Ambachtelijk dorp van
meditatie, gezondheid
vrijheid en liefde
ZATERDAG 24 DECEMBER 1977
Hoewel Bodegravenaar Bruno
Mertens (60) met de zelf-ge-
kwelde ogen hoopvol richting
toekomst tuurt, bestaat zijn
geesteskind het Tidorp op dit
moment uit niet meer dan
vier caravans uit het verleden
en twee in deplorabele staat
verkerende kampeerauto
mobielen, die staan opgesteld
rond een dorpspleintje dat
hooguit de betiteling mod
derpoel verdient.
De wonderschone ideeën en fi
losofieën staan echter paraat
opgestapeld in de hersens van
Mertens, zodat bovenstaand
optimisme niet al te illusoir
lijkt. Voor ons was dat reden
genoeg om eens te gaan pei
len hoe die toekomst er voor
het Tidorp uit kan gaan zien.
Een mislukking gepaard
gaand met het pakken van
biezen, of inderdaad een am
bachtelijke leef- en leerge-
meenschap van aandacht,
meditatie, gezondheid, vrij
heid en liefde voor al dat leeft,
groeit en bloeit? Op pad dus
Eerst: de vierbaansweg Lei-
den-Den Haag-Rotterdam;
bij 's werelds grootste haven
stad richting Vlissingen. Dan:
Zeeland binnenrijden, een
gebeurtenis die niet onge
merkt voorbij gaat; de
rijksweg gaat over van rand
stedelijk druk in wijds-rust-
gevend.
Tot slot: het kleinschalige
stadje Renesse. Bij de kerk
naar links, de gemeente uit
rijden en de oude weg naar
Haamstede op. Ze heet Hoge
Zoom, een landelijke weg met
klinkers; rijk struweel dat
ondanks het late seizoen
voorzichtigjes nakleurt.
Nu dus: opletten. Bij twee bo
men met witte verfringen is
de ingang van het Tidorp, dat
na een korte periode in kloos
ter „De Goede Herder" te
Leiderdorp is neergestreken
op anderhalve hectare slechte
tuinbouwgrond op het eiland
Schouwen in het Zeeuwse.
De witte ringen. Een krak
kemikkig bruin bord met
rode letters „Tidorp" erop en
erondër „Macro-biotische
aardappelen te koop" in
kleinere hanepoten. Een jon
geman rijdt met een tractor
een mestkar het terrein op; la
ter zal duidelijk worden dat
het Jan is, een gewezen ge
meente-ambtenaar uit Lei
den en sinds enkele maanden
Tidorpeling.
Wij betreden na hem de gras-
sig-drassige aarde en komen
na een korte wandeling onder
een veelheid aan fruitbomen
door op het dorpspleintje: een
Anton-Heyboerachtig tafe
reel van verfloze huisjes op
wielen en overkappingen
volgestouwd met troep.
Mestvork
Aan één der in de open lucht
opgestelde wasbakken is
Bruno doende, geassisteerd
door een in allesbehalve mo-
dische kledij gestoken oudere
dj.me. Winnie heet ze. Bruno -
in groen- en bruinkleurige
lompen gehuld, de broek ge
stoken in hoog schoeisel dat
de beste tijd heeft gehad - be-
g.'oet ons vriendelijk. Hij
rrikt ons de linker hand ter
wijl hij de ander, die is ver
pikt in verband waar bloed
cborheen weifelt, ophoudt en
Egt: „Tja, daar heeft d'r van
morgen eentje een mestvork
doorheen gestoken. Aan de
ene kant erin en aan de andere
d*r weer uit."
Hij lacht wat meesmuilend, laat
zijn werk - het reinigen van
allerhande attributen - in de
steek en loopt honderduit
vertellend met ons op. Rich
ting groententuin.
„Er zijn op dit moment twee
dingen belangrijk voor mijn
dorp. Op de eerste plaats
hebben we een vaste kern van
mensen nodig die hier blijft.
Het kan misschien nog heel
lang duren voordat die kern
zo groot is datje van een echt
dorp kan spreken; nu zie ik
mijzelf alleen als kern. Maar
ja, ik ben hier ook pas twee
jaar mee bezig...
