wat, alweer intussen, is nou een goeie sigaar7 Er worden er in ons land per jaar 2.7.000.000 vervaardigd (1.6 miljard voor de export, 1.1 miljard voor eigen ge bruik). Die kunnen natuurlijk nooit allemaal goed wezen. Probeer, bijvoorbeeld, maar eens in een restaurant na een gulle maaltijd een werkelijk smakelijke sigaar te bestellen Negen van de tien keer wordt men opgezadeld met een dorre stok die na het opsteken de allure van een middelgrote heidebrand aanneemt. Mede-oprichter Tannie Ehrlich: Jn restaurants zouden de si garen onder de sommelier moeten vallen en een eerste vereiste daarbij is wel een goeie humidor, zodat ze de juiste vochtigheidsgraad be houden. En ja, daar moet je dan wel wat geld voor willen neerleggen. Want anders ts het net zoiets als lam worden in een cafe en niet de centen over willen hebben om met een taxi naar huis te gaan." Maar die goeie sigaar dan? Hoe ziet die er uit? Hoe smaakt die? Een lid van het genootschap Ach, je moet het zien als een vrouw - geniet maar van wat je zelf lekker vindt."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 9