De zieke
clauwn
KLfcPPEWOi
LOEKI
Sjakielien
o it i s rn
TÜT)
Hvide Sande. Een dorpje san de
Deense westkust. In de taille van
Jutland, ligt het aan de opening
van een wijds binnenmeer. Of
liever een fjord, de Ringkobing-
fjord.
Een dorp dat met de lineaal is inge
tekend. Vrouwen boenen er da
gelijks de stoep. Van ouderdom
getuigt niets. De zon gaat er laat
op, dezer dagen, de nacht be
sluipt de haven al vroeg in de
middag.
Hvide Sande zou zo interessant niet
zijn als er niet een visserij werd
bedreven die het goed doet. De
kabeljauwvisserij van dit dorp
heeft tot voorbeeld gestrekt van
de Nederlanders, die eigenlijk
niet weten waar ze het zoeken
moeten. De kabeljauwvisserij
moet de kottervissers uit de nood
helpen, luidde een slogan van een
handvol maanden terug.
„Als we eens zo gaan vissen, dan
komen we er misschien weer bo
venop". De Denen hebben het
door, dacht men in Nederland.
De Denen hebben het door, weten
zij zelf. En het zal heel lang duren
voor de anderen het door hebben,
zeggen ze.
Ze kwamen met ongelooflijke par
tijen aan de Scheveningse afslag
vorig jaar. De Denen vertrokken
met het grote geld.
Vandaar misschien, dat de Ini
tiatiefgroep Behoud Werkgele
genheid Scheveningen er brood
in zag. Door de huidige quotering
van de vis liggen tien kotters
maandenlang aan de wallekant.
Veel kotters zijn inmiddels gesa
neerd. Er is nog maar weinig o-
ver van onze vloot.
Verwachting
In de platvis hoeft men het niet
meer te zoeken, vond de werk
groep. Dat werd de laatste weken
nadrukkelijk bevestigd. In de
maanden dat men geen platvis
zou mogen vangen was het
daarom beter het eens op de ka
beljauw te proberen. De Denen
hadden immers bewezen, dat het
mogelijk was met voor een mille
of dertig, veertig aan kabel
jauw aan te meren.
Maar die kabeljauwvisserij gaat
heel anders in z'n werk. Als je de
vissers op dit ogenblik zou steu
nen met het vissen met staande
netten en sonar, komen ze er wel
licht weer bovenop, spraken de
verwachtingen.
De werkgroep had de kotter van
schipper Plug op het oog. De Sch
65. Gedurende een jaar zou op dit
schip het vak moeten worden
geleerd. Andere schippers zou
den er te rade kunnen gaan en zo
kon men met wat financiële hulp
van. de overheid op den duur
overschakelen. De kottereigena-
ren voelden er best voor. Maar
voor de financiën waren de vis
sers toen, in september, al huive
rig. Het zou investeringen ver
gen, veel geld, en daar schort het
aan bij de vissers. Ook een ge
meentelijke garantie bood te
weinig zekerheid.
De Nederlandse kotters, klein en
wendbaar, niet bulkend van mo
torvermogen, zijn er geschikt voor.
Reddingspogingen
Hvide Sande is een dorp waar der
gelijke initiatiefgroepen niet da
gelijks doende zijn om de ge
meente te overtuigen van red
dingspogingen, waarbij ze steun
moet verlenen.
In Hvide Sande is er uren voordat
de dag zich laat zien een aanvoer
van jewelste ?h de moderne af
slag. Een leger van kotters met
een klein wijnrood zeiltje ach
terop, wendt en keert in het ha
ventje. Een dragline knort in alle
vroegte verder, de contouren
trekkend voor een nieuwe haven
aan gene zijde van de afslag. Het
gaat ze goed. Een ieder op klom
pen. Men spreekt er niet van re
ders, men spreekt er niet van be
drijven. „One man, one boat"
In Hvide Sande denkt men in vis-
sersfamilies. Er is wel iets van on
tevredenheid. Keld Hoy weet
glashelder te vertellen dat het de
Nederlanders en de Engelsen
zijn, die hen het leven zuur ma
ken. Ze stelen de staande netten,
ze overvaren ze. Vrienden zijn het
niet, op het grijze water.
