.MEDICIJNEN BLOEDHEET ONDER DONSDEK Y\w\ Globophone maakt telefoneren makkelijker 4) 3) 7) <j>° DONDERDAG 22 DECEMBER 1977 EXTRA PAGINA 11 EEN HANDLEIDING VOORDECONSUMENT IVAN WOLFFERS Een boek dat je in de war maakt. Laat ik voorop stellen dat ik op medisch gebied een volslagen leek ben. Dus wat dat betreft moet u er op rekenen dat u, in wat u hier gaat lezen, misvattin gen en fouten tegen kunt komen, tot spelfouten toe. Ik weet hoegenaamd niets. De reden waarom ik het niettemin aandurf om over artsenij en me dicijnen te schrijven, is, dat ik geloof dat ik me met mijn gebrek aan kennis in het gezelschap van miljoenen anderen bevindt. Die mogen best hun stem eens laten horen. En laat dat dan maar een keer de mijne zijn. Want uit eindelijk is het een puur con sumentenprobleem, en daar zit ik hier voor. Ik heb een paar klachten die ik hier graag eens kwijt wil: Die briefjes erbij Ten eerste de zogenaamde bij sluiters. Dat zijn die gedrukte briefjes met woorden vol x-en en c's en Griekse ij's, die vroeger bij de merk medicijnen zaten. Je werd er niet veel uit wijs, maar een paar dingen toch wel. Bij voorbeeld, voorzover ze in het Nederlands stonden, wat voor bijverschijnselen die medicijnen teweeg brachten als ze fout wil den. Je wil wel wat weten, je stopt die tabletten en poeders per slot van rekening in je eigen lijf. Maar nee, d'r is een wet gekomen, een jaar of twee geleden, en sindsdien krijg je zelden of nooit meer zo'n bijsluiter erbij. Ik hoor zo nu en dan wel uit het nieuws dat er in de medische we reld af en toe gepraat wordt over weer wèl bijsluiten van briefjes, maar dan meer in mensentaal, maar daar schiet ik nu niks mee op. Ik voel me doodziek Laatst heb ik griep en ik krijg een antibioticum. Acht dagen lang tabletten slikken. Eusaprim, he ten ze. Bij verkoudheid en griep heb ik altijd een gezonde honger, maar nu voel ik me doodziek zodra ik een paar happen eten binnen krijg. Misselijk, benauwd, ik maak me daar na een paar da gen toch wel erg ongerust over. Totdat een van de kinderen ook ziek wordt. Het een of ander in keel of oor. Het kind krijgt een zoetig roze drankje dat in de koelkast bewaard moet worden. Toevallig zit daar een bijsluiter in. Ik lees hem en zie dat dit drankje ook iets van Eusaprim is. Een van de bijwerkingen van Eusaprim kan flinke misselijk heid zijn. Nou, dat had ik toch wel graag eventjes eerder geweten, dan had ik geprobeerd m'n eten er een beetje naar te richten. Pacemaker Iets anders: In de familie heeft iemand een pacemaker. Dat is een klein elektrisch apparaatje dat in het lichaam wordt gezet en dat via een draad prikkels geeft aan het hart, omdat dit anders uit zichzelf niet genoeg slagen maakt. Het is een oudere vrouw die dat ding heeft. Ze is er goed mee ge holpen, want voorheen viel zij steeds bewusteloos in winkels'of ineens midden op straat tussen de auto's. Dan maakte haar hart nog maar dertig slagen per mi nuut. Nu heeft zij nooit meer die narig heid. Alleen, ze kón weinig meer. Je leest wel eens over pacema kers, dat er ergens in Amerika trapezeartiesten of topatleten zijn, die er eentje hebben. Maar die mevrouw heeft toch meteen een duizelig gevoel als ze zich maar eventjes inspant. Daar klopt haar hart, geloof ik, toch weer