MBE voor miss Molly Bateson
Nieuwsdienst Derde Wereld komt op gang
IN RUNSBURG:
Nog geen geld voor
afbrokkelende kerk
De koster van de grote kerk in Rijnsburg bij een scheurende
pilaar: "Erg veel langer kunnen we niet wachten
Tegen de verwachting van de restauratiecommissie in heeft het
ministerie van CRM nog steeds geen toezegging gedaan mee te
zullen betalen aan de broodnodige restauratie van de grote kerk
in Rijnsburg.
Zoals ik al eerder in deze rubriek schreef is er veel mis aan het
gebouw. Van de scheurende pilaren vallen regelmatig brokken
steen en als het tijdens een dienst regent zitten veel kerkgangers
in de drup.
Nood is hoog
Via inzamelingsacties in het dorp is al 400.000 gulden opgehaald,
maar dat is slechts voldoende om er wat noodmaatregelen mee te
bekostigen. De restauratiecommissie heeft kortgeleden onder
leiding van voorzitter S. Broekhuizen, tevens gemeente-secreta
ris, een bezoek aan Den Haag gebracht maar het ministerie is niet
bepaald happig.
Broekhuizen: "Eind december hadden we een gunstige beslissing
verwacht maar we hebben ons blijkbaar tevergeefs illusies ge
maakt. Erg veel langer kunnen we niet meer wachten. De nood is
hoog".
„GOM"
We pakten de atlas erbij en
zwierven met de wijsvinger
door met name de noordelijke
provincies. Onstwedde,
Koudum, Bathmee,
Scheemda, Ulrum. Maar
waar we ook mee op de prop
pen kwamen, hij wist bijna
tot op de kilometer nauwkeu
rig waar de plaatsjes lagen.
Tot één van mijn klasgenoten
hem vroeg waar GOM lag.
Éen direct antwoord bleef uit.
Stilte in de klas. De leraar
krabbelde op zijn hoofd, trok
een bedenkelijk gezicht en
vroeg een rjiinuut bedenktijd.
Toen die om was ging er een
gejuich op in de klas gevolgd
door oe-geroep voor de leraar
aardrijkskunde. Nee, van
GOM had hij nog nooit ge
hoord. Waar lag dat dan wel?
Het laconieke antwoord van
achter uit de klas: "Achter de
Hille van Hillegom".
Aan het voorval dacht ik terug
toen ik een gesprek had met
oud-Leidenaar en thans in
woner van Den Haag R.P.
Remmers. Van zijn hand ver
schijnt volgende maand het
boek. Hillegom-Bruidegom,
waaraan momenteel bij de
Hillegomse drukkerij Gevana
de laatste ha7id wordt gelegd.
De keuze viel op Hillegom van
wege het achtervoegsel GOM,
dat ook is terug te vinden in
het woord bruidegom. Die
verwantschap bracht de
brailletypist bij de Neder
landse blindenbibliotheek er
toe Hillegom onder de loupe te
nemen en wat meer aan de
weet te komen over Hil-
legommers en het huwelijk.
Tien vragen
Daartoe stelde hij tien vragen
op. die hij voorlegde aan acht
Hillegomse echtparen. Drie
pasgetrouwde stellen (de na
men kreeg hij van de afdeling
bevolking) en wat echtparen
op leeftijd. Wat die laatste ca
tegorie betreft: "Dat was", zo
zegt Remmers, een kwestie
van een willekeurige woon
wijk binnenrijden, lukraak
aanbellen en maar hopen dat
vijf echtparen uit de school
wilden klappen".
Dat is blijkbaar gebeurd, Rem
mers heeft er in elk geval een
paar hoofdstukken tekst aan
overgehouden. Aan het woord
komt onder andere "een ze
nuwachtige bruidegom die
tijdens de huwelijksplechtig
heid in de raadszaal aan de
ambtenaar van de bur gelijke
stand de weg naar de WC
vraagt".
In Hillegom-Bruidegom ook
aandacht voor wat andere
zaken. Zo had Remmers een
gesprek met de heer Harms,
chef van de afdeling bevol
king van de gemeente Hil
legom. Hem ondervroeg hij
over diens optreden als amb
tenaar van de burgerlijke
stand. Harms stond er op dat
hij het verhaal te lezen zou
krijgen voordat het zou wor
den gepubliceerd. Remmers
kwam inderdaad die toezeg
ging na.
Schunnig
Harms: "Ik schrok me wild toen
ik zag wat hij ervan had ge
maakt. Op sommige punten
het ronduit schunnige
taal, die ik in het openbaar
nooit over mijn lippen
kunnen krijgen. Ik heb hem
toen zwart op wit laten ver
klaren dat die tekst niet in
zijn boek zou komen. Als al
ternatief heb ik toen voor hem
een algemeen verhaaltje in el
kaar gedraaid over hoe een
afdeling bevolking in elkaar
steekt. Dat zou 'ie plaatsen. Ik
wacht maar af wat er nu in
komt".