„Het is een specialiteit, de kabel
jauwvisserij. zoals wij dat doen.
Ook hier heb je ze, die het nooit
leren. Die met meer dan vijf op de
schaal van Beaufort uitvaren. We
hebben het dertig jaar geleden
geleerd, hier in het dorp. Kleine
jongens visten met staande netjes"
„Vandaag de dag vertrekt elke kot
ter hier met zo n 500 netten aan
boord.Misschien gebruiken we er
60 of 70 per reis. Laten we zeggen,
dat er hier 180 kotters zijn. En
voor ons gaan de tijden ook slech
ter. Tien procent per jaar wordt
Het aantal wrakken, dat we bevis
sen is niet onuitputtelijk. We we
ten ze allemaal. Een jaar of twee
kan het duren, dan is het afgelo
pen met een wrak. Maar we weten
er meer dan er officieel geregi
streerd staan. De families vertel
len die aan elkaar door.
Het verschilt per seizoen, waar we
naar toe gaan. In oktober, no
vember vissen weveelopzo'n 150
mijl buiten de Noorse kust. In de
lente zoeken we het midden van
de Noordzee op".
„Maar in Nederland kunnen ze het
beter vergeten, die kabeljauwvis
serij. Ze zijn de eerste niet. Ga het
in Esbjerg vragen. Vraag eens
hoe het ze daar bevallen is. We
kunnen het hier, in Thorsminde
kunnen ze het en in Thyboron
hebben ze er ook goed kaas van
gegeten. Maar wij zien er bin
nenkort ook vanaf. Het wordt te
duur met staande netten. We
gaan het nu met lijnen en haken
doen, de beug. De netten zijn te
duur".
„Je raakt er iets van 200 tot 300 per
jaar kwijt. Ze slijten, ze worden
gestolen of stuk gevaren".
Installaties
Op de kaden is er weinig van pes
simisme te merken. Vissers ma
ken fluitend hun tuig gereed. Een
dronken knecht stapt aan boord.
Gigantische dobbers doorsnij
den een gure wind.
Reparateurs zijn bezig de sonar-in-
stallaties van de vissers te her
stellen. Ze speuren er onder wa
ter wrakken mee op.
.,De visserij met staande netten is
een kwestie van jarenlange erva
ring. Jonge mensen kun je hei
niet meer leren, dat is te duur. Er
is veel personeel voor vereist op
de wal. De kleine jongens van het
dorp maken hier de netten
schoon. In Nederland heb-
je die niet".
„Dat is niet alleen in Nederland. In
Engeland bestelden ze drie jaar
geleden een aantal netten. Een
halfjaar later kwamen ze ons vra
gen of we ze terug wilden kopen.
Net als Duitsland, jaren geleden.
Zelfs in Esbjerg zien ze er geen
heil in. Ze zagen geen kans om de
netten op te halen en nog mindef
om ze schoon te maken".
„Het gaat hier zo, datje als kleuter
op een kistje staat schoon te ma
ken. Als je vijftien of zestien bent
kom je bij je vader aan boordDat
is de sterkste troef in de visserij
van Hvide Sande. In Thorsminde
zegt men, datje met het net in de
handen geboren wordt. Zo niet,
dan leer je het nooit. Je kunt daar
als vrouw geen man vinden als je
niet in staat bent een net schoon
te maken".
Ih '76 brachten ze voor 19 miljoen
aan vis op de kant Het grootste
deel was kabeljauw. Hoe het vol
gend jaar zal zijn, als de lijnen
door de zee worden getrokken
weet nog niemand. De kwaliteit
wordt er stellig beter op. Dat
•meent Keld Hoy tenminste. „De
vis in netten is nooit de beste".
