We hebben
geen enkel
machts
middel
binnen EG'
Peter Putker
reist liever
niet meer
met de trein
blik
op
mensen
en
dingen
in het
jaar
1977
ZATERDAG 31 DECEMBER 1977
EXTRA
PAGINA 31
WADDINXVEEN - "Ik reis liever niet meer met de
trein en zeker niet dat stuk door Drente. Alleen als het
niet anders kan dan moet het. Maar dan zit ik toch
niet op m'n gemak".
Peter Putker uit Waddinxveen, in mei van dit jaar zittend in de trein
die door Zuidmolukse kapers bij De Punt tot stilstand werd ge
bracht, lijkt ruim een half jaar later niet al te veel last meer te
ondervinden van zijn gijzelings-ervaringen.
Afgezien van een zekere "trein-angst" zegt 18-jarige Peter (ten tijde
van de treinkaping was hij 17 jaar) weer volledig "de oude" te zijn.
Al praat hij liever niet meer over wat zich precies in de trein heeft
afgespeeld. Peter. "Ik vind het niet leuk om daar nu weer over te
beginnen. Na afloop van de gijzeling heb ik daar met iedereen over
gepraat. Ik heb het nu van me afgezet. Natuurlijk denk ik nog wel
regelmatig aan die weken in de trein terug. Maar dan meestal niet
aan de nare dingen maar juist aan de plezierige dingen die er ook
Door Bert Paauw
Toen de gijzeling eenmaal was afgelopen is Peter, die destijds (en nu
nog steeds) werkt bij een baggerbedrijf, zeven weken op vakantie
gegaan. Hij zegt: "Mijn baas heeft me geweldig opgevangen. Hij zei
dat ik het rustig -aan moest doen en dat ik zelf mocht uitmaken
wanneer ik weer wilde beginnen. Ik ben na de bouwvakvakantie
weer gaan werken. Toen was ik wel opgeknapt".
Bij dat "opknappen" heeft de familie Putker nauwelijks een beroep
hoeven doen op twee in Gouda wonende psychiaters die in het
kader van de nazorg (een bij de vorige treinkaping nogal gekriti
seerd punt) door de overheid waren aangezocht.
Niet nodig
Peter. "Er is wel een paar keer contact met die psychiaters geweest
maar voor mij was dat eigenlijk niet nodig. Ik was vrij snel over die
gijzeling heen. Maar als er iets aan de hand is dan kunnen we nog
altijd bij die psychiaters terecht".
Peters moeder vult aan: "Dat Peter alles zo goed heeft kunnen ver
werken komt misschien ook omdat hij vanaf zijn twaalfde jaar al
erg zelfstandig is. Hij heeft eerst een aantal jaren op een internaat
gezeten en is daarna gaan werken. Hij kwam alleen de weekeinden
thuis en was dus wel gewend een tijdje van huis te zijn. Voor een
ander van zijn leeftijd zou het misschien allemaal moeilijker ge
weest zijn.
Trouwens, ik ben er ook zelf beroerder van geweest dan Peter. Al die
spanningen, ik heb er een enorme klap van gekregen waar ik
maandenlang last van heb gehad. Eigenlijk ben ik er nog steeds
niet overheen. Ik heb nu regelmatig hoofdpijn en last van ver
geetachtigheid. Dat had ik vroeger nooit. Ook kan ik plotseling in
paniek raken als ik iemand met een donker uiterlijk tegenkom. Ik
heb niets tegen mensen met een andere huidskleur. Je moet ieder
mens respecteren maar aan die paniek kan ik niets doen".
Mevrouw Putker wordt trouwens nog dikwijls herinnerd aan de
gijzelings-affaire. Zij zegt: "Mensen maken er nog vaak opmerkin
gen over. Als ik bijvoorbeeld in een winkel met een betaalkaart
afreken en ze zien de naam Putker dan is het: Bent U soms de
moeder van de jongen die in de trein heeft gezeten? De mensen
hebben destijds enorm meegeleefd hoewel we toen pas vijf maan
den in Waddinxveen woonden".