Remmers had ook een gesprek
met wethouder Smit van
openbare werken, die blijkens
het boek niet meer heeft willen
prijsgeven dan de kosten van
rioleringswerkzaamheden in
het dorp en de stand van za
ken bij de aanleg van een
brug. Daarnaast is er nog wat
informatie over de kalk
zandsteenfabriek, over de be-
tonp alen fab riek De Ring
vaart en het een en ander over
de bloembollenteelt.
Een stukje Hillegomse historie
noteerde Remmers uit de
mond van de in Lisse wo
nende (maar in Hillegom op
gegroeide) historicus Hulken
berg.
Hillegom-Bruidegom is het
eerste schrijverswerk van
Remmers dat in boekvorm
verschijnt. In het verleden
deed hij tevergeefse pogingen
manuscripten te slijten. Zo
schreef hij al eens een roman
("Petunia bloeit uit alle
macht"). Een verhaal over een
onderwijzeres die verliefd is
op een badmeester die een in
valide zus (Petunia) heeft.
Met zijn drieën gaan ze in
Duitsland op vakantie. Petu
nia verongelukt. Haar ouders
hoeven echter niet te treuren
"want", stelt Remmers in zijn
laatste hoofdstuk, "ze planten
eenvoudigweg petunia's in
hun tuintje en zo blijft de
dochter toch steeds in de
buurt".
Leuk
Remmers zocht in het verleden
ook tevergeefs naar een uitge
ver voor zijn "Bonte boeket".
Hij zegt: "Ik probeerde
daarin alle literaire genres
een beurt te geven. Pleonasme
alliteratie essay, toe
spraak, brief, gedicht, fabel.
Wat ik op papier had staan
was hardstikke leuk maar om
één of andere reden wilden ze
het toch niet publiceren."
De Britse koningin Elisabeth
zal over enige tijd de hoge
onderscheiding MBE (Mem
ber of the Britisch Empire)
uitreiken aan Mollv Bateson,
voor veel Leidenaren geen
onbekende. Zij is de pen-
ningmeesteresse van het En
gelse gedeelte van de Lei-
den-Oxford uitwisseling.
Met haar onverwoestbaar
goede humeur en haar grote
hartelijkheid heeft zij veel
tot het welslagen van de
uitwisseling bijgedragen. De
onderscheiding is haar
overigens toegekend voor
een andere verdienste, na
melijk haar werkzaamheden
op sociaal-cultureel terrein.
De MBE valt jaarlijks maar
aan enkele tientallen Britten
te beurt. Twee maal per jaar
worden er namen bekend
gemaakt. In juli en rond de
jaarwisseling. Meestal duurt
het dan nog een paar weken
voordat de koningin tijdens
een bijeenkomst op Buc
kingham Palace persoonlijk
de onderscheiding opspeldt.
Molly Bateson maakt al sinds
het begin (1946) van de uit
wisseling deel uit van het
bestuur van de Engelse tak
van Leiden-Oxford.
BELGRADO (SP) - „De journalistiek bestaat
vandaag de dag uit exceptionele gebeurtenis
sen. Je meldt als buitenlands correspondent
niet wat er in je land, Pakistan bijvoorbeeld,
gebeurt, maar komt pas met een verhaal zodra er
een vliegtuig neerstort. Je schrijft dus over de
buitengewone dingen. Ik ben er niet zo geluk
kig mee".
De man die dat gezegd heeft is pre
sident van een van de grootste
persbureaus van de wereld. Wat u
en vele honderden miljoenen an
dere burgers vandaag en morgen
in de krant lezen of op de televisie
zien ligt mede in zijn handen.
Het Britse persbureau Reuter heeft
over de hele wereld zo'n 1200 me
dewerkers die kranten en andere
media in 60 landen van nieuws
voorzien. Behalve Reuter kent de
wereld nog enkele gigantisch
grote persbureaus: AP en UPI
(Amerikaans), AFP (Frans) en
Tass (Russisch).
Op 20 januari is het drie jaar gele
den dat dit vijftal dacht er een he
vige concurrent bij te krijgen. In
Belgrado startte het Joegoslavi
sche persbureau Tanjoeg met een
coöperatieve nieuwsdienst voor
alle ontwikkelingslanden die
zich niet aan de VS of de Sovjet-
Unie binden. In eerste instantie
waren er een zevental belang
stellenden. Vandaag zijn het er
meer dan 40 in evenveel landerr
die hun belangrijkste berichten
via zes centra over de hele wereld
uitwisselen. Ook grote en
kleinere westerse en communis
tische persbureaus, kranten en
weekbladen, radio en televisie in
de geïndustrialiseerde wereld
maken nu gebruik van de Tan-
joeg-nieuwsbank.
