Scheiding der geesten door Indonesië-reizen ZATERDAG 14 JANUARI 1978 EXTRA PAGiNA 19 In de nadagen van zijn diploma tiek verblijf in Nederland heb ben we een lang gesprek met de ambassadeur van Indonesië, luitenant-generaal Soetopo Youwono Projohandoko. Het voornaamste thema was de veranderende verhouding tus sen Zuidmolukkers en Indone sië. De veelbesproken dialoog, die in een stroomversnelling is geraakt door het verblijf van oud-ambassadeur Johannes de Fretes in Nederland en de reis van NousSolissa en Theo Thenu naar Indonesië. De jongeren uit Bovensmilde schreven in hun eerste visum-'' aanvrage doodleuk, dat ze naar Ambon wilden, ook om te kijken hoe de RMS gerealiseerd zou kunnen wordenDat was de heer Soetopo Yoewono te veel; hij weigerde, maar tus senkomst, althans bemiddeling van de heer De Fretes resul teerde in een uiteindelijk ja. dit volgens inlichtingen van de heer De Fretes zelf). De oud-ambassadeur ging ook op bezoek bij \r. J. A. Manusama, tegen de zin in van ambassa deur Youwono. Dit bezoek zou een staartje krijgen: na een ja-en-nee-spelletje via de media werd uiteindelijk duidelijk dat Johannes Alvarez Manusama niet welkom was. Inmiddels zijn op de 27ste decem ber (soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië op 27 december 1949) acties uitgebleven. Deze plannen, toegeschreven aan jongeren in het noorden, waren geen hersenspinsels van justi tie. Ook in Zuidmolukse krin gen en met name president Ma nusama was men op de hoogte van boze voornemens. Het be richt van justitie op de vrijdag voor het kerstweekeinde was een gericht schot voor de boeg. Soetopo Yoewono Projohandoko Maar de onrust in Zuidmolukse gelederen blijft en die onrust heeft direct te maken met de dialoog, met de versoepeling in de verhouding met Indonesië. We schreven enkele weken gele den al, dat de reizen naar In donesië, zullen leiden tot grote meningsverschillen binnen de Zuidmolukse bevolking hier. Voor het vluchtig oor en oog is de scheiding der geesten voorspel baar en aanwijsbaar. Ir. Ma nusama laten we zeggen de of ficiële RMS-lijn is tegen (Manu sama: „Wie wil gaan zal ik niet f tegenhouden, ik ben ervan overtuigd, dat deze reizigers alleen maar gesterkt worden in hun RMS-idealen.") Ongetwij feld is de groep groot, die tegen Indonesië', de republiek van de generaals, is immers in de ogen van velen de aartsvijand. Maar vooral voor de jongeren, veelal opgevoed in die traditie, is nu een verwarrende tijd aange broken. Nous en Theo, die toch naar voren zijn gekomen tij dens de gijzelingen, die, laten we dat niet_ vergelenwerden toegedekt met de RMS-vlag, juist die recalcitrante jongeren gingen naar het eilandenrijk. En mensen als Ruud Metekohy, sterk naar voren gekomen als woordvoerder van verontruste jongeren („We hebben lang ge noeg gepraat"), Mantau (mede-kopman van een com missie, die, eindelijk, eens iets moest bereiken) en Kuhuwael (ex-minister en door bijna iede reen als grand old man bezien), juist dat soort mensen zalo- ver enkele maanden afreizen. De verwarring is compleet. Nous: Jk heb in Bovensmilde en As- seti niets gemerkt van weer stand, ik heb mijn gemeente in gelicht over de reis en zal ver slag uitbrengen aan Manu sama. Maar in Tiel werden de ruiten in gegooid van Mantau, door Zuidmolukkers, die de huidige ontwikkeling het woord ver raad opplakken. Mogelijk ko men de ruitengooiers niet uit de Tielse wijk - daar werd immers na de gebeurtenis spontaan een wachtdienst voor huize Mantau gevormd -, een feit blijft, dat niet alleen de die-hards onder de ouderen, maar ook veel jon geren, bij