Niet naar
Peter is sinds de treinkaping plotseling een vrij bekende inwoner
van Waddinxveen geworden. "Mensen die ik nauwelijks ken
noemen me bij de voornaam. Ik vind het niet naar. De mensen
bedoelen het goed", zegt hij.
Ook koestert Peter, ondanks alle gijzelingsellende, geen kwade ge
dachten over Zuidmolukkers. ("Ik heb geen wantrouwen tegen die
Voor de politieke idealen van de Molukkers en de achtergronden van
de treinkaping heeft hij echter geen belangstelling. Peter "Ik heb
natuurlijk wel eens wat gelezen over de Molukkers maar ik heb me
er niet in verdiept. Ook niet toen we in de trein een boekje over de
Molukse zaak kregen. Ik heb het expres niet gelezen. Het interes
seert me niet".
In de trein heeft Peter wel veel gepraat met een ruim 50-jarige man
uit Enschede die tegenover hem zat. Met hem heeft hij nog steeds
contact. Peter. "Mijn ouders onderhouden nog steeds contact met
mensen in 's Hertogenbosch die ook iemand in de gekaapte trein
hadden. Zelf heb ik eigenlijk niet zoveel behoefte om anderen uit
de trein terug te zien en te spreken, uitgezonderd dan die man die
tegenover me zat".
Over enige tijd wil Peter dan ook zeker naar Enschede. Maar dan
moet hij eerst zijn rijbewijs hebben gehaald. Peter: "Ik ga in ieder
geval niet met de trein naar Enschede".
LEIDEN - Zelfs Joop
Riethoven moest het
meermalen bekennen: „Ik
heb het afgelopen jaar
meer pijn in mijn buik ge
had dan ooit". De direc
teur sportief van de Leidse
Tourstichting merkte
daarbij dan direct op: „Ik
zou me wel een paar maal
bedenken voor ik er weer
aan zou beginnen".
Veelzeggende woorden uit de
mond van een wielerfanaat als
Riethoven, die maar één con
clusie openlaten als wordt terug
geblikt naar de voorbereidingen
op de rondestart die op 29 juni
1978 in de Sleutelstad moet gaan
plaatsvinden. De organisatie
rond 's werelds grootste wieier-
gebeuren is een meedogenloos
hard spel rond het „grote" geld.
Mensen en hun gevoelens tellen
daarin nauwelijks mee, een gege
ven waarvoor de laatste maanden
talloze bewijzen zijn aangedra
gen.
Elk op hun eigen manier hebben ze
het ondervonden: de Leidse wet
houder Tesselaa'r, de vertegen
woordigers van de Dordtse firma
Frisol, Rini Wagtmans van het
organisatiecomité in St. Wil
librord en Bas Vonk en Joop
Riethoven.
Interne conflicten, een openlijke
„oorlog" om aankomstrechten en
openbaar verlies van prestige be
paalden het aanzien van de voor
bereidingen. Het ging vergezeld
van boze kreten als „een waar
deloze organisatie" „mij zien ze
hier niet meer' - „dit is een ban-
dietenspel geworden" - en „hij
zal nog een zware pijp roken".Dat
laatste sloeg dan op de centrale
figuur Felix Lévitan, die meedo
genloos aan de touwtjes trok in
het marionetten-spel zoals dat
vanuit Parijs leek te worden ge
regisseerd.
Félix Lévitan- een keihard zaken
man, met een verdeel-en heers
politiek. Elk jaar één Tour-
maand lang zo ongeveer de pre
sident van Frankrijk - doorlo
pend een vrijwel ongenaakbaar
directeur van de oude stempel.
Het was al typerend dat Rietho
ven en Vonk hem overal moesten
achtervolgen om ruim 350.000
gulden (waarvoor Teekens garant
stond) voor de komst van de Tour
te MÓGEN betalen; even spre
kend was dat Lévitan het Leidse
comité bijna een jaar lang in
spanning hield waar het de aan
wijzing van de halve etappeplaats
in Nederland betrof.
Omdat die beslissing uitbleef
opende Leiden op eigen initiatief
de onderhandelingen met St.
