Charlie Chaplin of
de vlncht van een
ongemakkelijk mens
Steeds meer Nederlanders
in ban van de sledehond
Charlie's lange weg
Chaplin:
viermaal
getrouwd
DINSDAG 27 DECEMBER 1977
PAGINA 9
De grootste kleine man heeft zijn verweer opgegeven. Charles Spencer
Chaplin, of men het ook met Shaw eens moet zijn dat hij „het enige genie is
dat de cinema heeft opgeleverd" vast staat in elk geval, dat er geen film
maker te vinden is wiens werk in "°n periode van zestig jaar zo in zijn
geheel overeind is gebleven Hij werd meer
dan iemand anders tot een symbool, dat tot in alle uithoeken van de
wereld werd verstaan.
Charlie Chaplin toen (links) e
Met de bolhoed, het kleine maar
beweeglijke snorretje, de melan
cholieke ogen, het eendenloopje
in de te grote schoenen, de slob
berige broek was het succes voor
Charlie onmiddellijk en spon
taan, al in de eerste jaren van zijn
filmcarrière, die in 1913 bij Mack
Sennett begon. Het was in
Keystone-comedies, waar weinig
van bewaard is gebleven. Hij viel
in dat milieu niet onmiddellijk in
de smaak, maar toen hij spoedig
de uitrusting had gevonden, die
hem beroemd zou maken, was er
geen twijfel meer over de kleine
Engelse mime, die zijn succes in
Hollywood kwam zoeken.
Binnen enkele jaren kon „The New
York Times" al op de voorpagina
met een grote kop annonceren,
„Hij is hier" en dan wist iedereen
om wie het ging. In datzelfde
New York verklaarde hij later,
dat hij in de grote massa van ju
belenden niemand kende, er
geen vriend had bij wie hij zijn-
hart kon uitstorten.
Chaplin noemde zichzelf een bur-
Door
Piet Ruivenkamp
ger van deze wereld en in het on
afhankelijk gedrag, dat de grote
komiek binnen en buiten zijn
films toonde, was hij gedoemd
een eenzame te blijven, hemel
hoog geprezen maar ook talrijke
malen smadelijk bejegend in zijn
tweede vaderland, de Verenig
de Staten.
Bij geen filmmaker is er een zo on
losmakelijke wisselwerking te
vinden tussen wat het leven in
petto had en wat daar in films de
neerslag van kreeg, het was als
het ware het breiwerk tussen
twee pennen. Het genie van
Charlie bestond erin, dat hij de
conflicten die hij als ongemak
kelijk mens in zijn priveleven
moest verwerken, op een loute
rende manier vertaalde in sub
lieme sprookjes. Zijn filmen
toonde zich daarin een vlucht.
Men denke maar aan de lieve
popperige vrouwtjes, die decen
nia lang nog net niet met een
duifje op de schouder zijn films
bleven binnen stappen. Charlie
bleef hopen en dromen, maar de
praktijk van zijn roerige huwe
lijksleven bewees anders, pas bij
O'Neils dochter vond hij het fa
miliegeluk.
Chaplin liet met de verdieping van
zijn clown al spoedig alle taar-
tensmijters en vernielzuchtigen
ver achter zich. Toch blijft zijn
succes wonderlijk, want de held,
die hij creeerde als de man, die de
klappen krijgt, is rechtstreeks
geboren uit een Victoriaanse we
reld. Zijn eigen jeugd kon hem
inspireren, het lijkt wel een Dic-
kensverhaal: vader een alcoho
list, veroordeeld tot een werk
huis, zwerven dooreen Londense
achterbuurt. In zijn films wordt
die achterstelling van de ver
schoppeling, de underdog, die er
niet bij mag horen, een steeds te
rugkomend motief.
Chaplin heeft zich nooit ge
schaamd naar de sentimenteelste
middelen te grijpen: het blinde
meisje in „City lights", het meisje
dat weer spreken kon in „Lime
light".
Nog merkwaardiger is dat hij in de
eigenlijke zin, zeker naar de klas
sieke normen, nooit een groot
filmer is geweest. De camera leek
altijd een toevallige toeschouwer
in de hoek van een studio, waar
de meester bezig was om zeer
zorgvuldig en met onvermoei
bare nauwkeurigheid de effecten
op te roepen, die hij beoogde. In
de filmtitels leert men het al:
Chaplin was een solist en men
leest zijn naam vele malen. Als
hoofdrolspeler, scena
rioschrijver, regisseur, cutter,
componist en dirigent. Waar hij
dat allesomvattende middelpunt
niet kon zijn, faalde hij („A wo
man of the sea" en „A countess
from Hong Kong"). In de reflectie
van zijn sprakeloze clown met
briljant uitgedachte grappen be
leefde hij zijn grootste hoogte
punten.