„Aan de haak leven ze erg lang. Bo
vendien kun je dan zelf bepalen
over wat voor grond je die lijnen
lggt. Het zijn lijnen van een mijl of
tien. Als je ze over zand of steen
legt, kun je rekenen op uitste
kende vis".
Romantiek
„Natuurlijk gaat er romantiek ver
loren als met die beug gevist gaat
worden. Twee jaar geleden kostte
een net 100 gulden. Nu twee-,
driehonderd. Het zijn er van mij
150 per jaar die ik kwijt raak".
Keld Hoy bewoont een prachtige
stulp in de roestende duinen van
Nymindegab, een dorp dat een
kwartier van de haven ligt. Hij*is
35, welgesteld. Vist al 20 jaar. Op
z'n zesde stond-ie op twee kisten.
Op z'n tiende nog op een. Hij
meent, dat de Nederlanders het
ook beter met lijnen kunnen pro
beren, om een fiasco voor te zijn.
Maar nog een ander punt, dat de
Nederlanders parten speelt, is
volgens Keld Hoy de stroming.
„Om het niet te duur te maken
zullen ze de reizen niet al te
noordelijk kunnen maken. En als
ze op de Noordzee blijven, zullen
ze op veel dagen van het jaar met
sterke stroming te doen hebben.
Als wij een reis maken hebben we
toch zeker honderd wrakken no
dig. Dat kost ruimte. In de Duitse
Bocht zitten wij mekaar al in het
vaarwater. Als Noorwegen - zoals
te verwachten - over niet al te
lang de zone gaat uitbreiden
worden we in een hoek gedre
ven".
„De „Hollaender" zu'len dus uit
wijken naar de zuidelijker stre
De Cadus Caltarius, ofwel kabeljauw
ken van de Noordzee, waar je de
stroom het sterkst hebt. Als er
iets moeilijk is, dan is het met
staande netten in een stroming
vissen".
„Och, ik wil niemand ontmoedigen.
Ik wil niet zeggen dat wij zulke
goeie vissers zijn. Als wij op
Beemtrawlers overgaan, zullen
we in Nederland moeten gaan
kijken hoe ze er daar mee om
springen.
IJdele hoop
Er is een halfjaar verstreken, sinds
die enthousiaste stemmen op
klonken uit Scheveningen. Het is
ijdele hoop gebleken.
Veel is er niet van gekomen. De
gemeente 's-Gravenhage nam
geen initiatieven. Bij de ge
meente zijn geen mensen, die
veel van visserij weten, zo be
weert men er. Men was maar wat
bUj, toen bleek dat het rijk
iets zou gaan doen.
Zoals elk jaar had het ministerie
van landbouw en visserij een
spaarpotje voor de experimen
tele visserij.
Aan hen heeft de gemeente het dan
ook maar overgelaten. Die bij
dragen zijn er al sinds 1960. Als
het ging om het verkennen van
nieuwe gronden, van nieuw tuig
of om de vangst van onbekende
vissoorten, trok het ministerie al
tijd wat uit. Nu is het de Stichting
Ontwikkelings- en Sanerings
fonds voor de visserij, die de
beurs openhoudt. Zo is dit jaar
het „blauwe wijting-project" in
gang gezet. Er is een project
Deense spanzege, een net dat
door twee schepen wordt voort
getrokken en het kabeljauw-
project.
Men zoekt naar mogelijkheden om
goedkoop, dus met weinig mo
torvermogen. op rondvis te vis
sen, zegt men van de kant van het
ministerie. Als er dan stemmen
opgaan van mensen die iets in
staande netten zien, wil men er
een project van maken. Die ge
dachte is opgekomen door de
enorme marktcijfers van de De
nen hier aan de Nederlandse af
slagen.
Het komt er op neer, dat tot de 31e
januari alle belangstellende kot-
terschippers mochten in
schrijven voor een cursus.