Willibrord. Een plaats die voor de
Touraankomst 75.000 gulden
overhad, waarvan „Leiden" een
percentage zou krijgen. Leiden
ontleende het recht tot die on
derhandelingen indirect aan het
contract, maar het besluit van de
zette parcours en werden hun
driftig over de landkaart snel
lende potloodjes aangetrokken
door de naam Dordrecht.
Delegatie-leider Albert Bouvet
ging op bezoek bij Frisol, wekte
daar volgens die firma weer
nieuwe hoop en liet vervolgens in
Willibrord ook een door hem ge
rustgestelde Rini Wagtmans ach
ter. De man die twee keer achter
elkaar de notabelen van zijn dorp
vergeefs had opgetrommeld,
(omdat de aangekondigde visites
van de Fransen niet doorgingen.)
kon tenslotte juichend opveren.
Tot groot genoegen van het
Leidse comité dat zware pressie
had uitgeoefend op de Fransen
om aan Dordrecht voorbij te
gaan. Onder een aantal (uiteraard
financiële) voorwaarden ge
beurde dat tenslotte ook; reden
waarom vanuit Dordrecht werd
opgemerkt dat „Lévitan nog wel
een zware»pijp zou roken".
Een opmerking die tot nu toe zon
der gevolgen is gebleven, waar
schijnlijk omdat Frisol wel ge
sust zal zijn met de mededeling
dat een toekomstige kandidatuur
gehonoreerd zal worden. Die
firma kan inmiddels zelf taxeren
hoeveel zo n mondelinge toezeg
ging waard is; het in dit geval
„winnende" Leiden weet intus
sen ook wat een schriftelijk con
tract met de Tourorganisatie nog
voor onzekerheden kan herber
gen.
Van alles wat daarin niet uitdruk
kelijk is bepaald, kan zonder
meer worden afgeweken. Van
daar dat Riethoven opmerkte:
„Als er nog eens een volgende
keer komt, dan draaien we eerst
tien keer alle letters van het alfa
bet om voordat we A zeggen".
Dan nog bestaat er een aardige kans
dat de B voor Buikpijn staat...
PAUL DE TOMBE
Joop Riethoven en Bas Vonk nemen met Tour-direkteur Felix Lévitan de route door waarover zoveel te doen
is aeweest.
hoofdorganisatie blééf maar uit.
Ondanks voortdurend aandrin
gen kreeg een Stichtingsdelega
tie dat ook niet te horen tijdens
'n bezoek aan Fleurance (waar
de uitgenodigde Dick Tesselaar
zo hautain werd genegeerd dat hij
tenslotte boos wegliep) en al
spoedig bleek waarom. Dord
recht claimde via Frisol, plotse
ling de aankomstrechten van de
eerste rit.
De basis voor een felle ruzie was
gelegd, omdat Leiden onder geen
beding wilde afwijken van St.
Willibrord en Dordrecht (dat al
leen aan de Parijse organisatie
zou betalen) vasthield aan de
mondelinge toezegging die Lévi
tan zou hebben gedaan. In die pe
riode dreigde Riethoven zich te
rug te trekken en sprak Rini
Wagtmans, de oud-coureur, over
de „bandietenstreken" van de
andere partij.
De twist bereikte een hoogtepunt,
tijdens het werkbezoek van een
Franse delegatie, die de uitge
stippelde route moest controle
ren. Wat de proloog betrof waren
er nauwelijks moeilijkheden; de
problemen rezen daar waar de
route naar de Belgische grens ter
sprake kwam. Telkens weer wil
den de Fransen afwijken van het
door Leiden al zorgvuldig uitge-
KATWIJK - "We hebben in het verleden wel meer vis-oor-
logen meegemaakt. Dan moet deze er ook nog maar bij"
Dat zei de Katwijkse reder N. Parlevliet jr., voorzitter van
de Nederlandse Redersvereniging begin juli op het hoog
tepunt van de visserij moeilijkheden met Groot-Brit-
tannië.
Van de Britten mocht er 200 mijl
rond hun kust niet meer op ha
ring worden gevist. Nederlandse
vissers trokken zich daar echter
niets van aan en dat resulteerde
in de aanhouding van de Kat
wijkse schipper Arie Jonker en
zijn collega uit Scheveningen,
Jacob van der Niet.