Mime
De jonge Chaplin kreeg zijn vor
ming al als kind in een Londens
mime- en dansmilieu en dat is het
meest bepalend voor hem ge-
r zijn dood rechts)
worden. Een schitterende mime
werd hij met een perfecte timing.
In het meesterlijke gebarenspel
was hij op zijn best. Steeds weer
op weg om aansluiting te krijgen
bij de meedogenloze maat
schappij, die hem telkens weer
grenzeloos vernederde. Hij ont
wikkelde een scala van wanhoop
in zijn gebaren, die tegelijk uniek
zijn, maar die ook door iedereen
direct herkend werden. De uit
zonderlijkeklasse was er al in zijn
korte films als „A dog's life",
„The kid", „The pilgrim" (vol
gens sommigen zijn beste)maar
niet minder in de grote vier, „The
gold rush", „The circus", „City
lights", en „Modern times".
Sublieme momenten als de dans
der broodjes, de sleutelende
Charlie tussen de raderen, het
zijn met andere onvergetelijke
beelden geworden. Als Charlie
zich zijns ondanks met het kwaad
van de omringende wereld
trachtte te vereenzelvigen, zag
men hem op zijn top als hij zich in
een duizendste seconde weer in
zijn onschuld terugtrok.
Geluid
De geluidsfilm was al aan zijn
triomftocht bezig toen Chaplin
daarover sneerde dat het verf
s op e
beeld. In „City lights" hoort men
hem dan ook slechts het liedje
„La violetara" zingen. Hij paste
het geluid verder toe als een pa
rodie op de wauwelende spre
kers. Toen zijn zwerver langza
merhand maar de achtergrond
verdween verviel hij zelf tot
slachtoffer van een filosofische
redeneerlust.
In de overigens even moedige als
briljante satire „The dictator"
treft men naast vele kostelijke
scenes daar al de sporen van. In
de aansluipende verbittering om
de processen, die hij moest voe
ren vanwege zijn „verleidersp
raktijken" en zijn solistische poli
tieke uitingen werd de sprake
loze, onzekere held steeds meer
verdrongen door de moralist, de
gewonde idealist, die zeker wel
gelijk had, maar dat vaak in cli
ches verwoordde. „Monsieur
Verdoux", „Limelight", „A king
in New York", „A countess from
Hong Kong", zij betekenen een
onmiskenbare neergang. Voor de
film, die hij vier jaar geleden nog
beraamde, had hij als 84-jarige
niet meer de fysieke kracht. La
ten we het maar vaststellen, een
tijdperk is afgesloten maar er is
een rijke erfenis uit overgeble-
als
).l.n.r. als priester in 'The Pilgr
Charles Chaplin werd op 16 april
1889 in de Londense volksbuurt
Whitechapel geboren als zoon
van twee variété-artiesten. Zijn
vader, van Franse afkomst, was
37 toen hij aan overmatig alco
holgebruik overleed. Zijn
moeder, Lily Harvey, was de
dochter van een Ierse schoen
lapper, en had een zoon uit een
vorig huwelijk, die later als
zaakwaarnemer van Charles op
trad. Een deel van hun jeugd
brachten de jongens door in
wees- en armenhuizen. Charlie
verscheen voor het eerst op het
toneel, toen hij vijf jaar was en
zijn moeder, die haar stem kwijt
was, moest vervangen. Hy was
tien jaar, toen hij als cockney-ac
teur al beroeps werd in de
jeugdgroep The eight Lancashire
Lads. In 1901 verdiende hij 25
gulden per week met enige to
neelrollen, die zijn halfbroer hem
hielp instuderen, omdat Charlie
nog maar nauwelijks kon lezen.
Langzamerhand maakte hij naam
als komiek en in 1910 kreeg hij
een contract bij het gezelschap
Fred Karno, waarmee hij ook
naar New York ging, en andere
steden in de Verenigde Staten.