Ten tweede moeten we tijdelij
ke bewoners - na een jaartje
moeten ze weer gaan, we wil
len geen secte worden - van
het dorp zien te activeren om
ze zo vrij te maken. De mens is
over het algemeen erg passief,
de hele maatschappij is zo dat
de mens suffig wordt. Als je
hard werkt word je bestraft,
moet je meer belasting gaan
betalen. En als je niets doet,
krijg je zelfs een belóning.
Daardoor is de mens niet
meer in staat om scheppend
te werken".
We lopen een paar passen ver
der de tuin in - staan nu aan
de voet van een witte koepel
vormige tent die als opslag
voor de tuinderij dient - en
dan filosofeert Mertens ver
der „Om vrij te kunnen zijn
van de maatschappij, de reli
gie, de staat, de manipula
tieve wereld moeten de men-
Tekst:
Jos van der Meer
Foto's:
Wim Dijkman
Het dorpsplein van het Tidorp
met vlnr: B mno MertensWin n iede
Zeeuwse boerenzoon André en
Leidenaar Jan.
Bruno Mertens - de rechter hand
in het verband - voorde ingang van
zijn Tidorp langs de Hoge Zoom in
Haamstede.
sen die hier wonen vijf dingen
kunnen. Lassen, timmeren,
kleren naaien, fotograferen,
boer zijn, noem maar op...
Het is bijvoorbeeld belachelijk
dat er twéé mensen van jullie
krant zijn. Jij zou óók die
foto's kunnen maken, Jos.
Zoals jullie het doen, ben je
veel te afhankelijk van elkaar.
Zelfstandigheid is belangrijk:
huizen bouwen, voedsel ver
bouwen Daarom moeten
onze mensen allemaal voor
vier. maanden naar het
buitenland, zonder geld en
zonder anderen te ontmoeten.
Tijdens zo'n reis leer je alles te
kunnen; met heel eenvoudige
middelen kun je al een tentje
bouwen, je eet planten..."
Aandacht
Besnorde en brildragende Jan
uit Leiden komt langs. Bruno
stelt hem aan ons voor - de
achternaam wil men per se
niet prijsgeven - en vraagt of
hij de mestkar al helemaal
heeft afgeladen. Jan draait er
wat omheen, laat merken
dat-ie niet zo'n zin heeft in dat
werk en zegt dat Bert en
Wietse die middag toch ko
men en dat die dat wel kun
nen doen.
Bruno reageert geïrriteerd en
zegt Jan dat het werk toch ge
daan zal moeten worden,
waarop de Leidenaar naar de
fruittent gaat. Mertens dan
met enige stemverheffing,
zodat Jan het wel móet horen:
„Hè, die jongen is toch zo lui, hè.
En vanmorgen lette hij óok al
niet op, zodat-ie me die mest
vork door m'n hand stak... Hij
is zich vaak niet bewust van
wat-ie doet. En bewustzijn is
juist zo belangrijk. We zeg
gen: ongeluk is niet mogelijk,
zelfs niet door een ander.
Daarom zijn wij ook niet ver
zekerd. Maar zo'n Jan zit vaak
te suffen, hè. Hoe meer aan
dacht je hebt, des te minder
kans er is op een ongeluk. Je
hebt graden van bewustzijn
die afhangen van de mate van
aandacht die je kunt geven.
Iedere mens heeft aandacht.
Hoe verder je die tot ontwik
keling brengt hoe meer je
groeit in je mogelijkheden.
En met aandacht groeit je
vermogen om lief te hebben.
Liefhebben is feitelijk wat wij
hier doen..."
We doen weer enkele stappen,
staan nu temidden van wat in
de zomer een groententuin in
bloei is, iets dat Merténs als
tussendoortje even een heel
ander onderwerp doet aan
snijden: „We hebben zo'n
vierhonderd ton mest - weg
gehaald bij een manege uit de
buurt - aangevoerd om iets
met die onvruchtbare zand
grond te kunnen doen. We
zien het als een uitdaging om
die vruchtbaar te maken. We
verbouwen sla, rode kool,
bietjes, worteltjes, zuring en
Indiase sla die niet worden
bespoten. Zijn deels voor ei
gen gebruik en de rest wordt
verkocht aan van die macro
biotische winkeltjes."