het beluisteren van een dialoog de oren voelen krullen. Het kan nauwelijks anders of de tegenstellingen binnen de Zuidmolukse gemeenschap zullen in de naaste toekomst zeer verscherpen. De gemeen schappelijke noemer van ver ontwaardiging en hoop - uit mondend in het begrip Repu bliek Maluku Selatan - heeft plotseling vele gezichten gekregen. Centraal thema in veel heden daagse gesprekken is het al dan niet gebruik maken van de mo gelijkheid om naar Indonesië te reizen. Dat gebeurde al regel matig sedert een aantal jaren, in dat kader moet men ook de trip van drie weken zien van zeven jongeren. Zij vertrekken op 18 januari voor een oriënta tiereis en typerend voor de ver warring is de ophef, die daar van wordt gemaakt. Veelbete- kend was de reis van Solissa en Thenu en de reis van Metekohy, Mantau en anderen zal dal ook zijn. Dat had een jaar geleden nog niet gekund en onder die veranderde mogelijkheden spraken wij met ambassadeur Soetopo Yoewono. De man. die uiteindelijk zijn handtekening zet onder de visa. ,Mijn deur staat niet open i Luitenant-generaal Soetopo Yoewono Projohandoko is een jaar langer ambassadeur van de Republik Indonesia geweest dan de geldende officiële termijn van drie jaar. Over enkele maanden vertrekt hij, misschien voor een andere baan in Indonesië, misschien voor het genieten van pensioen. Hij vertrekt op een moment, dat er grote beroering is ontstaan over versoepeling in de verhouding tussen Indonesië en de Zuidmolukkers hier. Wie hem zal opvolgen is volgens zijn zeggen niet bekend, maar hij spreekt de hoop uit dat het een man zal zijn, die de dialoog zal steunen. Er wordt onder de Zuidmolukkers veel gesproken over de moge lijkheid van reizen naar Indone sië ook door kopstukken van bij voorbejeld de Badan Persatuan en jongerenstromingen, en een enkeling ziet het op gang geko men gesprek met Indonesië als een gefluisterde prelude op een eventuele terugkeer. Hoe waardeert u de nieuwe koers van sommige Zuidmolukkers? Er zijn zovele interpretaties. „Eigenlijk is het geen nieuwe koers, maar een opleving. Mis schien begint de oude koers dood te lopen. Sedert 1975 is ons stre ven de isolatie van deze mensen te doorbreken. In '75 begin '76 heb ik geprobeerd Etty Aponno naar Indonesië te laten gaan. Dat is niet gelukt, er was een drempel, die nu duidelijk is overschreden. niet juist i (Bij navraag aan Etty Aponno, een van de leidende jongeren in de Pemuda Masjarakat, de Vrije Zuidmolukse Jongeren: „Dat klopt, ja de tijd ook, maar niet ik besliste of ik al dan niet zou gaan. Ik ben verantwoording schuldig aan mijn regering. Aan Manu sama, zeker.) Ambassadeur Yoewono verden „Er wordt nu breeduit over de mogelijkheden van een bezoek aan Indonesië gesproken. Waarom? Wel, een paar mensen hebben iets gedaan, iets abnor maals, een kaping bij voorbeeld. Misschien leefde er destijds bij de Nederlandse regering een regel, die luidde: „Het is een afgedane zaak. Zonder verdere discussie. Die discussie kwam er toch, na tuurlijk, want onze collega's, de Zuidmolukkers, hebben altijd gezegd, dat er moet worden ge praat. En het is al bij mijn komst in '74 zo geweest, dat ik heb ge zegd: Er moet een discussie ko men, anders wordt er nooit iets opgelost. Het antwoord, dat ik kreeg luidde: Een afgedane zaak. Dat heb ik nooit begrepen!. De po licy van laten-betijen, die speelde toen. Nu leven we in een duide lijk andere periode, door die ab normale gebeurtenissen. De Molukkers hier zijn natuurlijk niet bij in de kennis van wat er gaande is in Indonesië Ik heb de vergelijkingsmogelijkheden wel. Wat