Lente in Rome: Ciao naar links, Ciao naar rechts
ZATERDAG 8 APRIL 1978
EXTRA
PAGINA 23
Aldo Moro:
Brigades vo
Driftkikker
Op de terassen van de Piazza
Venezia vermaken de mensen
zich om de verkeersagent, een
driftkikker die er niets van te
recht brengt, maar dat dan
toch weer met verve doet. Op
een moment komen de auto's
van vier kanten tegelijk op
zijn opstapje afstuiven. Het
fluitje van de agent snerpt
doodsnood, de man sluit de
ogen en laat de handen zak
ken. En zo komt alles weer in
orde.
We zitten naast een Neder
landse collega, die Rome al
tien jaar als standplaats heeft
- hij voorziet een rechts dag
blad en weekblad van nieuws.
"Om dat "rechtse" sta ik nu
op de lijst van de Rode Briga
des," zegt hij, en naar het lijkt
wel een beetje koketterend.
"Iemand van de terreur
bestrijding heeft me dat toe
gefluisterd. Ze schieten
journalisten in de knieën,
want wij zijn de sleeppaarden
van het kapitalisme, vinden
ze. En die moeten het lopen
verhinderd worden."
"Bang? Nee, het treurige is die
gelatenheid die door al het
geweld over je komt. De Ita
lianen weten onderhand niet
tan de vele krantekiosken in Rome's centrum hangt al vele weken de foto die de Rode
i hem maakten.
Door
Aad Wagenaar
beter of geweld hoort erbij. Er
ontstaat een sfeer van anar
chie, oudere Italianen zeggen
dat alles doet denken aan de
jaren '20, toen Mussolini aan
de macht kon komen."
In die zin spreekt ook de so
cioloog Marco Ferrarotti,
hoogleraar aan de universiteit
van Rome. Hij trekt een pa
rallel tussen Italië vandaag en
dat van vóór de fascistische
heerschappij.
"Toen hadden jonge oorlogsve
teranen, die net waren terug
gekeerd van het front, al hun
hoop gezet op de democratie.
Toen die hoop niet verwezen
lijkt werd, kozen ze voor het
fascisme. Het boeiende is dat
de vroege fascisten net zo re
volutionair waren als de ex
tremisten van vandaag. Er is
zelfs een opvallende over
eenkomst tussen de kalkleu-
zen op de muur van toen en
Ferrarotti meent dat de vergrij
zing in de Italiaanse politiek
bijdraagt aan het extremisme.
"We zijn een republiek van
opa's. Terwijl aan de overkant
van de Tiber de Kerk bezig is
met de verjonging van zijn
kader, belanden wij in de
heerschappij van de ouder
dom. De jonge wolven van
1945 zitten te suffen in hun
fauteuils, alleen de doden
staan hun plaatsje af. Bij ons
is macht niet iets om mee te
leiden maar een ding, dat je
uitzit."
In Turijn.
Een paar dagen later zijn we in
Turijn, ook al zo'n stad waar
de bouwmeesters in vroeger
eeuwen van geen ophouden
wisten. De noord-zuid-boule
vard in het stadscentrum is de
Corso Vittorio Emanuelle II,
een brede baan met erlangs
winkels van overvloed.
De jongeman van de VW in het
buitenissige paleis, waar de
treinen aankomen, had ons
vies aangekeken toen we
vroegen waar ergens de oude
kazerne van Lamarmora lag.
Die plek in de stad hoorde
niet thuis in het toeristische
pakket. Hij stuurde ons dus
de verkeerde kant op
Maar er was tenslotte een
taxichauffeur, die wel de
Rome in de lente van 1978 en
het lijkt op de door keizers en
pausen rijk bebouwde plei
nen van deze hoofdstad of het
land géén puinhoop is. De
Italianen, die zich er komen
laten zien, zijn zonder uitzon-
deringelegant gekleed, duur,
ze lachen veel, naar elkaar of
in zichzelf, wandelen voor
hun plezier, zonder doel,
Ciao! naar links, Ciao! naar
rechts.
De toeristen met hun boeken
Roma, Rome, Rom zijn ook
niet weggebleven, deze lente.
Verder schijnt de zon uitbun
dig en is het autoverkeer een
sublieme chaos.
