Eén baan delen
met z'n tweeën
'Meer doen voor
veiligheid van
langzaam verkeer'
Kunststichting nog dakloos
DAK YAN MOLEN
KRIJGEN GROTE
OPKNAPBEURT
KRIMP EN RIETEN
PAGINA 4
DINSDAG 18 APRIL 1978
Congres in de RAI
DEN HAAG (SP) - Wat kan er worden gedaan om het ver
keer voor voetgangers, fietsers en bromfietsers binnen de
bebouwde kom veiliger te maken? Deze vraag staat mor
gen en donderdag centraal op het eerste nationale ver-
keersveiligheidscongres in de Amsterdamse RAI.
Dertien overheidsinstanties en par
ticuliere organisaties (waaronder
het ministerie van verkeer en wa
terstaat, de politie, de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten,
Veilig Verkeer Nederland, Stop
de Kindermoord, de Nederlandse
Vereniging Bescherming Voet
gangers en de ANWB) beleg
gen dit congres.
De uiteenlopende aard van al die
instellingen zorgt ervoor dat de
veiligheid van het langzame ver
keer in onze steden en dorpen
van zoveel mogelijk kan
ten wordt belicht
„Ondanks de bonte verscheiden
heid van de deelnemers hoop ik
dat we heel concrete voorstellen
kunnen doen om de verkeersvei
ligheid te vergroten. Dat is hard
nodig, want het aantal verkeers
doden is onaanvaardbaar hoog.
De overheid mag niet aan de kant
blijven staan", aldus drs. P. Aile-
wijn, hoofd van de directie ver
keersveiligheid van het minis
terie van verkeer en waterstaat,
en een van de sprekers op het
congres.
Per jaar worden er tussen de 2500
en 2600 mensen gedood in het
verkeer. Veertig procent van hen
verongelukt binnen de be
bouwde kom. Van deze groep is
70 procent fietser, bromfiet
ser of voetganger.
Van de 60.000 tot 70.000 verkeers-
gewonden valt zelfs 70 procent
binnen steden en dorpen. Ook
van hen is weer 70 procent lang-
zaam-verkeersdeelnemer. De
verkeersonveiligheid binnen de
bebouwde kom is dus vooral een
langzaam-verkeersprobleem. En
het is nu juist dit probleem dat te
weinig aandacht krijgt van de
centrale overheid, geeft Allewijn
toe.
Kwetsbaar
„Van nature is fietsen of lopen erg
Door
Godfried Hellwig
veilig, maar door de grote op
komst van de auto nu ook zeer
kwetsbaar. In de verdeling van de
ruimte zijn voetgangers en fiet
sers erg slecht bedeeld. Tiental
len jaren heeft de zorg voor de
auto voorop gestaan, terwijl er
aan fietsers veel te weinig aan
dacht is besteed. Daar willen we
nu meer aan doen", aldus Allewij
De zorg voor verkeersveilige ste
den is een zaak van de gemeenten
zelf. Toch kan het rijk daarbij
helpen en een eenheid in beleid
stimuleren, zonder de zelfstan
digheid van de gemeenten aan te
tasten. Allewijn: ,.We moeten
meer onderzoek doen voor de
gemeenten. Het blijkt bij voor
beeld dat er helemaal geen richt
lijnen bestaan voor goede voet
gangersoversteekplaatsen. Ook
is het onduidelijk waar je ver
keerslichten moet plaatsen en
waar nou juist niet".
„Het rijk moet er voor zorgen dat
die maatstaven er alsnog komen.
Het gebeurt nu al op zeer be
scheiden schaal. Kijk maar naar
de woonerven waar we richtlij
nen voor hebben gegeven. Dat
moeten we uitbreiden."
Drs. Allewijn vindt dat de overheid
de gemeenten ook een duidelij
ker inzicht moet geven in hun ei
gen ongevallen, die sinds enkele
jaren liggen opgeslagen in de
computers van de verkeersonge-
vallenregistratie (VOR) in Heer
len.
Het bloembollenvak heeft ver
ontwaardigd gereageerd op
het voornemen van de corso
organisatie om desnoods verf
te gebruiken om het corso van
dit jaar wat kleur te geven.
De dreiging van een kleurloos
corso zat er eind vorige week
levensgroot in. omdat de dit
jaar opvallend lage grond-
temperatuur de hyacinten-
groei ernstig belemmert,
waardoor een onvoldoende
aanvoer van de voor het corso
benodigde kleuren dreigt.
Achter de schermen is toen het
idee geboren om als alterna
tief gele narcissen te gebrui
ken en die met verf in diverse
kleuren te spuiten. Zo zou het
corso er toch nog gekleurd op
komen te staan.