de meeste Molukkers hier beweren slaat op een voorbije si tuatie. Het was s 1950, maar nu is het anders. Bin nen de grenzen van Indonesië be staat er geen Moluks probleem, de mensen in de Molukken willen meehelpen opbouwen. Als hier wordt geroepen over onderdruk king, over kolonisatiedrang van de Javanen, dan is er maar één mogelijkheid om uit het welles- nietes spelletje te komen: gaan zien, met eigen ogen! Onder een goeie begeleiding. Wat bedoelt u met een goeie bege leiding? Begeleiding wordt hier vaak als een fraai woord gehoord voor bevoogding, inpakken en controle, indoctrinatie. „Als u naar Indonesië gaat, ziet u alleen de dingen en de mensen, die u tegenkomt. Zonder verdere uitleg. Wat leert u over de op bouw van Indonesië in een ge sprek met zomaar iemand in de straten van Jakarta! U moet de juiste mensen spreken. Ja maar... „Nee, die begeleiding is een plus. Ik ken die verhalen over indoctrina tie. Iedereen mag zich vrij bewe gen, met side-steps. De begelei ding is een extra. Ideaal is als men terugkomt zonder vragen, dus alles heeft kunnen vragen. Men zal ook slechte dingen zien, te kortkomingen, maar ik zeg altijd, daarvoor zijn wij dan ook een ontwikkelingsland. Zelfs Ne derland heeft nog problemen.M „De Molukkers hier verkeren in een isolatie-situatie en die situa tie is wel eens misbruikt om be paalde informaties niet naar hen te laten doorstromen. Logisch, die ouwe heer Manusama zei: Dit zijn mijn informaties, andere zijn niet juist. Ik dacht al snel na mijn komst Hoe kan dat, Nederland is toch een open society, ik zag hoe de Mo lukkers werden geïsoleerd, het is gebeurd! Ze zijn verder en verder van de Nederlandse samenleving geraakt en van hun eigen leiding. En daarmee werd het probleem van de identiteit geboren. Er zijn ge voelens misbruikt. Dromen over klapper en witte stranden, zonder een werkelijke blik te hebben kunnen werpen op wat is, wat nu is. Moeilijk voor de jongeren. Ze worden steeds kregeliger; Ne derlanders worden gladakkers, Indonesiërs worden gladakkers. Duizenden Molukkers, die geen Nederlands spreken. Dat kan toch niet. Fricties binnen een ge zin, split-personalities, ver vreemding van de ouderen: in die situatie is het logisch dat de jon geren rare daden doen. Door on juiste informatie. Er wonen drie miljoen Molukkers in Indonesië, goede Indonesiërs. De integratie is bijna volmaakt, de gemengde huwelijken onderstrepen dat. Identiteit Ambassadeur Soetopo Yoewono keert dan haastig terug op het thema van de gebrekkig inge lichte Zuidmolukkers. lukker dan zeg ik: Die vraag ben ik al vergeten. Begrijpt u? Ik vraag me dat niet meer af, omdat ik de integratie zo ver gevorderd weet, dat de vraag waarom een bepaald iemand niet aan het hoofd van een bepaalde provin cie staat, niet meer relevant is. Een Molukker kan best goeverneur worden van een andere provin cie. Een Molukse generaal is de commandant van onze reser vestrijdkrachten, drie divisies. Toevallig, omdat er niet wordt gevraagd of hij Javaan, Molukker of Sumatraan is. In de jaren tus sen '50 en '60 waren er die pro blemen, nu niet meer. Dus u wilt zoveel mogelijk vra gende Molukkers naar Indonesië laten gaan? „Tuurlijk, maar met begeleiding. We hebben het in twee jaar zon der geprobeerd, in '74 en '75, daarna hebben we natuurlijk ge calculeerd; wat is de opbrengst, wat is de uitslag van die opgeno men indrukken. Het was wel po sitief, maar het ging niet zo vlug als wij het bedoeld hadden. Ze zagen de kuilen in de weg, maar niet de background, wat wis ten ze over opbouw? „Ja, wacht even, als u vraagt hoeveel