Niets aan de hand dus?
Italië's malaise toont zich niet in
het straatbeeld; dat er met re
gelmaat politieauto's met
loeiende sirenes voorbij ko
men, betekent niets, verze
kert men ons: zo rijden ze hier
altijd. Nee, grimmigheid
moet men niet op de Plaza
Venezia zoeken, in het hart
van de stad. Wel is er iets van
te zien aan de uitvalswegen
van de stad, vooral in het
noorden, waar nog steeds zo
veel dagen na de ontvoering
van Aldo Moro, de oud-pre
mier, wegversperringen zijn
en auto's aangehouden en
grondig onderzocht worden.
Moro; aan de vele krantenkios
ken in Rome's centrum hangt
al weken de foto, die de Rode
Brigades van hem maakten,
toen hij al een dag of wat ge
vangen werd gehouden - het
vermoeide gezicht brengt
toch nog een zweem van een
gümlach op, Moro kijkt mee
warig in de lens.
Is dat omdat hij te doen heeft
met zijn fanatieke jonge ci
piers of kijkt hij Italië en zijn
bewoners aan en brengt dat
hem tot die meewarigheid?
Voor de laatste veronderstel
ling is aanleiding: Moro's ge
vangenschap heeft immers te
maken met de jammerlijke
toestand, waarin Italië al zo
lang verkeert. Een land met
1.700.000 werklozen, een als
maar doorgaande geldont
waarding, met een miljoen
studenten, waarvan maar één
procent na het afstuderen een
gepaste baan vindt, met een
parlementair spel, dat een
eindeloze burenruzie is. Een
land met een verpauperd zui
den en een zichzelf door mi
gratie verstikkend noorden.
Onbeschaamd
In dat land is de Christen-do-
mocratische partij al dertig
jaar zonder onderbreking aan
het regeren. Met het ene cor
ruptieschandaal na het an
dere, met onbeschaamde be-,
voorrechting van de midden
klasse. Eerst was er nog wel
de communistische partij
PCI, die tegen 's lands wan
beheer van leer trok- niet dat
dit een verandering teweeg
bracht (behalve in enkele
grote steden, waar com
munisten tot het stadsbe
stuur doordrongen cn zoals
o.m. in Bologna en Turijn ook
burgemeester werden), maar
sinds de verkiezingswinst in
juni '76 is het elan vermin
derd.
De communisten kregen toen
30 procent van de stemmen
(228 parlementszetels) tegen
34 procent christen-demo
craten stemmen (262 zetels)
Met de steun van de andere
linkse partijen als die van de
socialisten en sociaal-democ
raten had de communistische
partij toen een regering kun
nen vormen. Maar Enrico
Berlinguer, leider van de PCI,
durfde dat niet aan. Hij herin
nerde zich waar het in Chili op
uitliep toen links de rege
ringsmacht tot zich had ge
trokken. Berlinguer bleef
daarom zweren bij zijn
"compromesso storico" - het
historisch compromis van
communisten en christen
democraten.
Dat compromis leek bereikt
toen Aldo Moro vorige maand
de communisten binnen had
gehaald in een verbond van
partijen die een nieuwe chris
ten-democratische regering
zouden steunen.
De ochtend dat die regering
werd geïnstalleerd, schoot
een commando van de Rode
Brigades de vijf lijfwachten
van Moro dood en nam de
62-jarige politicus mee.
Waarheen?
De gewapende macht, die de
Italiaanse regering in actie
bracht om Moro te vinden
(politie, carabinieri, krijgs
machtonderdelen) was zijn
verblijfplaats deze week nog
nieh genaderd. In Italiaanse
kranten wordt daarom de on
bekwaamheid van de politie,
de domheid en verlammend
werkende onderlinge jaloezie
breed uitgemeten.
Twintig
Bijzonderheden: de politie doet
aan de pers en de televisiesta
tions kort na Moro's ontvoe
ring 20 foto's toekomen van
Rode Brigadisten, die van de
aanslag worden verdacht.
