DONDERDAG 6 APRIL 1978
EXTRA
PAGINA 33
1
1
LEIDEN - 'Als ik hier in Leiden
op straat zit, ik zie dat er een
beetje publiek staat en ik heb
er zin in, dan kan ik een show-
tje beginnen. Dat komt dan
uit mezelf: ik wil jullie van
daag dit laten zien, vind je het
leuk, okee, gezellig, blijf
staan; vind je het niet leuk,
jammer, maar zo is het van
daag. Dat is het voordeel van
een straatmuzikant. Het pu
bliek mag weglopen, dat is
geen schande'.
Wanneer zijn gitaar niet de kans
loop door vorst of regen aan
getast te worden, kan het
Leidse publiek hem regelma
tig op straat zien spelen:
Lambert Peter Wouda, liever
gezegd Lampie, straatmuzi
kant. Op de Hoogstraat, de
Donkersteeg of in een café.
Meestal in gezelschap van een
wat smoezelig hondje. Cen-
tenbak naast zich, een manier
van leven. Hij speelt op zijn
gitaar en zingt, bijvoorbeeld
'Blousje van C en A'.
Ergens in de stad staat een huis
Ik heb het daar achtergelaten
er stonden stoelen en een bed
om in te vrijen en te praten
Je mag wel mee naar m'n huis
als je je ogen kunt sluiten
daar vertel ik je van toen
en ga ik me aan 't verleden te
buiten
Ik had de Bijbel van Karl Marx
m'n muur behangen met gitaren
maar m'n tuintje vol met kruid
was voor de buurt echt geen re
clame
Nou is ook die buurt daar weg
drie straten verder woonden
eens vrienden
die zijn net als ik gevlucht
voor 't kapitaal en om het zelf te
vinden
Ga niet alleen wandelen in het
park
tussen de dode bomen
je bent je niet zeker van je zaak
je kunt er mensen tegenkomen
Piekerige haren, een dun bril
letje en een baardje. Woont
momenteel in een studen
tenkamer, ergens in Leiden.
Een tijdelijke zaak, hij heeft
weer een bestelauto en gaat
daar straks in wonen. Als
voortzetting van een zwer
vend, ongewis bestaan.
Kabouter
Lampie werd ruim 24 jaar gele
den geboren in Utrecht, als
jongste van vier zoons.
Woonde aanvankelijk in wat
hij zelf een 'koude aardappe-
lenbuurt' noemt en later in
'een tamelijk luxueuze wijk'.
Hij bezocht in Utrecht een
'zeer rechtse HBS', terwijl hij
sympathiseerde met de toen
florerende Kabouterbewe
ging, zodat de botsing niet uit
kon blijven. Toen Lampie ook
nog openlijk toegaf wel eens
een stickie te roken en een
van zijn rapporten slechts een
overzicht vermeldde van
Arabische getallen tot en met
vijf was de figuurlijke trap
onder 's dissidents achter
werk niet te vermijden.
'Toen heb ik een tijdje rond
gezworven. Een tijdje niets
gedaan, of wat via een uit-
zendbureautje. Op een gege
ven moment belandde ik op
een biologisch-dynamische
tuinbouwschool bij Tiel. Ik
vond het ontzettend fijn daar,
maar ik kon er niet goed aar
den. Wil je zoiets doen, dan
moet je sterk in je schoenen
staan', zegt de straatzanger te
rugblikkend. Maar met het
verblijf in een internaat bij de
school was de basis gelegd
voor het zwerversbestaan van
Lampie. Hij ging weg uit het
internaat en trok in een
kraakpand nabij de school.
Werkte als grondwerker en
leefde op een 'tamelijk asceti
sche manier. Zeer op de na-
tuurvoedingstoer. Het werk
betekende: 's ochtends om
zeven uur opstaan en 's
avonds om zes uur thuisko
men. En dan was je dood-
Jaarmarkt
Op de jaarmarkt van het Geld
erse Buuren begon de car
rière van straatmuzikant
Lampie, wiens ouders hem op
een muziekschool al de no
dige muzikale vorming had
den laten opdoen. 'Ik heb de
mensen van die organisatie
opgebeld en heb gewoon ge
zegd: ik ben straatmuzikant -
ik had nog nooit op straat ge
speeld - en ik zou graag op de
jaarmarkt komen spelen. Dat
was wel mogelijk Die eerste
keer heb ik zowaar veertig
gulden opgehaald en ook nog
mijn eerste televisieoptreden
gehad: op het videojournaal
van het Utrechts Nieuws
blad'.