Molukkers zitten er in het parlement, dan zeg ik, laten we even gaan tellen. Drie miljoen op de honderddertig miljoen. Als u vraagt, waarom is de goever neur van de Molukken geen Mo- ln eerste instantie was u toch niet gelukkig met de visa-aanvrage van Noes Solisa en Theo Thenn. De Fretes heeft u toch over tuigd het wel te doen. Er valt een lange stilte, die de heer Yoewono afrondt met: „Dat is niet zo, eigenlijk. Ehh, het was eigenlijk al beklonken voordat hij kwam. Het is waar, dat de heer De Fretes voornamelijk op va kantie kwam, maar hij kon be paalde dingen doen, omdat ik destijds een afspraak had ge maakt met mijn vrienden in Ja karta en Ambon. Toen ik destijds in '74 even terugging naar Jakarta en met collega's ook informeel sprak, bij voorbeeld met generaal Moskita, de ouwe heer Manu- hutu, heb ik ze gevraagd mij raad te geven. Ik was geplaatst in Den Haag, daar lag het probleem van de RMS'ers: wat hielden zij voor verstandig? Hun antwoord: "Dat is jouw zaak." ,JZr zijn gevoelens misbruikt" Ik zei, dat ik een concept in mijn hoofd had jongeren Indonesië la ten zien en dat zij daarbij konden helpen. Jongeren zijn de slach toffers, dat is de basis van dat concept. De ouderen zijn eigen lijk de verraders, omdat zij wel begrepen hoe de werkelijke toe stand in Indonesië was. Het begin van de veelbesproken dialoog was dat gesprek met Molukkers als Moskita. Siwabessy en Manu- hutu. Ze wilden helpen en in dat verhaal past De Fretes: een con sensus; we willen helpen. Daarom ook spraken Moskita en Siwabessy met Nous en Theo." Het tik-tak-spel over een moge lijke gang van Manusama? De ambassadeur van Indonesië lacht: „Er was geen sprake van een invitatie. Als Manusama be paalde ideeen over boord zet, kunnen we praten. Ik stel de voorwaarden, niet hij, dat is de omgekeerde wereld. Voor me vrouw Soumokil ligt de zaak evenzo. Ze moeten ideeen drop pen, maar voor hen is het te laat. „Och ja. Dat was toch niet doelma tig. Wel met de jongeren. Bent u tevreden over wat is los gekomen na de serie gesprekken van Johannes de Fretes. "In het algemeen wel, maar ik hoor bij de regering, hij niet. Maar ik moet hem dankbaar zijn, dat hij bij voorbeeld naar Bovensmilde is gegaan." Dus Jakarta hechtte goedkeuring aan het initiatief van de ex-am bassadeur De Fretes. "Ja, ja, dat is waar." Dan valt de heer Lahito Santoso in, hoofd van de afdeling voorlich ting: „Maar hij droeg geen missie, er was niets officieels. Hij was geen ondergrondse man om of ficiële gesprekken voor te berei den. Hij was vrij als Molukker om iets op gang te brengen. Het is maar een nuance." Waarbij de goedkeurend knikt. En daaraan toevoegt- „De discussie moet gaan tussen gemeenschappen. Daarbij blijft onze regering buiten schot. Geen toezeggingen, geen RMS, geen beloftes. Dat zegt de Nederlandse regering ook. Maar de marge is natuurlijk breder; Nederland geeft de ruimte om ideeën te belijden. De kardinale vraag, die juist nu bij de jongeren telkenmale opduikt: Hoeveel ruimte is er voor zelf standigheid op provinciaal ni veau, indien wij besluiten mee te helpen aan de opbouw van Indo- "Ik heb die vraag al honderden ma len gehoord", zegt de heer Yoe wono. "De strijd tussen de fede ralisten en unitairen is in de jaren vijftig beslist, met harde strijd. Een verleden. Als we spreken over zelf-ordening binnen de provincies, wil ik drie niveau's van zelfstandigheid uittekenen. Op provincie-niveau is er de zelf standige raad, gekozen, recht streeks, daaronder de eveneens rechtstreeks gekozen, vertegen woordiging van wat je met een ouderwets woord het regen