Twee van die foto's blijken
van dezelfde man te zijn, met
en zonder baard. Twee andere
gesignaleerden zitten al een
tijd in de gevangenis, een an
dere is een politieman, Marco
Pisetta, die in de Rode Briga
des is geïnfiltreerd in op
dracht van de geheime dienst
Dan is er het geval van Brunilde
Pertramer, een Duits-spre
kende Italiaanse uit het noor
den, die ook gesignaleerd
werd. Toen zij haar foto bij die
van de verdachten zag, gaf ze
direct een verklaring uit dat
ze op die ochtend van de ont
voering in een hotel in de
buurt van Trente was ge
weest. Geen probleem, liet de
politie weten: Brunilde werd
ook nog gezocht voor de
moord op 10 maart op een po
litieman in Turijn.
Toen het meisje hiervan
hoorde, liet ze via een advo
caat weten dat ze ook die dag
in haar hotel verbleef. De Ho
teleigenaar bevestigde dat en
ook de plaatselijke politie gaf
toe, dat ze op de dagelijkse
gastenlijst stond, die de poli
tie krijgt. Maar men had er
eenvoudig overheen geke
ken.
Maar het meest schamper
wordt er over de Italiaanse
politie gesproken als men
aanhaalt hoe steeds met een
tussenpoos van twaalf uur de
drie auto's opdoken, waar
mee Moro's ontvoerders hun
actie volbrachten.
Die auto's zijn alle gevonden -
maar het vroeg zo onbegrij
pelijk veel tijd - op vrijwel
dezelfde plaats in de Via Lici-
nio Calvo op de Monte Mario,
slechts een paar honderd me
ter ver van de straathoek,
waar Moro ontvoerd werd.
Het noordwestelijk deel van
de Monte Mario is geheel af
gezet door de politie en alle
garages in de 'luxueuze
woonwijk zouden doorzocht
zijn. Toch, aldus de Romeinse
krant II Messaggero, hebben
zich tientallen bewoners ge
meld bij wie de politie niet
aan de deur geweest was.
goede weg wist en ons over de
Corso Vittorio reed tot aan de
Via Pier Carlo Boggio en daar
aangekomen, zei dat hy niet
verder mocht.
Op deze plaats bleek het mooie
Turijn ontluisterd: een zeer
argwanend kijkend stel poli
tiemannen met geweren, die
ze met twee handen vast
hielden. bij een wegversper
ring. En achter hen. ver
spreid, nog meer van die ge
wapende mannen in ver
schillende uniformen.
Ze zetten een circa twee
vierkante kilometer groot ge
bied af in het stadshart. Daar
middenin ligt de kazerne La
marmora, een complex ba
rakken achter gele muren,
betonnen schutting "is opge
trokken.
In Lamarmora staat de bunker,
die gebouwd is om het proces
tegen Renato Curcio en veer
tien andere leiders van de
Rode Brigades ongestoord te
laten verlopen. De man, die
bij de bouw van de bunker
opzichter was, Ricardo
Palma, een rechter van het
Hof ven Appel in Rome, is
inmiddels doodgeschoten
door andere Rode Brigadis
ten zo gaat dat.
Binnen is het proces tegen de
Rode Brigadisten hervat; de
justitie heeft zich door de
ontvoering van Moro niet la
ten intimideren. De bur
gemeester van Turijn heeft
moedige woorden gesproken
(en prompt werd een ex-bur
gemeester van Turijn neerge
schoten, doch niet gedood)
over de handhaving van de
rechtstaat en dus zijn ook he
den Renate Curcio en zijn
kameraden zwaar geboeid
naar de ijzeren kooien in de
bunker gebracht, die hen als
beklaagdenbank dienen.
De vijftien Brigadisten worden
beschuldig van de vorming
van een gewapende bende,
het uitvoeren van een reeks
schietpartijen, bomaanslagen
en ontvoeringen en de on
dermijning van de politieke
en sociale orde. Al in mei 1976
had men met het proces wil
len beginnen maar de moord
aanslag op een openbare
aanklager in Genua en diens
twee lijfwachten leidde tot
uitstel. Een tweede poging
om de leden van de Rode Bri
gades te berechten duurde
maar 65 seconden omdat
bleek dat de juryleden in
doodsangst verkeerden voor
represailles. De ontvoering
van Aldo Moro zou mede be
doeld zijn geweest om te ver
hinderen dat men het proces
in Turijn voor de derde keer
aanvatte.
Moedige burgers.