Hier ontdekte Chaplin zijn kan
sen bij de film en al spoedig werd
hij gecontracteerd door Mack
Sennett met een salaris van 125
Van Londen naar Vevey
dollar per week. In zijn eerste
reeks successen vergat Chaplin
niet dat hij in armoede had ge
leefd. Toen een filmmaatschappij
hem in 1915 duizend dollar per
week bood, hield hij vast aan een
bedrag van 1075 dollar: „Die ex
tra 75 dollar heb ik nodig om te
leven, voor de andere duizend
koop ik aandelen".
Zijn inkomsten bleven snel stijgen
en in 1917 sloot hij een contract
van een miljoen dollar af met het
First National Exhibitors' Cir
cuit, speciaal gevormd om zijn
films te exploiteren. Een jaar la
ter richtte hij de Charlie Chaplin
Filmmaatschappij op, waardoor
hij de eerste filmster werd die
over een eigen studio beschikte.
In 1919 richtte hij met Mary Pick-
ford, Douglas Fairbanks en D. W.
Griffith de United Artists Cor
poration op. Toen volgden de
successen elkaar op in ijltempo in
talrijke films, die hij zelf regis
seerde, waarbij hij met een ruwe
schets begon en de rest aan de
inspiratie tijdens de opnamen
overliet. Na „A Dog's Life" en
„Shoulder Arms" kwam in 1921
„The Kid" met de kleine Jackie
Coogan, waarmee Chaplin voor
goed naam maakte. „The Pil
grim" (1923), „The Gold Rush"
1925), „The Circus" (1928) en
„City Lights" (1931) waren even-
zovele hoogtepunten in Chaplins
oeuvre. Pas in 1936 zwichte hij
voor de sprekende film en zong
hij een komisch liedje met onsa
menhangende woorden in „Mo
dern Times". Zijn eerste gespro
ken filmrol was in 1940 in zijn-
satire „The Dictator".
Toen Chaplin in 1947 van com
munistische sympathieën werd
beschuldidgd, schreef hij de
commissie voor on-Amerikaanse
activiteit, van het Huis van Afge
vaardigden: „Ik ben geen com
munist, ik ijver voor de vrede. Op
de kritiek dat hij dertig jaar lang
zijn Britse nationaliteit had be
houden, terwijl hij in de Ver
enigde Staten goed had verdiend,
antwoordde hij: „Een groot deel
van mijn inkomen komt van bui
ten de States en Uncle Sam int er
zijn belasting van. Ik ben dus een
nuttige betalende gast". In sep
tember 1952, toen Chaplin op weg
was naar Engeland, werd zijn
Amerikaanse visum ingetrok
ken. Hij kocht daarop een huis bij
Vevey, aan het meer van Geneve.
Pas in 1972 kwam hij weer in
Amerika. Hij kreeg toen in Hol
lywood een speciale Oscar voor
zijn bijdrage aan de Amerikaanse
film. Chaplin barstte in tranen uit
toen hij de uitbundige hulde in
ontvangst nam.
Zijn na-oorlogse films, „Monsieur
Verdoux" (1947), „Limelight"
(1952), „A king in New York"
(1957) „en „A Countess from
Hong Kong" (1967) oogstten niet
meer het succes van vroeger.
Maar Chaplin werd op hoge leef
tijd wel geeerd, onder meer met
eredoctoraten in Oxford en Dur
ham, het Legioen van Eer, de
Erasmusprijs en de prijs van de
communistische Wereldvredes-
raad. In januari 1975 werd hij
door Koning Elizabeth in de
adelstand verheven. Als Sir
Charles Chaplin heeft deze le
gendarische filmfiguur zijn
laatste levensjaren in Zwitser
land met zijn echtgenote Oona
doorgebracht. Vandaag is zijn
stoffelijk overschot ter aarde be
steld.
Ondanks zijn successen in
filmzaken en op het witte doek
was Chaplin in zijn privé-leven
een wispelturige en vaak hu
meurige man. Dit is altijd gewe
ten aan zijn harde jeugdjaren
en ook gezien als een oorzaak
van het mislukken van zijn
eerste drie huwelijken. Zijn
eerste vrouw was Mildred Har
ris. die zich na twee jaren in
1920 van hem het scheiden. Zijn
tweede huwelijk, dat in 1924
met de 16-jarige Lita Grey werd
gesloten, begon romantisch. Het
werd in het geheim gesloten in
een Mexicaanse boerenhut,
maar eindigde eveneens in een
scheiding. De twee zoons uit dit
huwelijk, Sydney en Charles,
gingen beiden in de filmindu
strie; de laatste stierf in 1968.