Belachelijk
Corso-organisator Piet Goe-
mans, die vorige week in deze
rubriek met dat plan op de
proppen kwam, heeft sedert
dien heel wat boze telefoontjes
gekregen. Eén en ander heeft
er toe geleid dat gistermorgen
door de corso-organisatie is
besloten van het spuiten met
verf definitief af te zien.
Goemans: "Ik ben voornamelijk
opgebeld door kwekers. Die
vonden het eèn belachelijk
idee. een degradatie van het
corso-gebeuren. En eigenlijk
is het dat ook. Maar een kat in
het nauw maakt rare spron
gen. Nu we het verf-idee heb
ben geschrapt gaan we er van
alles aan doen om toch nog
voldoende hyacinten bij el
kaar te krijgen".
Goemans luchtte vorige week
ook zijn hart over het feit dat.
werkers is Goemans gisteren
in de bollenstreek alle toege
zegde hyacintenvelden gaan
keuren. Er is een voorlopige
balans opgemaakt.
"Hoewel 's nachts de tempera
tuur nog vrij laag is maakt
het zonnetje overdag veel
goed", zegt Goemans. „We
zullen nog wel het nodige te
kort komen, vooral rode en
witte hyacinten, maar dat gat
is op te vullen met versierin
gen van zijde en grote bloem-
toeven".
Pessimisme heeft plaats ge
maakt voor optimisme. De
corso-organisatie ziet het
weer helemaal zitten, dankzij
een wending in het weer en het
onverwachte aanbod van hy
acinten. "Ik zou haast zeggen
dat de kwekers dit jaar het
corso redden", zegt Goemans.
"En nu maar hopen dat ze ook
iii de komende jaren hun
bloemen voor ons bewaren".
Optuigen
Er komt nog een klein praktisch
probleempje om de hoek kij
ken. Kwekers hebben welis
waar hun hyacinten toege
zegd maar wie haalt ze van
het veld? Goemans gaat in de
komende dagen de kwekers zo
proberen te bepraten dat ze
daarvoor een paar man eigen
personeel beschikbaar stellen.
Minder problemen zal het geven
voldoende vrijwilligers te
vinden om de praalwagens te
helpen optuigen. De corso-or
ganisatie kan onder meer re
kenen op de hulp van 350
scholieren, van wie een ge
deelte afkomstig is uit Rijns
burg en de overigen uit Heer
len en Overveen.
Drs. P. Allewijn
Veel gemeenten kunnen zelf al die
cijfertjes niet vertalen, zelf aan
onderzoek doen of goede ver-
keersveiligheidsplannen maken.
Daar hebben ze het geld en de
mensen niet voor. Het rijk moet
hen daarbij meer helpen, ook fi
nancieel.
Woonerven
Over de kritiek dat de meeste
woonerven niet deugen, zegt Al
lewijn: „Dat zijn kreten. Er waren
al woonerven voordat de wette
lijke regeling er was. Die gemeen
ten kunnen niet alles in een dag
omgooien. Bovendien is een
woonerf niet de oplossing voor de
verkeeisveiligheid. Dat is in bed
blijven. Een woonerf kan het
verkeer veiliger maken".
- Is er geen gevaar dat kinderen die
in een verkeers-luw woonerf op
groeien, zich geen raad weten
wanneer ze in een drukke straat
moeten oversteken?
Allewijn: „Dat geloof ik niet. Kin
deren zijn flexibel genoeg om
zich snel aan te passen, al zal je ze
natuurlijk wel moeten begelei
den. Wel vind ik dat je wegen die
een duidelijke verkeersfunctie
hebben, ook als zodanig moet in
richten, waarbij je ze ook veilig
voor voetgangers moet maken".
„Daarbij denk ik aan brede, goed
afgeschermde trottoirs, voetgan
gersoversteekplaatsen en waar
mogelijk voetgangerstunnels."
Allewijn vindt dat steden moeten
worden ingedeeld in verblijfsge-
bieden (woonstraten, kantoor-
centra) en verkeersgebieden die
voor een vlotte verkeersdoor
stroming van belang zijn. Met
deze indeling wordt overigens al
geexperimenteerd in Rijswijk en
Eindhoven.
Allewijn: „De maximumsnelheden
zou je daaraan moeten aanpas-
"Huis ter Leede zou perfect zijn
De gemeente Sassenheim kan de
kortgeleden opgerichte
Kunststichting tussen Dever
en Poelgeest" momenteel niet
aan een geschikt onderkomen
helpen. Initiatiefnemer
Maarten Groeneveld heeft dat
gisteren tijdens een gesprek
op het gemeentehuis te horen
gekregen
Groeneveld, die in Nunspeet
studeerde aan de vrije aca
demie voor beeldende kunst,
heeft in de afgelopen maan
den veel aanmeldingen voor
zijn kunstacademie gekregen.