Maar rechtbankpresident
Guido Barbaro had tenslotte
een stel moedige Italiaanse
burgers gevonden om in het
Assisenhof plaats te nemen
en even moedige advocaten:
zij worden door verdachten
versmaad) - het proces begon
en vond, met een onderbre
king gedurende de paasda
gen, doorgang.
Renate Curcio's groei als revo
lutionair begon omstreeks
het jaar 1967. Hij, een tot dus
ver brave student aan de uni
versiteit van Trente, sloot zich
toen aan bij de organisatie Si-
nistra Proletaria (proletarisch
links). Het was nog de tijd van
met leuzen en manifestaties
ten slrijds trekken tegen de
gevestigde orde; gewapend
geweld vonden Curcio en zijn
aanhangers (onder wie zyn
vrouw Marghanta Cagol)
klemburgelijk avonturisme.
In 1970 veranderde dat: Curcio
kondigde de oprichting aan
van de Rode Brigades. "De
Rode Herfst is al begonnen",
aldus Curcio en men rekende
er op zeker vijftig jaar nodig te
hebben om de verrotte Ita
liaanse maatschappij te he
len.
Renate Curcio sprak zich toen
wel uit voor geweld - dat zou
een fascistische coup kunnen
uitlokken, die op zijn beurt de
communisten er toe zou
dwingen hun toenemende al
liantie met de kapitalisten op
te geven. Dat alles, zo rede
neerde Curcio, zou leiden tot
een burgeroorlog, waarin
links de winnaar zou worden.
De eerste gewelddaad van Cur
cio's Rode Brigades kwam in
september 1970, toen ze
brand stichtten in de garage
van een Milanese fabrikant.
Hun eerste politieke kid
napping was in 1972. Na dit
begin van geweld - maar er
waren nog geen doden ge
vallen - gingen de Rode Bri
gades in 1973 over op het ge
bruik van vuurwapens.
Vurig jaar alleen begingen ze
2000 terreurdaden. Daarbij
waren 25 moorden op rech
ters, advocaten, politieman
nen en een journalist.
Eerste gewelddaad
Curcio's eigen eerste geweld
daad was in 1974 de ontvoe
ring van de Genuase reéhter
Mario Sossi, die een kame
raad van de Rode Brigades tot
levenslang had veroordeeld.
Curcio verlangde de vrijlating
van acht Brigadisten in ruil
voor Sossi's leven. De
openbare aanklager in Ge
nua. Francesco Coedo beval
de vrijlating van de acht maar
toen Sossi na vijf weken on
gedeerd door Curcio werd
losgelaten werden Coedo en
zijn twee lijfwachten doodge
schoten.
Curcio werd in 1974 gearre
steerd, maar by een overval
op zijn gevangenis weer be
vrijd. Zijn vrouw, Marghareta
Cagol, leidde die actie. Zy
werd een jaar later gedood in
een vuurgevecht met de poli
tie. Op 18 januari 1976 werd
Renato Curcio opnieuw
gearresteerd.
Met een brede lach op zijn ge
baarde gezicht gaat Curcio
iedere ochtend de kooi in de
rechtszaal binnen. Hij en zijn
veertien kameraden heffen de
gebalde vuitst. "Wij be
schouwen deze rechtzaak als
een nieuwe fase in de strijd
tegen de staat", hebben ze ge
roepen.
En ze zeiden zich gesterkt te
voelen door het nieuws van
de ontvoering van Aldo Moro.
Ze weten dat ze de generatie
van het eerste uur zyn en dat
buiten hun bunker de tweede
generatie Rode Brigades het
werk hebben overgenomen:
nog heftiger in hun geweld
Op het vliegveld van Turyn
staan veel soldaten met hun
geweer in de aanslag. Van alle
paspoorten van de reizigers
worden naam en nummer op
geschreven en daarna gaat de
controleur ermee een kamer
tje in, waarvan de muren let
terlijk behangen zijn met
foto's. Er staan zo'n tweehon
derd terroristen, van links en
van rechts gesignaleerd. In
het kamertje met hun portret
ten is cén wand vrijwel blank.
Alleen do fbto van Italië's pre
sident Leone hangt er met
daarboven een klein
kruisbeeld. Dat lijkt net een
bidprentje
Eigenlyk is dat wel gepast.