niet vlug genoeg voor. Ze klaagt er over bij de hart specialist. Die zegt „Neemt u dan deze pillen maar eens. Vier per dag. Dat zal wel helpen". Ze heten Rhitmodan, of zoiets. Weer dezelfde ellende De mevrouw slikt ze anderhalve dag, gaat de stad in, en komt bijna in dezelfde ellende terecht waar ze vóór haar pacemaker was. Al les draait om haar heen, ze heeft het gevoel dat zij elk ogenblik buiten westen kan raken, moet naar huis worden gebracht. Kan dat door die pillen komen? Wie weet. Er staat niets op, er zit niets bij waar je iets wijzer van wordt. Ze gaat weer naar de hartspecialist. Die zegt „Ja, het is heel goed mo gelijk dat het door die pillen komt. Ze kunnen ook averechts werken. Dat is een bekend bij verschijnsel. Houd u er dan maar helemaal mee op." Zulke dingen hoor of beleef je nogal vaak. Tè vaak, vind ik. Er gebeurt niks ernstigs, maar de mensen zitten toch lelijk in angst. In doodsangst, soms. Waar is dat goed voor? Met een beetje meer voorlichting weet je waar je aan toe bent. Dan eet je geen uitgebreid maal als je eenmaal weet dat het de medi cijnen zijn die je misselijk maken. En dan gaat iemand wier hartslag mogelijk in de war kan raken, de eerste keer niet alleen de stad in. Dat is toch zeer voor de hand lig gend? Waarom wordt er op dit gebied he lemaal niets aan direkte zakelijke voorlichting gedaan. Wij zijn met z'n miljoenen, die dat best willen. Door L. Bakker Dat is een heel andere kant van de zaak: Wij vormen een enorme af zetmarkt voor iemand die geld aan ons wil verdienen met z'n medische inlichtingen. Liever een romannetje 't Is eigenlijk een wonder dat er op die markt niet allang een heleboel aanbod is. Natuurlijk, en zijn me dische encyclopedieën, maar ik geloof dat die toch hoofdzakelijk dienen als cadeau- of kortingar tikel wanneer je de complete Winkler Prins bestelt. En er be staat, meen ik, ook een soort ge zondheidsblad. Maar veel is er toch verder niet. Ik weet niet waar dat in zit. Meestal laat de commercie zo'n grote markt niet ongemoeid. Misschien lezen de mensen toch nog altijd liever een doktersromannetje dan een doktersrecept. Misschien ook zijn al die medische verhalen die er te koop zijn, alle maal nog een beetje te moeilijk en te plechtig. De voorlichting die je het makkelijkst snapt, is meer recht voor z'n raap. Minnetjes voor slechte koelkasten, plusjes voor goeie. Op die manier. Zoiets is er niet, over artsenij en medicijnen. Hoewel, dezer dagen is de eerste stap gezet. Een boek waar je in de inhoudsopgave eventjes de naam van je medicijn opzoekt, en hup, op bladzij zoveel staat wat er vóór en tégen te zeggen valt. Het boek heet „Medicijnen, een handleiding voorde consument". Het is verschenen bij uitgeverij Bert Bakker in Amsterdam en het kost 19,50. Niet goed genoeg Dus een heel betaalbaar boek, waar je de medicijnen zó in na kunt slaan, gewoon op de naam die je op het recept, het doosje of het flesje hebt zien staan. Zit ik nou te juichen? Nee. Ik schrik me een ongeluk van dat boek. Want het bewijst hoe makkelijk een uitgever eens eventjes op die voorlichtingsbehoefte af kan springen. Zonder dat er ergens een maatstaf is om aan af te me ten of het deugt of niet. En het moet toch wel heel precies goed zijn, anders zaait zo'n