Chaplin trouwde in 1936 met de
actrice Paulette Goddard, toen
hij met haar en haar moeder een
reis door het Verre Oosten
maakte, maar maakte dit pas
twee jaar later bekend. Dit hu
welijk werd in 1942 ontbonden.
In zijn vierde huwelijk, in 1943
met Oona O'Neill, vond Chaplin
de rust en het evenwicht, waar
naar hij zo lang had gezocht.
Oonaeen dochter van de toneel
schrijver Eugene O'Neill, was
toen 18, hij 54. Het echtpaar
kreeg acht kinderen, vijf doch
ters (Geraldine, Josephine, Vic
toria, Jane en Annette) en drie
zoons (Michael, Eugene en
Christopher).
De laatste foto van het echt
paar Chaplin die in het
openbaar, tijdens een voorstel
ling van het Zwitserse circus
Knie, is gemaakt.
Schilder
A. Kater
overleden
AMSTERDAM - De Amsterdamse
schilderen tekenaar Arie Kater is
in de nacht van vrijdag op zater
dag op 55-jarige leeftijd overle
den in het Burgerziekenhuis in
de hoofdstad. Kater, jarenlang
docent aan de rijksacademie voor
Beeldende Kunsten, wordt don
derdag begraven op de Ooster
begraafplaats in Amsterdam. Ka
ter, een goede vriend van Simon
Carmiggelt, schilderde onder an
dere een groot aantal portretten
van bekende Nederlandse to
neelspelers.
ENSCHEDE - In veel streken van
Nederland kan men van tijd tot
tijd de kreten „Gee!" en „Haw!"
horen klinken door bossen, langs
het strand, op zanderige kar-
resporen. Deze kreten worden
geproduceerd door een man op
een kar. Voor die kar zijn honden
gespannen die met hun menner
(musher) e: het grootste plezier in
hebben met flinke vaart over ge
baande of ongebaande wegen te
schieten, dat de kluiten modder
hen om de oren vliegen en mens
en dier er uitzien als beesten.
Gee en Haw is Alaskaans, zoals de
gehele sledehondensport afkom
stig is uit Alaska en van daar uit
bezig is de wereld te veroveren.
Canada en de Verenigde Staten
zijn al „genomen". Bergachtige
gebieden in Europa waren om
hun klimatologische omstan
digheden voorbestemd om dooi
de sledehonden onder de voet te
worden gelopen. In ons land wa
ren drie jaar geleden nog maar
enkele teams van mannen en
honden, thans al meer dan hon
derd. In de afgelopen zomer is de
vereniging Mushing Holland op
gericht. Er zijn thans ruim zeven
tig leden over geheel Nederland
verspreid, in steden en dorpen en
afkomstig uit alle sociale lagen
van de bevolking. Tezamen heb
ben die leden naar schatting mter
dan 700 getrainde sledehonden.
Aad Hekkers, voorzitter van Mus-
hing Holland en bestuurslid ïr.
Hyls Heeringa, beiden uit En
schede, zijn het er over eens: „In
Nederland en in geheel Europa
groeit de belangstelling voor de
sledehondensport als een pad
destoel zo snel. De hon
denliefhebbers hebben de eigen
schappen van hun dier als me
dewerker van de mens heront
dekt. Het gaat de leden van Mus-
hing Holland nietc
van de honden, i
eigenschappen, v
mogelijk is te w<
hond. Een vorm
n het uiterlijk
ïaar om hun
aardoor het
:ken met de
rm van recreatie
voor mens en dier, want slede
honden (meestal Siberische
Husky's) willen en moeten ren
nend een slede of - als er geen
sneeuw is - een kar voorttrekken.
Dat is hun aard, verzekeren de
liefhebbers van deze vorm van
openluchtrecreatie.
Dure liefhebberij? Alleen voor
mensen die een grote tuin heb
ben waar plaats is voor een hon
denverblijfplaats?
De bestuursleden van Mushing
Holland: „Het is niet nodig dat
men een span honden houdt. Wie
een hond op een bovenhuis heeft,
kan afspraken maken met een
andere liefhebber en samen een
span van drie, zes of meer honden
vormen.
Skelter
De prijs van een huskey zal niet
veel verschillen met die van elke
andere rashond. Als oefenkar kan
een skelter zonder motor dienst
doen; een slee kan men importe
ren uit Canada of Amerika (kost
ongeveer duizend gulden), maar
kan ook zelf worden gebouwd.