Waarmee Lampie de basis had
gelegd voor een vrijbuiterig
bestaan, waarin muziek cen
traal staat. Een idee dat al ge
groeid was op cabaretkam
pen van de Nederlandse
Christelijke Studenten Ver
eniging, die hij in zijn
scholierentijd bezocht. 'Daar
heb ik ontdekt dat je door
middel van muziek de dingen
op een andere manier kunt
duidelijk maken. Dat kan een
liefdeslied zijn, het kan ook
een protestlied zijn'.
Lachend: 'Het Liefdeslied is
meer mijn stijl. Je kunt mu
ziek bedrijven en je bekwa
men in de techniek van het
spelen. Maai-je kunt ook, door
er gevoelsmatig tegenover te
staan, je proberen te bekwa
men in het overbrengen van
dingen. De techniek komt
dan op het tweede plan te
recht. Dat is bij mij dus ge
beurd'.
Kraken
Na de jaarmarkt in Buuren trok
Lampie met een vriend naar
Engeland en speelde daar ook
af en toe op straat. Na zijn te
rugkeer zwierf hij een tijdje
rond, woonde in kraakpan
den, werkte bij een uitzend
bureau of deed niets, en
vierde zijn verjaardag met een
feestjë in Utrecht. Daarop
ontmoette hij een vriend,
Warner van Es, die bezig was
in Leiden een theaterstuk van
de grond te brengen.
Lampie: 'Warner van Es heb ik
op de cabaretkampen van de
NCRV leren kennen. Ik be
wonderde hem grenzeloos. In
die tijd heb ik geprobeerd om
even goed te worden als War
ner. Dat was wel een aardige
drijfveer, en het heeft een hele
tijd geduurd, voordat ik ont
dekte dat dat nooit zou ge
beuren'.
'Op dat feest in Utrecht zei War
ner tegen me: 'Wil je meedoen
met de dwarsfluit, dat speelde
ik toen ook. Ik deed toch niets
bijzonders toen, dus ik dacht
goed, ik ga in Leiden wonen'.
'We sliepen in Leiden met zijn
vijven op een kamertje in de
Pieterskerkstraat. Als
iemand naar de w.c. moest,
maakte hij mij wakker, want
ik moest dan mijh benen in-
tekken, anders kon de deur
niet open. Ik sliep ingepakt
tussen de boekenkast en de
ijskast. Omdat ik in Utrecht
ook een paar keer aan een
kraakactie had meegewerkt,
zei ik: hier moet gekraakt
worden. Ik zat zelf ook met
problemen, want ik pro
beerde werk te zoeken, maar
zolang ik geen kamer had,
kreeg ik dat niet. En zolang ik
geen baan had, kon ik geen
kamer huren'.
Demonstratie
En zo gebeurde het dat in 1974
een grootscheepse kraakactie
op touw werd gezet, die veel
aandacht trok. De voormalige
toonzalen van de stedelijke
lichtfabrieken aan de Hooi
gracht, een pand dat al ge
ruime tijd leeg stond, werden
opengebroken. De krakers
maakten er een demonstratie
van tegen de woningnood
voor jongeren. Negen maan
den bleven ze er wonen;
daarna maakten ze plaats,
omdat het pand uiteindelijk
bestemd bleek te zijn voor de
huisvesting van buitenlandse
werknemers.
Lampie en de andere krakers
begonnen weer aan een zwer
vend bestaan, sliepen vaak
buiten, in het Van der Werf-
park, onder de Koornbrug, of
in de tuin van burgemeester
Vis. Intussen had Lampie zijn
eerste optreden op straat in
Leiden achter de rug: op 3 ok
tober liep hij voor de traditio
nele optocht uit. De straat
muziek ging steeds meer zijn
leven beheersen, hoewel dat
eigenlijk niet zijn bedoeling
was: 'Het idee om full-time
straatmuzikant te worden
heb ik nooit gehad. Ik zie het
als een tamelijk fijne brood
winning, maar niet als een le
vensbestemming of zo, geen
definitief eindpunt.
Ik doe nu ook van alles, ik or
ganiseer, maar het heeft wel
allemaal met theater te ma
ken. Straatmuziek is mijn
voornaamste bron van inko
men. Zo'n Lampieval die ik
elk jaar organiseer, daar maak
je geen winst op. Je moet het
geld bij elkaar zien te schra
pen'.