boek nog meer verwarring dan géén boek. Ik als leek - en voor leken is het geschreven - vindt dat boek niet goed genoeg. Ik raad het u niet aan. •Als naam van de schrijver staat er op: Ivan Wolffers. Voorin het boek bedankt deze heer Wolffers een meneer Ton Kelder, apothe ker. Meer kom je niet te weten over de deskundigheid van de schrijver of zijn adviseurs. Bij navraag verneem ik van de uit geverij dat de heer Ivan Wolffers te Utrecht woont en arts is. „Dus hij zal wel weten waar hij het over heeft", zegt men. „Hij heeft ook de Medicijnenstrip in de Volksk rant gemaakt". Nou, dat herinner ik me als een ge weldig mooie strip. Een van de leukste, eigenlijk, tot dusver in de Volkskrant en daar hebben ze een buitengewoon scherpe neus voor spitse stripteksten. Maar ja, leuk en serieus, dat is twee En dit boek is serieus bedoeld. m mmy Je mag toch wel weten wat je slikt. Dat zou duidelijk op of in de verpakking moeten staan. Onbewezen beweringen Als leek zie ik er meteen al allerlei rammels in, en onbewezen bewe ringen. Bijvoorbeeld: Er bestaan een soort infectiebe strijders, waar je de akeligste dingen van schijnt te kunnen krijgen: schimmelontstekingen, koorts, vitaminetekort, tand- verkleuring, huiduitslag, je kan niet meer in de zon. Dan noemt meneer Wolffers een bepaald merk, zegt erbij dat het „enkele bijwerkingen" niet heeft, en gaat vervolgens tekeer dat het 6 gul den per capsule kost. Welnu, ik heb er juist deze week 4,80 voor betaald bij een apotheek (maar niet die van de heer Kelder). En als ik voor 19,50 een opzoek boek koop, zou ik wel eens willen weten welke die „enkele bijwer kingen" zijn die ik voor die prijs ontloop. Het boek maakt je ook in de war Bij nierschorshormonen blijken in veel dingen te zitten. De schrijver zegt op een gegeven moment in één adem dat ze wèl en dat ze geen bijverschijnselen geven. Wat moet ik daar mee? Verbaasd lees ik dat volgens het boek oudere mensen meer slaap hebben dan gemiddeld. Ik had al tijd gedacht van andersom. Ik geloof dat veel mensen dat ook denken. Eén zo'n kreet overtuigt mij niet van ons aller ongelijk. Als het boek gelijk heeft, dan helpt het ons zonder nadere verklaring niet uit de misverstanden. der-de-tong voor mensen met hartkrampen. Maar nergens iets over hoe lang die tabletjes hun kracht houden. En ik hoor altijd van hartpatiënten datje daarjuist mee moet uitkijken, anders stop je op een fatale keer een kracht loos, uitgewerkt pilletje onder je tong. Ik kan u niet vertellen wat juist is en wat niet. Maar de heer Wolffers ruimt ook de twijfels niet op. Hij doet erg zijn best om vooral niet als een deftige dokter te klinken. (De eerste zin van zijn boek luidt: „We slikken ons rot aan de medi cijnen"). Maar daar zijn we er niet mee. Het idee voor zo'n boek vind ik geweldig. Ik zou persoonlijk toch liever een herziene uitgave hebben, waar ik met meer ver trouwen de dingen in zou kunnen naslaan. Dit boek „Medicijnen' doet mij meer denken aan een bekwame uitgever dan aan een ervaren dokter. Onschuldig. Een hoeststoppende medicijn Ticarda staat in één opsomming tussen de gewone hoestmiddel- tjes als Siroop Famel, Natte- rmann en Wybertstroop. Niks bijzonders mee aan de hand. Waarom moest ik die, volgens meneer Wolffers