De lange weg van een oud pandie verbouwen Een tegenvaller is er al snel Het moet natuurlijk wat worden opgeknapt, maar u komt voor subsidie in aanmerking Aan de buitenkant ziet het er vaak nog heel aardig uit WOENSDAG 3 MEI 1978 De goede man, gekleed in een net grijs geruit pak, volle beige snor en welbespraakt - kortom een makelaar - had wat moeite om tijdens dit „solli citatie" gesprek de trap op te komen. De treden eindigden namelijk niet, waar dat zou horen. Aandachtig luisterend naar de geldelijke voor uitzichten werd het beeld van de onvoltooide wenteltrap echter verduisterd. „Vijfenzestig procent van de verbouwingskosten in een keer. Dat kan. Want het ministerie is echt wel scheu tig. En als dat niet lukt, dan krijgt u beslist veer tig procent. Ook in een keer geloof ik. Het beeld maakt nog steeds een onuitwisbare indruk. De eerste stap naar het welhaast goddelijke bezit van een huis, een eigen home. En natuurlijk niet zomaar een huis. Nee, een prachtig ver bouwd oud pand in de binnen stad. Unieke gevel, unieke inde ling. Ideaal centraal. Dat er geen tuin bij was, ach ja, je kon niet alles hebben. Dat was februari 1977.' Een jaar later. De handen gleden moeizaam over de plavuizen. Wat hadden kenners ook al weer ge zegd? Eerst zoutzuur. Twee keer 1,35 uitgegeven. Pink ver brand, maar dat hoorde er ook bij. Daarna groene zeep. Twee keer 1,24 uitgegeven. Toen de tegels nog waren verpakt, zagen ze er beter uit. Maar goed, over een maand kon er worden ge woond. Twaalf maanden kort samengevat. De vreugde, de verbazing, de angst en tenslotte de berusting. Gelijkelijk verdeeld over de vier jaargetijden. Kreten als „U woont er voor de herfstvakantie, voor uw verjaardag, voor kerst mis" dreunen nog na. Zoeken stadje in het groene hart van Holland. Twaalf maanden tever geefs zoeken naar die ene adver tentie, die zeventig kilometer rij den per dag ongedaan kon ma ken. Vijfhonderd gul den voor een tweekamerflat. „Koop toch een huis. Maakt niet uit. De aflossing is hetzelfde als de huur. De belasting betaalt mee en bovendien is het een investe ring". Een eigen huis, geen gek idee. Een goede kennis was archi tect. Het beslissende duwtje. De zaterdagkranten werden ge speld. Twee karakteristieke pandjes in een aardig, ietwat rommelig steegje. Tesamen zou dat een schitterend pand kunnen worden, aldus de kenner. „Een zou op een veiling worden ver kocht. Na een bod een illusie ar mer. Op een van de zwerftochten werd echter een oud winkelpand ont dekt. Zomaar te koop, voor niets. De man met de beige snor ging voor. Beneden een troep, eerste etage een troep, zol der een troep. Maar op het mo ment zelf. „Prachtig. Daar komt een open keuken, een open haard, de badkamer, mooie oude balken onder het houten pla fond. Op 4 maart 1977 werd het contract getekend. De gemeentegarantie kwam nog net op tijd: 24 uur voor de overdracht. Dat lag aan de (verkeerde) hypotheek. De eerste waarschuwing. De architect drukte de fraaie droombeelden af op vetvrij pa pier. Hij behoefde daarvoor slechts een tiental bezoeken af te leggen bij bouw- en woningtoe zicht. In april - anderhalve maand later - werd het ont werp ingediend, in vijfvoud. Molen Verbazing kreeg de overhand. Mei, juni, juli, augustus. De vergun ningaanvraag zweefde door de ambtelijke molen. Na vijf maan den wachten en vele telefoontjes mocht de vergunning worden af gehaald, zij het niet zonder het nodige geld in de gemeente kas te storten. Het rijk weigerde subsidie te geven voor het karakteristieke pand, dat net geen monument was, maar wel beeldbepalend. Reden: de gemeente was in gebreke ge bleven. Er was geen bestem mingsplan, dus ook