In de arme landen was men er al
jaren van overtuigd dat de
nieuwsstroom op onze aardbol
teveel door het Westen wordt be
heerst. Hoewel bijvoorbeeld 70
procent van de mensen in de
ontwikkelingslanden woont,
komt niet meer dan een kwart
van de berichten daar vandaan.
Het gaat de Derde Wereld
trouwens niet alleen om die ver
deling. Te vaak gaan de verhalen
van de internationale pers
bureaus over aardbevingen, an
dere natuurrampen, burgemees
ters die de zaak belazeren, staats
grepen, moedertjes van 125 jaar
en andere op zichzelf interes
sante en ginds kennelijk vaak
voorkomende zaken. Fundamen
telere veranderingen in die lan
den komen te weinig uit de verf,
zo luidt de klacht.
Invloed
Het besluit om daar wat tegen te
doen viel in 1973. In Algiers ver
gaderde de vierde wereldtop van
leiders van niet-gebonden lan
den. Zij besloten hun samen
werking uit te breiden tot de
nieuwsvoorziening. Daaruit valt
af te leiden dat het hier gaat om
door de overheid beheerste pers
bureaus die in het algemeen zul
len melden wat die heersers past.
De oppositie bijvoorbeeld krijgt
in dergelijke landen meestal
weinig aandacht.
Het begin van de Tanjoeg-nieuws-
dienst was nogal bescheiden. Na
een gesprek met chef-redacteur
Mimica in het met marmer besla
gen Tanjoeg-paleis te Belgrado,
weten wij dat het ook nog erg
moeilijk was. En nog is. Sommige
van de aangesloten landen be
schikken weliswaar over een
persbureau, maar nog niet eens
over een telex. Zodat de berich
ten die zij bij Tanjoeg aanbieden
soms per luchtpost verstuurd
moeten worden.
Het Joegoslavische persbureau
maakt trouwens ook gebruik van
haar omvangrijke net van eigen
buitenlandse correspondenten.
De meeste landen versturen de in
hun ogen belangrijkste twee of
drie berichten per dag via de
telex naar Belgrado of een van de
andere centra. Daar worden ze
vertaald in Engels, Frans en
Spaans en vervolgens doorge
stuurd naar de andere deelne
mers: de aangesloten 45 pers
bureaus van de groep van niet-
gebonden landen, naar andere
persagentschappen en kranten,
radio en tv-stations over de hele
wereld die een abonnement heb
ben op de Tanjoeg-nieuwsdienst.
In het Midden-Oosten: Egypte,
Irak, Syrië, Jordanië. In Zuid-
Amerika ondermeer Argentinië,
Cuba en Venezuela. Rond de
Middellandse Zee: Marokko, Li
bië, Malta en Cyprus. In Afrika
Zaïre, Angola, Ghana, Senegal. In
Azië o.a. India, Maleisië, en Indo
nesië. Ieder werelddeel heeft een
regionaal centrum waar men net
als bij Tanjoeg de berichten van
de andere deelnemers verzamelt,
voor zover nodig bewerkt en ver
taalt, waarna ze „geëxporteerd"
worden.
De Heer Mimica blijkt er geen idee
van te hebben in hoeverre de be
richtgeving in onze en andere
Westeuropese en Amerikaanse
media door de Tanjoeg-nieuws
dienst voor niet-gebonden lan
den wordt beïnvloed. De meeste
dagbladen in het Westen hebben
geen eigen aansluiting op Tan
joeg. Maar men is er in Belgrado
wel zeker van dat de grote en ook
kleinere persbureaus over de
hele wereld de stroom van be
richten van de Tanjoeg-nieuws-
uitwisseling van uur tot uur vol
gen.
En hun eigen berichtgeving ermee
aanvullen waar zij dat nodig of-
wenselijk achten.