Ongeveer 75 man, de meesten
uit Sassenheim. De rest komt
uit omliggende gemeenten.
Met zijn academie beoogt Groe
neveld talentvolle schilders en
tekenaars de mogelijkheid te
bieden zich dicht bij huis ver
der te ontplooien. Die moge
lijkheid zou onvoldoende
worden geboden op bijvoor
beeld een volksuniversiteit of
vrije-tijdscursus. waar vol
gens de Sassenheimer "het
peil niet al te hoog ligt".
Groeneveld heeft inmiddels wat
professionele krachten aange
trokken die les willen geven.
Grootste zorg is nu het vinden
van een geschikt onderkomen.
Met de gemeente is de af
spraak gemaakt dat de kunst-
stichting zelf in het dorp u it-
ziet naar een ruimte en daar
dan mee op de proppen komt.
Groeneveld: "Onze voorkeur
gaat uit naar het leegstaande
Huis ter Leede. Dat is een per
fecte gelegenheid. Maar het is
de vraag of de gemeente daar-
hetzelfde over denkt".
Het binnenkort te vormen be
stuur van de Kunststichting
tussen Dever en Poelgeest" zal
op korte termijn met wat
voorstellen komen. Kan er met
de gemeente niet tot overeen
stemmingworden gekomen
dan wil de kersverse stichting
via particulieren aan onder
dak zien te komen.
in vergelijking met vroeger,
zo weinig bloemenkwekers
bereid zijn de op het veld in
bloei staande hyacinten aan
het corso af te staan. Dat zou
er mede de oorzaak van zijn
dat het elk jaar weer meer
problemen geeft het evene
mentbehoorlijk aan te kleden.
Naar aanleiding van die op
merking in deze rubriek heb
ben nu diverse kwekers Goe
mans een partij hyacinten in
het vooruitzicht gesteld.
Dankzij deze médewerking-
op-de-valreep ziet het er nu
naar uit dat van de beno
digde 3200 manden het over
grote deel gaat binnenkomen.
Het weer moet dan niet al te
veel gaan dwars liggen.
Samen met drie van zijn mede-
Snel en veilig
Uitgangspunt is bij drs. Allewijn
dat je je in een stad snel moet
kunnen verplaatsen en dat het
verkeer er voor iedereen zo veilig
mogelijk moet zijn. Dat betekent
dat soms automobilisten omwe
gen moeten maken en zich moe
ten aanpassen. „Maar", waar
schuwt Allewijn, „we zullen er
ook aan moeten wennen
dat voetgangers dat moeten".
- Er wordt wel eens beweerd dat
ook de mentaliteit veranderd
moet worden. Allewijn gelooft er
niet in. „In het verkeer moet je
niet op het ethische gevoel van de
mensen gaan spelen. Voorrang
verlenen aan verkeer van rechts
doe je niet omdat dat zo ethisch,
maar zo praktisch is."
„Je moet het zien in praktische op
lossingen. Ik geloof dat je de
mensen moet uitleggen waarom
er regels zijn en waarom we be
paalde beslissingen nemen. Ver
keersregels zijn belangrijk, maar
belangrijker is het de gedachte
erachter duidelijker
over het voetlicht te brengen."
„In het onderwijs zou je dat best
kunnen doen. Ik denk datje kin
deren, ook hele jonge, heel goed
kunt uitleggen waarom dat
woonerf er is."
De uit 1654 daterende molen van de Hoogeveensepolder, één van
de weinige "oudheden" die Noordwijkerhout rijk is, krijgt bin
nenkort een flinke opknapbeurt. Of liever gezegd, de laatste fase
gaat in van een over jaren uitgesmeerde restauratie. Nadat vorig
jaar een nieuw scheprad was in gezet, heeft de provincie nu geld
vrijgemaakt voor nog wat dringende reparaties, die gaan worden
uitgevoerd door de Valkenburgse molenbouwer De Gelder.
Het totale karwei zal slechts een paar weken in beslag nemen. Dat
kan zo snel omdat de molenbouwers al veel benodigdheden op
maat hebben klaarliggen. Voor restauratie komen in aanmerking
de molenkrimp (fundering van het scheprad) en de wieken. De
Hoogeveense poldermolen, die nog steeds in bedrijf is, zal daarna
opnieuw worden geverfd.