„Wie een groter aantal husky's
heeft", zegt Aad Hekkers, „moet
méér voor de sport overhebben".
Hij rijdt niet in een gerieflijke
personenauto, maar heeft een be
stelauto waarin hij hokken heeft
getimmerd en ook nog plaats is
voor het gezin. De beloning voor
het opofferen van veel auto-com
fort is, dat mensen en honden
naar prachtige natuurgebieden in
Duitsland, Zwitserland of Oos
tenrijk kunnen reizen om er te
oefenen in de sneeuw of wed
strijden te houden.
Bestuurslid Heeringa heeft een be
stelwagen met ingebouwde hok
ken voor het vervoer van de hon
den. Hij woont op Enschedees
grondgebied tegen d^ Duitse
grens aan. Zijn tuin is groot ge
noeg voor een rij grote hokken.
Opvallend is, dat zijn twaalf
husky's met zijn allen minder
geluid produceren dan menig
keffertje. Blaffen doen zij bijna
niet; af en toe weerklinkt slechts
ec soort huil-kreet uit de keel
van Babischka, Charnof, Billhoff,
Naija of naar welke exotische
namen de vriendelijke dieren ook
mogen luisteren.
Mushing Holland - wat betekent
toch mushing? De menner (mus
her) roept „mush!" tegen zijn
honden, waarmee hij „Gaan
maar" bedoelt. En dit mush zou -
veronderstelt ir. Heeringa - een
verbastering kunnen zijn van het
Franse marchez! Er zijn ook le
den van Mushing Holland die zelf
niet actief met de hond werken,
maar honden fokken om het ras
in stand te houden. Het is hen om
de kwaliteit te doen, niet om het
(mooie) uiterlijk van de hond.
Er worden veel husky's geïmpor
teerd uit Alaska en Zwitserland,
maar ook in eigen land zijn ken
nels die husky's fokken.
Betrouwbaar
Eskimo's en Indianen in Canada
gebruikten de husky het eerst als
sledehond. De indianen profi
teerden van de eigenschappen
van het dier bij het vervoer via
smalle paden door het bos, waar
veel sneeuw ligt. Bij de Eskimo's
deden de husky's eveneens
goede dienst op de hard bevroren
ondergrond met weinig sneeuw
in de wijd uitgestrekte gebieden
van de poolstreken. De
sneeuwscooter heeft de plaats
van de honden ingenomen, aldus
majoor Hekkers, die als lucht
machtofficier lange tijd in Ca
nada heeft gewoond. Maar, ver
telt hij verder, er zijn veel india
nen die weer honden aanschaffen
omdat zij betrouwbaarder zijn
dan motoren. Er zijn zelfs india
nen die wel per sneeuwscooter
hun transport regelen, maar hun
honden meenemen - voor het ge
val de techniek hen in de steek
laat....
Veertig graden onder nul is „niks"
voor een sledehond. Hij rolt zich
op, legt zijn staart over zijn neus
(tegen bevriezing) en slaapt even
lekker als een huispoes voor de
kachel, ook als hij geheel onder
sneeuwt. „Je krijgt ze dan niet in
de hokken aldus Hekkers. De
snelheid die een span honden
voor een lichte slede haalt, is ge
middeld 20 kilometer per uur. In
Alaska en Zwitserland worden
krachtproeven gehouden. De
sterksten onder de honden ver
plaatsen - zo is gebleken - een
slede waarop 1800 kilo vracht is
gestapeld.
„Husky-mensen", daarover zijn
Hekkers en Heeringa het eens,
zijn natuurliefhebbers en roman
tische idioten. Iemand die erover
nadenkt begint er nooit aan. De
liefhebberij houdt je voortdu
rend bezig. Dit zeggen de be
stuursleden. De hobby houdt in:
hond(en) verzorgen, oefenen in
de buurt, eventueel kar en slede
maken en als hoogtepunten: het
oefenen in het Reichswald in
Oefenen in het Reichswald in Duitsland: een hoogtepunt
voor de liefhebber van de sleehondensport
Duitsland en de wedstrijden in Ierland, dat reeds lauweren
Zuid-Duitsland in januari en feb- oogstte op de schaats, spoedig
ruari. ook naam maken als menners
Wellicht gaat het volk uit het wa- van sledehonden.