pzee Bewijs dat klachten gegrond zijn nooit geleverd... Hitte in de oven moet 1200 graden C. bereiken ZATERDAG 18 FEBRUARI 1978 Een verbrandingsschip in volle actie. in Nederland nauwelijks een steekhoudend onderzoek mogelijk is. Als er ergens klachten optreden en wij worden gewaarschuwd, voordat we dan met meetap paratuur ter plaatse zijn valt er vaak al niets meer te con stateren. Dat wil overigens niet zeggen dat de vuilver branding op zee niet de boos doener zou kunnen zijn. Sommige klachten vallen in derdaad samen meteen weer type waarvan wij zeggen dat is gunstig om zoutzuurdam- pen verder te laten afdrijven dan normaal. Aan de andere kant is het zo dat er ook klach ten bij ons zijn binnengeko men op een moment dat er helemaal geen verbrandings schepen op dat stuk Noord zee bezig waren". Door Herman van Amsterdam Rijkswaterstaat dient toezicht te houden op wat daar twintig mijl uit de kust van Noord- wijk gebeurt. Om daar vol doende inzicht in te krijgen is aan boord van de verbran dingsschepen controle-ap- paratuur aangebracht. Die- registreert onder meer of er inderdaad pas bij een tem peratuur van 1200 graden Celsius aan de verbranding is begonnen (bij een lagere temperatuur zullen in de rookpluim ook onverdunde giftige stoffen opstijgen) en ook of men zich heeft gehou den a'an de minimale afstand van twintig mijl tussen kust en schip. Afgetekend Bovendien wordt regelmatig gecontroleerd of de verbran dingsovens in orde zijn. Van Rhijn: "Van de drie Meneba- schepen zijn er momenteel twee niet in gebruik. Die vol doen niet aan de eisen die door ons worden gesteld. Een is kortgeleden afgekeurd. Bij een proefvaart bleken er mankementen te zijn aan de oven". Rijkswaterstaat be paalt voor welke chemische al'valprodukten een vergun ning wordt verstrekt. De ver brandingsmaatschappijen zijn wat hun buitengaatse ac tiviteiten betreft ook aan een De Vulcanus, eigendom van de Ocean Combustion Servicestoomt op naar de ver brandings plaats. Op het dek zijn duidelijk de gedeel telijk uit steen opgetrokken ovens te zien.Enige tijd voer het schip op verzoek van het Amerikaanse ministerie van.oorlog richting Stille Oceaan. Opdracht: het in volle zee verbranden van de oorlog schemicalie Herbiside Orange, een ontbladering smiddel waarmee in de Vietnam-oorlog ten strijde werd getrokken. Amerikaanse onderzoekers stelden tijdens een proefvaart aan boord een onderzoek in naar de verbandingscapaciteit van de Vulcanus. Die bleek bijna 100 procent te zijn, waarna de toestemming kwam om wat scheepsladingen Herbiside Orange in rook te laten opgaan. In totaal verdween 11.600 ton de oven in. I Er was iets aan de hand met het regenbuitje dat in het voor jaar van 1975 vanuit een som ber gekleurde hemel neer daalde op het tegen Vlaardin- gen aanleunende dorp Maas sluis. Mensen op straat die een droppel hemelwater op de lippen kregen proefden duidelijk een zure smaak of klaagden over prikkelende ogen. Het bewuste regen buitje, dat anders onopge merkt over zou zijn gedreven, schreef nu zowaar locale his torie. De wolkjes mét deden meer. Ze hebben indirect tot gevolg gehad dat per 1 maart a. s. een procedure in werking wordt gezet om een in Nederland vrij onbekende vorm van vuilverbranding te verplaat sen naar veiliger oorden. Het gaat hier om de vuilverbran ding zoals die sedert de be ginjaren zeventig op de Noordzee plaatsvindt, zon twintig zeemijlen uit de kust, in een gebied dat pal voor Noordwijk ligt. Gemiddeld een keer per maand gaat daar een zgn. verbran dingsschip voor anker. De te verbranden lading bestaat steeds uit een paar duizend ton chemisch afval dat het beste de verzamelnaam "ge chloreerde koolwaterstoffen' gegeven kan worden. Over het algemeen zijn het afval producten die vrij komen bij de aanmaak van uiterst gif tige gewasbestrijdingsmid delen en bijvoorbeeld ook toxische restanten uit de pharmaceutische industrie. De gechloreerde koolwaterstof fen hebben bij verbranding als meest in het oog sprin gende eigenschap het in de atmosfeer brengen van zoutzuur (chloor) dampen