Waarna wij (de handen inmid
dels danig verkleumd, en
daardoor Bruno's radde
woordenstroom slechts
moeizaam met de pen vol
gend) hem herinneren aan dat
feitelijke liefhebben dat men
in dit dorp doet. Mertens blikt
ons twinkelend aan met zijn
priemende ogen in het bo
venop kalende en aan de kin
baardige hoofd en zegt na
denkend: „Liefde zoals wij
die hanteren is niet datje iets
leuk vindt of wat wilt hebben.
Wij proberen met iedereen én
met de natuur een goede rela
tie te hebben. Je moet leren
ergens de waardevolheid van
in te zien, je moet leren zien
Bruno Mertens: ...,£)e essentie van mijn leven is niet dat ik gelukkig ben, n
spoor kan zetten hun geluk te vinden..."
r dat ik anderen op het
dat er niets slechts is op deze
wereld. In de kerken wordt
gesproken over zonde, terwijl
in werkelijkheid alles goed is.
Ik meen dat het nodig is om
vrij te zijn van religie. Eigen
lijk zou religie moeten zijn:
contact onderhouden met de
ander. Maar in de kerk ben je
juist bezig je af te scheiden
van de ander. Iedere kerk
bouwt haar eigen gebouwen,
zonder met andere kerken in
contact te komen".
Natuur
Het woord natuur is gevallen;
Mertens daarover „Wij beo
gen met het Tidorp de men
sen bij te brengen dat je veel
van de natuur moet leren, zo
dat je kunt zeggen: ik leef zo
natuurlijk mogelijk. Laatst
was hier een onderwijzers
echtpaar - van die progres
sieve mensen - en dat had
boekjes bij zich om les uit te
geven. Nou, ik heb zo'n
boekje 'ns ingezien en het was
volkomen waardeloos. Kijk,
als je in een warenhuis komt
zie je foto's van de natuur en
je hoort liedjes van zingende
vogels. Dat moet de indruk
wekken dat het allemaal zo
geweldig en natuurlijk is in
zo'n warenhuis.
Nou, in dat boekje stond hoe
een kind kan ervaren wat
warm en koud is. Het moet
twee glazen pakken, één met
koud en het andere met warm
water en dan moet het voe
len... Dat kan zo'n kind toch
ook ervaren in de natuur!
Daarom moet je als je hier
komt alles vergeten dat je
hebt geleerd. Erg moeilijk,
maar dan draai je het beste
mee. Het echtpaar zag mijn
gelijk wel in. Doordat je hier
vrij bent, zie je direct als er
iets fout gaat. De mensen in
de maatschappij kunnen dat
niet zien, omdat ze eraan ge
wend zijn dat alles verkeerd
gaat".
Hij vervolgt met donkere stem:
„Zoals de wereld nu draait
gaat-ie ten onder aan zichzelf.
Ik geloof dat er een leven mo
gelijk is zonder bewapening,
echter alleen wanneer de
economie op de juiste manier
zou functioneren. Sylvio Ge-
sell zegt in zijn boek „Die na-
tührliche Wirtschaftsord-
nung" dat de mens zich nim
mer het alleenrecht over
grond mag toeeigenen. Als hij
dat wel doet, is' hij bezig een
groot onrecht te veroorzaken
Zoiets wreekt zich: er wordt
gevochten om dat goed. De
staat zou er eigenlijk de enige
beheerder van moeten zijn;
door verpachting komt het
belastinggeld binnen... zijn
we meteen af van dat oneer
lijke heffingssysteem".
„Eigenlijk doen wij hier met
onze grond in het klein zoals
het in 't groot zou moeten. Ik
heb dit terrein vijftien jaar
geleden gekocht en het door
gegeven aan de stichting-Ti-
dorp. Hier hebben we de mo
gelijkheid om te beginnen en
het is de bedoeling om later
meer vestigingen van het
dorp in ons land te creëren,
liefst ook in de Flevopolder
waar de grond nog niet door
de mens is verdeeld...