geen subsi die. Een andere aanvraag - wo ningverbetering - werd inge diend. Een aannemer stond al snel op de stoep. De jongeman in spijker broek en wollen trui - ondanks de hoge temperatuur in augustus - bekeek het pand vluchtig. „We kunnen het in zes weken. Ook wel in vier, maar dat kost natuur lijk wat meer. Er moeten meer i werken. Het werden dus zes weken. De aan nemer kwam nooit meer opda gen. De tweede, derde, vierde verbou wer passeerden de revue. Uitein delijk werd er een gestrikt. Hij zou zowaar in september begin nen. Maar niet voordat de oude boel was gesloopt. Weken lang ploeteren volgde. Een giganti sche hoeveelheid oud, verrot hout belandde in containers a 95,-. Eind september kwam de aannemer terug. Met een verwij tende blik sloopten de arbeiders de rest. De betonnen vloer zat er al snel in, maar omdat sneldro gend cement waarschijnlijk niet bestaat, moest er enkele weken gewacht worden. De subsidie aanvraag bleek door de ambte naar verkeerd te zijn gehanteerd. Een nieuwe moest worden inge vuld. Langzaam verrezen de nieuwe bin nenmuren. „Je ziet al wat het gaat worden" werd na vijf weken ge jubeld. De badkamer verrees al na twee maanden. De tegels kwamen enkele maanden later. De electricien wilde alleen wer ken, de stucadoor ook. Begroting In oktober werd de begroting nog eens nageplozen en de hypotheek vervolgens verhoogd. Een maand later waren de muren van een nette boerenstuc-laag voorzien. De subsidie-ambtenaar had ont slag genomen. December werd een feestmaand, want de trap zou arriveren. De timmerman en zijn hulpje kregen het werk echter niet op 23 de cember af. En aangezien ook zij van een welverdiende vakantie moesten genieten, was de zolder gedurende ander halve week een verlaten oord. De metselaar verwaardigde zich in een maand twee keer twee uur te verschijnen. Een gelukje, aldus insiders. De lichtbruine tegels moeten worden bijbesteld, maai de tweede partij bleek net iets al te wijken. Op zoek naar andere tegels en een andere metselaar. In februari 1978 was de beneden verdieping vrijwel gereed vooi dagelijks gebruik. Het mooie droompaleis had echter nog meer verdiepingen. Over twee jaar zal het paleis af zijn. Misschien dat inmiddels ook de subsidie dan is gearriveerd. („De man bij volks huisvesting, tja tegen zijn pensi oen aan, die houdt het op. DELFT - ,f)r zijn natuurlijk ook huizen van voor 1930, die goed zijn gebouwd..." Deze uitspraak uit de mond van een directeur van bouwen woningtoezicht van een middelgrote stad (Delftenaar H. van der Borden) komt als een zegen na een trieste uiteenzetting Een relaas van een ouwe rot in het vak - meer dan veertig jaar amb tenaar - met regelmatig die ene waarschuwing: ,J3ezint een.twee drie keer voor je ermee begint" Jn" De directeurdie overigens enkele weken geleden met pensioen is gegaan, heeft vele meelijwekken de gevallen meegemaakt. De laat ste jaren zijn oude pandjes 'in'. En Delft is een groot leverancier hiervan. .Maar een zeer aan zienlijk deel van deze pandjes heeft gebreken. Vooral in steden als Delft, met al dat water. Het probleem is. dat je vaak aan de buitenkant niets merkt. Ook wij zien niet alles. Ik zou tegen alle kopers willen zeggen: neem een goede vakman in de arm voor je tot de koop overgaat. Geen ma kelaar, maar een aannemer en als het om een grote verbouwing gaat ook een architect. ,\Vij kun nen geen advies gegeven als het om een koop gaat. Maar als men bijvoorbeeld gaat verbouwen: stap naar ons toe. Advies is gra tis", aldus Van der Borden. ,Je kan twee leuke huisjes hebben. Aan de buitenkant zien ze er even aardig uit. Maar als het casco van de ene slecht is en van de an