Uit Scheveningen zijn er twee. die
hebben ingeschreven. Schipper
Schot en schipper Plug. Schot is
een Tholenaar, die geregeld een
staand netje uitzet. Maar
schipper Plug zou de enige zijn
geweest, die in de reddingsactie
van weleer, de oren boven water#
zou kunnen krijgen. Van de vijf
tien zouden er overigens nog ne
gen worden uitgeloot, opdat er
twee instructieschepen met so
nar en vier volstrekte nieuwko
mers zouden overblijven.
Op z'n eentje
De enige Scheveninger, schipper
Plug, heeft het echter laten afwe
ten. Hoewel hij wordt vrijgesteld
van onkosten, durft hij het toch
niet aan om op z'n eentje vijftig
mille in de kabeljauwvisserij
te steken.
Wat Scheveningen betreft is het
dus afgelopen met de profetiën
dat het met de kabeljauw wel
weer beter zou kunnen worden.
Als je de Denen moet geloven is
dat misschien maar beter ook.
Maar een man die wel degelijk is
teleurgesteld in deze hele affaire
is A. C. Verbaan, de secretaris van
de Haagse afdeling van de Ne
derlandse Vissersbond.
„De zaak is door de gemeente maar
gewoon overgelaten aan het rijk.
Zelfs schipper Schot is bij de lo
ting uit de boot gevallen. Uit
eindelijk is het hele kabel
jauwproject aan Scheveningen
voorbijgegaan. Dat kun je gren
zeloze gemakzucht noemen.
Maar Den Haag is geen indu
striestad en zal het nooit worden
ook. Daar hebben we geen hoop
meer op".
Voor Scheveningen is het gedaan.
Op het ministerie wordt gemeld
dat het twijfelachtige geluk is
voorbehouden aan de Wieringen
189, de Urk 234, de Breskens 44,
de Volendam 128, de Katwijk 4
en wellicht, als de anderen het la
ten afweten: de Texel 29 en de
Volendam 19.
Deense kotters mei een wijnrood zeiltje
v/i>7" ER
René v.d. Hoed (8 jaar) Duinhof 46, Leiden
Er was eens een cLawn, hij eet
veel, heel erg veel.
Hij werd ziek, toen ging hij naar
het ziekenhuis.
Wat erg zegt de dokter, hij was
net zo mooi. Toen gingen ze
hem
Uoi/s hooi je
r Mark den Hollander (8 jaar! Oude Rijnzichtweg 12, Oegstgeest
Redactie:
Astrid Guns
en
Henk de Kat
Voor kinderen van 4-12 jaar.
elke zaterdag in deze krant
Inzendingen (met vermelding
van naam. adres, leeftijd) naar.
Kinderrubriek
"De Klepperdoos"
Witte Singel 1
Leiden
Marco v.d. Veer (6 jaar), Kanaal weg 107, Leiden
Waar is Cornelia de muis? Ze
licht weer in het ziekenhuis.
Ze was aan het schaatsen op de
baan, toen kwam Japie er al
Die zei nog zo kijk uit, want an
ders glij je nog uit
Nu licht zij weer in het zieken
huis, die Cornelia de muis
Monique Kriek
jaar
Reviusdreef 28
Leiderdorp
Ronald
Tisseur
<5 jaar)
Ravenhorst 34
loeiden
Wn<h»ra*>
Simone Arkeveld jaar)
Gerrit Kastijnstraat 38
Leiden
Manon den Hollander (6 jaar) Oude Rijnzichtweg 12,
Oegstgeest
Remco Glasbergen
(7 jaar)
Sandtlaan 36
Rijnsburg
Op een dag kocht iemand een cavia en ze noemde haar Sja
kielien. Het caviatje was helemaal bruin met een witte streep
bij haar nek. Ze at een heleboel eten, wel een hele krop an
dijvie per dag. Soms laten ze haar door de kamer lopen. Toen
ze zes maanden oud was ging ze naar een mannetje die was al 5
jaar. Maar Sjakielien was bang voor het mannetje, dus ging ze
weg en bleef lekker thuis.
Sian Wyn Roberts (7 jaar)
Rosenburg 37, Leiderdorp