Ik zou trouwens nooit van de
kust weg willen. Zwemmen,
dat wij het hele jaar 's och
tends vroeg doen, is namelijk
erg belangrijk. Wij willen be
wijzen dat de mens niet ziek
hóeft te worden, wij willen
alle doktoren tot de bedelstaf
brengen. Als je 's winters een
verkoudheid hebt en je gaat
zwemmen dan verdwijnt die
meteen. Je bloedsomloop
wordt gestimuleerd, je krijgt
meer zuurstof binnen en dat
werkt bacteriën-dodend".
Hebzucht
Van de tuin richting dorps
pleintje wandelend vertelt
Bruno Mertens ons, dat zijn
idee om het Tidorp te begin
nen is voortgekomen uit
Boeddhistische meditatie.
Dat daar de naam ook vanaf is
geleid: Ti betekent de aller
krachtigste kiemkracht.
Mertens: „Die meditatie heeft
mij duidelijk gemaakt dat een
mens veel meer mogelijk
heden in zich heeft dan-ie be
seft. De enige meditatie die er
is, is aandacht. Een onbewust
persoon dwaalt met zijn geest
af door hebzucht, lust en on
lust. Het vermogen tot aan
dacht moet daarom zoveel
mogelijk worden ontwikkeld
en dat kan het beste door die
te vestigen op de activiteiten
van ons lichaam die vaak aan
onze waarneming ontsnap
pen, maar die toch van fun
damenteel belang zijn: op het
lopen en het ademhalen. Zeg
gen: lopen, lopen, lopen ter
wijl je loopt. Prima!"
Bij het begin van het pleintje
staat een stapel stenen. Bruno
wijst ernaar en zegt: „Zelf
gemaakt, van het zand dat
hier ligt; met als kern oude
blikjes om materiaal te spa
ren. Wij bouwen met spullen
die we van containers enzo
halen - daarom is het hier ook
zo'n rotzooi - waardoor onze
architectuur wordt bepaald
door het materiaal dat we op
en rond ons terrein vinden.
Het eerst willen we een fruit-
schuur gaan bouwen. Van
huis uit ben ik architect, maar
wij willen heel anders gaan
bouwen dan gebruikelijk is.
We zetten niets op papier, be
rekening is iets dat is geba
seerd op proeven. We bouwen
wat, als het niet functioneert
maken we wat anders dat wel
goed is... Vroeger werden
schepen en zelfs kathedralen
ook zonder tekening' ge
bouwd".
Lesgeld
Op het plein treffen wij - naast
de honden, katten, kippen en
eenden die er rondzwerven -
Jan weer. Hij, Winnie en
Bruno zijn op dit moment de
enig aanwezige dorpelingen.
Er zijn net drie nieuwe bewo
ners die niet aanwezig zijn,
drie andere zijn er al langer,
en februari komter een nieuw
meisje. De vrouw van Mer
tens, die woont in diens kapi
tale boerderij aan de
Zuidzijde te Bodegraven,
„speelt op de achtergrond een
grote rol voor het Tidorp", al
dus Bruno.
„Helaas is het noodzakelijk dat
onze mensen bij aanwezig
heid tien gulden per dag be
talen. Dat kun je zien als een
"soort lesgeld - ik vind dit één
van de best functionerende
scholen van Nederland - dat
niet meer betaald hoeft te
'worden als men hier is inge
speeld. Ik zeg helaas, maar ja,
de maatschappij is ook zó
duur!...
Bewoners moeten zich vereni
gen met de gedachten van het
Tidorp: niet roken, niet drin
ken, mediteren, werken en
daarin de meditatie integre
ren. Als het iemand niet be
valt, kan-ie er meteen mee
stoppen. Iedereen is daar vrij
in", zegt Bruno, de laatste
twee zinnen haastig; dan
vraagt hij of we even met Jan
willen praten, waarna hij die
roept.