Zakelijk
Wat spuit de nieuwsbank nu zo per
dag allemaal wel. Daartoe volg
den wij in Belgrado gedurende
anderhalve week de berichtge
ving. Gemiddeld gaat het per dag
om ongeveer 25 kortere of lan
gere berichten, ongeveer de helft
van het normale nieuwsaanbod
van het Joegoslavische pers
bureau. Op 15 december, wil
lekeurig gekozen dag, viel ons-
het volgende achttal op:
1. Kort bericht over steun van de
Wereldbank aan Sri Lanka (het
vroegere Ceylon) dat het grootste
irrigatieproject ter wereld onder
handen heeft;
2. Verslag van besprekingen over
economische samenwerking tus
sen Jordanië en India. Het laatste
land zou een kunstmest- en een
rijwielfabriek léveren, Jordanië
verkoopt 400.000 ton fosfaat;
3. Bericht in drie delen waaruit
moet blijken dat Israel weigert
om mee te werken aan een inter
nationaal aanvaardbare oplos
sing van het conflict in het Mid
den-Oosten (Belgrado voert hier
een wat zig-zaggend beleid, om
dat het zowel Egypte als Syrië en
Libië te vriend wil houden);
4. Berecht overgenomen van het
Amerikaanse persbureau AP. De
minister van oliezaken en finan
cien van olieleverancier Qatar
stelt de ontwikkelingslanden ge
rust over de afloop van de ko
mende besprekingen in OPEC-
verband;
5. Commentaar uit de belangrijke
Joegoslavische krant Borba. De
Angolese bevrijdingsbeweging
MPLA wordt aangemoedigd
voor het volk van Angola een on
afhankelijk socialistische sa
menleving te scheppen;
6. Bericht over Libanon waar de
vrouw voortaan zonder haar man
op reis mag. Man en vrouw zou
den nu volledig gelijk gerech
tigd zijn;
7. Uitgebreide verslaglegging van
de Kairo-top, waar de tweede
ontmoeting Begin-Sadat wordt
voorbereid;
Door
Jan Werts
8. Verslagje van de eerste cursus
voor vrouwelijke plaatselijke
leiders in Mozambique. Zij leer
den in drie maanden lezen en
schrijven en werden vertrouwd
gemaakt met de belangrijkste
(socialistische) politieke, maat
schappelijke en culturele be
grippen.
De berichten zijn in het algemeen
zakelijk geschreven. Niet het
triomfantelijke toontje dus van
Neues Deutschland en andere
communistische media.' De on
dertoon, zo blijkt ook al uit bo
venstaande selectie, is vol begrip
voor de problematiek van zich
ontwikkelende landen.
Monopolie
De hamvraag, „heeft deze nieuws
dienst een extra dimensie toege
voegd aan de berichtgeving uit
ontwikkelingslanden?", kan be
vestigend worden beantwoord.
En daarmee is dit initiatief ook
vanuit Westerse ogen gezien een
succes geworden. Toch is men er
nog lang niet. Soms schijnt men
bij Tanjoeg last te hebben van in
gezonden speeches van politici
die dat graag volledig op de telex
zagen. „Vaak missen wij nog de
werkelijk informerende artikelen
en verhalen over ontwikkelings
landen op sociaal-politiek ter
rein, de economie, cultuur, sport
en andere aspecten van het leven
in de aangesloten landen", zo
staat in een verslag.
Onbeantwoord blijft hiermee de
vraag wat er allemaal verzwegen
wordt. Door de overheid gecon
troleerde persbureaus zullen
nooit melden dat de nieuwe mi
nister-president al in zijn eerste
buitenlandse interview een
modderfiguur sloeg. Als lezer,
journalist of krantenuitgever kan
men het niettemin toejuichen dat
aan de berichtgeving van de be
staande commerciële pers
bureaus nu een andersoortige,
evenmin volmaakte, infor
matiestroom worden toege
voegd.
Volgens de heer Mimica zijn de
grote persbureaus inmiddels
minder vijandig geworden. De
algemeen-directeur van Tanjoeg,
Pero Ivavic vindt het onzin te
denken dat de niet:gebonden
landen ernaar streven om de wes
terse persbureaus eruit te wer
ken. „Al zouden wij de middelen
hebben dan zal het nog onmoge
lijk zijn. De kracht van onze poli
tiek van niet-gebonden zijn ligt in
de strijd tegen alle vormen van
monopolisme en overheersing".
De heer Mimica maakt tot slot
duidelijk dat het doordringen
van de arme landen in onze media
niet eens zijn eerste zorg is. „Van
de 45 landen die deelnemen heb
ben er nog maar een tiental een
ontwikkelde nieuwsvoorziening.
De anderen krijgen nu dankzij
onze uitwisseling een kans om
zich journalistiek en technisch te
bekwamen. Dat is natuurlijk erg
belangrijk en loopt ook nog ge
smeerd. In-de voorbije drie jaar
werd bovendien in 16 niet-ge
bonden landen een persbureau
gesticht".
Intussen werkende ontwik
kelingslanden alweer aan nieuwe
vormen van samenwerking. In
het Joegoslavische Serajewo be
sloten zij in oktober om radio- en
tv-programma's te gaan uitwis
selen. Verder zullen de meer
ontwikkelde rtvmaatschappijen
minder bedeelde deelnemers
gaan steunen, ondermeer via de
opleiding van personeel. Tens
lotte hoopt de rtv-groep van
niet-gebonden landen die in Se
rajewo tot stand kwam een einde
te kunnen maken aan de in haar
ogen oneerlijke verdeling van de
radiofrequenties in internatio
naal verband.
In Zaire is men bezig met een grootscheeps project dat de bouw van vier
waterkrachtcentrales omvat. De eerste is gereed, aan de tweede wordt