Vergunning
'Toen in aan de Hooigracht ging
wonen heb ik me bij het ar
beidsbureau laten in
schrijven. Ik had toen woon
ruimte en daardoor kreeg ik
ook een uitkering. De sociale
dienst heeft me nog geholpen
aan een straatmuziekvergun-
ning. Ik speelde al een tijdje
op straat, voor de lol. Maar ik
werd wel eens gecontroleerd
en moest dan ophouden. Ze
waren in Leiden niet streng,
zoals in Amsterdam waar ze
wel eens een instrument in
beslag namen, maar ik moest
wel ophouden. Dus ik zag het
wel zitten om een vergunning
te krijgen. Toen ben ik gaan
praten met mensen van de so
ciale dienst Ik zei: Ik loop nu
al zo lang in de steun, ik kan
beter iets anders gaan doen en
daarom wil ik een straatmu-
ziekvergunning aanvragen,
om via die straatmuziek
routine op te doen. Dat was
prima. Die man van de sociale
dienst zei: mijn standpunt is,
alles wat je doet als je werk
loos bent, wil ik stimuleren.
Toen hebben ze een brief ge
schreven naar de gemeente
en de politie'.
Theater en muziek namen
steeds meer beslag van Lam-
pie's leven, bij het arbeids
bureau stelde hij zich niet
meer beschikbaar voor een
'normale''baan, en raakte zo
voor een tijd zijn uitkering
kwijt. 'Dat was toen heel
moeilijk, een bepaalde finan
ciële basis te missen. Er zijn
weken geweest, dat ik met
mijn hond nauwelijks te eten
had. Alles kwam in een keer
op me af. Ik raakte mijn uitke
ring kwijt en mijn stfaatgitaar
ging kapot, was niet meer te
repareren. De sociale dienst
wilde ook geen geld voor
schieten voor een nieuwe gi
taar. Dus ik kon niets meer
verdienen. Toen heb ik via
mijn ouders, wat ik helemaal
niet zo fijn vind, een nieuwe
gitaar kunnen kopen'.
Liefdadigheid
'Op dit moment leef ik. omdat ik
weinig tijd heb om op straat te
spelen en het te koud is, van
liefdadigheid. In dit huis on
dermeer. Al heb ik geen geld:
ik mag hier best eten. Ach, het
is een discrepantie. Ik geloof
dat ik een van de weinige
straatmuzikanten ben, die
met een hele dikke agenda op
zak loopt. Omdat je meer din
gen wil doen dan alleen
straatmuziek, ga je een beetje
zakenmannetje spelen. Ik wil
mijn eigen brood verdienen,
ik wil ook belasting betalen.
Daar ben ik nu nog niet aan
toe, maar om zover te komen,
moetje iets hebben waar con
tinuïteit in zit, iets wat een
bedrijf is".
„Van de zomer ga ik zeker weer
spelen. Als straatmuzikant,
en in een trektheater dat ik
aan het opzetten ben. In de
zomer kun je op straat een re
delijk inkomen halen.
Met een beetje flink aanpoten
kan dat in Scheveningen bij
voorbeeld met zijn tweeën
gauw tot 200 gulden oplopen.
Per dag. Maar dan gaat het
echt hard tegen hard, je bent
er een hele dag mee bezig. Je
moet de geschikte plekjes op
zoeken en zorgen dat je geen
problemen krijgt met de con
currentie, wantje bent niet de
enige.
Je gaat bijvoorbeeld de terras-
i af, i
i vijf
honderd mensen zitten,
dan is het constant spelen,
honderd procent, je probeert
ieder verzoeknummertje,
iedere wens van je publiek in
iets leuks om te zetten. Dat is
echt bikkelhard werken. De
reacties blijven verschillend,
variërend van uitermate posi
tief tot uitermate negatief.
Hoewel ik geloof dat de alge
mene mening steeds posi
tiever wordt. Zeker ten op
zichte van de nieuwe orde van
straatmuzikanten, die bezig is
te komen. Toen ik drie jaar
geleden hier in Leiden begon,
waren er opmerkingen als:
kun je niet gaan werken? Ik
verdiende toen ook minder,
maar dat komt natuurlijk ook
omdat ik toen minder goed
speelde".