Dat is dan ook de reden dat verbranding op het land (bij voorbeeld in installaties in de Rijnmond) uit het oogpunt van milieu en volksgezond heid (nog) onmogelijk is. In I het verleden werden deze ge chloreerde koolwaterstoffen in volle zee gedumpt. Met de komst van de verbrandings schepen. een jaar of acht ge leden, kwam daar een einde aan. Vier Nederland telt in totaal vier van die schepen. Drie daarvan behoren toe aan de maat schappij Industrie Anlagen een Duitse dochteronderne ming van MENEBA. De vierde is in beheer van de in Rotterdam gevestigde Ocean Combustion Service, een on derdeel van de Duitse scheepvaartmaatschappij Hansa. De vier verbrandings schepen zijn met als zodanig gebouwd. Twee zijn voorma lige tankers, een was vroeger een stukgoedschip en met nummer vier werd destijds op vis gevaren. Wat Nederland betreft wordt de lading aan boord gebracht in de Europoorthaven in Rot- terdam.waar zich een opslag plaats van deze gechloreerde koolwaterstoffen bevindt. Belangrijke toeleveraars van dit soort afval zijn AKZO-zout en Shell-chemie. Ook vanuit het Ruhr-gebied in Duitsland is er aanvoer. De schepen die in 1975 vanuit Rotterdam ver trokken verbrandden op zee in totaal 40.000 ton aan ge chloreerde koolwaterstoffen. In 1976 ongeveer 32.000 ton en hoewel de cijfers over 1977 nog niet exact bekend zijn werd in het voorgaande jaar nog iets minder verbrand. Vuurhaard Een schip gaat de zee op, gooit in het verbrandingsgebied het anker uit en op het mo ment dat de oventemperatuur de 1200 graden Celsius heeft bereikt (de ovens zijn op het dek gebouwd) worden de in vloeibare vorm in het schip aanwezige koolwaterstoffen naar de vuurhaard gediri geerd. Meestal gaat er een week overheen voor het schip is "leeggebrand" en weer de ankers kan lichten. Voor wie in die verbran dingsperiode met een vliegtuig over het schip vliegt ontwaart uit de schoorsteen een omvangrijke hagelwitte rookpluim, die zoals gezegd, erg rijk is aan zoutzuurdam- pen. Tot nu toe is door des kundigen verondersteld dat i de wolken zoutzuurdamp na uitstoting een kilometer of wat over de zee drijven en dan langzaam maar zeker kopje onder gaan. Er ontstaat een chemische reac tie. Het zout van het zeewater neutraliseert de zuren van het zoutzuur. Het zout van het zoutzuur op zijn beurt ver- hoogt enigszins de zoutheidsgraad van het zee- I water. Dit laatste, zo menen j deskundigen zou voor het milieu enig aanwijsbaar ef fect van verbrandingen op zee zijn. Nederland is niet het enige land dat op de Noordzee regelma tig verbrandingsschepen heeft liggen. Vanuit Antwer pen is er ook aan voer. België maakt gebruik van hetzelfde verbran dingsgebied als Nederland. Hoeveel de Belgen op zee ver stoken en wat, is bij rijkswa terstaat niet bekend. Onbe kend is ook wanneer er vanuit Antwerpen met verbran dingsschepen wordt uitgeva ren. Engeland heeft een eigen verbrandingsgebied. Noordwijk Nederland wil het gebied voor Noordwijk nu gaan verkassen naar een plek 150 km uit de kust, ten noordwesten van Texel. Noordzee-hoofdinge- nieur-directeur C. van der Burgt: "Als er nooit klachten waren binnen gekomen zou den we het daar voor Noord wijk waarschijnlijk nog wel even hebben volgehouden. We zeggen niet dat die klach ten gegrond zijn. Officieel is er nooit wat bewezen kunnen worden. Maar waarom zou den we moeilijk gaan doen. Ik vind dat we die klachten ge woon niet ter discussie moe ten stellen. We gaan gewoon weg. Ons maakt het niet uit waar dat gebied ligt. Mis schien wel de verbran dingsmaatschappijen. Want die moeten nu met hun sche pen verder de zee op. Dat kost geld. Maar wellicht heeft het als gevolg dat men nu wat ijveriger op zoek gaat naar mogelijkheden om die ge- choloreerde koolwaterstoffen op de één of andere manier op land kwijt te raken". Het vrij vaste voornemen om het gebied te verplaatsen heeft Nederland geventileerd tijdens een kortgeleden in Pa rijs gehouden bijeenkomst van de zg. Oslo-commissie waarin Noordzee-zaken aan de orde komen. Nederland heeft toen tevens laten weten voorstander