blijkbaar on schuldige tabletten, dan op een speciaal morfine-recept bij de apotheek halen, en kreeg ik er in de hele hoestperiode niet meer dan tien, en bezwoeren twee art sen mij onafhankelijk van elkaar dat Ticarda een gemeen middel is dat uiterst snel verslavend werkt? Hele verhalen over de geweldig goede werking van tabletjes-on- DEN HAAG - TNO heeft een ap paraat ontwikkeld dat het telefo neren makkelijker maakt. Het is de „Globophone", een telefoon- kiesautomaat, die de functie van de gewone kiesschijf overneemt. De Globophone heeft een carrou selvorming cassette waarin plaats is voor 60 namen en tele foonnummers die men vaak no dig heeft. Op deze codekaartjes kan men zelf met een zwarte vilt stift naam en telefoonnummer schrijven. Als men iemand op wil bellen moet men het naamkaartje voor een leesoog brengen, dat de gegevens van het kaartje doorstuurt naar het kiesgeheugen. Bij inschake ling van een code wordt vanuit^ dit geheugen een impulsrelais bediend da'jt nummer automa tisch draait". Wanneer de verbinding tot stand is gekomen, kan het gesprek via de normale telefoonhoorn worden gevoerd. De PTT heeft TNO in middels toestemming gegeven om dit „verlengstuk van de tele foon" in de handel te brengen. De Globophone kost 1280 gulden en is uitgevonden door instrumen- tum TNO in Delft. EENPERSOONS DEKBEDDEN DONS EN SYNTHETISCH merk en typ* 0 1 *0 BERGSTRASSER, 65% dons 950 464 karostep 1,7*5 7 BERGSTRASSER Thermo Step. 90% dons 2 x 326 674 puntbed 2.25 (1.1) 6 (3) CINDERELLA, dons 1100 329 karostep 1.8 7 DAMAI no. 834, 75'-? dons 850 365 karostep 1,7 6 DOEDONS Duvet. dons 1050 435 karostep 1,8 7 DOEDONS Sandwich, dons 1 2 x 350 850 carré 2.25(1.1) 6(3) DOMMELIN HD 200, 65% dons 850 425 buisbed 1.5 5 DORMIDONS Papillon 112-k, dons 1000 369 karostep 1.7 7 DUCKY DONS Smaragd. 65% dons 950 240 karostep 1.7 6 HEMA. 65% dons 1050 230 karostep 1.8 7 IDEENS Sinus SI, dons ?l 770 289 sinus 1.7 5 IDEENS 1255. dons 840. 269 buisbed 1.65 5 IRISETTE King, 65% dons 700 355 carré 1.45 4 NORMA Duvetine, 90% dons 900 360 karostep 1,65 7 PARADIES 77 P50, 90% dons 720 370 carré 1.5 5 SAN REMO. dons 1200 350 karostep 2.05 7 TER MEULEN, 98% dons 650 319 puntbed 1.45 6 VAMA Superdons. 65% dons 1050 karostep 1.75 7 VEDÉRA Regina. dons 1000 375 karostep 1.8 7 VEDÉRA Regina, dons 900 345 karostep 1.6 6 vuImI synthetisch (polyester) BERGSTRASSER Princess Stej 138 puntbed 2.45 5 BRINKMAUS Her; As 129 karostep 2.1 5 CENTA-STAR 119 buisbed 1,75 3 CINDERELLA 132 karostep 2.05 3 DOEDONS Adoration 115 karostep 1.8 3 IRISETTE 85 ..arrè 1.35 2 KNOTTENBELT 90 karostep 1.8 3 PARADIES Prima 98 karostep 2,25 5 TER MEULEN carré 1.9 2 VENDORMA 80 karostep 2.0 3 Vermoedelijk slaapt zo langzamerhand half Nederland on der een dekbed, zo'n luchtig geval, meestal met dons en veren erin. Na een heleboel enthousiaste verhalen over het gemak („alleen even recht trekken en je bed is onge maakt") en over het lichte gewicht, hoor je nu toch ook somberder geluiden. Die klagen over de warmte: ,,'s Win ters gaat het nog wel, maar in de zomer is het bloedheet onder zo'n dekbed". De Stichting Vergelijkend Ware nonderzoek (VWO) concludeert daaruit dat mensen vaak veel te warme donsdekken kopen. VWO heeft dertig dekbedden on