Bankbiljetten
,Maar het gebeurt ook dat je
iemand aanspreekt, dat hij
niet weet hoe hij dat terug kan
geven. Dat hij zo getroffen
wordt, dat hij met bankbiljet
ten gaat zwaaien. In Frankrijk
maakte ik dat wel mee. In Ne
derland komt dat op straat
minder voor, maar in de kroe
gen wel. In de kroeg is het
werk veel harder dan op
straat. In de kroeg speel je
voor een bepaald publiek, op
straat voor een publiek dat
niet van tevoren heeft gezegd:
ik wil jou zien.
Als ik in een café kom, speel ik
het spelletje zo dat men mij
vraagt om te spelen. En als ik
mijn gitaar in de hand heb,
zeg ik zelden nee. Dat durf ik
niet. Het is mijn vak, dat ik op
ieder moment, zelfs al ben ik
hardstikke dronken, een re
delijk stuk muziek kan pro
duceren en op de wensen van
de mensen in kan gaan. In een
Amsterdamse kroeg is het
gebeurd dat ik mijn mond
niet open mocht doen, voor
dat ik mijn gitaar had ge
pakt".
„Ik hoop altijd op straat te kun
nen blijven spelen. Het moet
mijn basis blijven. Ik geef het
als hoofdberoep op tegen
woordig. Ik wil dat straatge
beuren nog uitbreiden, wat
tot uiting komt in zo'n trek
theater. Dat is een uitgebreide
groep artiesten, vorig jaar vijf
man. Het was economisch en
organisatorisch niet zo'n suc
ces: we hebben zwaar verlies
geleden. We kwamen een stad
of dorp binnen, zochten een
leuk plekkie, parkeerden
onze bus daar en deden ons
programma- sketches, con
ferences, nep-acrobatiek, ik
liet mijn hond op zijn achter
poten lopen, we zongen poli
tiek getinte liedjes. En terwijl
zo'n programma bezig is, ga je
twee, drie keer met de pet
rond. Dat levert net genoeg op
om van te leven, maar niet om
investeringen te doen voor
een volgend programma.
Maar ik ga het weer doen, dit
jaar"
Achter het podium
-Toch sta ik ook graag achter
een podium. Ben ik zo'n
beetje roadmanager. Ik pro
beer anderen aan optredens
te helpen. Ik zou evengoed
chauffeur van een groep kun
nen zijn. Als het maar om
theater gaat. Ik heb ook nog
eens geprobeerd om bij de
Leidse schouwburg te komen
als toneelknecht. Dat is he
laas niet gelukt".
Het verblijf van Lampie in het
studentenhuis loopt ten
einde. Hij heeft zich een be
stelwagen aangeschaft, en
daarin gaat hij wonen. Rond
trekken. Muziek maken. Het
theater op straat. Met in zijn
achterhoofd de gedachte om
het misschien ooit nog eens
„echt" te doen. „Mijn le
vensinstelling is zodanig dat
je niet rijk wordt. Je kunt een
mazzeldag hebben en in
Scheveningen op één dag 200
gulden binnenhalen. Maar
wat ga je dan doen? Je gaat
lekker in een restaurant eten.
Hoeveel verdien ik? Het is
genoeg om van televen. Als ik
eens geen cent op zak heb, ik
weet absoluut niet waar ik
straks om zes uur moet eten,
dan ga ik om vijf uur bij de
ingang van het station zitten
en tegen de tijd dat de honger
te erg wordt, dan heb ik in
middels genoeg centen om
die te stillen".
Remedie
En dan, geëmotioneerd:
„Straatmuziek is zo onge
compliceerd, dat, verdomme,
als je een zenuwtoeval krijgt,
dan weet ik de beste remedie
voor mezelf. Ik pak een oude
gitaar, ik zoek een leuk plekje
lekker in de zon en ga spelen,
man. Als ik last heb van sla
peloosheid: het beste wat ik
dan kan doen is mijn gitaar
pakken en in een kroeg gaan
spelen. Dan loop ik me uit te
sloven. Ik begin ermee, ik
hoef van tevoren nergens aan
te denken, alleen maar, ben ik
een beetje bij stem, voel ik me
een beetje redelijk, nou jon
gens dan ga ik spelen. Ben ik
klaar met spelen, ga ik met de
pet rond. Heb ik vijftig gul
den, heb ik tien gulden, het
maakt geen flikker uit, ik heb
gespeeld, ik heb publiek ge
had, ik ben bezig geweest