Geconfronteerd met die uitspraak
van toen haalt Parlevliet zijn
jaSoms - al mag ik dat
eigenlijk niet zeggen - heb
ik best een beetje begrip
voor de Britse problemen.
Een regering die zeer onvast
in het zadel zit
en daarbij onder grote druk
staat van nationalisten
uit Schotland, waar nog
al wat vissers zitten.
Bovendien zijn ze destijds door de
instelling van een 200-mijlszóne
van de visgronden bij IJsland ge
gooid wat uiteraard een forse
strop betekende. Daartegenover
zit ook IJsland zelf in een moei-
Door
Bart Jungman
lijk parket. Een land dat immers
in hoge mate is aangewezen op de
opbrengsten van de visserij. Maar
een feit is wel dat Engeland wel
de lusten maar niet de lasten van
een samenwerkingsverband
binnen de EG wil dragen.
Nederland zit daarin overigens wat
de visserij betreft natuurlijk erg
moeilijk. We kunnen wel een
grote bek opzetten maar Van der
Stee (minister van landbouw en
visserij) heeft geen enkel
machtsmiddel.
Hij moet alles via onderhandelen
bereiken. En laat dat duidelijk
zijn: we hebben over Van der
Stee niet te klagen. Het is tegen
woordig nog al in de mode om
tegen de overheid aan te schop
pen, maar de regering heeft in ons
geval gedaan wat ze kon".
Woelig
Nog even in het kort de voor de Ne
derlandse visserij zo woelige pe
riode. Het begon eigenlijk al in
april. Ierland claimde voor zich
zelf een 50-mijlszóne, waar bin
nen alleen de Ieren mochten vis
sen. Twaalf Nederlandse vissers
gooiden toch binnen die grens
hun netten uit (Parlevliet "We
wilden wel eens zien hoe dat zou
aflopen") en werden dan ook
prompt "geënterd". Een maand
later - de Nederlandse vloot had
inmiddels op de Noordzee de ge
stelde vangstquota bereikt - kre
gen de Nederlandse reders van de
overheid te horen dat ze er weer
op uit mochten.
De Engelse regering stelde daarop
een 200-mijlszóne in, waarin niet
gevist mocht worden, wat de bo
ven genoemde gevolgen had. In
Brussel, waar de EG zetelt kwam
druk politiek overleg op gang,
maar tot een regeling voor vol
gend jaar is men nog niet geko-
Midden januari praten de partijen
weer verder en men zal dan, zo is
de stellige verwachting van de
heer Parlevliet, er wel uit komen.
"Dat is tenslotte in ieders be
lang", zo meent hij. De Europese
Commissie, het dagelijks bestuur
van de EG, wil dat voor volgend
jaar de haringvangst wordt ver
boden om de haring de kans te
geven zich te herstellen van de
overbevissing van de laatste ja-
Parlevliet daarover: "Dat er over
bevissing plaats vindt, daar zijn
we het allemaal over eens. Maar
naar mijn mening moet de indu
strie-visserij worden aangepakt.
De consumptie-visserij (de cate
gorie waar de Nederlandse vis
sers onder vallen) beslaat maar
twintig procent, de industrie-vis
serij de resterende tachtig pro
cent.
Het dichtgooien van de Noordzee is
voor ons in elk geval een onaan
vaardbare zaak. De haringstand
is zich al weer aan het herstellen
en ook van de kant van de biolo
gen is al gesteld dat een kwantum
van 100.000 ton verantwoord is
Overigens koester ik wel enig
wantrouwen tegen die cijfers van
biologen. Ik geloof er soms geen
barst van, maar die rapporten lig
gen dan wel als vaststaande fei
ten by de EG".
Met de voorspelling dat de controle
op de handhaving van de vangst
quota het komend jaar in elk ge
val scherper zal zijn, komt de heei
Parlevliet tot een woordspeling-
die de problemen van de Nedci
landsc visserij aardig typeert
"De mazen van het net worden in
letterlijke zin steeds grotei (om
de maatjes de k.m. te geven te
ontsnappen) en in figuurlijke zin
steeds kleiner".
N. PARLEVLIET Jr.