Wij vragen naar Jan's wel en
wee in het Tidorp. Hij heeft er
echter niet zo'n zin in om met
ons te praten. Meer dan de
zin: „Ik was al een tijdje
geïnteresseerd in dit soort
projecten en daarom heb ik
hier vorig jaar mijn vakantie
doorgebracht", komt er niet
uit. Als wij een vraag stellen,
moet hij plots een klus doen
of schiet hij Mertens bij het
één of ander te hulp. Uit
eindelijk kondigt hij aan met
Winnie in de hoogbejaarde
Lelijke Eend-bestel die het
dorp rijk is naar Bodegraven
te zullen gaan. De auto is af
geladen: men gaat flessen
schoonspoelen om de vruch
tensappen, die van de eigen
teelt zijn gemaakt, te kunnen
bottelen.
Terwijl Jan en Winnie aan het
vertrekken zijn - het oliepeil
van de motor wordt eerst om
standig gecontroleerd - komt
Zeeuwse boerenzoon André
juist aan voor een verblijf in
het dorp. Nadat Bruno en hij
elkaar innig hebben omhelsd
- een ritueel dat de zoon met
Winnie en Jan herhaalt -
wordt hem eerst door Bruno
een volwassen hoeveelheid
werk in het vooruitzicht ge
steld en dan bergt hij z'n
spullen op in zijn caravan.
Daar schieten wij hem aan
voor enkele vragen. André -
zwart vlasbaartje, het wat vet
tige haar in een paardestaart
bijeen gebonden - vertelt:
„Ja, ik ben gelukkig hier. Geluk
bestaat uit mensen; hier ko
men mensen met dezelfde re
den, vooral voor de meditatie.
Mijn ouders? Ik heb ze nooit
echt gevraagd wat ze hiervan
vinden. Ze zijn wel "ns wezen
kijken en ze waren wel posi
tief, geloof ik... Ik kom van de
hogere landbouwschool,
waar het me niet goed is be
vallen: de alternatieve land
bouw werd er geboycot.
Daarom heb ik m'n heil elders
gezocht: de commune „de
Hobbitstee", „de Kleine
Aarde". Hier beviel het me
uiteindelijk het best".
Luxe
Na deze positieve geluiden
verlaten we de caravan. Bui
ten wacht Bruno mij al weer
op. We vragen of het waar is
dat men in het Tidorp wars is
van luxe.
Mertens reageert direct „We
zijn hier niét aangesloten op
het electnclteitsnet en op de
waterleiding. Die voorzienin
gen heb je niet nodig. Wij
gaan onze eigen energie ma
ken via een windmolen en
met een watertoren willen we
water uit de grond pompen,
door filters heen... Dat is lék
ker, geen chloor erin...
Of wij wars van luxe zijn? Voor
ons is de natuur luxe. Elke
andere vorm van luxe is niet
echt. Ik ben op zich niet tegen
dat laatste omdat ik tegen ge
lijkvormigheid ben. Ik houd
van mooie dingen, maar dat is
nog geen luxe! Werkelijke
luxe is als de Rijn schoon is,
als er weer zalm in zwemt.
Maar iets moois moetje je ook
weer niet gaan ontzeggen. Er
is toch niets leukers dan lieve
kindertjes met mooie kleer
tjes aan?!"
Een onhoorbaar sein doet ons
nu als vanzelf naar de uitgang
van het Tidorp lopen. We
hebben een laatste vraag voor
Bruno Mertens: ia hij hier te
midden van zijn discipelen
gelukkig? Hij zegt dan, de
ogen teneergeslagen: „Nee,
dat ben ik niet. Wat ik hier doe
is geen geluk.
Ik word in m'n hand gestoken
met een mestvork... elke dag
gebeuren er dingen waardoor
ik in conflict kom met ande
ren. Zoals ik hier leef, zit ik
mijn ongeluk helemaal uit te
diepen. De essentie van mijn
leven is ook niet dat ik geluk
kig ben, maar dat ik mensen
op het spoor kan zetten hun
geluk te vinden. Wat moet ik
als ik het geluk zoek - op reis
ba bijvoorbeeld - en er ge
beurt weer zoiets als in
Vietnam9! Daar kan ik niet
gelukkig bü zyn. Dan doe ik
maar liever dit!