derzocht. Allemaal eenpersoons, twintig daarvan gevuld met dons en veertjes en tien gevuld met synthetische vezels. De donzen dekbedden uit dit onderzoek mogen allemaal de aanduiding „dons" dragen. Dat betekent dat er'tenminste 65 procent zuiver dons in zit en dat de rest van de vulling veertjes mag zijn. De dekken met „zuiver dons" (98 •procent) en met „halfdons" (15 procent) zijn dus buiten be schouwing gebleven. In de tabel, die we hierbij afdruk ken, ziet een heleboel gegevens over de dekbedden bij elkaar ge zet. De warmte die ze geven is met cijfers aangeduid onder het kopje „warmte-isolatie klasse". In een koude kamer „Klasse 6 en 7", zegt de Stichting Vergelijkend Warenonderzoek, „zijn zeer warm, vooral in een huis met centrale verwarming. Ook al is de radiator in de slaap kamer uit. De warme dekbedden zijn eigenlijk alleen geschikt voor onverwarmde slaapkamers, als het buiten erg koud is". De synthetische dekbedden zijn meestal wat minder warm dan de donzen (maar sommigen zijn weer even warm, zie de tabel). 1) is een zogenaamd dubbelbed: de waarden tussen zijn die van het enkele bed a) wordt volgens de leverancier niet meer geleverd verkrijgbaar bij FNV-voordeelaktie voor f 207 4) de synthetische dekbedden zijn volgens het vermelde pa troon doorgestikt hoe hoger klasse, hoe warmer Het merendeel is wat de warmte betreft te vergelijken met twee of drie gewone dekens. Donsdek ken zijn als regel nog warmer. Een paar fabrikanten hebben iets bedacht om dat warmte-pro- bleem op te lossen: Doedons en Bergtrasser maken ook dekbed den, die in feite" uit twee dunne, met klitteband aan elkaar gezette dekken, bestaan. In de zomer kun je er dan een afnemen en houd je een dunner dekbed over. Zulke dekbedden zijn echter, in verge lijking met de rest, zeer prijzig.. Je kunt natuurlijk ook, als je een dekbed koopt, je oude dekens bewaren en die in de warme maanden gebruiken. Maar of dut nou een ideale oplossing is Ze „ademen" allemaal Misschien kiest u wel onmiddellijk voor een minder warm, synthe tisch dek. VWO heeft vastgesteld dat alle dekken voldoende „ade men". U hoeft dus niet bang te zijn dat u het onder een synthe tisch dek benauwd krijgt. Verko pers van donzen dekken willen het voordeel van het „ademen" nog wel eens alleen aan dons toe schrijven („een natuurlijk mate riaal, mevrouw"), maar de onder zoekers hebben geen verschil kunnen vinden. In de tabel ziet u onder het kopje „gewicht" hoe zwaar de dekken zijn. Als u de cijfertjes daar ver gelijkt met de cijfers \'an de warmte-isolatie. dan ziet u dat een zwaar dekbed niet per se warmer hoeft te zijn dan een licht bed. VWO heeft verder gecontroleerd of de opgegeven hoeveelheden dons en veren klopten met wat er werkelijk in de bedden zat. Bij acht van de twintig dekken was alles goed. Bij zes klopte het soms wel en soms niet. Bij de rest (dus ook zes) zat er duidelijk minder dons in dan eigenlijk zou moeten. Hoeveel minder dat was, ver meldt het onderzoek niet. Het bekende groene „huisvrouwen- zegel" bleek wat dit betreft ook niet altijd garantie te bieden. den over de gehele Sinuebed (omgeslagen) Dnder- en bovenkant zijn in lengterii ien (polyester) vlie® zig-zag a bepaalde afstanden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 11