dere goed, dan is het ene huisje bijna een krot en de ander ideaal. Een leek ziet dat niet, een behan getje erover en hel is weg." We lopen met de directeur van bouw- en woningtoezicht het oude pandje door. Breken De muren, .Matte muren - een kost bare geschiedenis. In Delft hebben we een hoge grondwaterstand. De muren zuigen het water op. Er zijn vele middelen op de markt gebracht om dit tegen te gaan, maar bijna niet een werkt vol doende. Een drastische oplossing is een waterdichte laag aan de onderkant. Maar dan moet je breken, de vloer, alles. Vaak ko men dan ook de stukken steen uit de muur vallen". Het bespijkeren van natte muren met board is uit den tze. aldus de directeur. ,JHout kc niet tegen vocht. En als je dan rhimmel en zwam krijgt, kan je wel inpak ken. Een dichte specielaag op brengen is ook niet de oplossing. Dat isoleert wel. maar het water in de muren kan geen uitweg meer vinden. Kruipt naar boven en alles wordt kletsnat. Boven dien zul je na een feestje de plas sen op de vloer vinden, omdat een ruiteneffect optreedt. De condens kan niet meer wegtrek- ken via de muren". Een tweede muur bouwen, net als bij de nieuwbouw (de spouw muur met isolatie)? Aardige vondst, maar niet alleen erg duur, ook moet je maar afwach ten of de fundering goed is. En of er genoeg ruimte voor is" .Volgens Van der Borden is de minst dure oplossing een waterkerende laag aanbrengen en daarna platen thermische isolatie met een be schermende toplaag. De vloeren. flout verrot, at bete kent dus vocht. Beton is geen op lossing. Krijg je hetzelfde con- denseffect. De betonnen vloeren neemt dezelfde temperatuur aan als de grond, ongeveer tien graden. Als er een hoge vochtigheidsgraad is, kom je die plassen weer legen. Je moet een goede lucht circulatie onder de vloer hebben. Bovendien moet je er zeker van zijn, dat de grond niet verzakt. De balklagen in een oud pand zijn vaak te smal. Ook in de vloer. De koppen aangetast door hout worm. fin je hoeft natuurlijk niet gelijk iets te merken. Maar wat kunnen oude huizen in een tijds bestek van tien jaar hard ach teruitgaan..." Douche De kamers. „Op de gekste plaatsen kom je tegenwoordig een douche tegen. Hij hoort bij de slaapka mer te zijn. Maar als de mensen een klein gaatje bij de keuken hebben. Als je een oud huis op nieuw gaat indelen moet je daar rekening mee houden. Vaak moe ten er bijvoorbeeld dakkapel len ingezet worden". Het dak. „Pannen lekken.Ze sluiten niet goed en bij regen, wind, sneeuwval... Bovendien is het hout vaak dood, de spijkers om alles vast te houden verroest. Weg dak..." Alles heeft zijn levensduur oordeelt Van der Borden en dan hebben we het nog niet gehad over steenkanker, muren met „bui ken", de in oude huizen ontbre kende afwatering... Jk kan me het levendig voorstellen, hoor. Reparaties zijn altijd duur Je gaat het dus zelf doen. Maar alles is niet alleen duur, ook ge compliceerd Een tegenvaller is er dan al snel. Het ligt ook aan de eisen die de bewoner stelt. Ik kom bij mensen met kale muren, open rachelwerk. Dat is ook een crite rium. Om nog even op die muren terug te komen. Ik ben eens in een pand met drie verdiepingen ge weest. Je kon de uiterst smalle muur met je hand laten bewegen. Alle specie had zijn kracht verlo- De directeur komt tenslotte met nog een ijzingwekkend voorbeeld. Jk heb iemand bij me gehad, die maar vroeg of we even wilden kijken. Hij wilde voor 3000,gaan verbouwen. Ik waarschuwde hem: neem gerust ern grote post onvoorzien. Hij eindigde met 28.000,-. En dat laatste gebeurde dus voor de oor log Directeur bouw- en woningtoezicht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 23