De Noordwijkerhoutse rietdekker Van Dijk levert ook zijn aandeel
in de restauratie. Alles bij elkaar gaat deze laatste restauratie-fase
zo'n 50.000 gulden kosten. Naast de provincie betalen daar aan
mee de gemeente Noordwijkerhout, de polder en de Hollandse
Molenstichting. Het is de bedoeling dat gedurende de zomer
maanden op de dinsdagmorgen er weer rondleidingen zijn op de
molen. Molenaar Bart Cozijn (30) zorgt dan voor de toelichting.
Molenaar Bart Cozijn voor de molen in de Hoogeveense
polder, die wordt opgeknapt aan "krimp", wieken en rieten
dak.
kelingshulp. en het aanvragen
van subsidies. Voor Geertje
Thomas is dat de beleidsstruc-
tuun nota's, economische en so
ciale problemen. Ze zeggen: „Je
werkt natuurlijk toch meer dan
een ochtend. We gaan ook naar
conferenties in het buitenland en,
dan zegje 's middags niet ik ben
nu eigenlijk vrij. Je neemt spul
len mee naar huis, want ergens
wordt een brief van je verwacht
en je weet hoe beroerd die vrou
wen zitten, dus iaat je dat niet lig
gen". En beiden heel overtui
gend: „We kunnen dit doen, om
dat we de steun hebben van onze
mannen, die staan helem
Enthousiast zijn ze vorig jaar be
gonnen, ze werden daarin niet
teleurgesteld. Integendeel: het
enthousiasme groeit nog steeds.
"Een deeltijdbaan" noemen zij
hun functie „en het gaat uitste
kend". Hoewel zij daarbij on
middellijk aantekenen dat hun
part-time baan beter zou passen
in een systeem, waarin iedereen
korter werkt. „Er worden 's mid
dags wel eens vergaderingen uit
geschreven, waarbij een van ons
aanwezig moet zijn. Begrijpelijk,
want anderen werken een hele
dag. Maar het kost ons weer v-
rije tijd".
Deden ze in het begin veel samen,
Geertje Thomas (links) en Elletha Schoustra
Maarten Groeneveld
...veel aanmeldingen...
sen, zodat je - om dicht bij huis te
blijven - op de Utrechtsebaan in
Den Haag best 90 kilometer zou
moeten kunnen rijden. De be
strating en de hele meubilering
zouden natuurlijk voor een van
beide functies geschikt moeten
worden gemaakt".
Ook een scheiding van verschil
lende verkeerssoorten (fietspa
den naast autobanen) kan de ver
keersveiligheid vergroten. „Voor
het langzame verkeer een uit
komst, maar ook voor automobi
listen. die kunnen opschieten.'"
Een prettige bijkomstigheid is dat ze het samen goed kun
nen vinden. Dat ze beiden in eenzelfde situatie verkeren:
getrouwd zijn en moeder van twee kinderen. Hetgeen
betekent dat ze van elkaar weten dat een werkende moe
der zo het een en ander moet regelen. Want ook al deel je
dan samen een baan alleen in de ochtenuren, het blijft
organiseren als je een gezinnetje achter je hebt.
Dr. Geertje Thomas en drs. Ellettha
Schoustra: sinds 1 september vo
rig jaar met z'n tweeen een to
pambtenaar bij het ministerie
van ontwikkelingssamenwer
king. Officiële titel coordinator
internationale vrouwenzaken.
Voor het eerste in de geschiede
nis dat twee vrouwen bij de over
heid officieel een haandelen. Een
gloednieuwe functie ook, die
hard nodig bleek door de ont
wikkelingen van het Jaar van de
Vrouw en de conferentie in
Mexico in 1975.
Ellettha, cultureel antropologe,
werkte al zo'n negen jaar bij het
ministerie van buitenlandse za
ken, toen ze hoordé dat men
dacht aan een dergelijke baan. Ze
wist zeker dat zij zou solliciteren.
Geertje, doctor in de sociologie,
las de advertentie en dacht dat zij
aan de eisen voldeed die werden
gesteld zoals: ervaringen met
ontwikkelingswerk (zij woonde 7
jaar in Pakistan en deed veel op
dat gebied) en emancipatiezaken.
Ook aan die eis beantwoordde ze,
want Geertje werkte als free-lan
cer vodr de Emancipatie Kom
missie en maakte bovendien in
dat verband een stu
die over werkende meisjes.
nu streven zij naar een voor ieder
meer afgebakend terrein. Ze zijn
daar eigenlijk al mee bezig. Zo is
voor Ellettha Schoustra een deel
van haar taak de personeelstech-
nische kant zoals: hoe zenden we
meer vrouwen uit voor ontwik-