te zijn van een gezamenlijke verbran dingsplaats i.p.v. wat ver spreid liggende gebieden zoals nu. Eén en ander zou moeten worden vastgelegd in een internationaal verdrag, waarin bijvoorbeeld ook wat concreter zou kunnen wor den ingegaan op de plaatsbe paling van de verbran dingsplaatsen. Er wordt nu weliswaar door de diverse landen al rekening gehouden met scheepvaart routes, telefoonkabels, vis gronden e.d. maar in de prak tijk is het mogelijk dat bij voorbeeld een Engels ver brandingsschip een kilome ter of wat uit de Nederlandse kust aan het stoken slaat zonder dat daar tegen kan worden opgetreden. Bezwaar Tot 1 maart kunnen de landen die zitting hebben in de Oslo-commissie bezwaren aantekenen tegen het Neder landse voornemen. Nu, nog minder dan twee we ken voor het verstrijken van die termijn, heeft nog geen enkel land van zich laten ho ren. Als dat zo blijft gaat rijkswaterstaat na de eerste maart de machine in werking stellen om tot die verplaat sing noordwest van Texel te komen. Overleg daarover zal dan uiter aard ook nodig zijn met de be trokken verbrandingsmaat schappijen. Naar het zich laat aanzien zal de Ocean Com bustion Service, die ook re gelmatig verbrandingop drachten uitvoert voor de Amerikaanse kust, nauwe lijks tegensputteren. Want zegt woordvoerder V. d Laar "Als rijkswaterstaat zegt dat we daar weg moeten, hebben we weinig te willen Per slot van rekening valt of staat je vergunning er mee Ons schip is gelukkig groot genoeg om er zonder risico zo ver mee de zee op te gaan. Het enige gevolg zal zijn dat klan ten in de toekomst meer moe ten gaan betalen". Luchtig De op handen zijnde verplaat sing is in beduidend minder goede aarde gevallen bij de verbrandingsmaatschappij Industrie Anlagen. Directeur Van Gelden "Rijks waterstaat doet wel erg luch tig over de verplaatsing van dat gebied. Men maakt er een soort pennestreek van. Haal maar een kras door dit gebied en we zetten het ergens an ders neer. Makkelijker kan het niet. Maar we zijn niet van plan om ons zonder meer bij zo n beslissing neer te leggen Zeker niet zolang door rijks waterstaat wetenschappelijk niet is aangetoond dat de klachten die in de afgelopen jaren zijn geuit, ook gegrond zijn. Het bewijs daarvoor is nooit geleverd. Dat willen we eerst zien". vergunning van rijkswater staat gebonden. Elk jaar op nieuw moet die worden aan gevraagd. Momenteel is er een onderzoek gaande naar het rendement van de verbrandingen. Testen op één van de schepen heb ben uitgewezen dat wat er in de ovens gaat er bijna voor de volle honderd procent vol ledig verbrand uit komt. De score is 99 procent en nog wat negens achter de komma. Op de andere schepen moet zo n onderzoek nog worden uitge voerd. Ir. Van Rhijn: "Het lijkt on waarschijnlijk dat we daar een. rendement van laat zeg gen vijftig procent aantreffen. Dat is ondenkbaar. Ik ben er van overtuigd dat alle onder zoekingen zullen uitwijzen dat bij de verbrandingen op zee slechts een miniem per centage aan onverbrande stoffen vrijkomt. Het is aan de overheden te bepalen in hoeverre zo'n percentage aanvaardbaar is voor het mi lieu en de volksgezondheid. Controle Nu weer even terug naar Maas sluis. De klachten die na die zure regenbui de kop opsta ken belandden uiteindelijk bij de directie Noordzee van rijkswaterstaat, die als over heidsinstantie controle uit oefent op de zeeverbrandi'n- gen. Onderzocht is toen of er enige relatie zou kunnen zijn tussen de klachten uit Maas sluis en het verbranden van de gechloreerdekoolwater stoffen. twintig mijl uit de kust. Gebleken is toen dat onder bepaalde weersom standigheden het inderdaad mogelijk is dat zoutzuurdnm- pen toch de kust bereiken. Maar aangetoond is het nooit. Wel hebben zich in '76 en '77 langs de Nederlandse kust (vanuit Noordwijk zijn- er nooit klachten binnen geko men) soortgelijke klachten als in Maassluis voorgedaan. Ir. J. W. van Rhijn. stafmede werker bij de directie Noord zee: "Het probleem is dat er langs de kust of waar dan ook

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 17