tschap zou kunnen noemen en dan, de derde, kleinste autono mie, de dessah. Ook met een ge kozen raad. Onze spreuk: Eenheid in verschei denheid. Iemand, die geen Indo nesiër is, kan niet meepraten. Weet u trouwens, dat voor een plaats in de provinciale raad 200.000 stemmen nodig zijn. De tienduizend hier moet je zien te gen de drie miljoen Molukkers daar en die weer tegen het aantal van honderddertigmiljoen Indo nesiërs in totaal. Noes en Theo Thenu kwamen met verwarde gevoelens terug maar repten toch al snel over de eco nomische achterstand van de Molukken, de verpachte zeeen o.a. aan de Japanners, de- De heer Yoewono valt snel in. „Niet waar, de provincies hebben een gelijke behandeling. De Moluk ken vormen een van de armste provincies." En de natuurlijke rijkdommen? „Nee, niet waar. De zee is groot, maar vergeleken bij Noord Su matra, Riouw, nee, elders is olie, gas, hout. Bovendien is de geografie erg moeilijk. Er was een natuurlijke achterstand. En dan het karakter van de Molukker. Hij wil graag „boven" zijn, is geen werker op het laagste level, be grijpt u, dat is een rem. Hier in Nederland maken de gastarbei ders de wc's schoon, op Ambon zijn de toekan betja's voor bijna honderd procent geen Ambone zen. Mensen van Makassar bij voorbeeld zijn praktisch, zij kun nen alles doen. Neem de land bouw, padi planten dat doet haast geen Ambonnees. Daarom moet je Javanen laten ko men om de landbouw gaande te houden. Neem de zee, we kennen geen ge degen aantal Molukkers, die kundig zijn op bijvoorbeeld hy- drobiologisch terrein. Die stude ren nu pas in Jakarta En we heb ben zeker fouten gemaakt met verpachten. Jonge landen zijn dom en de slimmen profiteren, door de geschiédenis heen. Nu hebben we goeie contracten, we hebben geleerd en verder in de toekomst gekeken. We laten ook geen bomen meer rooien zonder garanties. We worden elke dag slimmer. We laten ons geen twee keer beduvelen, de ezel weet u..." en hij lacht lang en hard. En dan: „Ambon leeft van de rijke provincies. Dat beseffen de Mo lukkers daar en die wetenschap dooft ideeën over separatisme." „Hij heeft het druk als directeur- generaal van de Binnenlandse handel, maar het is niet onmoge lijk, -dat hij ooit wordt gevraagd mee te helpen in de goeie gang van zaken. Zoals u weet is zijn vrouw onlangs geweest met een dansgroep." De ruzies, die er nu al zijn binnen de Zuidmolukse gemeenschap over de reizen. „Die zijn logisch. De zaak kris- talleert zich voortdurend anders uit, oude en nieuwe gegevens gaan botsen. Hopelijk zal de uit eindelijke kristallisatie een ge leidelijke terugkeer inhouden, maar dat zal niet makkelijk zijn. Destijds heb ik een wijziging van ons burgerrecht voorgesteld, een tegemoetkoming ook aan de Zuidmolukkers hier. Normaal moeten Indonesiërs in het buitenland binnen vijf jaar gere gistreerd worden. Daarop is een uitzondering gemaakt voor de genen, die buiten schuld dat niet konden. Ze hebben een jaar ex tra gekregen. Destijds hebben we een amnestie gehad voor ex-RMS'ers, die wil den overgaan naar de Indonesi sche strijdkrachten, met behoud van rang en back-pay. Het is niet onmogelijk, dat de Zuidmoluk kers hier, als zij het RMS-idee hebben laten vallen, amnestie wordt gegeven." Vergeten en vergeven? „Ja. De tijd van bezinning is aange broken. De ruzies zijn logisch. Ik verre van dat. MJn deur staat open." Voor iedereen? „Niet voor de belhamels, niet voor Manusama, alle leden van het huidige of voorgaande kabinet. Tenzij deze mensen hun ideeen opgeven."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1978 | | pagina 19